Dalen, Hervormde kerk

In het centrum van het kerkdorp Dalen staat de Nederlands Hervormde Kerk. Bij het smeedijzeren toegangshek, aan weerszijden van de ingang liggen twee oude stenen. Lang geleden bleken de stenen een geheel te vormen. Het zou een Germaanse offersteen geweest kunnen zijn. In 1355 wordt de kerk van Dalen voor het eerst genoemd. Bij de restauratie van 1973 vond men in de ondergrond een oud fundament van een zwerfkei. Het is mogelijk dat hierop de dragende gebinten van een oude kerk hebben gestaan.
De kerk uit 1355 was een imposant gebouw. Op de plaats waar nu de hoofdingang is was een driebeukig koor. Het dak werd gedragen door pilaren. In het gebouw stonden drie altaren, gewijd aan Sint Maarten, het Heilige Sacrament en de Heilige Maria. Vroeg-gotische ramen moeten het binnenste van het gebouw iets sombers hebben gegeven. In 1598 beval de calvinistische stadhouder Willem Lodewijk dat Drenthe hervormd moest worden. Alles wat aan de roomsen herinnerde werd uit de kerk verwijderd.
De pastoor die weigerde om het nieuwe geloof aan te nemen werd ontslagen. In 1600 deed de eerste predikant zijn intree in de kerk van Dalen. Men had de grootste moeite om de gemeenteleden tot de "nije leer" te bekeren. De kerk had enorm veel te lijden van de rondtrekkende troepen van de roomse bisschop Bernhard van Galen, die rovend en plunderend door Drenthe trokken en de kleine dorpen als uitvalsbasis gebruikten.

Toen de Fransen zich in Coevorden rond 1813/1814 hadden teruggetrokken werd de stad belegerd door geallieerde troepen, w.o. kozakken, die de dorpen in de omtrek als uitvalsbasis gebruikten. De kerk werd gebruikt als kazerne en opslagruimte voor Nederlandse troepen die het Franse garnizoen in Coevorden moesten insluiten. Na het vertrek van de soldaten zag de kerk er vreselijk uit. Het meubilair was als brandhout opgestookt, vloeren opengebroken en de muren zwart geblakerd en gescheurd. Toen in 1823 ook nog eens een verwoestende storm over Dalen raasde was er geen redden meer aan. De kerk werd afgebroken en in 1824 werd de huidige kerk gebouwd op de fundamenten van de vorige. Het koor werd vervangen door een rechte sluiting. In 1907 werd deze sluiting vervangen door een minder fraaie gevel van machinale steen met pleister-ornament, die het gebouw sterk beheerste.
In 1972/1973 werd de kerk onder toezicht van Monumentenzorg grondig gerestaureerd. Het dak werd verlaagd, hetgeen te zien is aan de oude dakmoet in de toren. De oostgevel werd vervangen door een rechte bakstenen muur met in het midden een dubbele boogvormige toegangsdeur. Het houten tonggewelf werd hersteld en weer teruggebracht in de kleur blauw. Onder de orgelgalerij werd aan de zuidzijde een consistoriekamer gebouwd. De herdenkingssteen uit 1907 met daarop de namen van de kerkbestuurders werd in de achterwand gemetseld. De vorige kerk was driebeukig met stenen gewelven. Waarschijnlijk verkeerde hij in 1813 ook constructief al in een slechte toestand. Wel bleef de vrij gave gotische toren bewaard, waarschijnlijk 2de helft 14de of eerste helft 15de eeuw. De toren heeft een gesloten karakter met slechts enkele eenvoudige versieringen.

De kerk van Dalen is vooral van belang om zijn gave inrichting. Langs de gehele lengte van noord- en oostwand staan blokken van drie naar achteren enigszins oplopende banken met een gesneden lambrisering, waarschijnlijk grotendeels uit 1824. Twee oudere gesneden banken zijn in dit geheel ingepast. Het betreft een eind 17de eeuwse herenbank met gesneden opzetstuk, dat in het midden twee wapens heeft: een uitgerukte boomstam waaruit bovenaan vijf bloemen spruiten en een arm met boek uit een wolkenrand. Deze wapens betreffen waarschijnlijk Joh. Böttichius en zijn vrouw Maria Brachtesende. Böttichius was rond 1680 schulte van Dalen. Een andere bank met snijwerk heeft in de rug: "I. W. 1762 G. W. 1762".

Tijdens de restauratie werden de banken beter zichtbaar gemaakt, de muren gewit en de steunberen aan de bovenzijde gemarmerd. De banken voor en aan weerszijden van de preekstoel werden vervangen door stoelen. Het liturgisch centrum werd hierdoor een stuk groter. De preekstoel stamt uit 1673. Vlakbij de preekstoel staan een fraaie smeedijzeren doopstander met schaal en een avondmaalstafel. Het doopbekken dateert uit de zeventiende eeuw, evenals de gerestaureerde statenbijbel op de lezenaar voor de kansel. Het lijkt waarschijnlijk dat de hervormde gemeente Dalen in de achttiende of zelfs negentiende eeuw pas een eigen avondmaalsbeker heeft aangeschaft. Dit blijkt uit rapporten van de visitatoren op verschillende vergaderingen van de Drentse Synode. Volgens Tupan heeft Dalen in 1877 een zilveren avondmaalsservies aangeschaft, bestaande uit twee bekers en twee wijnkannen.De schultenbank is ook uit 1673.Hij is bekroond met een zogenaamd alliantiewapen, waarin familiewapens zijn opgenomen van Schulte Böttichius.  Ook de opvolgende schulten maakten gebruik van de bank. Zij waren belast met de rechtspraak, openbare orde en ze hadden notariële bevoegdheden. Akten werden bekroond met het zegel van Dalen, vastgesteld in 1600 met de zinspreuk: "Unis et Diversus" (Eén en verscheiden) De tweede Herenbank uit 1732 was eigendom van de eigenerfde familie Weninge. Veel eigenerfden hadden een plaats in eigendom. De letter E, die dit aangaf vinden we op verschillende oude banken terug.

Vanaf 1829 mochten er geen doden meer in de kerk begraven worden. De fraai bewerkte zerken werden uit de kerk verwijderd. Er zijn er nog twee bewaard gebleven. Eén ligt er voor de hoofdingang en de ander bevindt zich onder de vloermat aan de binnenzijde van de zuidelijke toegangsdeur.

Bronnen: Dr. Regn. Steensma Lang de oude Drentse kerken (1977) ISBN 90 246 4213 2 (Bosch & Keuning - Baarn)
Drentse Courant 2000/2001 Serie kerken in Drenthe