Beilen Hervormde kerk (Stefanuskerk)
Informatie over de kerk
Ansichtkaart
Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 14 april 2017
(voor de restauratie)
- J.S. Bach (1685-1750):
Fuga in G BWV 576
Registratie:
Bourdon 16',
Prestant 8', Octaaf 4', Quikt 3', Octaaf 2', Migtuur
- Max Reger
(1873-1916)
Ach bleib mit deiner Gnade opus 135a Registratie: Holpijp 8', Viola da Gamba
8'
- Hendrik Pieter Steenhuis (1850-1934)
Verjaarsmarsch
Registratie: Bourdon 16', Prestant 16' discant,
Prestant 8', Octaaf 4', Quikt 3', Octaaf 2', Migtuur, Trompet 8' Trio: Prestant
8', Viola da Gamba 8', Holpijp 8'
- Willem van Twillert
(1951)
Bovenstemzetting van Psalm 89 Registratie: Registratie: Bourdon 16',
Prestant 16' discant,
Prestant 8', Octaaf 4', Quikt 3', Octaaf 2', Migtuur, Trompet 8'
-
Franz Anton Maichelbeck (1702-1750)
Gavotte Registratie:
Nachthoorn 4'
Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 30 maart 2022 (na de
restauratie)
- J.S. Bach (1685-1750):
Fuga in G BWV 576 Registratie:
Bourdon 16',
Prestant 8', Octaaf 4', Quint 3', Octaaf 2', Mixtuur
- Enrico Pasini
(1935-): Cantabile nr. 1
Registratie: diverse 8-voets registers
- Enrico Pasini (1935-):
Cantabile nr. 6
-
Willem van Twillert (1952-)
Discant-zetting
Psalm 89
Discografie
Foto vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl
Foto
Drents Archief
18xx: J.W. Timpe plaatst op een onbekend tijdstip tussen 1815 en 1829 een
orgel in de Broederkerk van Groningen. Deze kerk werd in 1815 toegewezen aan de Rooms-Katholieke kerk. Timpe
heeft de kerk misschien
tijdelijk gebruikt als opslagruimte/werkplaats totdat de kerk in 1833 weer in
gebruik werd genomen. Het orgel stond toen in de kerk opgesteld. (15).
In het boek 'Wereldberoemde klanken - Het Schnitgerorgel in de Der Aa-kerk te
Groningen en zijn voorgangers' ISBN 978.90.5730.775.1 (uitgegeven in 2011) is
op blz. 83 een beschrijving door Peter van Dijk te vinden van het orgel zoals dat in Groningen heeft
gestaan.
Zie hiervoor bijgaande
PDF.
Hier werkt Peter van Dijk een theorie uit dat het mogelijk een orgel met twee
manualen was. Door de vondst van de advertentie uit 1833 wordt dit
minder waarschijnlijk.
Van Oeckelen bouwde in 1840 een nieuw orgel voor de Broederkerk te Groningen.
(10)
In de notulen van de kerkvoogdij van Beilen uit 1840 is geen
informatie over de aanschaf van het orgel te vinden. In deze tijd notuleerde men
alleen de stemmingen voor de benoeming van notabelen en kerkvoogden.
1833: Via een advertentie biedt J.W. Timpe een eenklaviers orgel aan
met 9 registers: Prestant 8', Bourdon 16', Octaaf 4', Holpijp 8', Viola da Gamba
8', Fluit 4', Octaaf 2', Quint 1 1/2', Scherp III.
Drentsche courant
23-08-1833,
1840: Via een advertentie in de Groninger Courant van 16 juni 1840, bood de weduwe
Timpe een orgel te koop aan. Misschien gaat het hier om hetzelfde orgel dat
misschien in 1833 niet verkocht is.
Groninger courant
16-06-1840
Mogelijk is het orgel dat in 1833 te koop
werd aangeboden in 1838 het onderpand voor een lening aan de weduwe Timpe (32). In deze
akte
staat het orgel als volgt omschreven: 'hebbende negen registers, twee
afsluitingen, eene koppeling, te zamen twaalf trekkers.'
Het aantal registers
klopt met het aantal registers van de advertentie uit 1833. Eigenaardig is dan
de tekst uit de akte van twee afsluiters en de koppeling. (27)
Op
4 september en 1 november staat
in de notulen van het Provinciaal College van Toezicht voor de
Hervormde Gemeenten (PCvT ): 4 september 'Aankoop en plaatsing van een orgel in
de kerk.................... Aan de Kerkvoogden de ... machtiging verleend, met
last om voor 1 november te berigten om omtrent de benodigde fondsen ... 20
november No 2'. 1 november: ' (20)
Op
7 september beantwoordt het College
van Toezicht een brief van
4 september van de kerkvoogdij van Beilen
om voor f 850,- van
elders een orgel aan te kopen. De plaatsing van het kost f
400,-. De kosten zullen zoveel mogelijk worden gefinancierd uit vrijwillige bijdragen.
Aanvulling geschiedt door een geldlening. Dit wordt door het college toegestaan mits:
1. om de meest gepaste pogingen te verdubbelen ter verkrijging van ruime
vrijwillige bijdragen ter bestrijding der uitgaven voor de onderwerpelijke
lofwaardige Stichting
2. om, zoo onverhoopt al die uitgaven ter zake niet
door het totaal beloop dier bijdragen moge kunnen worden gedekt, alsdien tot
vinding van het tekort eene voordragt aan dit College aan te bieden.
Zullende
in allen gevallen voor 1 november er een verslag ten onderwerp door kerkvoogden
aan dit College behoren te worden aangeboden.
Op
20 november beantwoordt het PCvT
een brief van 17 november uit
Beilen dat de vrijwillige bijdragen voor het nieuwe orgel 'ongenoegzaam' binnen
komen. Men wil een collecte gaan houden. Deze collecte wordt door het PCvT
toegestaan. (28)
1841: Bericht omtrent het aanschaffen van orgels in
Beilen, Hoogeveen en Smilde.
Drentsche courant
20-07-1841
In een notitie van Van der Kleij een een tekst uit de Boekzaal' opgenomen,
die echter niet terug te vinden is. Wel te vinden is een tekst van de Boekzaal
van april 1841. (Zie hieronder). De tekst uit de notitie luidt als volgt: 'Het orgel
in de fraaie Ned.Herv.Kerk (zij brandde in het 1607 op 1608 tot op de muren af) is ingewijd
den 22 November 1840. De kosten ruim
2000,- en werden grootendeels gevonden bij vrijwillige
inteekening in de gemeente en het tekort door een tweede collecte. Dit orgel heeft
ongeveer elf jaar dienst gedaan in de aan de R.K. Gemeente afgestane Academie of
Broederkerk te Groningen (1830). Het werd door de heer B.Kerckhoff van Groningen in
October 1840 uit deze kerk afgebroken en alhier geplaatst. De predicatie werd gehouden
door ds.L.L.van Loenen met eene leerrede over Ps.150'. (16)
Als deze tekst klopt moet het orgel sinds 1829 in Groningen hebben gestaan.
Boekzaal der Geleerde Wereld 1841 april
1859: Advertentie voor een hoofdonderwijzer in Beilen, waaraan verbonden
de functie van koster en organist.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 06-09-1859
1861:
Emeritus predikant T.A. Romein schrijft over het orgel. (33)
1862: Op 14 juli besluit de kerkvoogdij om voor f 2960,- een
nieuw orgel te laten bouwen door Petrus van Oeckelen. (18)
Op 21 juli wordt de aanschaf van
het orgel door de notabelen goedgekeurd.
Op
26 december overleggen notabelen
en kerkvoogden over de financiering van het orgel. Voor 1862 wordt een post van
f 300 gereserveerd. Voor 1864 f 260,-.
Het restant van f 2.400,- dient als
kapitaal te worden aangetrokken. f 1.600,- moet in mei 1863 beschikbaar te
komen en f 800,- in mei 1864.
De rente zal 4% per jaar bedragen. Afgelost
wordt er vanaf mei 1865 in termijnen van f 200,- De kerkvoogden zullen
toestemming regelen met de Commissie van Toezicht in Drenthe.
Dispositie:
Manuaal C-g''' | ||
Prestant | 8' | |
Prestant | 16' discant | Vanaf e |
Bourdon | 16' | |
Viola da Gamba | 8' | |
Holpijp | 8' | |
Octaaf | 4' | |
Nachthoorn | 4' | |
Quint | 2 2/3' | |
Octaaf | 2' | |
Mixtuur | III-IV-V b/d | Samenstelling: C: 2, 1 1/3, 1 f: 4, 2 2/3, 2, 1 1/3 f': 8, 5 1/3, 4 2 2/3, 2 |
Trompet | 8' b/d | Metalen stevels en koppen |
Pedaal C - d' |
||
Aangehangen | ||
Panofortetrede | De Quint, Octaaf 4' en 2', Mixtuur en Trompet kunnen door middel van deze trede in 1 keer worden uitgeschakeld. De trede moet daarbij constant ingedrukt worden gehouden |
1863:
Op 8 januari komt de 'bijna geheele vernieuwing
van het orgel' aan de orde in het College van Toezicht (Zie
verbaal 1). Er wordt verzocht om
een lening te mogen sluiten van f 2.490,- tegen een rente van 4% en af te lossen in
termijnen van f 200,- vanaf mei 1865.
Op 12
maart geeft het College van Toezicht toestemming voor de orgelplannen. Zie (verbaal
8/6). (30) (31)
De ingebruikname
door ds. van Loenen met een preek over psalm 33 vindt plaats op 21 september 1863.
's Middags geeft Petrus van Oeckelen een concert. Ook mej. van Loenen bespeelt
het orgel.
Een paar Beilenaren vinden het niet gepast 'om het ons verschafte
amusement van Zondag namiddag, met den naam van Concert te bestempelen'.
Provinciale Drentsche en Asser courant 24-09-1863, 1909-1863
Foto: Geert
Jan Pottjewijd
1864: Op 19
april wordt een brief behandeld van koster/organist A.H. Dikboom. Hij
wil graag teruggaaf van de betaalde grondbelasting voor zijn huis.
Er wordt
besloten dit verzoek niet te honoreren. (18)
Op
22 juli maakt de kerkvoogdij een
nieuwe instructie met 7 artikelen voor de koster/organist. 6 van de 7 artikelen
hebben betrekking op de kosterstaak. In artikel 4 worden de taken beschreven van
de organist: voorlezen, voorzingen en het orgel te bespelen.
In dezelfde
vergadering wordt ook de nieuwe
organist hoofdonderwijzer Izaak Mulder per 15 augustus benoemd. (18)
De net benoemde hoofdonderwijzer J. Mulder wordt door kerkvoogden en kerkenraad
aangesteld als koster/organist.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 26-07-1864
Uit
onderstaand bericht blijkt dat er van het oorspronkelijke orgel weinig werd
hergebruikt. Er werd f 2400,- geleend tegen 4% rente per jaar met een jaarlijkse
aflossing van f 200,-.
Verslag van
Gedeputeerde Staten aan de Staten der provincie Drenthe ..., 1864, 01-07-1864
blz 188
1871: Gedeelte uit een reisverlag 'Van Assen naar Coevorden
- fragment uit een onuitgegeven reisje door Drenthe' Deel II.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 26-04-1871
1872: Viering
van de inneming van Den Briel met een fesstrede door burgemeester en koorzang
met orgelspel.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 17-04-1872
1873: In de
kerkvoogdijvergadering van 21
februari wordt een uitgave van f 30,45 genoemd voor het orgel.
1875:
Het orgel is door de 'verwers' Bakker uit Beilen en Beijer uit Meppel
opnieuw geschilderd in zwart met goud.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 18-06-1875
1882: Bij een
blikseminslag wordt een 'pilaster' voor het orgel en de voet van een beeld
beschadigd.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 27-06-1882
1901: Er wordt in de synode geklaagd over
het slechte onderhoud van kerk en orgel.
Handelingen der 86ste Gewone Vergadering van de Algemeene
Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, ten Jare 1901
1906: In de
kerkvoogdijvergadering van 25 april wordt een brief behandeld van het classicaal bestuur omtrent de
verzekering. Besloten wordt de kerk te verzekeren voor f 16.000,- en het orgel
voor f 1500,-.
1910: Inwoners van Beilen, waaronder koster/organist J.
Mulder, protesteren tegen de hoofdelijke omslag van de kerk. Hun protest wordt
niet gehonoreerd.
Provinciale Drentsche en Asser courant 10-02-1910
1915/1916: Koster/organist Izaak Mulder overlijdt op 82-jarige leeftijd.
Hij was organist sinds 1864.
K.L. Westrup, onderwijzer in Beilen, wordt
benoemd als nieuwe organist.
Provinciale Drentsche en Asser courant 27-12-1915, 31-01-1916
1916: In een gezamenlijke vergadering van kerkvoogdij, kerkenraad en
schoolvereniging op 14 december
wordt overlegd hoe te handelen met de bewoning van de kosterij door koster/organist
Westrup. (18)
1917:
Er ontstaat een discussie omtrent de combinatie koster/organist en het vrij
wonen van de koster/organist naar aanleiding van het overlijden van de vorige
functionaris I. Mulder en de benoeming van een nieuwe onderwijzer.
Na veel
discussie omtrent de woning, de scheiding van functies wordt een nieuw
reglement gemaakt. (18)
1921: Op de kerkvoogdijvergadering van
5 augustus wordt besloten een
aantal herstellingen aan de kerk uit te voeren.
Aan de orde komen verfwerk,
elektrisch licht. Het orgel zal door Van Oeckelen worden schoongemaakt en
gestemd voor f 200,- (18)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 10-11-1921
Links: een ansichtkaart van voor
de verbouwing uit de jaren '30 van de vorige eeuw Rechts:
Afbeelding Stichting Orgelcentrum nr. 1348 van na de verbouwing (12)
1922: Organist is Jac Westrup
Het Orgel februari 1923
1923: In de
kerkvoogdijvergadering van 23 juli
wordt besloten de verzekerde waarde van het orgel te verhogen van f 2.500,- naar f
4.000,- (18)
1925: In januari wordt
er een concert gegeven in de hervomde kerk voor het orgelfonds van de
Protestantenbond. Zang van ds. Hoekstra uit Beilen en een optreden van het
vrijzinnig zangkoor uit Assen.
Op 19 februari een concert ten bate van het
comité voor een Provinciaal Ziekenhuis. Het concert werd gegevens door organist
L. van Aalst uit Assen en mej. M.W. Servatius zang en viool.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 19-01-1925, 20-02-1925
1932:
In de kerkvoogdijvergadering van 12
februari komt de penibele financiële situatie aan de orde. Men probeert
overal kosten te besparen. Ook de organist ontkomt er niet aan. Zijn salaris
wordt verlaagd tot f 50,- per jaar. Het vrij wonen blijft gehandhaafd. (18)
1934: In de kerkvoogdijvergadering van
4 oktober komt aan de orde dat
organist Westrup voorlopig niet kan spelen. Besloten wordt een advertentie te
plaatsen voor een tijdelijke vervanger. (18)
Hetzelfde
komt ook aan de orde in de vergadering van kerkvoogden en notabelen op
18 oktober. (24)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 10-10-1934
1936: Op
15 februari komt in de
vergadering van kerkvoogdij aan de orde dat het orgelspel van organist Westrup
de laatste tijd zeer te wensen over laat. Besloten wordt met hem te bespreken of er een vervanger kan komen. Dhr.
Westrup kan de psalm vooraf aan de dienst blijven voorlezen.
Op 17 februari schrijft orgeladviseur K.M. Luijten op verzoek van de kerkvoogdij een
rapport over de toestand van het
orgel. Men is van plan de kerk te restaureren.
In de inleiding waarschuwt hij dat
het orgel voordat de kerkrestauratie is begonnen uit de kerk verwijderd moet
zijn. De kerk moet worden voorzien van een goed verwarmingssysteem, zodat het orgel niet
kapot wordt gestookt.
Alleen het orgel restaureren zal een bedrag vergen van f
2.390,- Als het wordt uitgebreid met een zelfstandig pedaal met Subbas 16', Octaaf 8', Gedekt
8' en een tweede manuaal met 6 registers zal dit bedrag stijgen tot f 6.045,-
Hij
stelt voor om de Trompet 8' te vervangen en een nieuw pedaalklavier aan te
brengen. Het tweede klavier zou in een zwelkast geplaatst moeten worden.
Men
besluit later
niet met dhr. Luijten in zee te gaan, gezien onderstaand bewaard krantenbericht. (19)
Links het bewaarde krantenknipsel Rechts: een soortgelijk bericht uit De standaard
08-06-1936
Op de
vergadering van 18 maart wordt
verslag gedaan van het gesprek met organist Westrup. Westrup wil graag in zijn
woning blijven en biedt aan de vervanger f 50,- per jaar te betalen als hij de
woning kan behouden.
Op 20 april
wordt een brief van Westrup behandeld. Hij bedankt als organist. H. Spoelder
krijgt als vervanger een tijdelijke benoeming
In mei wordt gemeld dat er een
nieuwe organist is aangenomen. Wordt het nu ook niet tijd om het voorlezen van
een psalm vooraf aan de dienst over te laten aan een ouderling in plaats van aan de
organist? (23)
1937: Onder een bank
op de orgelzolder is tijdens de kerkrestauratie een houten bord gevonden met het
volgende opschrift: 'Dit orgel is door den heer B. Kerckhof van Groningen in
October 1840 uit de Broeder Kerk gebroken en hier geplaatst'.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 27-04-1937, 29-04-1937
1937-1939: Gedurende deze periode wordt de kerk
gerestaureerd.
Het Noorden in woord en beeld, jrg 11, 1935-1936, no 31, 18-10-1935
Foto: Facebook Oud
Drenthe in Woord en Beeld Sam Dice Memories
Dagblad van het Noorden 24-03-1939
Provinciale Drentsche en Asser courant 24-03-1939
1937/1938:
Tijdens de restauratie van de kerk hield een werknemer van aannemer
J.J. Baron een dagboek bij.
Daarin komt over het orgel het volgende in voor:
- 14 april Gewaarschuwd om
het orgel te dichten voor het stof
- 19 april Weer gewaarschuwd om het orgel
te beschermen tegen het stof. Er wordt een bordje gevonden waarop staat dat het
orgel afkomstig is uit Groningen en werd geplaatst in 1840.
- 21/22 en 26-27,
29 april Vanwege het slechte weer op 21 april begonnen met de 'bekleding' van
het orgel. Daarna worden de werkzaamheden 'bekleding' orgel voortgezet.
- 7
juli Plaats van het orgel besproken. Wanneer het oude orgel blijft staan dan
terugzetten naar de muur en hoger plaatsen met meer balkon voor de ramen.
-
20 oktober Overleg met architect: Het beste was een orgelbouwer te
raadplegen voor ombouwing.
- 25 februari Architect maakt een schets voor een te
maken 'beton?'-vloer voor de orgelgalerij.
- 21 maart Plannen gemaakt voor
een wijziging van de orgelgalerij
- 25 april - 2 mei Slopen en opruimen van de ombouw van
het orgel
- 6 mei Orgel schoon gemaakt
- 17 juni Met de aannemer
het maken van banken en orgelgalerij besproken volgens tekening. Volgens de aannemer
kosten de banken f
2465,-en de orgelgalerij ongeveer f 500,-
- 17 aug Orgelgalerij volgens afgesproken prijs
- 26 oktober Overleg met
de architect. Orgelgalerij blijft zitten evenals het orgel. Hier wordt niets aan veranderd.
Alleen stukken balustrade naast het orgel worden teruggeplaatst. (29)
In het bestek van de
restauratie staat het volgende over de orgelgalerij: 'Het schot met de trap voor de
orgelgalerij uit te breken en het trapgat netjes te dichten volgens eisch. Drie
stuks balken van de orgelgalerij te vernieuwen en een eigen raveelingsbalk uit
den afbraak in te brengen.' (29)
Organist en orgeladviseur Johan van Meurs
wordt ook geraadpleegd. (09)
De contacten tussen Van Meurs en Beilen worden gelegd door kerkvoogd L.
Nijboer, die hem op 13 juli 1937 schreef: In verband met eventueele
verandering van het Kerkorgel, verzoek ik U beleefd, deze dagen even in Beilen
te willen komen.
Pagina uit de dispositieverzameling van Van Meurs. Klik op de afbeelding voor
een vergroting
Van Meurs heeft in zijn archief een aantal ongedateerde plannen
voor het orgel van Beilen gemaakt. De plannen worden niet gerealiseerd.
Alternatief 01:
Demonteren, laden dichter bij
elkaar opstellen
Kast verkleinen
Nieuwe frontpijpen
Prestant 16'
vervangen door Voix Celeste
Nieuwe Trompet 8'
Andere samenstelling van de Mixtuur
Alternatief 02:
Prestant 8' front nieuw,
binnen oud
Holpijp 8' oud
Octaaf 4' oud
Nachthoorn 4' oud
Bourdon
16' oud
Celeste 8' nieuw (44 pijpen)
Octaaf 2' oud
Nasard 2 2/3' (is de
zachter geworden Quint)
Mixtuur 4-5 (anders samengesteld)
Trompet 8'
Pedaal: Subbas 16' nieuw
Alternatief 03:
Prestant
8' front nieuw, rest oud
Holpijp 8' B/D oud
Octaaf 4' B/D oud
Nachthoorn 4' Bas oud, Nasard 2 2/3' Disc oud
Viola di Gamba 8' oud
Voix
Celeste 8' nieuw
Octaaf 2' oud
Mixtuur 4-5 nieuwe samenstelling
Trompet
8' B/D nieuw
Pedaal: Subbas 16' nieuw
Alternatief 04:
1e klavier
Prestant 8' front nieuw,
rest oud
Holpijp 8' oud
Octaaf 4' oud
Octaaf 2' oud
Mixtuur 4-5
nieuwe samenstelling
Trompet 8' nieuw
2e klavier
Prestant 4' (uit 16', rest aangevuld)
Bourdon 8' (uit 16', rest aangevuld)
Voix Celeste 8' 44 pijpen nieuw
Viola di Gamba 8' oud
Nachthoorn 4' oud
Nasard 2 2/3'
Pedaal
Subbas 16' nieuw
Tremulant
Getuige de vele speelhulpen zou de registertractuur niet meer mechanisch
zijn.62
Later stelde Van
Meurs een ongedateerd plan op in drie fasen op.63
I, schoonmaak, technisch herstel, klavier 6-8 cm hoger aanbrengen, aanspraak
Prestant 16' en 8' verbeteren en aanbrengen Tremulant.
II, de Bourdon 16' C-c plaatsen op 2 kleine pneumatische laden. Bas/discantdeling aanbrengen op
C-c/cis-g.
III, Prestant 16' vervangen door Voix Celeste 8' af c, 65%
tin.
62 Mogelijk heeft Van Meurs in dit laatste ontwerp creatief
gebruik willen maken van het feit dat dit orgel twee ventielenkasten heeft.
63 GrA, toegang 1618, inv. nr. 12.
1938:
Op 12 december schrijft
kerkvoogd Nijboer aan van Meurs: Daar door Monumentenzorg is besloten het orgel niet
te verbouwen, verzoek ik u deze week ten onzen te komen om na te zien wat er
moet gebeuren aan het orgel in onze Herv. Kerk. (09)
Van 15 januari dateert een
begroting waarin ook kosten voor het orgel en orgelgalerij staan vermeld. In deze
begroting wordt er nog vanuit gegaan dat de orgelgalerij moet worden vernieuwd.
Orgelgalerij | |
3M3 eikenhout | 660,- |
1.25 M3 vurenhout | 75,- |
werkloon | 600,- |
diversen | 165,- |
ombouwen orgel | 1.500,- |
27-02-1939 | de Jonge lampen orgel | f 25,00 |
16-05-1939 | de Jonge restant nota lampen orgel enz. | f 53,57 |
12-06-1939 | aan Neuhausen op rek. 31 (rest voorgeschoten) totaal f 399,46 | f 275,00 |
04-07-1939 | aan Neuhausen rest | f 500,00 |
12-07-1939 | aan v. Meurs Nota inzake orgel | f 40,00 |
29-07-1939 | aan Spanjaard A'dam kerk en concert orgel | f 50,00 |
Op 3 november maakt de
orgelcommissie een overzicht van de stand van zaken van de geldinzamelacties.
Er is ruim f 20.000,- bijeengebracht via verkopen van oliebollen, een verloting, giften via lijsten en een
bazaar.
Op 10 november
dankt de kerkvoogdij oud-predikant A. van Es voor zijn meeleven met de
restauratie. Er is inmiddels een startkapitaal van f 31.000,- bij elkaar
gebracht.
Op 25 november gaat de Orgelcommissie akkoord met het voorstel om het
orgel te laten restaureren door Flentrop. (11,
19)
Briefje kerkvoogdij Beilen naar Lambert Erné op 28 november 1966
Op
14 december vraagt de kerkvoogdij
Lambert Erné om toezending van enige beloofde stukken, zodat ze in hun
vergadering van 20 december een definitief besluit kunnen nemen over de restauratie.
(11, 19)
1967: In februari
stuurt Erné de papieren voor een
subsidieaanvraag. Hij raadt de kerkvoogdij aan een extra post op te nemen
voor schilderwerk en vergulding van f 5.000,- De kerkvoogdij is niet
tevreden met de huidige kleur. De rayonrijksarchitect dient hier echter wel mee in
te stemmen. Erné brengt zijn
kosten van f 600,- in rekening. Gezien de tijdsinvestering zou dit eigenlijk
hoger moeten zijn, maar hij handhaaft het bedrag.
Op
24 februari verstuurt
de kerkvoogdij de subsidieaanvraag naar het Ministerie van CRM. Men denkt f 42.000,- nodig te hebben voor de restauratie.
Dezelfde brief gaat naar de provincie.
Op
25 februari wordt Erné door de
kerkvoogdij officieel aangesteld als orgeladviseur. In de brief het verzoek of de
levertijd teruggebracht zou kunnen worden van vier jaar naar twee jaar.
Op
25 februari schrijft de
kerkvoogdij aan de afdeling monumenten van het provinciaal museum van Drenthe
dat orgelmaker Ottes niet in aanmerking komt voor de restauratie. Dhr. Erné
heeft over hem een negatief advies uitgebracht.
Op
1 maart
geeft Erné de opdracht voor de
restauratie aan Flentrop. Hij maakt daarbij een voorbehoud voor de
subsidieverlening.
Op 10 maart wordt de opdracht door Flentrop
bevestigd. De orgelmaker kan nog
geen definitieve toezegging doen omtrent de levertijd, maar hoopt de werkzaamheden
in de tweede helft van 1969 uit te kunnen voeren.
Op
14 maart stuurt de directeur van
het provinciaal museum een briefkaart naar de kerkvoogdij. Erné zou geen
orgeladviseur meer zijn voor de Hervormde Kerk en heeft geen overleg gepleegd met
orgelmaker Ottes over het orgel in Beilen.
Op
23 maart antwoordt de kerkvoogdij
aan het provinciaal museum. Erné is orgeladviseur bij de OHK. Dhr. Erné heeft
een rapport uitgebracht over orgelmaker Ottes en toen uiteraard niet gesproken over het
orgel in Beilen. De OHK wordt op de
hoogte gesteld van deze brief.
Op
29 maart schrijft de OHK aan de
directeur dhr. Helbers van het Provinciaal museum dat Erné orgeladviseur is voor
de OHK.
Op 10 mei schrijft de
OHK dat de 2% die de OHK in rekening brengt voor advieswerk onder de
subsidieverlening valt. (11, 19)
Onbekende krant van 11 februari 1967 (29) Klik op de
afbeelding voor een vergroting.
Op
25 augustus schrijft het
Provinciaal Museum dat ze de waardering van dit orgel een moeilijke zaak vinden.
Het orgel komt niet voor op de rijksmonumentenlijst. Het zou echter jammer zijn
als alle noordelijke Van Oeckelen-orgels verdwijnen. Ook is er bij de
restauratie van de kerk in de jaren '30 geen subsidie verleend. Er is dus een
soort ereschuld. Een subsidie van 20% lijkt verantwoord.
1968: Op
12 januari wordt door het rijk een
subsidie toegekend van 20% tot een maximum van f 8.440,- Het bedrag wordt in
1970 uitgekeerd.
Op 6 februari
een brief van het provinciebestuur van Drenthe. Ze stellen 15% subsidie in het
vooruitzicht. Provinciale Staten van Drenthe zal hierover in mei beslissen.
Op 13 februari geeft de OHK aan
de kerkvoogdijen de nieuwe regels door met betrekking tot de te verlenen
subsidies.
Op 15 februari
wordt een brief naar de gemeente Beilen verstuurd met een aanvraag
voor een subsidie. Daarin wordt genoemd dat er al een toezegging van het rijk is
van 20%.
Op 17 februari
stuurt de kerkvoogdij een brief naar het college van toezicht voor de Hervormde
kerk in Drenthe waarin de stand van zaken rond de restauratie wordt toegelicht.
De toezeggingsbrief van het rijk voor 20% wordt
doorgestuurd naar Lambert Erné.
Ook wordt gemeld dat er een brief naar de gemeente onderweg is. Men informeert
wanneer Flentrop met het werk gaat beginnen.
Erné
antwoordt op 21 februari dat hij
verheugd is over de toezegging. Flentrop wil graag een definitieve opdracht zodat
zij het werk in 1969 kunnen uitvoeren.
Na telefonisch contact met de
kerkvoogdij meldt orgelmaker W. Eppinga uit Britswerd op
20 februari dat hij graag bereid
is het orgel te restaureren omdat het op dit moment onbruikbaar is. De
restauratie kan binnen 2 weken beginnen en zal 3-4 maanden duren. Tussentijds
zal gratis een luidsprekerorgel worden opgesteld. Eppinga biedt aan het orgel
voor f 15.100,- te restaureren. Voor zijn offerte hanteert Eppinga een getypt
formulier met geschreven aantekeningen. Onderaan noteert hij het volgende:
Een prachtig instrument, doch deerlijk verwaarloosd. Doch krankzinnig om hier f
40.000,- voor te betalen. Voor dat geld kan ik en anderen een compleet nieuw
instrument leveren van ongeveer gelijke grootte'. Eppinga krijgt op
23 maart een brief van de
kerkvoogdij dat ze niet op zijn voorstel ingaan.
Op 7 maart geeft de kerkvoogdij de
definitieve machtiging aan Erné
voor de opdracht aan Flentrop. Het orgel wordt steeds slechter bespeelbaar. Is
er misschien een noodoplossing mogelijk zonder al te veel kosten? Op 12 maart
bedankt Erné voor de definitieve
opdracht, maar ziet geen mogelijkheden om het aangemelde probleem via een
noodoplossing te laten verhelpen. Dezelfde dag verleent Erné Flentrop de
definitieve opdracht.
Op
14 maart verleent het provinciaal
college van toezicht voor de Hervormde kerk van Drenthe toestemming voor de
restauratie.
Op 21
maart accepteert Flentrop de opdracht en brengt een
eerste termijn in rekening. Op 23
apil dankt Flentrop voor de
betaling van de 1e termijn.
Op 22
maart stuurt de kerkvoogdij een subsidieaanvraag naar de gemeente Beilen.
Op 23 maart gaat er een brief
naar Monumentenzorg met daarbij een getekende verklaring van de kerkvoogden dat
ze akkoord gaan met de voorwaarden van de subsidieverlening.
Op
25 april sluit L. de Jong van het
Bureau Monumentenzorg zich aan bij het standpunt van zijn voorganger om subsidie
toe te kennen door de provincie.
Op 6 mei
meldt de kerkvoogdij dat de
provincie 15% heeft toegezegd en de gemeente 20%. Men vraagt naar het adres van
het Prins Bernard Fonds om ook daar een subsidie aan te vragen.
Het besluit door de provincie
om subsidie te verlenen wordt genomen in de
vergadering van 17 april. (14)
Op
25 juni komt de brief van het
provinciebestuur van Drenthe dat tot een subsidie van 15% is besloten.
Op
23 september meldt Flentrop aan
Erné dat ze op maandag 30 september het orgel willen demonteren en overbrengen
naar de werkplaats. Flentrop plant ook een bespreking tussen Erné, Flentrop en
de Rijksorgeladviseur om de restauratie verder te detailleren.
Op 3 oktober
volgt een specificatie van
Flentrop aan Erné van alle uit te voeren werkzaamheden. In dit document worden
de restauratiewerkzaamheden zeer uitvoerig beschreven. Aan het orgel wordt
weinig gewijzigd. Het meeste werk zit aan de windladen, die zijn
doorgebogen, waardoor ze volledig gedemonteerd moeten worden en gevlakt. Er
wordt een hechthouten dekplaat aangebracht. De onderslepen worden dunner gemaakt,
waardoor een masonite bovensleep kan worden opgemonteerd en de sleepconstructie
van Flentrop kan worden toegepast. Stokken en roosters blijven ongewijzigd.
Volgens Flentrop is de toonhoogte niet gewijzigd. Dit is te zien aan de
expressions die zeer consciëntieus en regelmatig zijn aangebracht. De gedekte pijpen
zijn voorzien van krantenpapier uit 1863. Dit
is de sterkste aanwijzing dat de toonhoogte niet is veranderd.
Op
4 oktober een telefoonnotitie van
de kerkvoogdij met Steketee van Flentrop.
-Flentrop vervangt de verwormde delen
van de orgelkas
-Schilderwerk valt buiten de offerte
-Elektrische
schakeling en windmotor komen tegen de achtermuur
-De offerte is exclusief
verblijfkosten. Reiskosten zijn inbegrepen.
Op 10 oktober
schrijft J.A. Steketee van
Flentrop dat voor het montagewerk in Beilen alleen reiskosten in rekening worden
gebracht, omdat de werkzaamheden worden verricht vanuit de werkplaats in Zwolle.
De intonatie zal gebeuren door werknemers uit Zaandam, waarvoor logies in Beilen
geregeld moet worden.
Op 12 oktober
stuurt de kerkvoogdij de gele kwartaalopgaven van het ministerie van CRM
naar Erné. Ook wordt de toezegging gemeld van de subsidies door gemeente en
provincie.
Op 14 oktober
stuurt de gemeente Beilen een brief dat de subsidie van 20% is toegekend.
Op 29 oktober een
rekening van f 211,91 van Elektrohuis Knol uit Beilen voor het aanbrengen
van elektra bij het
orgel.
Op 2 november komt er een
rekening van de OHK van f 89,50 voor een deel van de kosten van het advieswerk.
Op 26 november een rekening van f
1.350,- van
Flentrop voor het maken van de onderstukken voor de frontpijpen en
van f 1.160,- voor het aanbrengen van bladgoud op de labia van de frontpijpen.
Op
30 november bedankt de
kerkvoogdij voor het toekennen van de subsidie en vraagt om een voorschot op de
subsidie omdat er al rekeningen zijn betaald.
In
november een rekening voor f 9,21
van bouwbedrijf H.E. Stevens uit Beilen voor het leveren van hout.
Op
11 december doet het
schildersbedrijf Manak uit Assen een prijsopgave van f 4.180,- voor het schilderen van het
orgel.
Op
23 december ontvangt Erné een brief van Corneille
F. Janssen, directeur van het Drents
museum en Monumentenzorg Drenthe, omtrent het schilderwerk aan het orgel. Hij
verzoekt de kerkvoogdij contact op te nemen met hem omtrent de
uitvoering van het schilderwerk.
Eind december volgen twee
rekeningen voor de kerkvoogdij voor
het verblijf van 2 orgelmakers voor 3 dagen in Beilen en 132 koppen koffie.
Erné stuurt op 24 december een
rekening van f 589,10 voor zijn advieswerk op basis van de offerte van
Flentrop. Hij stelt ook vast dat het eindbedrag van de door monumentenzorg
goedgekeurde begroting niet zal worden overschreden.
Het schilderwerk van het
orgel wordt in december gegund aan
Manak en Zoon uit Assen voor het bedrag van f 4.180,- Het werk dient in overleg
met de directie van het Drents museum te worden uitgevoerd.
Op 30 december een
rekening van Flentrop voor de tot
dan toe uitgevoerde werkzaamheden van f 21.771,62 Er wordt gespecificeerd welke
kosten in 1969 zijn te verwachten.
Op
30 december schrijft de
kerkvoogdij aan Flentrop dat ze akkoord gaan met heen en weer reizen tussen
Zwolle en Beilen voor de monteurs. De schilder Manek en Zoon begint op 2 januari
met het schilderwerk.
Op 31 december een
overzicht van de kerkvoogdij voor
Erné van alle tot nu toe betaalde kosten voor de restauratie exclusief de laatste
rekening van Flentrop. (11, 19)
1969:
Brief van 6 januari van Erné aan Flentrop,
waarin hij vraagt om een overzicht van de tot nu in rekening gebrachte kosten.
Het bladgoud op de labia kan nu worden aangebracht omdat het schilderwerk is
afgerond.
Op 16 januari ontdekt
Flentrop dat op de rekening van 30 december 1968 de al betaalde eerste termijn van f
5.970,- niet in mindering is gebracht. De rekening wordt aangepast.
Op 8 maart
stuurt de kerkvoogdij aan het bedrijfschap van het schildersbedrijf formulieren voor het
verkrijgen van een subsidie.
De kerkvoogdij stuurt op 19 maart
uitnodigingen voor de ingebruikname van het orgel op 2 april
om 19:30 uur met een
korte zangdienst. Na de dienst een kopje koffie in het Wilhelminagebouw en
gelegenheid voor een toespraak.
Op
18 maart meldt de kerkvoogdij aan het provinciebestuur dat de restauratie
bijna is voltooid. Is het mogelijk een voorschot op de subsidie te ontvangen?
Op
21 maart dankt de OHK voor de uitnodiging voor de ingebruikname, maar ziet geen kans te
komen.
In maart rekeningen
voor geleverde koffie voor de orgelmakers (f 58,20), kostgeld stemmers Bos en De
Ruiter (f 286,-) en nog een keer 108 koffie (f 32,40).
In maart een
rekening van Elektrohuis H. Knol
voor levering elektra bij het orgel van f 139,29. Schildersbedrijf Manak & Zoon
factureert het schilder- en
verguldwerk.
In maart
krijgen de leden van de orgelcommissie een
uitnodiging om aanwezig te zijn
bij de ingebruikname op 2 april om 19:30 met een korte zangdienst. Betrokken
instanties en Lambert Erné worden ook
uitgenodigd. Zie ook de
lijst met uitgenodigden.
Het
orgel wordt op 2 april in gebruik genomen met een
zangdienst, waarbij Lambert
Erné het orgel bespeelt.
Op 10 april
volgt de eindafrekening door
Flentrop van f 5.287,09 Op de bijbehorende brief een discussie tussen Erné en
Flentrop welke informatie nu wel en niet op een orgelfotokaart zou moeten staan.
Uit de rekening blijkt ook dat er een nieuwe windmotor is geplaatst.
Op 21 mei
meldt Flentrop dat de rekening van
eind december 1968 is betaald, maar dat de eindafrekening nog open staat.
Op
26 mei een brief van Erné aan de
kerkvoogdij met een overzicht van de stand van zaken met het
ministerie van CRM en de basis voor zijn eigen honorarium.
Het
eindrapport van Erné en zijn
eindafrekening (f 1.177,87) dateren van 26 mei. Erné is zeer tevreden met het
eindresultaat. Hij haalt het herstel van de oude windvoorziening naar voren, die nu
weer getreden kan worden. Hij beschouwt deze windvoorziening als een overgang
tussen de spaanbalgen en de magazijnbalgen.
Op 30 mei
bericht de OHK dat het rapport van Erné ontvangen is en dat dhr. W. Hülsmann
graag op 3 juni langs wil komen voor het eindrapport van de OHK.
Op 17 juni het eindrapport door
W. Hülsmann van de OHK. Hij is zeer tevreden over het
eindresultaat en schat de verzekeringswaarde van het orgel nu op f 80.000,-
Enkele kleine mankementen worden aan Flentrop gemeld.
Op 10 juli stuurt de kerkvoogdij
een brief aan assuradeur Kuik dat de verzekeringswaarde van het orgel moet
worden verhoogd naar f 80.000,-
Op
11 juli stuurt de kerkvoogdij een overzicht van de gemaakte kosten naar Erné.
Gevraagd wordt of de kosten van de receptie bij de ingebruikname ook voor
subsidie in aanmerking komen.
Eind augustus
schrijft de kerkvoogdij aan Erné
dat ze nu de laatste rekening van f 121,70 van de OHK binnen hebben. (11, 19)
Onbekende kranten (29) Klik op de afbeelding voor een
vergroting
Ansichtkaart van rond 1970 (Uitgeverij van der Meulen EEG-M-D-Color 8935)
1970: Op 10 januari
schrijft Erné dat de
eindafrekening van de OHK niet overeen komt met de
informatie die hij heeft ontvangen van de kerk, waardoor hij nog niet alles voor
de
rijksdienst voor monumentenzorg kan invullen. De kerkvoogdij dient contact op te
nemen met de dienst voor de ontbrekende informatie.
Op 16 januari meldt de
OHK dat er inderdaad een fout gemaakt en
stuurt de correcte gegevens.
Op 5 februari maakt de secretaris
van de kerkvoogdij voor Erné een overzicht van de nota's die betrekking hebben
op de orgelrestauratie. Alle nota's zijn nu betaald. De provincie heeft al een voorschot betaald van f 5.000,- en
de gemeente Beilen van f 7.000,- (11, 19)
1971: Op 16
november stuurt de OHK informatie omtrent de eindafrekening. De kosten van
de receptie na de ingebruikname komen niet voor subsidiering in aanmerking.
Op
13 november stuurt Flentrop een nota
voor het verhelpen van een storing aan het orgel. De reparatie is wordt onder garantie
uitgevoerd.
Op
29 november stuurt de kerkvoogdij de geldelijke verantwoording naar het
Ministerie van CRM, het
Provinciaal Bestuur en de
gemeente Beilen. De inzending
wordt vertraagd door het overlijden van de orgeladviseur Erne.
Op
22 december schrijft de gemeente
Beilen dat f 12,84 zal worden overgemaakt, als restant van het te
subsidiëren bedrag na het betalen van het voorschot van f 7.000,- (19)
1972: Op 10
februari schrijft L. de Jong van het bureau Monumentenzorg dat hij geen
contact kan krijgen met Rijksorgeladviseur Oussoren om de financiële
verantwoording rond te krijgen.
Op 2 juni
volgt de eindafrekening van het ministerie van CRM. De kosten van het historisch
onderzoek van f 600,- zijn niet subsidiabel. Het voorschot van f 7.038,-
is daardoor te hoog. Er dient f 145,- terug te worden gestort.
Op
8 augustus schrijft de provincie
aan de kerkvoogdij dat de provinciale subsidie is vastgesteld op 15 % van f 34.464,20 =
f 5.169,63. Er is al f 5.000,- uitgekeerd. Het resterende bedrag zal worden
betaald.
Op
14 augustus de eindafrekening met
de provincie Drenthe. Er resteert nog een tegoed van f 169,63 (19)
Op 15 september wordt een overzicht
gemaakt van de ontvangsten en uitgaven van de restauratie. Er blijkt een
positief saldo te zijn van f 8.761, 73 (22)
1973:
Op 1 maart schrijft Flentrop aan
de kerkvoogdij dat de organist heeft gevraagd of de pianofortetrede kan worden gerepareerd. De kosten worden ingeschat op
ongeveer f
180,-.
1976: Op
2 februari meldt de kerkvoogdij
aan Flentrop dat er hangers optreden. Kan er dezelfde week nog iemand komen om
het probleem te verhelpen?
1979: Op
6 januari vraagt de kerkvoogdij
aan Flentrop of het orgel gestemd kan worden. Ook moeten wat kleine gebreken worden verholpen. Toetsen blijven hangen en een stuk
snijwerk is
losgeraakt.
De kerkvoogdij vraagt
aan Flentrop wat de verzekerde waarde van het orgel moet zijn. Flentrop
antwoordt op 20 juni dat de
vervangingswaarde f 265.000,- bedraagt.
2010: Stef Tuinstra maakt in mei een
restauratieplan. Dit plan wordt
niet uitgevoerd.
2011: Kaat &
Tijhuis uit Kampen voert groot onderhoud met de meest noodzakelijke werkzaamheden. Er
wordt weer een
restauratieplan gemaakt dat niet is uitgevoerd.
Foto's: Geert Jan Pottjewijd Klik op de afbeelding voor een vergroting
2012:
Organist Wim Boer ontdekt op de
achterkant van het knieschot van de klaviatuur een met potlood getekende
plattegrond van de binnenstad van Groningen.
Het is lastig te achterhalen van
wanneer deze plattegrond dateert en wie hem heeft getekend. Het moet na 1903 zijn
toen het Academisch Ziekenhuis aan de Oostersingel werd geopend.
2013: Begin oktober ontvangt de kerk een bericht van het
Notariaat Midden-Drenthe dat in een testament van een gemeentelid een schenking
is opgenomen voor de Protestantse Gemeente Beilen-Hijken-Hooghalen ter grootte
van ongeveer 290.000,-.
In het testament is een bepaling opgenomen dat de
schenking uitsluitend besteed mag worden aan het orgelfonds. Het College van
Kerkrentmeesters heeft deze schenking in grote dank aanvaard. (34)
Orgelmaker Henk Heideveld voert een deelrestauratie uit. De
houten pijpen van de Bourdon 16 worden gerestaureerd. Ze waren verwormd en de
lijmnaden lieten los. Er worden loopplanken aangebracht
en de winkelbalk wordt gefixeerd.
De windlekkage is verholpen via een tijdelijke
oplossing. Het leer is zeer slecht en zou eigenlijk vervangen moeten worden. (07)
Foto: Henk
Heideveld (07)
2015: Orgelmaker Henk
Heideveld restaureert
het pedaalklavier.
Het eiken pedaalklavier is
sterk versleten. De toetsen worden uitgestukt en opgevuld met oud eiken. Het
raamwerk is ooit met de vloer mee geverfd in een bruine kleur (vloer is nu grijs).
De verf wordt verwijderd met een afbijtmiddel en daarna in de bijenwas te gezet.
In het raamwerk van het Pedaal worden nieuwe leren bevoeringen
aangebracht.
De toetsveren worden gecontroleerd en op de juiste spanning
gebracht. Daarna wordt het Pedaal opnieuw ingeregeld. (08)
Toestand 2014 voor
restauratie
Bij de restauratie kwam er ook een groen-/blauwachtige
onderste kleurlaag tevoorschijn.
2017: De volledige restauratie van het orgel wordt gestart in
september 2017 door orgelmaker Henk Heideveld. Hij wordt bijgestaan door een groep
vrijwilligers. Adviseur is Dirk
Bakker uit Piershil.
De voortgang van de restauratie is te volgen op facebook:
https://www.facebook.com/restauratieorgelbeilen/ (25-07-2025)
Tijdens de restauratie
werden kogelgaten ontdekt in de balg van het orgel. De orgelrestauratie wordt
vanwege een interne verbouwing van de kerk langdurig stil gelegd.
Nederlands Dagblad 13-10-2017
RTVDrenthe
besteedt aandacht aan de vondst. Zie
http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/126786/Kogelgaten-gevonden-in-kerkorgel-Beilen
(28-07-2024)
De bovenkant van de orgelkas is afgedekt met zink om het orgel te
beschermen tegen lekkage. In het zink hebben enkele personen in 1939 hun naam
achtergelaten.
Foto's Henk Heideveld Klik op de afbeelding om te
vergroten.
2021: De werkzaamheden om de kerk geschikt te maken als
concertlocatie zijn nu zo ver gevorderd dat orgelmaker Henk Heideveld weer
verder kan met de
plaatsing van het orgel. Tijdens de werkzaamheden aan de kerk lag het orgel opgeslagen in de consistorie van de kerk.
Gedurende deze tijd is er waterschade ontstaan door het foutief plaatsen van een
watermeter door de WMD. De waterschade is inmiddels hersteld.
Bij de herplaatsing van de harp op het orgel
wordt een opschrift ontdekt: 'W. Lok
1939'. Blijkbaar heeft W. Lok orgelmaker Neuhauser geassisteerd bij de
werkzaamheden aan het orgel in 1939.
Foto's: Henk Heideveld (13)
Foto's: Geert Jan Pottjewijd
Restauratie-rapport door Lambert Erné in november
1966
Historisch overzicht van de geschiedenis van het orgel
In de Hervormde kerk van B E I L E N
Alhoewel het orgel van bovengenoemde kerk niet van hoge ouderdom
Is, kon, ondanks veelvuldig speuren het bouwcontract tot op heden
nog niet worden gevonden. Het instrument is namelijk niet voor de
Hervormde Kerk te Beilen gebouwd, doch afkomstig uit een ander gebouw,
alhoewel de vormgeving van de brede orgelkas merkwaardigerwijze als
het ware voor de kerk is geschapen.
Volgens het boekwerk 'De Ned. Hervormde Kerk in haar in- en uitwen-
dige staat' van Ds. Van Oosterzee op blz. 249, zou het instrument
afkomstig zijn uit de Broederenkerk te Groningen en in het jaar
1840 in Beilen zijn geplaatst.
Dat met het onderhavige instrument niet een voordien in deze kerk
geplaatst orgel aangeduid zou kunnen zijn, bewijst het in 1840 verschenen
Deel II van 'van der Aa's Aardrijkskundig Boek de Nederlanden' op
bladzijde 251, aanvangende op blz. 250 met Beilen (onderaan) 'De
Hervormde Kerk te Beilen is een ruim gebouw, van hetwelk men de
tijd der stichting niet met zekerheid weet op te geven, maar het
zeker een der oudste van de provincie Drenthe. Men heeft daar
geen orgel' enz. enz.
Aansluitend op het vorenstaande kan het bericht gezien worden,
Dat M.H. van't Kruijs in 1885 publiceerde op pag. 151 van zijn dis-
positievezameling, waarin vermeldt wordt, dat P. van Oeckelen in
1840 in de R.K. Broederkerk van Groningen een tweeklaviers or-
gel met vrij pedaal van 26 stemmen bouwde.
De datum, voorkomende op de destijds samengestelde Voorlopige Lijst
der Nederlandse Monumenten van geschiedenis en kunst, te weten
1840, is dan ook niet juist. In eerste aanleg dateert het orgel
van vroeger datum.
Een verdwenen opschrift op het orgel luidde: 'Dit orgel is door
de heer B. Kerkhoff van Groningen in Oct. 1840 uit de Broerkerk
aldaar afgebroken en hier geplaatst.' Kerkhoff was echter niet
de maker van dit orgel, doch verkocht de vrijkomende orgels voor
de R.K. kerk, die na 1820 de beschikking over de
Broerkerk kregen en de z.g. schuilkerken sloten.
De inwijding van dit orgel in Beilen vond plaats op 22 November
1840. Het instrument telde 9 stemmen en een vrij pedaal. Het is
hersteld in 1862 en bezit thans 11 stemmen met een aangehangen
pedaal. Als maker laat zich met vrij grote zekerheid van Oeckelen
noemen. De door de Hervormde Gemeente betaalde som be-
draagt volgens opgave f1523.-. (dienst 1843, overlegd aan College
van Toezicht.) Volgens andere geschiedschrijvers ruim f2000.-.
Aangezien een brand vele archiefstukken in het verleden heeft
verteerd is niet meer nauwkeurig na te gaan, welke werkzaamheden
in of omstreeks 1862 werden uitgevoerd.
Niet kan worden aangenomen, dat het instrument na 20 jaren gebruik
geheel is vernieuwd in bedoelde periode. Er is trouwens sprake
van restauratie en uitbreiding in die periode.
Desondanks vertoont het orgel een totaliteit van een
éénklaviers- orgel
uit het midden van de vorige eeuw, van de makelij van van Oeckelen.
Alhoewel de huidige toonhoogte normaal kan worden genoemd zijn ge-
dekte pijpen afgesneden en de stemkrullen van de sprekende frontpijpen
lager gedraaid, waarbij deze tegen de hangers en stiften op
meerdere plaatsen gewrongen zijn.
Expressions zijn in de grotere pijpen gesneden en waarschijnlijk
kleinere pijpen afgesneden.
De windladen zijn verdeeld in C en Cis lade, terwijl onder de C lade
een magazijnbalg ligt, die oorspronkelijk zijn wind toegevoerd kreeg
Via het trappen van twee schepbalgen, welke nog onder de Cis lade
liggen en waarvan de trappers zijn afgezaagd. Voor enige jaren is
Een ventilator aan de magazijnbalg aangesloten, die thans deze balg
van wind voorziet.
De dispositie van het onderhavige orgel is als volgt:
Prestant 8 voet
Prestant 16 voet van klein e
Bourdon 16 voet
Holpijp 8 voet
Fluit 4 voet
Octaaf 4 voet
Quint 3 voet
Octaaf 2 voet
Mixtuur 3-4-5 sterk; bas en diskant
Trompet 8 voet bas en diskant
Viola da Gamba 8 voet
De manuaalomvang is van C groot octaaf t.e.m. g 3 gestreept oc-
taaf. De omvang van het aangehangen pedaal is van C groot t.e.m.
d 1 gestreept octaaf.
De opeenvolging op de windlade is een normale gang van za-
ken afwijkende. De lade heeft namelijk twee kleppenkasten, terwijl
de grote en zachte labiaalstemmen voor op de lade staan en de an-
dere op de achterste helft.
De windtoevoer tot de z.g. sterke stemmen kan door middel van
een klep in het toevoerkanaal naar de achterste helft afgesloten
worden. Ter bediening van deze klep is een trede aangebracht.
De opeenvolging is dan aldus:
Prestant 8 voet
Prestant 8 v16 voet vanaf klein e
Viola di Gamba 8 voet
Holpijp 8 voet
Fluit 4 voet
Bourdon 16 voet
Op tweede helft:
Octaaf 4 voet
Quint 3 voet
Octaaf 2 voet
Mixtuur 3-4-5 sterk
Trompet 8 voet
Het geheel is zeer ruim opgesteld in de orgelkas.
De huidige toestand van het orgel vertoont de volgende gebreken:
Windladen: | Vrij sterke door- en bijspraak |
Mechanieken: | Rammelen in de draaipunten, zowel van toets- als van registertractuur. Een winkelhaakregel boven het klavier is vernieuwd en fabriekmatige winkels zijn aangebracht. Van vrij recente datum. Tractuur loopt scheef door onjuiste indeling van de draaipunten. |
Windvoorziening: | Als voren reeds omschreven. Herstel aansluiting balgen mogelijk voor eventuele storing van toevoer stroom op motor. Tamelijk goede staat wel lekkage aanwezig. |
Pijpwerk: | Deels door versuikering aangetaste pijpvoeten. Welke in vroeger perioden in lak zijn gedompeld. Hier en daar gescheurde en geknepen pijpranden, tengevolge van stemmen met lekke windladen. Toonhoogten en expressions als boven omschreven. Tongwerk trompet 8 voet heeft vee beschadigingen opgelopen in bekers en bij stemkrukken. Dit tongwerk spreekt slecht aan en is thans niet bruikbaar. In het algemeen voor de bouwperiode weinig kernsteken. |
Orgelkas en houtwerk: | Hang en sluitwerk van luiken in tamelijk goede staat. Houtworm aanwezig in meerdere houten delen en snijwerk ter weerszijden van de orgelkas. |
Klavier: | Enige stukjes toetsbeleg zijn verdwenen, het middengedeelte van het klavier is uitgesleten. |
Restauratieplan: | |
Windladen: | Geheel uit elkaar nemen, schoonmaken , richten en ev. Bijschaven. Opnieuw verlijmen en slepen voorzien van z.g. moderne sleepconstructie, ter voorkoming van door- en bijspraak. Ventielen ev. Opnieuw beleren, pulpeten vervangen, ev. door schijven. |
Mechanieken: | Uit elkaar nemen. De oorspronkelijke delen schoonmaken, roestwerend behandelen wat de metalen delen betreft, draaipunten opzuiveren, rammelvrij maken en namaakregel boven klavier vervangen door bij het werk passende nieuwe met idem winkelhaken. Eventueel onbetrouwbaar geworden draadwerk vernieuwen. |
Pijpwerk: | Schoonmaken, opronden en solderen waar noodzakelijk is. Indien na overleg met Rijksadviseur na demontage en verder onderzoek besloten wordt, voorzover dit noodzakelijk mocht blijken een lagere stemming door verlenging van pijpen te herkrijgen, expressions dicht solderen, kleinere pijpen verlengen en stemkrullen hoger stellen. Het tongwerk geheel herstellen. Het geheel bezien op te vervangen voeteinden i.v.m. versuikering daarvan. |
Windvoorziening: | Balgen herstellen een aansluiting van schepbalgen op magazijnbalg geheel bruikbaar maken. Trapinstallatie: verlengen van treden, die nu afgezaagd zijn. Motor vrijstaand van de kas achter het orgel met houten kanaal plaatsen. |
Orgelkas: | Het geheel schoonmaken, hang- en sluitwerk verbeteren en uitgezaagd stuk in onderluik achterzijde aanvullen, noodzakelijk geworden door het verplaatsen van de windmachine. Door houtworm aangetaste onderdelen impregneren daartegen en die delen die een dragende of steunende functie hebben en door houtworm teveel zijn aangetast vervangen. |
Conducten: | Gedeukte conducten uitdeuken en opnieuw aansluiten. |
Klavieren: | Klavier van het 'werk' uitbleken, uitgesleten delen vervangen (wit ivoor) verdwenen stukjes aanvullen en op dezelfde wijze nagelen als in aanleg is geweest. Bakstukken en muziekbak nazien, ev, opnieuw verlijmen, onhoudbare delen van gelijke makelij vervangen. |
Utrecht, 5 november 1966. Adviseur Lambert Erné |
Foto (01) Situatie voor de restauratie van 2017-2022
Foto: André van
Dijk. 06-02-2010 (01)