Hollandscheveld, Hervormde wijkgemeente van bijzondere aard “Rehoboth”
Geschiedenis uit een artikel in de Waarheidsvriend van 3 oktober 1996
Torenspitsen-Gemeenteflitsen
ELIM De gemeente
Op 2 november 1916 werd ds.
Van Elven bevestigd in Het ambt van predikant der hervormde gemeente
Hollandscheveld Zuid-Oost. En daarmee heeft de eerste predikant van onze
gemeente de rij van navolgende predikers geopend. Nog maar een jaar daarvoor
kwam er voor het eerst sprake van een eigen hervormde gemeente, welke daarvoor
een moeder-dochter binding had met de hervormde gemeente Hollandscheveld. Voor
het ontstaan van de gemeenschap gaan we terug tot 1867 waar een groep
veenarbeiders woonachtig in de achterliggende velden van Hollandscheveld een
eigen kerkgebouw stichtten met als doel onderdak te bieden aan een
afstand-evangelisatie vanuit Hollandscheveld. Vooral tijdens de winters waren de
geïsoleerde bewoners niet in staat de lange tocht via de wijken (bevaarbare
slootjes) door de barre en ruige veen-en heidevelden te maken, waardoor de
onkerkelijkheid onder de arbeiders ernstige vormen aannam. Vanwege geringe
inkomsten waren de plaatselijke bewoners niet in staat de last van een
kerkgebouw en voorganger te dragen, evenmin ''de moerdergemeente Hollandscheveld
en werden zij steeds meer aan hun lot overgelaten. In combinatie met armoede en
sociale misstanden werd de bevolking steeds meer ontevreden en steeds minder
betrokken op de hervormde kerk algemeen. Niettemin was het geloof bewaard
gebleven en was er nog altijd een verlangen onderricht te ontvangen en te staan
in de rijke verkondiging van Gods Woord. In de verwarring van de kerkelijke
ontwikkelingen in en rond 1870 werd de gemeenschap meegenomen in de Christelijk
Gereformeerde gemeente, later Vrije Nederlandse Hervormde gemeente, weer later
de Vrije Ledeboeriaanse gemeente, en ook nog de Vrije Oud-Gereformeerde gemeente.
Tijdens deze periode mocht de gemeenschap vanaf 1871 een eigen voorganger in
haar midden hebben, weliswaar had de gemeenschap geen kerkelijke binding of
structuur. Ds. M. van Leeuwen was door de armlastige gemeenschap aangetrokken.
Deze kwam van de hervormde gemeenten. Meliskerke, Garderen en Elspeet als eerste
predikant van het toenmalige buurtschap met de naam ''Dwarsgat''. Zijn niet
onbesproken verleden heeft hem er niet van weerhouden het Woord in al haar
rijkdom te verkondigen en de honger naar Gods genade te vergroten onder de
bevolking die zich evenwel met deze daad steeds verder van de Hervormde Kerk had
geplaatst. Het zal de plaatselijke bevolking weinig bezorgd hebben, zij hadden
''hun'' kerk en ''hun'' dominee, dat was belangrijk, bovendien bleven zij op
papier hervormd! Na de dood van ds. Van Leeuwen nam zijn zoon D. van Leeuwen
zijn plaats in als voorganger van de gemeenschap. Had zijn vader ofschoon geen
bevoegdheid meer, tenminste de bekwaamheid, zijn zoon had geen van beide. Voor
de moedergemeente Hollandscheveld dringt de noodzaak orde op zaken te gaan
stellen in het ''Dwarsgat''. De bevolking was inmiddels bijzonder gegroeid en in
de tijd van ds. Boersma van Hollandscheveld werden de eerste plannen voor een
stichting van de hervormde gemeente voor de buurtschap concreet. Al eerder was
begonnen door hervormde predikanten doordeweekse oefeningen te houden in de
school, later werd een hulpprediker aangesteld, ds. W. A. Dekker (vertrokken
naar Melissant), welke tweemaal op de zondag erediensten ging beleggen, zodat
het grootste (hervormde) deel van de plaatselijke vrije groep van Van Leeuwen
steeds meer binding kreeg met de hervormde gemeente. Eindelijk was er aandacht!
Ds. J. Kooiman van Hollandscheveld ging steeds meer ijveren voor een
zelfstandige gemeente met een eigen kerkgebouw in de buurtschap. In 1916 was het
zover, inmiddels was de hervormde gemeente Hollandscheveld Zuid-Oost (zoals zij
formeel direct na de oprichting werd genoemd) erkend en zelfstandig en was er
een kerkgebouw en pastorie in opbouw. De middelen tot de bouw waren beschikbaar
gesteld door een schenking van een onbekend gever, enkele vereisten werden in
acht genomen, namelijk dat de kerk voorzien moest worden van een rood dak.
Hierdoor kreeg de kerk een bijnaam, de rode kerk. Ver in de omstreken was de
trots van het ''Dwars gat'' te zien, als een van de weinige, zo niet de enige
kerk in de omstreken met een heuse kerktoren. Tien dagen voor de inwijding van
het gebouw overleed D. van Leeuwen, die samen met zijn vader het buurtschap had
gediend rnet een gereformeerde en bevindelijke prediking welke werd voortgezet
in de hervormde kerk. Spoedig werd de gemeenschap opgeheven bij gebrek aan een
voorganger en gebrek aan leden. Mogelijk zou er van de gelegenheid gebruik
gemaakt kunnen worden de gemeenschap op te nemen in die van de Gereformeerde
Kerken. Dit is niet gedaan, pas in 1941 hebben zij in het ''Dwarsgat'' hun
eerste gemeenschap gesticht.
Elim
De naam ''Dwarsgat'' welke in de
volksmond genoemd gegeven werd aan de buurtschap verwijst naar de vaart die
dwars over alle wijken met elkaar verbond. Deze hoofdvaart was een centrale,
vaargeul om de turf en later de ''pulle'' (melkbussen) te vervoeren. Aan deze
kleine vaarwegen vormde zich in de eerste helft van deze eeuw het buurschap.
Echter werd de naam ''Dwarsgat'' niet meer toereikend geacht voor het buurtschap,
dat inmiddels mede door de kerkstichting een dorpsgemeenschap was geworden. Het
was in 1924 dat de bijnaam ''Dwarsgat'' werd ingeruild voor de edele naam Elim.
Ontleend aan Ex. 15 : 27, heeft ds. Dekker deze naam voor het eerst genoemd
verwijzend naar de 12 waterf ontij nen en de zeventig palmbomen. Als een oase in
de woestijn hebben zij hun dorp herkend in de tijd dat men vanaf Hollandscheveld
gaande naar het ''Dwarsgat'' zich aan het einde der wereld waande. Deze naam
werd aanvankelijk door de burgerlijke overheid geweigerd daar men in de
veronderstelling was een naam aan de kerkelijk gemeente te willen geven. Zo
werden de eerste predikanten formeel beroepen naar de hervormde gemeente
Hollandscheveld Zuid-Oost. In 1915 werd het verzoek gedaan, in 1923 werd het
tweede verzoek gedaan, Elim was inmiddels uitgegroeid tot een volwaardige
dorpsgemeenschap, met eigen winkels, een bank, scholen en een kerk. Aan het
tweede verzoek werd voldaan en de scheiding tussen Hollandscheveld en Elim werd
een feit. Gedurende deze periode zijn het vooral de predikanten in samenwerking
met de plaatselijke hoofdonderwijzers die zich hebben ingezet voor de belangen
van de bevolking en mee hebben gewerkt aan de bestrijding van de werkloosheid en
groeiende sociale ontevredenheid in de slechte tijd van de jaren ''30, die
vooral onder de arbeiders en kleine boeren veel tol heeft geëist. Zeker is de
gemeenschap in de jaren ''20 losgekomen van Hollandscheveld, zij is nooit een
zelfstandige burgerlijke gemeente geweest, maar tot vandaag een gemeenschap in
de kohi van Hoogeveen, zij het met een eigen naam.
De kerk
De eerste
plannen tot de bouw van het kerkgebouw en de stichting van de gemeente waren in
de economische slechtere tijd van W.O. I, toch had de gemeente in oprichting uit
eigen middelen ƒ 5.000, - bijeen gehaald. Ds. Kooiman ijverde ervoor de overige
ƒ 4.000, - bij de Generale Kas der Hervormde Synode los te krijgen. Deze
bedragen waren bestemd voor de kerk, de pastorie was van latere zorg. Een
geleide samenloop van omstandigheden gaf de gemeente haar kerkgebouw en pastorie.
Ergens in den landen werd een bedrag geschonken voor een kerk, ƒ 30.000, - een
vermogen werd gegeven aan Elim, samen met de gereed zijnde bouwtekeningen. Nu
werden de stappen ondernomen een zelfstandige gemeente te stichten, in november
werd het classicaal besluit genomen en in februari 1916 werd de eerste
kerkenraad bevestigd, de gemeente telde toen 700 leden. De kerk werd gebouwd
door de aannemer J. van Dalen uit Hendrik Ido Ambacht en ontworpen door
architect J. Beyleveld uit Amsterdam.
Het gebouw vertoont duidelijke
kenmerken van de toenmalige bouwstijl van ''Berlage''. Zichbaar zijn de
verschillende typische voorbeelden als de wijzerplaat en de ornamenten zoals de
hoekstenen en de regenafvoer in de toren. Enige jaren later toen het ledenaantal
was uitgegroeid tot 1250 werd uit eigen middelen en met behulp van de overheid
een wurwerk en een luidklok geïnstalleerd. Het orgel dat tot heden toe de
samenzang begeleidt is een mechanisch pijporgel uit 1932, gebouwd door Bakker en
Timminga uit Leeuwarden, het is een éénklaviers en heeft 10 registers. Het werd
bekostigd door schenking en de verkoop van eieren. Aamvankelijk bood het
kerkgebouw plaats aan 275 personen later heeft men 50 extra plaatsen toegevoegd.
Thans worden, helaas, alle 325 lang niet bezet. Het interieur van de kerk is
sober en eenvoudig en wacht op restauratie. Het dak werd in 1983 en de toren in
1986 gerestaureerd. In 1991 Nwerd de consistorie en het bovenliggend lokaal
vergroot. In 1951 werd een eigen jeugdgebouw ''De Open Deur'' geopend. Het
gebouw heeft enkele kleinere en een grote zaal en biedt plaats aam vele
gemeentelijke activiteiten, zoals zondagsschool en jeugdvereniging en
gemeenteavonden en bovendien dient het als dorpshuis.
Prediking
In 1917
werd de kerk ingewijd met de veelbelovende tekst uit il Kon. 9 : 3b: De heb dat
huis geheiligd hetwelk gij gebouwd hebt, opdat Ik Mijn Naam aldaar taat in
eeuwigheid zette; en Mijn ogen en Mijn hart zullen zijn te allen dage''. Met
deze tekst is de gemeente een tijd ingegaan in aanvechting door de slechte jaren
''30, de oorlog, maar ook in geestelijk opzicht, het toenemend liberalisme en Ie
vrijzinnigheid en een zekere dooperse gezindheid die zich (ook vandaag) toont in
de vele vrije groepen en lekenprekers. De gemeente in kinderschoenen was en is
een hechte gemeenschap, kenmerkend voor de Saksische mens, een gemeenschap die
gevochten heeft voor een eigen naam en een eigen gemeente. Tot ver in deze eeuw
een geïsoleerde gemeenschap met een zekere argwaan voor het westen. Het is deze
gemeenschap die met een honger naar het Woord en met geloof in de gedane belofte
gezocht heeft naar een gerefïsrmeerde prediking. Behoudend, maar niet ouderwets,
traditioneel, maar niet vastgeroest, bezorgd, maar niet wanhopig, dankbaar en
niet overmoedig. Thans bereikt de prediking slechts een kleim deel van de
gemeente, de grote rand geldt als ewangelisatieterrein. In deze tijd van
secularisatie en modemisme is het een zware taak, vooral de jeugd en de jongeren
met het Woord in aanraking te bnengen, zowel de zondagsschool, clubwerk en de
vakantiebijbelweek verstaan in deze hun taak. Tevens zal het vooral het
benadrukken zijn van de eenheid als lichaam en de afhankelijkheid van het Hoofd
der Kerk, de Heere Jezus. Dat geldï voor de gemeente, maar hoe ernstig nu aan
het adres van de hervormde synode. In 1965 mocht herdacht worden dat de
gemeenten 50 jaar bestond, de plaatselijke predikant ds. Chr. van der Leeden,
koraiend van Hazerswoude, deed dat met de woorden van Psalm 48 : 10 ''O God, wij
gedenken Uwer weldadigheid in het midden Uws tempels''. Drie |aar later vertrok
hij naar Puttershoek, het Woord bleef en met dit Woord, Zijner weldadigheden.
De Waarheidsvriend 6 september 1973
De
Waarheidsvriend, 4 maart 1976
Foto (02)
In deze kerk is een elektronisch orgel geplaatst van het type Monarke Bach Sonate, 25 stemmen, 12+1 versterkers (crossover) (01)
Dispositie:
Hoofdwerk |
Zwelwerk |
Pedaal |
Bourdon 16’ |
Prestant 8’ |
Subbas 16’ |
Prestant 8’ |
Holpijp 8’ |
Octaaf 8’ |
Roerfluit 8’ |
Viola di Gamba 8’ |
Gedekt 8’ |
Flute Harmonique 8’ |
Vox Celeste 8’ |
Quint 10 2/3’ |
Octaaf 4’ |
Open Fluit 4’ |
Bazuin 16’ |
Koppelfluit 4’ |
Quintfluit 2 2/3’ |
|
Quint 2 2/3’ |
Woudfluit 2’ |
|
Octaaf 2’ |
Terts 1 3/5’ |
|
Cornet IV |
Hobo 8’ |
|
Mixtuur IV |
Tremulant |
|
Trompet 8’ |
|
|
Tremulant |
|
|
Zwelwerk - Hoofdwerk
Hoofdwerk - Pedaal
Zwelwerk - Pedaal
De boxen staan los van het orgel met onder in de kast de geluidsopnameapparatuur.
Bronvermelding:
- E-Mail d.d. 18-02-2010 van R. Mol
- www:
http://reliwiki.nl/index.php?title=Hollandscheveld,_Riegheidestraat_23_-_Rehoboth
Speeltafel Noord-Oostzijde kerk
Luidsprekers westzijde kerk