Anloo, Hervormde kerk, Krantenartikelen over de restauratieperiode van 1983-200x



Onbekend jaar en onbekende krant
1983:

Onbekende herkomst 198x (de 1e kolom wordt voortgezet in de 2 gedeelten er naast)



Nieuwsblad van het Noorden 21 juli 1983



Dagblad van het Noorden 20 augustus 1983

1984:

Nieuwsblad van het Noorden 7 april 1984

1985:

Drents en Asser Courant 30 decmeber 1985

1986:

Reformatorisch Dagblad 24 januari 1986

„Anloo, de kerk....'
Er zijn van die plaatsjes waarmee men, zonder dat er enige aanleiding is, een zekere gebondenheid voelt. Zo'n dorpje is Anloo in Drenthe. Waarschijnlijk komt dat voort uit het feit dat ik in mijn diensttijd nogal eens in de buurt van Anloo was gelegerd. Kennismaking met het historische Garrels-orgel bleef natuurlijk niet achterwege.
De kerk van Anloo wordt als een der oudste van Drenthe beschouwd. Ongetwijfeld is zij ook een van de boeiendste. Belangrijke historische gebeurtenissen in en rond deze kerk werden onlangs gebundeld en uitgegeven door de kerkvoogdij der hervormde gemeente te Anloo. Uit de netto-opbrengst hoopt men een bijdrage te kunnen leveren om het waardevolle orgel van deze kerk te kunnen restaureren. Het is de moeite waard. Want het orgel is een werkstuk van Johannes Radeker en Rudolf Garrels.
Ellents
Het instrument werd aan de kerk geschonken door de van 1620 tot 1838 in dit dorp wonende familie Ellents. Men gunde de bouw aan Arp Schnitger die het werk echter deed uitvoeren door twee van zijn meesterknechten. Het orgel vertoont echter wel zo overduidelijke Schnitgerkenmerken dat er eigenlijk ook wel van een Schnitger gesproken kan worden.
Op 16 oktober 1718 maakte men voor het-eerst muziek op dit instrument. Door de loop der tijden werd het orgel vele malen onder handen genomen door orgelmakers van uiteenlopend vakmanschap. De laatste keer verrichtte Mense Ruiter — destijds gevestigd te Groningen, thans te Zuidwolde — in 1944-1948 handelingen aan het instrument. Thans verkeert het echter in zodanig slechte staat dat het binnen afzienbare tijd opnieuw moet worden gerestaureerd, wil het voor de toekomst behouden blijven.
Commissie
Er vormde zich te Anloo een actieve orgelcommissie die onder meer door het organiseren van concerten een deel van het benodigde geld bijeen tracht te krijgen. Een andere activiteit was het uitbrengen van een zeer lezenswaardig boekje waarin de gehele kerkgeschiedenis van het dorp wordt beschreven. Ook de orgelhistorie wordt in extenso belicht.
Mede vanwege het sympathieke doel willen we het boekje van harte bij u aanbevelen. En, komt u eens in de buurt van Anloo: de kerk is altijd te bezichtigen en wekelijks worden er concerten gegeven. Overtuig u zelf van de schoonheid van kerk en orgel van Anloo.
N.a.v.: „Anloo, de kerk...'; Uitg. Orgelcom. Herv. kerk Anloo; te best. door overmaking van ƒ 18,- op bankrek. 30.29.25.104 Rabobank Annen, onder vermelding van ,,orgelboekje'.



Drents en Asser Courant 21 juni 1986


Reformatorisch Dagblad, 13 oktober 1986, p. 9


De Schakel





1989:

Reformatorisch Dagblad, 11 november 1989, p. 8.

1991:


Reformatorisch Dagblad, 26 augustus 1991, p. 9.

1994:

Nieuwsblad van het Noorden of Drentse Courant 20-07-1994 (35)


Dagblad van het Noorden NvhN 1994 (35)

1995:

Drentse Courant, omstreeks 20 april 1995 (35)



Reformatorisch Dagblad, 13 april 1995, p. 15


1996:


Drentse Courant, ca. 26-06-1996 (35)

1997:

Drentse Courant, 1997 (35)


Nieuwsblad van het Noorden 10 juni 1997

1998/1999: Uitgangspunt bij de restauratie is het bestek uit 1717. De voor de brand opgebouwde documentatie is hierbij van onschatbare waarde.
Van grote betekenis voor de restauratie van het Radeker-Garrels orgel is het North German Organ Research Project van de universiteit van Göteborg (Zweden) geweest.
De ingebruikname van het gereconstrueerde orgel is op zaterdag 26 juni 1999 om 16.00 uur. De burgemeester van de gemeente Aa en Hunze de heer drs. R.W. Munniksma neemt dan het orgel officieel in gebruik.
Op 25 juni 1999 was er een persconferentie in de Magnuskerk van Anloo, van 10.30 uur tot 11.30 uur. Daarbij is o.a. het stichtingsbestuur en het kerkbestuur aanwezig, alsmede de orgelbouwer en de adviseurs van de stichting.

1999-2001: Orgelmaker Van Eeken breidt het orgel uit met een zelfstandig pedaal. Om het pedaal te financieren hebben vele donateurs, het Anjerfonds, de gemeente Aa en Hunze en anderen een orgelpijp geadopteerd. De naam van de adoptant wordt als dank in de pijp gegraveerd.


De Schakel, 16-06-1999 (35) De Schakel, 30-06-1999 (35)



De Koerier, 14-07-1999 (35)






Drentse Courant 23-12-2000 (35)


Gezinsblad nr 49 2000

Dispositie na de reconstructie en de toevoeging van het pedaal:

Hoofdwerk   Borstwerk   Pedaal  
Quintadena 16' Gedackt 8' Bourdon 16'
Principael 8' Floit 4' Octaaf 8'
Roerpijp 8' Octav 2' Basuyn 16'
Octav 4' Sijfloit 1 1/3 Cornet 4'
Spitspijp 4' Scherp III    
Quint 2 2/3' Dulciaen 8'    
Super Octav 2'        
Sesquialter II        
Mixtuir IV-VI        
Trompet 8'        
Vox Humana 8' b/d        


Reformatorisch Dagblad, 22 januari 2001, p. 15

Touwtrekken in Anloo
Orgelmaker Henk van Eeken verlangt erkenning na restauratierel
'Orgelmaker maakt kapitale blunders bij orgelrestauratie in Anloo.' 'Orgelrestauratie in Anloo is zeer geslaagd.' 'Het geleverde werk is van Europees formaat.' Drie kwalificaties van drie respectabele orgeladviseurs. Ieder voor zich legt hiervan rekenschap af in forse keuringsrapporten. Tegelijkertijd vliegen brieven, waarin met modder wordt gegooid, over tafel. De orgelrel ligt op straat. Mensen zijn beschadigd en instanties zitten met de handen in het haar. Maar de oplossing is in zicht.
De restauratie van het orgel in de Magnuskerk in Anloo, de oudste kerk van Drenthe, houdt de gemoederen bezig. In 1718 bouwen de Schnitger-leerlingen Radeker en Garrels een instrument voor deze hervormde kerk. In later jaren werken de orgelmakers Hinsz, Knol, Lohman, Freytag en Doornbos aan het orgel. Een integrale restauratie door de Groningse orgelmaker Mense Ruiter volgt in 1944-1948.
Eind jaren tachtig neemt de onvrede over het klankresultaat van deze laatste restauratie toe. Groeiende inzichten in het historische orgelpatrimonium zijn daarvan de oorzaak. In 1986 ontwikkelt adviseur Klaas Bolt een restauratieplan. Drie jaar later wordt daarbij ook Stef Tuinstra, dan nog adviseur in opleiding, betrokken. Vanaf 1991 vindt een nieuwe restauratie door Henk van Eeken plaats. Doel is een zo zorgvuldig mogelijk herstel van de oorspronkelijke toestand. Harald Vogel volgt in 1990 de in dat jaar overleden Bolt op.
Reconstructie
In 1995 gaan bij een brand in de werkplaats van de orgelmaker meer dan 400 oude pijpen, de pijpstokken, de manualen en delen van de orgelkas verloren. Omdat het orgel op het moment van deze ramp reeds verregaand is gedocumenteerd, blijkt een minutieuze reconstructie mogelijk. Belangrijke rol daarbij spelen enkele initiatieven die vanaf 1989 vanuit Nederland, Duitsland en Zweden zijn ontwikkeld en vanaf 1993 zijn gebundeld in het 'North German Organ Research Project' van het Göteborg Organ Art Center (GOArt) aan de Universiteit van Gotenburg in Zweden.
Dit project heeft onder meer tot doel processen te onderzoeken die zich hebben afgespeeld bij de bouw van historische orgels. Het gaat daarbij om omvangrijk interdisciplinair onderzoek naar onder meer eigenschappen van het metaal en akoestische, thermodynamische, organologische en muzikale aspecten van de klassieke orgelbouw. Naar aanleiding van deze ontwikkeling wordt besloten de productiewijze en intonatie van de nieuwe pijpen voor het Anlooër orgel zo nauw mogelijk bij de oorspronkelijke werkwijze van Radeker en Garrels te laten aansluiten. Van Eeken noemt dit 'procesherhaling', met als resultaat 'een nieuwe stap op de weg naar een klank die zo goed is als oud.' De orgelmaker voegt ook een nieuw pedaal toe.
Zandbed
Orgelmaker Van Eeken beschouwt Anloo als een proefproject, waarbij onderzoek en ontwikkeling centraal staan. 'Dit heeft meer tijd gekost dan aanvankelijk was voorzien. Een element dat ik van meet af aan met de opdrachtgever, de adviseurs en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg heb besproken', zegt hij. 'Zo is het metaal voor de orgelpijpen op een zandbed gegoten en zijn de pijpen kernsteekloos geïntoneerd. De restauratie is ook vertraagd omdat ik door activiteiten die in de kerk plaatsvonden enkele maanden niet kon werken.' Vanaf najaar 1997 kon het instrument in de kerkdiensten gebruikt worden, hoewel het nog niet af was. Tot zover is er geen vuiltje aan de lucht.
Daarna groeien er problemen. De samenwerking tussen adviseur Tuinstra en orgelmaker Van Eeken loopt stuk. 'Tuinstra toont nauwelijks belangstelling voor onderzoek en ontwikkeling binnen het project', zegt Van Eeken. 'Van Eeken verstrekt mij geen informatie meer, terwijl resultaat uitblijft', zegt Tuinstra. Volgens de Groningse adviseur komt ook Monumentenzorg op de proppen, omdat de subsidietermijn in gevaar dreigt te raken. Tuinstra: 'Monumentenzorg wil de eindafrekening van de subsidie -waarin het honorarium van de adviseur is inbegrepen- pas voldoen als er een eindrapport van de adviseur ligt. Van Eeken krijgt een schema opgelegd, maar kan het niet waarmaken. Hij komt afspraken niet na.' Tuinstra vergeet dat de orgelmaker Monumentenzorg bericht dat het opgelegde schema niet realistisch is.
Wanprestatie
Op grond van wat er tot dan toe is gerealiseerd, stemt Monumentenzorg in met de subsidieverstrekking. 'Wat er is gerealiseerd klinkt niet slecht, er klinken hele mooie dingen', aldus adviseur Tuinstra in zijn rapport. Besloten wordt de eindkeuring te verrichten wanneer alles klaar is. Het is de vraag of de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een dergelijke eindrappo rtage op grond van wetgeving kan eisen. Tuinstra toont zich zeer ingenomen met het technisch resultaat van het werk. 'Van Eeken heeft een prachtig en duurzaam orgel gemaakt. De materialen geven alle aanleiding om het hoogste niveau te (kunnen) bereiken.' Van de klankgeving en de samenwerking met Van Eeken laat hij echter geen spaan heel. De Groningse adviseur constateert dat het orgel windziek is en gebreken in de technische aanleg vertoont, en stelt tal van intonatiegebreken vast. Hij spreekt zelfs van een wanprestatie en een kapitale blunder.
Hij brengt de Vereniging van Orgelmakers in Nederland (VON) op de hoogte van zijn bevindingen. 'Wij schrokken daarvan', zegt VON-secretaris mr. C. J. W. Steenbergen. De VON heeft Van Eeken echter nooit om een reactie gevraagd. Volgens Tuinstra heeft Van Eeken vervolgens eenzijdig de samenwerking met hem opgezegd.
Patstelling
Adviseur Harald Vogel schrijft ook een rapport. Hij sluit zich aan bij Tuinstra''s conclusie dat er prachtig en duurzaam werk is geleverd. Vogel heeft, anders dan Tuinstra, het onderzoek daaromtrent goed gevolgd. Op dit punt is hij het volstrekt oneens met zijn collega-adviseur. Hij constateert enkele kleine dingen die de orgelmaker nog moet vereffenen, maar spreekt van het hoogste niveau dat in Europese context is bereikt. Een patstelling dus.
Henk van Eeken vindt dat hij als orgelmaker de eindverantwoordelijkheid heeft voor de klank. 'De adviseur is geen klankarchitect en moet ook niet denken dat de intonateur een soort tovenaar is, die uit een pijp haalt wat de adviseur denkt te willen horen. Tuinstra heeft duidelijk laten blijken dat hij van dit proefproject niets heeft begrepen. Bovendien betrekt hij mij niet bij een tussentijdse keuring van het orgel. Volstrekt tegen hetgeen in het contract is vastgelegd. Dan ontbreekt het aan een elementaire vertrouwensbasis.'
Kleine correcties
Een periode van touwtrekken volgt. Ten diepste doet niemand iets. Van Eeken wil zo niet verder. Ook de VON neemt het niet voor hem op. Uiteindelijk weet burgemeester R. W. Munniksma van Aa en Hunze de impasse te doorbreken. Hij verzoekt Monumentenzorg een niet bij het project betrokken adviseur in te schakelen. Deze stelt voor de Orgelcommissie van de Hervormde Kerk in te schakelen. Die vraagt de onafhankelijke adviseur Koos van de Linde de kar weer vlot te trekken en een eindoordeel over het geleverde werk te geven.
Van de Linde keurt het orgel in bijzijn van de orgelmaker en Tuinstra. Hij constateert dat de technische afwerking van het orgel tot het beste behoort wat momenteel internationaal gepresteerd wordt. Bij de restauratie zijn geen fouten gemaakt in de opzet van de windvoorziening. De intonatie als geheel is goed tot zeer goed. Wel zijn nog enkele kleine correcties nodig. Op alle vragen van de opdrachtgever -de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in Groningen en Drenthe (SBKGD), handelend namens de kerkvoogdij- geeft Van de Linde een bevredigend antwoord.
Ook in de vragen die door de Stichting Muziek in Anloo -die de financiële kant van de restauratie behartigt- zijn opgeworpen ziet Van de Linde geen reden om het werk af te keuren. Koos van de Linde wijst de technische en artistieke bezwaren die door Tuinstra zijn ingebracht in alle opzichten van de hand.
De ontknoping volgt. De opdrachtgever spreekt vertrouwen uit in de orgelmaker. Adviseur Tuinstra wordt bedankt voor de bewezen diensten. Van Eeken wil eerst nog een aantal zaken helder hebben. Hij wil dat zijn naam van blaam wordt gezuiverd en denkt enkele weken nodig te hebben om het Anlooër orgelproject tot een goed einde te brengen. Anloo is opgelucht.



De Koerier, 23-07-2001 (35)

2002:


Reformatorisch Dagblad, 9 oktober 2002, p. 18.


2006:

Dagblad van het Noorden 29-04-2006 p23 (35)