Schoonoord, Gereformeerde kerk
Kerk
De kerk werd gesticht op 18 mei 1873. Het kerkgebouw stamt uit 1913.
Links: ansichtkaart voor 1920, rechts: ansichtkaart beschreven in 1956,
Foto Geert Jan Pottjewijd
Orgel
Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 3 januari 2020
- J.S. Bach (1685-1750):
Fuga in G BWV 576 Registratie:
Prestant 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Octaaf 2'
- Enrico Pasini
(1935-): Cantabile nr. 1
Registratie: Holpijp 8', daarna + Viola 8', daarna + Prestant 8'
Voorgeschiedenis: In de eerste jaren zal
men gebruik hebben gemaakt van een voorzanger. In 1895 werd ene Schuil hiervoor
aangesteld. (02)
1905:
10 en 18 juli: Er wordt een
tweedehands orgel (Zeer waarschijnlijk een harmonium GJP) aangeschaft. Vooraf
werd er eerst door de kerkenraad behoorlijk gediscussieerd. Niet zozeer het
orgel zelf stond ter discussie, maar meer de manier waarop het orgel was
aangeschaft.
Hendrik Wieten had namelijk - volgens eigen zeggen met
medeweten van in ieder geval ds. Diemer - het orgel voor ƒ 80,- aangekocht ten
behoeve van de gemeente.
Diemer zei van niets te weten en dus werd besloten
het niet te kopen. Na veel heen en weer gepraat, werd het toch aangekocht voor
het gevraagde bedrag.
De eerste organist was de koper van het orgel, Hendrik
Wieten. (02)
1910:
30 maart Bij
het
vertrek van Hendrik Wieten in 1910 naar Nieuw-Amsterdam werd besloten Anje Kalsbeek te vragen het
orgel te bespelen. (02)
1913:
Waarschijnlijk bespeelde zij ook het nieuwe orgel (Zeer waarschijnlijk weer een harmonium
GJP) in de nieuwe kerk. De kerk werd op 3 augustus 1913 in gebruik
genomen. Het orgel werd gefinancierd door middel van renteloze
aandelen ter waarde van ƒ 5,-, waarvan er jaarlijk twee werden uitgeloot.
(02) 16 maart 1915
1915: In
1915 bood een niet bij
name genoemde schipper aan te bemiddelen in het verkrijgen van een front voor
het orgel voor ƒ 25,-. Dit voorstel werd afgewezen, aangezien het te duur was.
Orgelspelen gebeurde in het begin letterlijk en figuurlijk pro Deo. In 1913 is
voor het eerst sprake van een passend cadeau voor de organiste (naam niet
vermeld, maar vermoedelijk Anje Kalsbeek) ter waarde van ƒ 4,30. Om de twee
jaren kreeg de organiste een cadeau, oplopend in waarde tot ƒ 18,50 in 1917.
(02)
1920: Rond dit jaar zal Anje
Kalsbeek zijn gestopt met orgelspelen en zijn opgevolgd door haar zuster Rika
Kalsbeek. Naast een meer persoonlijk cadeau kreeg Rika in 1922 een nieuw
psalmboek voor het orgel. (02)
1925:
Er werd voorgesteld en goedbevonden het voorspel voor de kerkdienst vijf minuten
voor het begin te stoppen. Vanwege haar huwelijk stopte Rika Kalsbeek in april
1926 eveneens als organiste. Voorgesteld werd om haar zuster Fem Kalsbeek als
organiste te vragen, hoewel de kerkenraadsleden zich realiseerden, dat zij met
het oog op haar jonkheid het misschien niet aan zou durven. Zij deed het echter
wel, zodat meester Warmels niet hoefde te worden gevraagd. Rika Kalsbeek kreeg
als dank van de gemeente een nikkelen koffiepot met theelichtje. (02)
Kasboek 1926-1933 (04)
1927 21 juni Rekening Joh. Meek
Assen f 20,-
1928: Aanschaf van een nieuw pijporgel van Verschueren
(Opus 30). Het orgel werd geplaatst door Joh. Meek uit Assen.
Nadat sinds 1928 diverse mogelijkheden waren bekeken (w.o. een 2e-hands orgel
uit een Rooms-katholieke kerk te Abcoude), werd in 1929 toch een nieuw orgel
aangeschaft. Een zes man sterke orgelcommissie - bestaande uit de
kerkenraadsleden Gerardus Vroom en Johannes Kalsbeek en de lidmaten Lukas Vos,
Jan Lamberts, Pieter Cazemier en Albertus Oving Hz. - moest zorg dragen voor een
goed verloop van de aankoop en installatie. De prijs was nogal hoog, maar het
orgel werd op dezelfde wijze gefinancierd als het orgel uit 1913: door middel
van renteloze aandelen. (02)
Op
12 oktober is in de
kerkeraadsnotulen de eerste
aanzet om een pijporgel aan te schaffen te vinden.
Op
20 november wordt besloten
een orgelcommissie in te stellen en naar een orgel te gaan kijken bij Meek in
Assen.
Op 4 december
wordt een gemeenteavond gepland op 11 december voor het bespreken van de plannen
voor aanschaf van een pijporgel. (03)
Foto: Geert Jan
Pottjewijd
1929: Op
19 maart wordt een aanbod van Pels & Zn. besproken en komt een cadeau voor
de organisten aan de orde.
Op 22 april wordt besloten dat Dhr. Meek uit
Assen en dhr. Kalsbeek gaan orgels bezoeken in Schoonhoven en Rotterdam.
23 mei Er
wordt op 29 mei a.s. een mansledenvergadering gehouden om te overleggen over de
aanschaf van een orgel
7 juni De
mansledenvergadering van 29 mei heeft besloten dat door gegaan kan worden met de
plannen voor het orgel. Via lijsten zal worden geïnventariseerd wat de
gemeenteleden over hebben voor de aanschaf van een orgel.
24 juni De kerkenraad wil
graag doorgaan met de aanschaf van een pijporgel, maar de inventarisatie heeft
nog niet genoeg zekerheid opgeleverd voor een goede financiering.
9 augustus Een nieuwe lidmatenvergadering voor de aanschaf van een orgel wordt besloten.
26 augustus valt het besluit tot aanschaf
van een pijprogel.
30 september Bij de ingebruikname zijn de zitplaatsen vrij. De collecte
wordt bestemd voor het orgelfonds.
23 oktober Vroom en
Kalsbeek uit de kerkenraad en 4 personen uit de gemeente worden benoemd in de
Orgelcommissie. Op het orgel komt een plaatje met het bouwjaar. (03)
Dispositie:
Manuaal |
|
Pedaal |
Prestant |
8' |
C-d1 |
Roerfluit |
8' |
|
Viola |
8' |
|
Holpijp |
8' |
|
Octaaf |
4' |
|
Octaaf |
2' discant |
|
Op 20 oktober wordt het orgel ingespeeld door Johannes Meek uit Assen.
Provinciale Drentsche en Asser courant 22-10-1929, Emmer courant
25-10-1929
Kasboek 1926-1933 (04)
1928 28 nov
Orgel Commissie reis Assen f
2,40
1929 25 mei reiskosten Klasbeek & Meek f 43,96
1929 25 mei
advertentiekosten orgel f 7,82
1929 1 juli Cadeau organisten f 11,50
1929
28 augustus Reiskosten Assen orgel f 3,00
1929 16 oktober Reiskosten Meek
orgelinwijding f 5,00
1931 10 april cadeau orgelniste f 15,75
1931 31
december aan 't orgel geleend f 59,39
1931 31 oktober Het orgel afbetaald f
112,-
1933 30 oktober rekening van het orgel f 108,25
1933 27 december
Kerkorgel nagekeken en gestemd f 20,-
193x: Vanaf begin jaren ’30 deed de kerkenraad een
poging het werk van de organiste meer te waarderen. Werd voordien zo ongeveer
eens in de twee jaar een cadeautje gekocht, in 1931 stelde men vast dat vanwege
het feit dat de organiste altijd alles gratis deed, haar jaarlijks een cadeau
moest worden overhandigd tot een bedrag van 15 gulden. (02)
1934: Helaas was de belofte van korte duur en moest Fem
Kalsbeek tot 1934 wachten, voordat ze weer een cadeau kreeg ... vanwege haar
afscheid als organiste in verband met haar huwelijk. Ze kreeg van de gemeente
een ‘schoorsteenmantelgarnituur’. Als vervangsters werden gevraagd Riek Maat en
Mien Hogeveen, die beiden de benoeming tot organiste aanvaardden. Gelijk werd
tevens de jaarlijkse vergoeding weer afgeschaft. (02)
1936: Beiden kregen weer een cadeau, nu ter waarde van ƒ
5,- p.p. Het jaar erop vertrok juffrouw Maat en bleef Mien Hogeveen als enige
organiste over. In de oorlog kon het orgel regelmatig niet op de normale wijze
worden bespeeld, omdat de electrische pomp die de lucht door de pijpen blies
door wegvallen van stroom niet werkte. Dit was handmatig op te lossen door
iemand gedurende de dienst te laten pompen, wat door de beide oudste zonen van
de koster moest gebeuren. Als zij hun taak om welke reden ook even lieten
liggen, was dat in de kerk te merken door de valse tonen van het orgel. (02)
1942: In dat jaar was voor het eerst sprake van een soort
jaarlijkse vergoeding van de organiste. Deze vergoeding betrof geen cadeau, maar
een bedrag van ƒ 10,- per jaar. Door de oorlogsomstandigheden is dat echter
wederom niet echt uit de verf gekomen. (02)
Kasboek 1933-1945 (05)
1945 27 febr gift aan organiste f
25,-
1947: Mien Hoogeveen trouwde in 1947 met Lippe Scheeringa en
vertrok daarop naar Indië. Ze bedankte zodoende als organiste en zou van de
kerkenraad een mooi cadeau krijgen. Aangezien niemand van de kerkenraad in staat
bleek iets zinnigs te bedenken, kreeg ze een bedrag van ƒ 50,- om daar zelf iets
nuttigs voor te kopen. Wilhelmina (Mien) Oving Hd. volgde haar op als organiste.
(Zij wordt in 1947 lid van de GOV O&E 1947-02) Voor en na de dienst leerde zij haar gelijknamige nicht Wilhelmina (Willy) Oving
Ed. de kneepjes van het organistenvak. (02)
1949: De kerk kreeg te maken met de nieuwe psalmberijming. Vier
jaar later stopte Mien Oving wegens huwelijk en werd begrijpelijk haar nicht
Willy Oving haar opvolgster. (02)
Provinciale Drentsche en Asser courant 12-11-1955
1952-1998: Inmiddels was een betalingsregeling uit 1942 weer uit de kast
gehaald en kreeg de organiste een regelmatige vergoeding. Willy Oving bespeelde
het orgel wekelijks tot omstreeks 1960 en werd opgevolgd door Annie Oving, die
tot ca. 1966 bleef spelen. In 1967 kreeg Schoonoord voor het eerst sinds 1910
weer een mannelijke bespeler van het orgel. Eigenlijk twee bespelers, want
Roelof Gebben en Berend Prins begeleidden de zang om beurten.
In 1969 werd
dit tweetal aangevuld met H. van der Spoel uit Zweeloo, de eerste organist die
niet uit de eigen gemeente afkomstig was. Van der Spoel was ook in zijn
woonplaats organist en stopte in 1974.
Gebben was toen reeds enige jaren
gestopt, zodat tussen 1974 en 1976 voornamelijk Berend Prins de diensten
begeleidde. Inmiddels was de vergoeding per dienst opgelopen tot ƒ 7,50. In 1976
stopte ook Berend Prins.
Er waren echter op dat moment geen organisten in
Schoonoord; wel volgden diverse kinderen orgellessen. Prins' opvolger werd Henk
Fictorie die in 1981 hulp kreeg van Hans Kroeze.
Kort erna kon de gemeente
weer organisten uit de eigen gelederen werven, hoewel Kroeze en met name
Fictorie (tot 1986) nog jarenlang in Schoonoord bleven spelen.
In de jaren
’80 speelden Harma de Graaf en Margot Prins wekelijks op het orgel. Eindjaren
’8() en beginjaren ’90 waren dat Astrid Ottens, Joan Janssens en Rosita Pot.
Doordat al deze personen elders gingen wonen, moeten sinds enkele jaren weer
organisten uit omliggende dorpen worden verzocht de diensten in Schoonoord te
begeleiden. Wellicht zal Schoonoord in de toekomst in de persoon van Wilfried
Schippers weer een eigen organist krijgen. (02)
Foto Geert Jan
Pottjewijd
Foto Geert Jan Pottjewijd
Bronvermelding:
- www:
http://reliwiki.nl/index.php?title=Schoonoord,_Kerklaan_35_-_Gereformeerde_Kerk
- Boek: Van "Het zwarte kerkie" tot "de fiene Karke"
door C. de Graaf jr. en C. de Graaf sr. 1998
- Drents Archief: 0422 - Gereformeerde Kerk te
Schoonoord 4 Notulen van
kerkenraadsvergaderingen 1906-1917
- Drents Archief: 0422 - Gereformeerde Kerk te
Schoonoord 20 Kasboek 1926-1933
- Drents Archief: 0422 - Gereformeerde Kerk te
Schoonoord 20 Kasboek 1933-1945
Foto Geert Jan Pottjewijd
Foto Geert Jan Pottjewijd