Beilen Hervormde kerk (Stefanuskerk)

Informatie over de kerk


Ansichtkaart


Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 14 april 2017
(voor de restauratie)
 - J.S. Bach (1685-1750): Fuga in G BWV 576 Registratie: Bourdon 16', Prestant 8', Octaaf 4', Quikt 3', Octaaf 2', Migtuur
 - Max Reger (1873-1916) Ach bleib mit deiner Gnade opus 135a Registratie: Holpijp 8', Viola da Gamba 8'
 - Hendrik Pieter Steenhuis (1850-1934) Verjaarsmarsch Registratie: Bourdon 16', Prestant 16' discant, Prestant 8', Octaaf 4', Quikt 3', Octaaf 2', Migtuur, Trompet 8' Trio: Prestant 8', Viola da Gamba 8', Holpijp 8'
 - Willem van Twillert (1951) Bovenstemzetting van Psalm 89 Registratie: Registratie: Bourdon 16', Prestant 16' discant, Prestant 8', Octaaf 4', Quikt 3', Octaaf 2', Migtuur, Trompet 8'
 - Franz Anton Maichelbeck (1702-1750) Gavotte Registratie: Nachthoorn 4'

 

Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 30 maart 2022 (na de restauratie)
 - J.S. Bach (1685-1750): Fuga in G BWV 576 Registratie: Bourdon 16', Prestant 8', Octaaf 4', Quint 3', Octaaf 2', Mixtuur
 - Enrico Pasini (1935-): Cantabile nr. 1 Registratie: diverse 8-voets registers
 - Enrico Pasini (1935-): Cantabile nr. 6
 - Willem van Twillert (1952-) Discant-zetting Psalm 89



Discografie


Foto vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl


Foto Drents Archief

18xx: J.W. Timpe plaatst op een onbekend tijdstip tussen 1815 en 1829 een orgel in de Broederkerk van Groningen. Deze kerk werd in 1815 toegewezen aan de Rooms-Katholieke kerk. Timpe heeft de kerk misschien tijdelijk gebruikt als opslagruimte/werkplaats totdat de kerk in 1833 weer in gebruik werd genomen. Het orgel stond toen in de kerk opgesteld. (15).

In het boek 'Wereldberoemde klanken - Het Schnitgerorgel in de Der Aa-kerk te Groningen en zijn voorgangers' ISBN 978.90.5730.775.1 (uitgegeven in 2011) is op blz. 83 een beschrijving door Peter van Dijk te vinden van het orgel zoals dat in Groningen heeft gestaan.
Zie hiervoor bijgaande PDF. Hier werkt Peter van Dijk een theorie uit dat het mogelijk een orgel met twee manualen was. Door de vondst van de advertentie uit 1833 wordt dit minder waarschijnlijk.


Van Oeckelen bouwde in 1840 een nieuw orgel voor de Broederkerk te Groningen. (10)
In de notulen van de kerkvoogdij van Beilen uit 1840 is geen informatie over de aanschaf van het orgel te vinden. In deze tijd notuleerde men alleen de stemmingen voor de benoeming van notabelen en kerkvoogden.

1833: Via een advertentie biedt J.W. Timpe een eenklaviers orgel aan met 9 registers: Prestant 8', Bourdon 16', Octaaf 4', Holpijp 8', Viola da Gamba 8', Fluit 4', Octaaf 2', Quint 1 1/2', Scherp III.

Drentsche courant 23-08-1833,

1840: Via een advertentie in de Groninger Courant van 16 juni 1840, bood de weduwe Timpe een orgel te koop aan. Misschien gaat het hier om hetzelfde orgel dat misschien in 1833 niet verkocht is.

 Groninger courant 16-06-1840

Mogelijk is het orgel dat in 1833 te koop werd aangeboden in 1838 het onderpand voor een lening aan de weduwe Timpe (32). In deze akte staat het orgel als volgt omschreven: 'hebbende negen registers, twee afsluitingen, eene koppeling, te zamen twaalf trekkers.'
Het aantal registers klopt met het aantal registers van de advertentie uit 1833. Eigenaardig is dan de tekst uit de akte van twee afsluiters en de koppeling. (27)

 Op 4 september en 1 november staat in de notulen van het Provinciaal College van Toezicht voor de Hervormde Gemeenten (PCvT ): 4 september 'Aankoop en plaatsing van een orgel in de kerk.................... Aan de Kerkvoogden de ... machtiging verleend, met last om voor 1 november te berigten om omtrent de benodigde fondsen ... 20 november No 2'. 1 november: ' (20)
Op 7 september beantwoordt het College van Toezicht een brief van 4 september van de kerkvoogdij van Beilen om voor f 850,- van elders een orgel aan te kopen. De plaatsing van het kost f 400,-. De kosten zullen zoveel mogelijk worden gefinancierd uit vrijwillige bijdragen. Aanvulling geschiedt door een geldlening. Dit wordt door het college toegestaan mits:
1. om de meest gepaste pogingen te verdubbelen ter verkrijging van ruime vrijwillige bijdragen ter bestrijding der uitgaven voor de onderwerpelijke lofwaardige Stichting
2. om, zoo onverhoopt al die uitgaven ter zake niet door het totaal beloop dier bijdragen moge kunnen worden gedekt, alsdien tot vinding van het tekort eene voordragt aan dit College aan te bieden.
Zullende in allen gevallen voor 1 november er een verslag ten onderwerp door kerkvoogden aan dit College behoren te worden aangeboden.
Op 20 november beantwoordt het PCvT een brief van 17 november uit Beilen dat de vrijwillige bijdragen voor het nieuwe orgel 'ongenoegzaam' binnen komen. Men wil een collecte gaan houden. Deze collecte wordt door het PCvT toegestaan. (28)


1841: Bericht omtrent het aanschaffen van orgels in Beilen, Hoogeveen en Smilde.

Drentsche courant 20-07-1841

In een notitie van Van der Kleij een een tekst uit de Boekzaal' opgenomen, die echter niet terug te vinden is. Wel te vinden is een tekst van de Boekzaal van april 1841. (Zie hieronder). De tekst uit de notitie luidt als volgt: 'Het orgel in de fraaie Ned.Herv.Kerk (zij brandde in het 1607 op 1608 tot op de muren af) is ingewijd den 22 November 1840. De kosten ruim ƒ 2000,- en werden grootendeels gevonden bij vrijwillige inteekening in de gemeente en het tekort door een tweede collecte. Dit orgel heeft ongeveer elf jaar dienst gedaan in de aan de R.K. Gemeente afgestane Academie of Broederkerk te Groningen (1830). Het werd door de heer B.Kerckhoff van Groningen in October 1840 uit deze kerk afgebroken en alhier geplaatst. De predicatie werd gehouden door ds.L.L.van Loenen met eene leerrede over Ps.150'. (16)
Als deze tekst klopt moet het orgel sinds 1829 in Groningen hebben gestaan.


Boekzaal der Geleerde Wereld 1841 april

1859: Advertentie voor een hoofdonderwijzer in Beilen, waaraan verbonden de functie van koster en organist.

Provinciale Drentsche en Asser courant 06-09-1859

1861: Emeritus predikant T.A. Romein schrijft over het orgel. (33)


1862: Op 14 juli besluit de kerkvoogdij om voor f 2960,- een nieuw orgel te laten bouwen door Petrus van Oeckelen. (18)
Op 21 juli wordt de aanschaf van het orgel door de notabelen goedgekeurd.
Op 26 december overleggen notabelen en kerkvoogden over de financiering van het orgel. Voor 1862 wordt een post van f 300 gereserveerd. Voor 1864 f 260,-.
Het restant van f 2.400,- dient als kapitaal te worden aangetrokken. f 1.600,- moet in mei 1863 beschikbaar te komen en f 800,- in mei 1864.
De rente zal 4% per jaar bedragen. Afgelost wordt er vanaf mei 1865 in termijnen van f 200,- De kerkvoogden zullen toestemming regelen met de Commissie van Toezicht in Drenthe.

Dispositie:

Manuaal C-g'''  
Prestant 8'  
Prestant 16' discant Vanaf e
Bourdon 16'  
Viola da Gamba 8'  
Holpijp 8'  
Octaaf 4'  
Nachthoorn 4'  
Quint 2 2/3'  
Octaaf 2'  
Mixtuur III-IV-V b/d Samenstelling:
C: 2, 1 1/3, 1
f: 4, 2 2/3, 2, 1 1/3
f': 8, 5 1/3, 4 2 2/3, 2
Trompet 8' b/d Metalen stevels en koppen

Pedaal C - d'

 
Aangehangen  
Panofortetrede De Quint, Octaaf 4' en 2', Mixtuur en Trompet kunnen door middel van deze trede in 1 keer worden uitgeschakeld. De trede moet daarbij constant ingedrukt worden gehouden

 



1863:
Op 8 januari komt de 'bijna geheele vernieuwing van het orgel' aan de orde in het College van Toezicht (Zie verbaal 1). Er wordt verzocht om een lening te mogen sluiten van f 2.490,- tegen een rente van 4% en af te lossen in termijnen van f 200,- vanaf mei 1865.
Op 12 maart geeft het College van Toezicht toestemming voor de orgelplannen. Zie (verbaal 8/6). (30) (31)

De ingebruikname door ds. van Loenen met een preek over psalm 33 vindt plaats op 21 september 1863. 's Middags geeft Petrus van Oeckelen een concert. Ook mej. van Loenen bespeelt het orgel.
Een paar Beilenaren vinden het niet gepast 'om het ons verschafte amusement van Zondag namiddag, met den naam van Concert te bestempelen'.

Provinciale Drentsche en Asser courant 24-09-1863, 1909-1863


Foto: Geert Jan Pottjewijd

1864: Op 19 april wordt een brief behandeld van koster/organist A.H. Dikboom. Hij wil graag teruggaaf van de betaalde grondbelasting voor zijn huis.
Er wordt besloten dit verzoek niet te honoreren. (18)
Op 22 juli maakt de kerkvoogdij een nieuwe instructie met 7 artikelen voor de koster/organist. 6 van de 7 artikelen hebben betrekking op de kosterstaak. In artikel 4 worden de taken beschreven van de organist: voorlezen, voorzingen en het orgel te bespelen.
In dezelfde vergadering wordt ook de nieuwe organist hoofdonderwijzer Izaak Mulder per 15 augustus benoemd. (18)

De net benoemde hoofdonderwijzer J. Mulder wordt door kerkvoogden en kerkenraad aangesteld als koster/organist.

Provinciale Drentsche en Asser courant 26-07-1864

Uit onderstaand bericht blijkt dat er van het oorspronkelijke orgel weinig werd hergebruikt. Er werd f 2400,- geleend tegen 4% rente per jaar met een jaarlijkse aflossing van f 200,-.

Verslag van Gedeputeerde Staten aan de Staten der provincie Drenthe ..., 1864, 01-07-1864 blz 188

1871: Gedeelte uit een reisverlag 'Van Assen naar Coevorden - fragment uit een onuitgegeven reisje door Drenthe' Deel II.

Provinciale Drentsche en Asser courant 26-04-1871

1872: Viering van de inneming van Den Briel met een fesstrede door burgemeester en koorzang met orgelspel.

Provinciale Drentsche en Asser courant 17-04-1872

1873: In de kerkvoogdijvergadering van 21 februari wordt een uitgave van f 30,45 genoemd voor het orgel.

1875: Het orgel is door de 'verwers' Bakker uit Beilen en Beijer uit Meppel opnieuw geschilderd in zwart met goud.

Provinciale Drentsche en Asser courant 18-06-1875

1882: Bij een blikseminslag wordt een 'pilaster' voor het orgel en de voet van een beeld beschadigd.

Provinciale Drentsche en Asser courant 27-06-1882

1901: Er wordt in de synode geklaagd over het slechte onderhoud van kerk en orgel.

Handelingen der 86ste Gewone Vergadering van de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, ten Jare 1901

1906: In de kerkvoogdijvergadering van 25 april wordt een brief behandeld van het classicaal bestuur omtrent de verzekering. Besloten wordt de kerk te verzekeren voor f 16.000,- en het orgel voor f 1500,-.

1910: Inwoners van Beilen, waaronder koster/organist J. Mulder, protesteren tegen de hoofdelijke omslag van de kerk. Hun protest wordt niet gehonoreerd.

Provinciale Drentsche en Asser courant 10-02-1910


1915/1916: Koster/organist Izaak Mulder overlijdt op 82-jarige leeftijd. Hij was organist sinds 1864.
K.L. Westrup, onderwijzer in Beilen, wordt benoemd als nieuwe organist.

Provinciale Drentsche en Asser courant 27-12-1915, 31-01-1916

1916: In een gezamenlijke vergadering van kerkvoogdij, kerkenraad en schoolvereniging op 14 december wordt overlegd hoe te handelen met de bewoning van de kosterij door koster/organist Westrup. (18)

1917: Er ontstaat een discussie omtrent de combinatie koster/organist en het vrij wonen van de koster/organist naar aanleiding van het overlijden van de vorige functionaris I. Mulder en de benoeming van een nieuwe onderwijzer.
Na veel discussie omtrent de woning, de scheiding van functies wordt een nieuw reglement gemaakt. (18)

1921: Op de kerkvoogdijvergadering van 5 augustus wordt besloten een aantal herstellingen aan de kerk uit te voeren.
Aan de orde komen verfwerk, elektrisch licht. Het orgel zal door Van Oeckelen worden schoongemaakt en gestemd voor f 200,- (18)

Provinciale Drentsche en Asser courant 10-11-1921


Links: een ansichtkaart van voor de verbouwing uit de jaren '30 van de vorige eeuw Rechts: Afbeelding Stichting Orgelcentrum nr. 1348 van na de verbouwing (12)

1922: Organist is Jac Westrup

Het Orgel februari 1923

1923: In de kerkvoogdijvergadering van 23 juli wordt besloten de verzekerde waarde van het orgel te verhogen van f 2.500,- naar f 4.000,- (18)

1925: In januari wordt er een concert gegeven in de hervomde kerk voor het orgelfonds van de Protestantenbond. Zang van ds. Hoekstra uit Beilen en een optreden van het vrijzinnig zangkoor uit Assen.
Op 19 februari een concert ten bate van het comité voor een Provinciaal Ziekenhuis. Het concert werd gegevens door organist L. van Aalst uit Assen en mej. M.W. Servatius zang en viool.

Provinciale Drentsche en Asser courant 19-01-1925, 20-02-1925

1932: In de kerkvoogdijvergadering van 12 februari komt de penibele financiële situatie aan de orde. Men probeert overal kosten te besparen. Ook de organist ontkomt er niet aan. Zijn salaris wordt verlaagd tot f 50,- per jaar. Het vrij wonen blijft gehandhaafd. (18)

1934: In de kerkvoogdijvergadering van 4 oktober komt aan de orde dat organist Westrup voorlopig niet kan spelen. Besloten wordt een advertentie te plaatsen voor een tijdelijke vervanger. (18)
Hetzelfde komt ook aan de orde in de vergadering van kerkvoogden en notabelen op 18 oktober. (24)

Provinciale Drentsche en Asser courant 10-10-1934

1936: Op 15 februari komt in de vergadering van kerkvoogdij aan de orde dat het orgelspel van organist Westrup de laatste tijd zeer te wensen over laat. Besloten wordt met hem te bespreken of er een vervanger kan komen. Dhr. Westrup kan de psalm vooraf aan de dienst blijven voorlezen.
Op 17 februari schrijft orgeladviseur K.M. Luijten op verzoek van de kerkvoogdij een rapport over de toestand van het orgel. Men is van plan de kerk te restaureren.
In de inleiding waarschuwt hij dat het orgel voordat de kerkrestauratie is begonnen uit de kerk verwijderd moet zijn. De kerk moet worden voorzien van een goed verwarmingssysteem, zodat het orgel niet kapot wordt gestookt.
Alleen het orgel restaureren zal een bedrag vergen van f 2.390,- Als het wordt uitgebreid met een zelfstandig pedaal met Subbas 16', Octaaf 8', Gedekt 8' en een tweede manuaal met 6 registers zal dit bedrag stijgen tot f 6.045,-
Hij stelt voor om de Trompet 8' te vervangen en een nieuw pedaalklavier aan te brengen. Het tweede klavier zou in een zwelkast geplaatst moeten worden.
Men besluit later niet met dhr. Luijten in zee te gaan, gezien onderstaand bewaard krantenbericht. (19)

Links het bewaarde krantenknipsel Rechts: een soortgelijk bericht uit De standaard 08-06-1936

Op de vergadering van 18 maart wordt verslag gedaan van het gesprek met organist Westrup. Westrup wil graag in zijn woning blijven en biedt aan de vervanger f 50,- per jaar te betalen als hij de woning kan behouden.
Op 20 april wordt een brief van Westrup behandeld. Hij bedankt als organist. H. Spoelder krijgt als vervanger een tijdelijke benoeming
In mei wordt gemeld dat er een nieuwe organist is aangenomen. Wordt het nu ook niet tijd om het voorlezen van een psalm vooraf aan de dienst over te laten aan een ouderling in plaats van aan de organist? (23)

1937: Onder een bank op de orgelzolder is tijdens de kerkrestauratie een houten bord gevonden met het volgende opschrift: 'Dit orgel is door den heer B. Kerckhof van Groningen in October 1840 uit de Broeder Kerk gebroken en hier geplaatst'.

Provinciale Drentsche en Asser courant 27-04-1937, 29-04-1937

1937-1939: Gedurende deze periode wordt de kerk gerestaureerd.


Het Noorden in woord en beeld, jrg 11, 1935-1936, no 31, 18-10-1935


Foto: Facebook Oud Drenthe in Woord en Beeld Sam Dice Memories



Dagblad van het Noorden 24-03-1939


Provinciale Drentsche en Asser courant 24-03-1939


1937/1938: Tijdens de restauratie van de kerk hield een werknemer van aannemer J.J. Baron een dagboek bij. Daarin komt over het orgel het volgende in voor:
- 14 april Gewaarschuwd om het orgel te dichten voor het stof
- 19 april Weer gewaarschuwd om het orgel te beschermen tegen het stof. Er wordt een bordje gevonden waarop staat dat het orgel afkomstig is uit Groningen en werd geplaatst in 1840.
- 21/22 en 26-27, 29 april Vanwege het slechte weer op 21 april begonnen met de 'bekleding' van het orgel. Daarna worden de werkzaamheden 'bekleding' orgel voortgezet.
- 7 juli Plaats van het orgel besproken. Wanneer het oude orgel blijft staan dan terugzetten naar de muur en hoger plaatsen met meer balkon voor de ramen.
- 20 oktober Overleg met architect: Het beste was een orgelbouwer te raadplegen voor ombouwing.
- 25 februari Architect maakt een schets voor een te maken 'beton?'-vloer voor de orgelgalerij.
- 21 maart Plannen gemaakt voor  een wijziging van de orgelgalerij
- 25 april - 2 mei Slopen en opruimen van de ombouw van het orgel
- 6 mei Orgel schoon gemaakt
- 17 juni Met de aannemer het maken van banken en orgelgalerij besproken volgens tekening. Volgens de aannemer kosten de banken f 2465,-en de orgelgalerij ongeveer f 500,-
- 17 aug Orgelgalerij volgens afgesproken prijs
- 26 oktober Overleg met de architect. Orgelgalerij blijft zitten evenals het orgel. Hier wordt niets aan veranderd. Alleen stukken balustrade naast het orgel worden teruggeplaatst. (29)

In het bestek van de restauratie staat het volgende over de orgelgalerij: 'Het schot met de trap voor de orgelgalerij uit te breken en het trapgat netjes te dichten volgens eisch. Drie stuks balken van de orgelgalerij te vernieuwen en een eigen raveelingsbalk uit den afbraak in te brengen.' (29)

Organist en orgeladviseur Johan van Meurs wordt ook geraadpleegd. (09)
De contacten tussen Van Meurs en Beilen worden gelegd door kerkvoogd L. Nijboer, die hem op 13 juli 1937 schreef: ‘In verband met eventueele verandering van het Kerkorgel, verzoek ik U beleefd, deze dagen even in Beilen te willen komen’.

Pagina uit de dispositieverzameling van Van Meurs. Klik op de afbeelding voor een vergroting

Van Meurs heeft in zijn archief een aantal ongedateerde plannen voor het orgel van Beilen gemaakt. De plannen worden niet gerealiseerd.

Alternatief 01:
Demonteren, laden dichter bij elkaar opstellen
Kast verkleinen
Nieuwe frontpijpen
Prestant 16' vervangen door Voix Celeste
Nieuwe Trompet 8'
Andere samenstelling van de Mixtuur

Alternatief 02:
Prestant 8' front nieuw, binnen oud
Holpijp 8' oud
Octaaf 4' oud
Nachthoorn 4' oud
Bourdon 16' oud
Celeste 8' nieuw (44 pijpen)
Octaaf 2' oud
Nasard 2 2/3' (is de zachter geworden Quint)
Mixtuur 4-5 (anders samengesteld)
Trompet 8'
Pedaal: Subbas 16' nieuw

Alternatief 03:
Prestant 8' front nieuw, rest oud
Holpijp 8' B/D oud
Octaaf 4' B/D oud
Nachthoorn 4' Bas oud, Nasard 2 2/3' Disc oud
Viola di Gamba 8' oud
Voix Celeste 8' nieuw
Octaaf 2' oud
Mixtuur 4-5 nieuwe samenstelling
Trompet 8' B/D nieuw
Pedaal: Subbas 16' nieuw

Alternatief 04:
1e klavier
Prestant 8' front nieuw, rest oud
Holpijp 8' oud
Octaaf 4' oud
Octaaf 2' oud
Mixtuur 4-5 nieuwe samenstelling
Trompet 8' nieuw
2e klavier
Prestant 4' (uit 16', rest aangevuld)
Bourdon 8' (uit 16', rest aangevuld)
Voix Celeste 8' 44 pijpen nieuw
Viola di Gamba 8' oud
Nachthoorn 4' oud
Nasard 2 2/3'
Pedaal
Subbas 16' nieuw
Tremulant

Getuige de vele speelhulpen zou de registertractuur niet meer mechanisch zijn.62

Later stelde Van Meurs een ongedateerd plan op in drie fasen op.63
I, schoonmaak, technisch herstel, klavier 6-8 cm hoger aanbrengen, aanspraak Prestant 16' en 8' verbeteren en aanbrengen Tremulant.
II, de Bourdon 16' C-c plaatsen op 2 kleine pneumatische laden. Bas/discantdeling aanbrengen op C-c/cis-g’’’.
III, Prestant 16' vervangen door Voix Celeste 8' af c, 65% tin.

62 Mogelijk heeft Van Meurs in dit laatste ontwerp creatief gebruik willen maken van het feit dat dit orgel twee ventielenkasten heeft.
63 GrA, toegang 1618, inv. nr. 12.

1938: Op 12 december schrijft kerkvoogd Nijboer aan van Meurs: ‘Daar door Monumentenzorg is besloten het orgel niet te verbouwen, verzoek ik u deze week ten onzen te komen om na te zien wat er moet gebeuren aan het orgel in onze Herv. Kerk’. (09)
Van 15 januari dateert een begroting waarin ook kosten voor het orgel en orgelgalerij staan vermeld. In deze begroting wordt er nog vanuit gegaan dat de orgelgalerij moet worden vernieuwd.
Orgelgalerij  
3M3 eikenhout 660,-
1.25 M3 vurenhout 75,-
werkloon 600,-
diversen 165,-
   
ombouwen orgel 1.500,-

Op 10 februari doet de kerkvoogdij een beroep op de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen voor een aanvullende subsidie, omdat de kosten hoger uitvallen dan gedacht. De orgelgalerij en het orgel blijken in een slechtere toestand dan gedacht.
Op 27 oktober antwoordt architect Boelens op een besluit van 17 oktober van de kerkvoogdij om opzichter Van der Vaart te ontslaan. Hij vindt dit onverstandig om dat voor een goede uitvoering van de werkzaamheden toezicht nodig is. In de brief komt ook het orgelbalkon aan de orde. De architect vindt dat het orgelbalkon gerestaureerd moet worden in plaats van een vervanging. Ook dient het orgel te worden gerestaureerd.
In een werkbeschrijving is te vinden welke werkzaamheden aan het orgelbalkon zouden moeten worden uitgevoerd. (17)

Tekening van december 1937 van een niet gerealiseerd orgelbalkon Klik op de afbeelding voor een vergroting (17)

Op 29 december 1938 raadt Van Meurs de kerkvoogdij aan om offertes aan te vragen bij Flentrop, De Koff, Van Leeuwen, Spanjaard-Amsterdam, Spiering en Valckx & van Kouteren.
Waarschijnlijk heeft hij over Beilen ook contact gehad met Bergmeijer, die op dat moment in Scheemda aan het werk was. Bergmeijer schrijft Van Meurs op 3 februari 1939 het volgende: 'Van het door U opgemaakte plan zal wel niets komen. Verleden week is er een orgelmaker uit Assen geweest. Nu is het mij niet bekend dat daar een orgelmaker woont. Zij hadden van die orgelmaker gunstige informatie. Ook had deze gezegd, dat het niet zooveel behoefde te kosten'.
Op 15 februari 1939 schrijft Bergmeijer: 'Ik heb u reeds geschreven in Beilen te zijn geweest en hoe daar de ontvangst was. Aan de hand van het door U opgemaakte plan, driedeelig, heb ik de volgende prijzen opgegeven. Punt I ƒ 495, Punt II ƒ 110, en Punt III ƒ 80, Tezamen ƒ 685,-De drie punten gelijkelijk gedaan: ƒ 635,= Wanneer dit bedrag hun te hoog was, heb ik voorgesteld, een eenvoudige schoonmaak, vrij gevolgd naar punt I ƒ 365,= (Hiervan 10% voor U). Zoo spoedig ik uit Beilen bericht heb, zal ik u dit laten weten'.
Uiteindelijk werd het orgel slechts ‘een weinig gerestaureerd’ door Emil Neuhauser uit Assen. Volgens een krantenbericht werd het orgel ‘grondig schoongemaakt en gestemd, terwijl het front in een bijpassende kleur is geschilderd’. In dit bericht wordt wel de adviseur, maar niet de orgelmaker genoemd. (09)

1939: Op 11 februari een brief van orgelmaker Spanjaard met een inschatting van de te maken kosten voor de restauratie van het orgel. De kosten bedragen f 450,- Eerder is er al een tekening gemaakt en is het orgel enkele keren bezocht. De kosten hiervoor bedragen f 50,- Een simpele reparatie zal f 300,- kosten. Hij excuseert zich voor het late antwoord. Door een ongeval ligt Spanjaard in het ziekenhuis.
Op 23 maart word het orgel bij de ingebruikname door Van Meurs bespeeld.
Op 13 juni een briefkaart van Van Meurs waarin hij vraagt de nota van april voor verrichte werkzaamheden en de inspeling van f 40,- te voldoen. Hij raadt aan de slechte Trompet op termijn te vervangen door een nieuwe Trompet of een zacht register zoals bv. een Voix Celeste. (19)

In de financiële verslagen van de kerkrestauratie zijn de volgende posten voor het orgel te vinden:
27-02-1939 de Jonge lampen orgel f 25,00
16-05-1939 de Jonge restant nota lampen orgel enz. f 53,57
12-06-1939 aan Neuhausen op rek. 31 (rest voorgeschoten) totaal f 399,46 f 275,00
04-07-1939 aan Neuhausen rest f 500,00
12-07-1939 aan v. Meurs Nota inzake orgel f 40,00
29-07-1939 aan Spanjaard A'dam kerk en concert orgel f 50,00

Men verwachtte eerst dat het orgelbalkon grondig hersteld moest worden. Dit blijkt mee te vallen.
In een overzicht van meer- en minderwerk worden 3 balken genoemd voor een bedrag van f 9,-
Voor de orgelgalerij was oorspronkelijk een bedrag begroot van f 500,-
In een overzicht zijn de kosten voor het orgel gespecificeerd. Deze komen grotendeels overeen met bovenstaande bedragen. De betaling van f 500,- aan Neuhauser wordt niet genoemd.


Foto Drents Archief


In een synodeverslag van 1939 wordt de restauratie ook genoemd. In 1937 werd een subsidie van Hfl 1350,= toegezegd. Dit maal werd de aanvraag afgewezen.

Bijlagen van de Handelingen der Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk, ten Jare 1939

1944: Op 12 september schrijft Muziekhandel Meek aan de Kerkvoogdij dat ze naar Beilen komen om een opdracht te bespreken. (23)

1949: Op 11 juni een brief van Flentrop naar aanleiding van een bespreking met de stemmer van Flentrop.
-De kosten van een nieuwe windmotor in een geluiddempende kist en de aanleg van windkanalen met een automatisch werkende afsluiter bedragen f 800,-
-Uitbreiding met een 2e klavier is technisch gezien zeer lastig. Beter is om het orgel te verkopen en een nieuw tweeklaviers-orgel aan te schaffen
-Een nieuw 2-klaviers orgel van 15 stemmen kost circa f 25.000,-
-Voor een prijsopgave is een tekening van de kerk benodigd en een opgave van het aantal zitplaatsen.
-Mocht er worden besloten geen nieuw orgel aan te schaffen dan wordt aangeraden de Trompet te vervangen door een nieuwe. De kosten zijn f 1.250,-
Op 21 oktober vraagt predikant Koelman advies aan de bouw- en restauratiecommissie van de Hervormde kerk. Hij schrijft niet rechtstreeks aan de Orgelcommissie van de Hervormde kerk (OHK) omdat de plannen nog in een beginstadium verkeren. Misschien moet het orgelfront worden aangepast. Hij vraagt of monumentenzorg inderdaad moet worden ingeschakeld en wat de mogelijkheden voor het krijgen van subsidie zijn.
Op 10 november schrijft M.A. Vente een antwoord op een brief van ds. Koelman. Uit de brief blijkt dat zij elkaar kennen. Vente heeft gehoord dat er plannen zijn om het orgel in Beilen te restaureren. Hij waarschuwt dat de OHK de orgels van voor 1750 beschouwt als de enig ware orgels. Alles wat daarna komt wordt door de OHK als degeneratie beschouwd. Het orgel in Beilen moet worden gerestaureerd volgens de uitgangspunten van de 19de eeuw en niet van de 18de eeuw. Hij wil graag optreden als adviseur voor Beilen. (11, 19)

1950: Op 15 maart stuurt de OHK een brief naar de kerkvoogdij met een uitleg over hun werkwijze.

Op 19 juni schrijft de orgelcommissie van Beilen dat ze weer actief zijn nu er een tweede predikant in Beilen is benoemd. De commissie heeft de volgende vragen:
-Kan de restauaratie buiten monumentenzorg om worden geregeld, omdat het orgel maar 80-90 jaar oud is en geen monumentale waarde heeft?
-Is de keuze voor adviseur vrij? Gedacht wordt aan M.A. Vente.
-Met welke instanties moet er contact worden opgenomen?
Op 26 juni volgt het antwoord van de Bouw- en restauratiecommissie van de Hervormde Kerk:
-Als het orgel niet op de monumentenlijst staat behoeft monumentenzorg niet te worden ingeschakeld.
-Men is vrij in de keuze van de adviseur. Er dienen echter wel gegronde redenen zijn om daar van af te wijken. De OHK heeft meerdere adviseurs.
-Er zijn geen andere instanties.
Een Ongedateerde brief van ds. Koelman aan M.A. Vente: de orgelkwestie is weer in beweging. De nieuwe predikant ds. Van Es is een groot orgelliefhebber en speelt ook uitstekend orgel. Er is nog geen beslissing over een orgeladviseur. Komt Vente op 12 augustus?
Op 28 juli meldt ds. Koelman aan M.A. Vente dat de Rijksorgelcommissie op 12 augustus het orgel zal bezoeken.
Op dezelfde datum vraagt de orgelcommissie uit Beilen raad aan Dr. Oussoren. Men heeft moeite met het kiezen van een adviseur. Kan een gesprek in Wassenaar worden gepland?
Op 3 augustus schrijft Flentrop dat hij van mening is dat het orgel is gebouwd door Van Oeckelen in de tweede helft van de vorige eeuw. De grote ruimte in de kas duidt er niet op dat het orgel groter is geweest. Het heeft meer een architectonisch betekenis.

Een eerste concert voor het orgelfonds wordt gegeven door Ds. A. van Es uit Beilen als organist en het hervormde kerkoor onder leiding van dhr. A. de Bruyn. De meeste nodige werkzaamheden aan het orgel zijn een nieuwe windmotor en vernieuwing van de blaasbalg. De avond bracht f 82,- op.

Nieuwsblad voor Beilen 04-08-1950 Concert tbv. restauratiefonds

Op 5 augustus is er een brief van een onbekende persoon uit Breda. Hij is zeer geďnteresseerd in de bevindingen van de rijksorgelcommissie.
Op 18 augustus weer een brief uit Breda. Nu gericht aan ds. Van Es. Zij blijken elkaar goed te kennen. Schrijver maakt zich bezorgd over de restauratie van het orgel.
Op 16 oktober vraagt de kerk de OHK om advies voor een mogelijke restauratie. De OHK antwoordt op 20 oktober. Ze verklaart zich daartoe bereid. Dr. H.L. Oussoren en D. Hendrikse zullen eerst het orgel bezoeken. De kerk wordt verzocht zoveel mogelijk gegevens over het orgel te verzamelen. Vermoedelijk bevat deze notitie de gevraagde informatie. Helaas wordt de bron niet vermeld. De inhoud is voor het grootste deel correct. De bouwer van het orgel te Groningen was echter niet Van Oeckelen, maar zeer waarschijnlijk Timpe. Ook de vermelding Der-AA-kerk is niet correct.
Van 24 oktober dateert een brief van de orgelcommissie van Beilen aan de OHK. In de brief staat dat het orgel rond 1820 is gebouwd door Van Oeckelen voor Groningen. Het werd in 1840 overgeplaatst naar Beilen. Onderhoud door Flentrop. De commissie vraagt of restauratie van het orgel de moeite waard is en of een uitbreiding met een 2de manuaal en een zelfstandig pedaal mogelijk is. Is het noodzakelijk het oude orgel te verkopen en een nieuw orgel aan te schaffen?
Op 26 oktober schrijft Dr. Oussoren aan ds. Koelman van Beilen dat hij en Dolf Hendrikse het orgel op 2 november willen bezoeken. Op 31 oktober meldt Oussoren dat ze pas 's avonds komen en of er logies geregeld kan worden.
Op 13 november schrijft Oussoren een verslag van zijn onderzoek in Groningen naar het orgel van Beilen. Het was helaas niet mogelijk het archief te raadplegen. Op basis van veronderstellingen komt hij tot de volgende theorie: het orgel komt inderdaad uit de Broederkerk te Groningen en is bij de afbraak van de Broederkerk in 1890 verplaatst naar Beilen. Boven de orgelkas was vermoedelijk een rozet aanwezig (zie tekening). Is het mogelijk verder archiefonderzoek te doen? (11, 19)

Op 14 november schrijft ds. J.W. Koelman aan de gemeentearchivaris van Groningen dat de voorzitter van de orgelcommissie in Beilen ds. A. van Es aanstaande donderdag het archief wil bezoeken in verband met de restauratie van het orgel. In het archief van Assen heeft men al wat gegevens gevonden en daar raadt met aan ook het archief in Groningen te bezoeken. Uit de brief blijkt dat er al veel gegevens over het orgel zijn verzameld.
Van 14 november dateert een brief van de rijksarchivaris van Drenthe. Hij heeft in de 'Rekening en verantwoording der ontvangsten en uitgaaf Hervormde Gemeente Beilen' een post gevonden bij de buitengewone inkomsten 'Ontvangst van het orgel' van f 1.550 en bij de uitgave een post 'Gehele uitgaaf voor het orgel' van f 1.523,-  
Op 16 november meldt de rijksarchivaris van Drenthe dat hij een advertentie heeft gevonden in de Groninger krant van 16 juni 1840, waarin het orgel te koop wordt aangeboden. 
Op 27 november komt er een brief van het archief in Groningen met de volgende informatie:
 - In 1836 was er een orgel in de Broerkerk volgens een inventarisbeschrijving
 - In 1830 wordt gemeld dat altaar en orgel nog niet kunnen worden besteld omdat alle inschrijvingsbiljetten nog niet terug zijn.
 - Kerkvergadering 13 augustus 1841: Het nieuwe orgel wordt ingewijd op 9 september
 - 8 december 1841 worden beide orgels van de voormalige gemeenten Der Aa en Guldestraat voor f 130,- verkocht aan muzikant Kerkhoff
Op 2 december 1841 een nieuwe brief van het archief in Groningen. De archivaris vindt het eigenaardig dat het orgel van de Broerkerk niet wordt genoemd en de beide andere orgels wel. Hij beloofd zich te melden als hij nog iets vindt. (11, 19)

1951: Van 8 januari dateert het rapport van de OHK op basis van een bezoek op 2/3 november 1950. De OHK vindt het een typisch romantisch negentiende eeuws orgel en ongeschikt voor de huidige tijd. De klank is niet helder genoeg. Het heeft teveel grondstemmen met te weinig boventonen. De orgelkas is voor het kleine aantal registers veel te groot, waardoor de klank niet wordt gebundeld. Restauratie heeft alleen zin als het orgel radicaal wordt gewijzigd qua windladen, pijpwerk en dispositie. Het zal echter een orgel blijven uit de vervaltijd van de orgelbouw en de kosten wegen niet op tegen het uiteindelijke resultaat. Men adviseert nieuwbouw.
Een nieuw orgel zal veel minder plek innemen dan het oude orgel, waardoor er op het orgelbalkon zitplaatsen vrijkomen. Aanschaf van een nieuw orgel is kostbaar, maar door het reserveren van registers kan men de kosten over een grote periode verdelen.
De OHK is graag bereid het advies nader mondeling toe te lichten.
Men constateert aan het orgel de volgende gebreken:
 - De windmotor is ongeschikt en staat in de torenruimte opgesteld, waardoor koude lucht naar het orgel wordt getransporteerd. Dit is slecht voor de windladen. De motor maakt veel lawaai.
 - De windkanalen zijn te nauw, waardoor bij vol spel het geluid weg zakt.
 - De windlade heeft een open kwast in het hout, waardoor er wind verloren gaat.
 - De blaasbalgen zijn op een paar punten lek.
De OHK stelt voor het orgel aan een katholieke kerk te verkopen, waar het beter zou passen. (11, 19)


Tekening uit 1951? Klik op de afbeelding voor een vergroting

1953: Op 2 juni schrijft Flentrop aan de kerkvoogdij dat aan de stemmer verzocht is een rapport over het orgel te schrijven. Dat zou geld gaan kosten vandaar dat Flentrop een voorlopig rapport maakt op basis van de aanwezige kennis.
Het orgel is niet van buitengewone artistieke waarde, maar verdient wel gerestaureerd te worden. Een restauratie zal circa f 5.000,- gaan kosten. Levertijd is ongeveer 2,5 jaar.
Op 1 oktober stuurt de OHK een nota van f 125,- voor advieswerk. (11, 19)

1954: Op 6 mei vraagt de OHK of de nota van 1 oktober 1953 van f 125,- betaald kan worden.
Op 8 november wordt het verzoek om betaling herhaald en uitgelegd dat de nota betrekking heeft op het rapport dat Oussoren en Hendrikse va 8 januari 1951. (11, 19)

1955: De OHK constateert op 24 mei dat de rekening van 1 oktober 1953 nog steeds niet is betaald en verwijst naar eerdere aanmaningen. (11, 19)

1956: Op 29 juni vraagt de Vereniging van Kerkvoogdijen om de f 125,- aan de OHK te betalen.
Op 9 september vraagt de organist van de kerk of er een nieuw pedaalklavier geplaatst kan worden. De toetsen zijn te kort en te breed en de ligging ten opzichte van het klavier is ook niet correct.
Op 13 november meldt de Vereniging van Kerkvoogdijen dat ze de OHK op de hoogte hebben gesteld van de bezwaren over de nota van 1 oktober 1953.
Op 21 november beantwoordt Flentrop en brief uit Beilen van 17 november. De prijs voor een nieuwe windmotor bedraagt nog steeds f 875,- Het pedaalklavier ligt inderdaad niet correct. Het vervangen daarvan is een dure zaak, omdat de mechaniek daarop aangepast moet worden. Bij een volgend bezoek zal een calculatie worden gemaakt. (11, 19)

1957: Blijkbaar heeft de kerkvoogdij van Beilen geprotesteerd (brief is nooit aangekomen) tegen de hoogte van de noat van f 125,- en om vermindering gevraagd. Men beroept zich op de slechte financiële positie van de kerk.
De OHK beantwoordt deze vraag op 17 januari en vraagt om een nieuwe brief waarin wordt uitgelegd waarom men het bedrag niet kan betalen. Ook wordt gevraagd naar de stand van zaken rond het orgel.
Op 22 januari schrijft de vereniging van kerkvoogdijen dat de kerkvoogdij van Beilen direct contact moet opnemen met de OHK.
Op 13 februari dankt Flentrop voor de opdracht om voor f 875,- een nieuwe windmotor te plaatsen. Logieskosten van de monteurs zijn inbegrepen. Is de spanning inderdaad 3 'phasen' 220/380 volt wisselstroom?
Op 26 februari stuurt de OHK een uitleg omtrent hun werkwijze.
Op 27 februari schrijft de OHK dat men een kanttekening heeft gemaakt van het feit dat de rekening van f 125,- zo laat werd ingediend. Ook blijkt uit het schrijven van de kerk dat men het financieel zeer moeilijk heeft.
Het bedrag wordt verlaagd naar f 45,- en er wordt een nieuw bezoek gepland om kennis te maken met de organist. Ook wordt dan bekeken of de geplande plaatsing van een nieuwe windmotor correct is.
Op 2 maart bedankt ds. van Es voor de bemiddeling en verzoekt de OHK contact op te nemen met dhr. Bootsma. Van Es vertrekt naar Hengelo. Uit de brief blijkt dat er een orgelmotor is besteld bij Flentrop.
Op 5 mei vraagt de OHK aan de kerkvoogdij voor welk bedrag het orgel is verzekerd. Later is op de brief geschreven dat de kerk is verzekerd voor f 563.000,- Het orgel is niet apart vermeld. 'Het orgel is hier overigens ook van weinig waarde en heeft zeker geen historische waarde'.
Op 20 juni schrijft de kerkvoogdij wanneer er nu iemand langs komt. De orgelmotor is bij Flentrop besteld maar nog niet gekomen. Het zou goed zijn dat men naar Beilen komt voordat de windmotor wordt geďnstalleerd.
Op 4 juli schrijft Flentrop dat het mogelijk is een nieuw pedaalklavier van C-d1 te installeren voor f 745,- Hiervoor moet echter wel de tractuur van het manuaal worden gewijzigd.
Van dezelfde datum is een tweede brief van Flentrop over de windvoorziening. De nieuwe windmotor heeft capaciteit voor 19 registers, maar door de vele lekkages blijkt de capaciteit onvoldoende. Er zijn 2 mogelijkheden: gratis een nieuwe windmotor installeren of het orgel laten reviseren volgens de opgave van 20 oktober 1955.
Op 9 juli schijft de OHK dat het verzekerd bedrag van f 20.000,- voor het orgel te laag is. Dit moet minstens f 40.000,- zijn.
Op 1 augustus schrijft de kerkvoogdij een brief aan de OHK voor Lambert Erné. Ze sturen de offerte van Flentrop door voor het plaatsen van de windmotor. De windmotor is inmiddels geplaatst, maar Flentrop vindt de plaatsing niet helemaal geslaagd. Door lekkage van de windladen is de capaciteit toch nog niet voldoende.
Op 16 september schrijft Flentrop dat de kosten voor het aansluiten van de windmotor op het stroomnet buiten de offerte valt. De rekening van Eleveld wordt dan ook teruggestuurd.
Op 14 oktober schrijft Flentrop dat ze niet op de hoogte waren van de controle op de installatie van de windmotor door de OHK. Dit duurt vaak nogal lang, waardoor de betaling van de factuur ook lang gaat duren.
Op 15 oktober blijkt de rekening van Flentrop nog steeds niet te zijn betaald omdat er nog geen advies ligt van de OHK. Erné en Hülsmann hebben zich er mee bezig gehouden.
Op 30 december bericht de OHK dat 2 medewerkers een bezoek hebben gebracht aan het orgel, maar dat er nog een tweede bezoek nodig is voor proeven met de windvoorziening. (11, 19)

1958: Op 8 januari maant Flentrop de kerkvoogdij om de rekening van f 875,- voor de installatie van de windmotor te betalen.
De kerkvoogdij wil dat de medewerkers binnen 2 weken (brief 29 januari) naar de windvoorziening komen kijken voor hun oordeel. Flentrop dreigt met een incassoprocedure.
Op 3 februari belooft de OHK dat Lambert Erné en Cor Edskes zeer binnenkort zullen komen.
Op 14 februari schrijft Flentrop dat de rekening voor de windmotor nu toch betaald moet worden. De oorzaak was lekkage in de windladen. Van het aanbod gratis een grotere windmotor te plaatsen is geen gebruik gemaakt.
Op 14 maart schrijft Flentrop dat de rekening van de in juni geplaatste windmotor nog steeds niet is betaald. Omruilen tegen een krachtiger motor kan niet meer gratis, omdat de motor inmiddels te lang gebruikt is. Oorzaak van de problemen is de lekkende windlade en niet de motor. De kerkvoogdij wacht nog steeds op het schriftelijke rapport van Erné en Edskes.
Op 22 maart bericht de kerkvoogdij aan Flentrop dat de OHK de windvoorziening heeft geďnspecteerd. Er is nog geen rapport ontvangen.
Van dezelfde datum is een brief van de kerkvoogdij aan de OHK dat de windvoorziening op 13 februari is geďnspecteerd door Erné en Edskes.
Op 17 september komt dan eindelijk de brief van de OHK. Edskes en Erné hebben het orgel op 13 februari onderzocht. De windmotor is inderdaad ontoereikend voor het orgel in deze toestand. De OHK wil een machtiging om het een en ander met de fa. Flentrop te regelen. Deze machtiging is echter nog steeds niet ontvangen. De kerkvoogdij stuurt op 22 september een machtiging naar de OHK.
Flentrop meldt op 1 oktober dat de rekening na 15 maanden nog steeds niet is betaald en dat ze niets van de OHK hebben gehoord. Ze verzoeken weer om betaling van de rekening. Ook gaat er een brief van Flentrop naar de OHK. Het antwoord van de OHK aan Flentrop komt op 29 oktober. Men verzoekt Flentrop een compromis te sluiten met de kerk voor het omruilen van de windmotor ondanks het feit dat hij niet meer nieuw is.
In november schrijft Flentrop dat ze de motor willen omruilen indien de kerkvoogdij van Beilen een vergoeding geeft van f 7,50 per gebruikte maand. Een nieuwe ventilator kan in 1 ŕ 2 maanden worden geplaatst.
Op 10 december adviseert de OHK de kerkvoogdij van Beilen om met het voorstel van Flentrop akkoord te gaan. (11, 19)

1959: Op 13 januari verzoekt Flentrop de kerkvoogdij de rekening te betalen, vermeerdert met f 7,50 voor elke maand dat de motor is gebruikt. Daarna kan de motor worden vervangen.
Op 21 maart gaat de kerkvoogdij akkoord en belooft de rekening zo spoedig mogelijk te betalen.
Op 27 april schrijft Flentrop naar de OHK dat de rekening is betaald.
Op 29 april bericht van de OHK aan Flentrop dat de kerkvoogdij wil dat Flentrop de orgelmotor omruilt. De f 7,50 per maand zal betaald worden tot en met de maand april.
Op 6 oktober een brief van de OHK aan Flentrop dat de orgelmotor nog steeds niet is geplaatst.
Op 15 oktober meldt Flentrop aan de OHK dat de nieuwe windmotor is geplaatst. (11, 19)

1960: Brief van 24 mei van de OHK. Medewerkers van de OHK zijn in Beilen geweest en hebben geconstateerd dat de windmotor is geďnstalleerd. Door de droge zomer hebben de windladen erg geleden en zijn de lekkages toegenomen, waardoor de windmotor nog steeds onvoldoende capaciteit heeft. Het is verstandig zo weinig mogelijk te stemmen, omdat het pijpwerk schade zal oplopen doordat er te weinig wind is.
In juni een schrijven van de OHK en de bouw- en restauratiecommissie van de Hervormde Kerk dat vooraf aan werkzaamheden aan orgel of kerk contact moet worden opgenomen met beide organisaties.
In juli schrijft de OHK dat men heeft vernomen dat er plannen zijn voor een nieuwe kerk. Vermoedelijk is de OHK in de war met de plannen van de gereformeerde kerk in Beilen om een nieuwe kerk te bouwen. (11, 19)
Op 18 juli stuurt de OHK een herinnering voor de betaling van een nota van f 117,63 (23)

1963: in een brief van 6 december van monumentenzorg wordt gemeld dat het orgel op de Voorlopige lijst de Nederlandse Monumenten staat van geschiedenis en kunst. Dit als antwoord op een brief van de kerkvoogdij van 29 oktober. Werkzaamheden aan het orgel mogen alleen worden uitgevoerd na toestemming van monumentenzorg. (11, 19)

1964: In januari stuurt Flentrop naar de klanten een brief met raadgevingen omtrent de verwarming van de kerk vanwege de strenge winter
Brief van 23 april van de kerkvoogdij aan monumentenzorg. Het orgel vertoont een aantal mankementen en zou gerestaureerd moeten worden. Kan monumentenzorg het orgel inspecteren en wat zijn de mogelijkheden van subsidie?
Op 1 juni vraagt de OHK aan Dr. Oussoren naar aanleiding van een vraag van oud-kerkvoogd Bootsma uit Beilen of een restauratie van het orgel in Beilen subsidiabel is.
Op 25 juli een herinneringsbrief aan monumentenzorg omdat er nog geen antwoord is ontvangen.
Op 26 september antwoordt Dr. Oussoren dat het orgel geen monumentale waarde heeft en dus niet subsidiabel is.
Op 2 oktober een schrijven van de OHK met een uitleg over hun werkwijze en een brief met een bijlage van het Ministerie van OKW dat subsidie helaas niet mogelijk is.
Op 4 november vraagt de afdeling monumenten van het provinciaal museum van Assen aan de kerkvoogdij om gegevens over het orgel. Ze hebben vernomen dat het rijk de subsidieaanvraag heeft afgewezen. (11, 19)
Op 4 november schrijft het ministerie dat de subsidie is afgewezen.
Op 9 november schrijft het bureau Monumentenzorg Drenthe dat ze gehoord hebben dat de subsidieaanvraag door het rijk is afgewezen. Het bureau wil graag weten uit welke tijd het orgel is, wie de maker is en de dispositie. Wat zijn de restauratiekosten?
Van 23 november dateert een telefoonotitie van het bureau Monumentenzorg. Maker is Van Oeckelen. Bouwjaar is 1840. Per brief zal gevraagd worden om een rapport te laten maken door Edskes. (29)
Op 26 november vraagt de kerkvoogdij aan de OHK om een onderzoek van het orgel ondanks het ontbreken van een subsidie.
Op 28 november dient de kerkvoogdij een subsidieaanvraag in bij de afdeling monumenten van het provinciaal museum van Assen.
Op 2 december adviseert de afdeling monumenten van het provinciaal museum van Assen om een rapport te laten maken. Bijvoorbeeld door dhr. Edskes. Handgeschreven is de naam van orgelbouwer Ottes uit Roden toegevoegd.
Op 3 december antwoordt de OHK dat op 8 december Willem Hülsmann langs komt om het orgel te onderzoeken. (11, 19)

1965: Men zet de restauratie van het orgel door. Op 12 januari is er een voorlopig advies vanuit de OHK over het orgel. De dispositie wordt vermeld met als opmerking dat de registers Quint (Quikt) en Mixtuur (Mictuur) foutieve registerplaatjes hebben. Er is een trede voor het uitschakelen van de Bourdon 16', Octaaf 4', Quint 3', Octaaf 2', Mixtuur en Trompet. Het orgel verkeerd, vooral voor de lekke windladen in een slechte toestand. De toets- en registermechaniek rammelen door slijtage. De klavierbak lijkt niet origineel te zijn, wat ook geldt voor het wellenbord van het pedaal. Het pijpwerk is in goede staat met wat stembeschadigingen. Het snijwerk aan de zijkant van het orgel is hersteld met triplexhout dat verwormd is. De orgelkas is in goede staat, maar van overdreven afmetingen. De kosten van herstel worden ingeschat op f 35.000,- ŕ f 40.000,-. Er wordt gedacht aan restauratie door Flentrop, omdat deze orgelmaker het orgel al in onderhoud heeft. Het laten uitvoeren door een kleine orgelmaker zou goedkoper kunnen zijn. Bijvoorbeeld Fama en Raadgever in Utrecht. Het beste is bij beiden een offerte te vragen. Klaas Bolt of Lambert Erné zouden kunnen optreden als orgeladviseur. Erné beschikt over de meeste ervaring.
Op 23 januari 1965 schrijft de kerkvoogdij aan het provinciaal Museum dat er inmiddels een rapport is gemaakt over het orgel. Kan er door de provincie subsidie worden verleend?
Op 23 mei stuurt de kerkvoogdij het rapport door aan de afdeling monumenten van het provinciaal museum van Assen. Ook wordt er weer geďnformeerd naar subsidie.
Op 26 mei verzoekt de kerkvoogdij Lambert Erné naar Beilen te komen voor overleg.
Op 28 april vraagt de kerkvoogdij aan orgelmaker Ottes uit Roden om een kostenopgave te doen voor een restauratie op basis van het rapport van 12 januari. De directeur van het provinciaal Museum in Assen dhr. G.C. Helbers noemde Ottes als mogelijke restaurateur.
Op 1 mei gaat een brief van de kerkvoogdij naar potentiële deelnemers van een commissie, die moet zorgen voor het aantrekken van gelden voor de restauratie van het orgel.
Ottes antwoord op 5 mei dat hij graag op 14 mei langs wil komen om het orgel te inspecteren.
Op 15 mei komt Ottes met een offerte van f 17.159,80. Hiervoor worden de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
-vernieuwing van het klavier, pedaal, bank en lessenaar
-vernieuwing van de gehele mechaniek
-restauratie van de windladen: nieuwe sponsels, pulpeten en slepen voorzien van verende sleepconstructie
-registermechaniek invoeren
-algehele reiniging
-restauratie van het pijpwerk: stemranden repareren, kernsteken verwijderen, expressions verwijderen, etc.
-conducten repareren
-bevestigingssteunen Trompet 8' vernieuwen
-restauratie snijwerk
-herintonatie
Op 26 mei stuurt de kerkvoogdij een brief naar Lambert Erné voor een overleg omtrent de restauratie van het orgel.
Op 7 juni antwoordt Erné dat hij pas na 15 juli kan komen, vanwege verblijf in het buitenland. De kerkvoogdij stelt voor deze bijeenkomst te houden op 16 of 19 juli.
Op 16 juni schrijft de kerkvoogdij aan Erné dat hij welkom is op 16 juli of 19 juli.
Op 3 juli vraagt de kerkvoogdij aan de Generale financiële raad der Nederlands Hervormde kerk of zij subsidie kunnen geven. De aanvraag voor een rijkssubsidie is afgewezen. De geschatte restauratiekosten bedragen f 35.000,- tot f 40.000,-(17)
Op 9 juli een schrijven van de Generale financiële raad der Nederlands Hervormde kerk als antwoord op de van de kerkvoogdij van 3 juli. Subsidies kunnen pas worden verleend na een onderzoek van de financiële draagkracht van de gemeente. (17)
Op 23 augustus doet Lambert Erné verslag van het gesprek dat hij had met de secretaris dhr. Brouwer en de predikant. Hij stelt voor een restauratierapport te laten maken op basis waarvan een offerte door een orgelmaker kan worden gemaakt. Ook zou een offerte kunnen worden aangevraagd voor een kleiner maar nieuw orgel om te onderzoeken of dat goedkoper is. De offerte voor een nieuw orgel zou kunnen worden gevraagd bij Flentrop, Fama en Raadgever en Vierdag. Ook dient bij Monumentenzorg te worden geďnformeerd of er toestemming nodig is voor een restauratie. Is dit het geval, dan kan ook subsidie worden aangevraagd. Ook kan subsidie worden aangevraagd bij gemeente en provincie. Een eventueel nieuw orgel zou kunnen worden opgesteld in de huidige orgelkas. Erné vraag machtiging van de kerkvoogdij om het advieswerk te kunnen starten. Deze machtiging volgt op 27 augustus.
Op 1 oktober gaat er een brief naar de gemeenteleden om te vragen om bijdragen voor de restauratie. Er moet in totaal f 50.000,- bijeen worden gebracht. Eerst dient een startbedrag te worden bereikt om met de restauratie te kunnen beginnen. Er zijn bijvoorbeeld al bijdragen van f 100,- en f 500,- toegezegd. Er werd zelfs een veulen aangeboden.
Op 30 oktober een brief van de kerkvoogdij aan Erné met in de bijlage brieven van 6 december 1963 van de Rijksdienst van Monumentenzorg en een brief aan het ministerie van OKW d.d. 4 november 1964.
van 17 december dateert een brief van monumentenzorg dat kerk en vaste inventaris onder de monumentenwet vallen. Van het torenuurwerk wordt gezegd dat dit niet onder de monumentenwet valt. Voor het orgel dient dit nog te worden vastgesteld. (11, 19)

1966: Op 25 juni vraagt de kerkvoogdij aan Erné om wat meer haast te maken. De bespeelbaarheid van het orgel neemt steeds verder af.
Op 29 juni antwoord van Erné op informatie die hij kreeg uit Beilen. Graag wil hij de bronnen weten van het historische overzicht van het orgel. Deze bronnen zijn van groot belang voor het verkrijgen van subsidie.
Op 6 juli krijgt Erné de brieven toegestuurd uit de jaren '50 toen historisch onderzoek is gedaan door de OHK.
Op 19 juli schrijft Erné dat hij op 21 juli de kerk wil bezoeken om het orgel te inspecteren. (11, 19)


Nieuwsblad voor Beilen 09-09-1966 - Dit bericht suggereert dat er een nieuw orgel moet komen.

Op 30 september schrijft oud-predikant A. Van Es een brief voor het kerkblad Hervormd Beilen. Hij is al bijna 10 jaar weg uit Beilen, maar volgt de ontwikkelingen rond het orgel via het kerkblad. Hij wenst de gemeente veel succes bij de acties en maakt f 10,- over.
In het najaar worden allerlei acties gehouden om geld in te zamelen voor het orgel.

Nieuwsblad voor Beilen 14-10-1966, 28-10-1966, 04-11-1966.


Op 1 november vraagt Erné aan Flentrop en Mense Ruiter om een prijsopgave voor de restauratie van het orgel of de nieuwbouw van een eenklaviers-orgel. De brief vermeldt dat het orgel is gebouwd door Van Oeckelen in 1820. Het orgel zou vroeger kamertoon gehad hebben. Het pijpwerk is afgesneden en van expressions voorzien. Bij de restauratie moet een aparte post worden opgenomen voor het verlengen van het pijpwerk voor herstel van de kamertoon. De windladen hebben door- en bijspraak.
Het tweede gedeelte beschrijft een nieuw te bouwen orgel in de bestaande orgelkas. Overwogen wordt een nieuw klavier en pedaal voor een betere speelmechaniek. Voorgesteld wordt de volgende dispositie:
Prestant 8'
Roerfluit 8'
Octaaf 4'
Spitsfluit 4'
Octaaf 2'
Mixtuur IV-VI bas/discant
Bourdon 16' bas/discant met transmissie voor het pedaal voor C-f'
Er dient een pedaalkoppeling te worden aangebracht. De windmotor kan worden hergebruikt en is van recente datum (11, 19)

Op 5 november stuurt Erné onderstaande informatie naar de kerkvoogdij

  1. Offerte van Flentrop van 3 november. De restauratie wordt ingeschat op f 25.900,- (excl.reis- en verbijfkosten).
    De bouw van een nieuw orgel in de bestaande orgelkas zal een inwendige orgelkas moeten hebben, omdat de bestaande orgelkas veel te groot is voor de gevraagde dispositie. Dit nieuwe orgel kan men leveren voor f 39.700,-
  2. Offerte van Mense Ruiter van 4 november. Ruiter schat de restauratie op f 30.250,- met de volgende stelposten:
     - Ingrijpender herstel balgen f 2.500,-
     - Herstel pijpvoeten wegens tinpest f 2.000,-
     - Wijziging toonhoogte f 2.500,-
    Een nieuw orgel in de bestaande kas kunnen zij leveren voor f 34.000,- (26)
  3. Beschrijving van het orgel en de orgelgeschiedenis. De geschiedenis bevat tal van zaken, die later niet correct bleken te zijn. De bouwer van het orgel dat oorspronkelijk in Beilen werd geplaatst was zo goed als zeker Timpe. De genoemde brand vond plaats in 1820 toen het orgel nog niet in Beilen stond. Verder wordt nauwkeurig beschreven welke gebreken het orgel op dat moment heeft.
    Gebreken:
     -Windladen: door- en bijspraak
     -Mechanieken: Slijtage draaipunten toets- en registermechaniek. Vernieuwde fabrieksmatige winkelhakenbalk
     -Pijpwerk: Sommige versuikerde pijpvoeten. Stembeschadigingen
     -Windvoorziening: in tamelijk goede staat
     -Orgelkas: tamelijk goede staat
     -Klavier: uitgesleten
  4. Vermoedelijk op verzoek van de kerkvoogdij heeft Erné in november een bezoek gebracht aan de jonge orgelmaker Ottes te Roden. Een verslag daarvan sluit hij in. Erné constateert dat het niveau van de orgelmaker op dat moment dusdanig is dat hij deze orgelmaker niet kan aanbevelen.
  5. Conceptbrief voor een subsidieaanvraag
  6. Advies  offertes. Het prijsverschil tussen Flentrop (incl. reiskosten) en Mense Ruiter is f 5.000,- in het voordeel van Flentrop. Ondanks de 2x zo lange levertijd adviseert hij toch Flentrop. Hij vraagt de Kerkvoogdij om een machtiging om met Flentrop in zee te gaan. Nieuwbouw raadt hij af omdat het historisch onjuist is (11, 19)

Op 3 november maakt de orgelcommissie een overzicht van de stand van zaken van de geldinzamelacties. Er is ruim f 20.000,- bijeengebracht via verkopen van oliebollen, een verloting, giften via lijsten en een bazaar.
Op 10 november dankt de kerkvoogdij oud-predikant A. van Es voor zijn meeleven met de restauratie. Er is inmiddels een startkapitaal van f 31.000,- bij elkaar gebracht.
Op 25 november gaat de Orgelcommissie akkoord met het voorstel om het orgel te laten restaureren door Flentrop. (11, 19)


Briefje kerkvoogdij Beilen naar Lambert Erné op 28 november 1966

Op 14 december vraagt de kerkvoogdij Lambert Erné om toezending van enige beloofde stukken, zodat ze in hun vergadering van 20 december een definitief besluit kunnen nemen over de restauratie. (11, 19)

1967: In februari stuurt Erné de papieren voor een subsidieaanvraag. Hij raadt de kerkvoogdij aan een extra post op te nemen voor schilderwerk en vergulding van f 5.000,- De kerkvoogdij is niet tevreden met de huidige kleur. De rayonrijksarchitect dient hier echter wel mee in te stemmen. Erné brengt zijn kosten van f 600,- in rekening. Gezien de tijdsinvestering zou dit eigenlijk hoger moeten zijn, maar hij handhaaft het bedrag.
Op 24 februari verstuurt de kerkvoogdij de subsidieaanvraag naar het Ministerie van CRM. Men denkt f 42.000,- nodig te hebben voor de restauratie. Dezelfde brief gaat naar de provincie.
Op 25 februari wordt Erné door de kerkvoogdij officieel aangesteld als orgeladviseur. In de brief het verzoek of de levertijd teruggebracht zou kunnen worden van vier jaar naar twee jaar.
Op 25 februari schrijft de kerkvoogdij aan de afdeling monumenten van het provinciaal museum van Drenthe dat orgelmaker Ottes niet in aanmerking komt voor de restauratie. Dhr. Erné heeft over hem een negatief advies uitgebracht.
Op 1 maart geeft Erné de opdracht voor de restauratie aan Flentrop. Hij maakt daarbij een voorbehoud voor de subsidieverlening.
Op 10 maart wordt de opdracht door Flentrop bevestigd. De orgelmaker kan nog geen definitieve toezegging doen omtrent de levertijd, maar hoopt de werkzaamheden in de tweede helft van 1969 uit te kunnen voeren.
Op 14 maart stuurt de directeur van het provinciaal museum een briefkaart naar de kerkvoogdij. Erné zou geen orgeladviseur meer zijn voor de Hervormde Kerk en heeft geen overleg gepleegd met orgelmaker Ottes over het orgel in Beilen.
Op 23 maart antwoordt de kerkvoogdij aan het provinciaal museum. Erné is orgeladviseur bij de OHK. Dhr. Erné heeft een rapport uitgebracht over orgelmaker Ottes en toen uiteraard niet gesproken over het orgel in Beilen. De OHK wordt op de hoogte gesteld van deze brief.
Op 29 maart schrijft de OHK aan de directeur dhr. Helbers van het Provinciaal museum dat Erné orgeladviseur is voor de OHK.
Op 10 mei schrijft de OHK dat de 2% die de OHK in rekening brengt voor advieswerk onder de subsidieverlening valt. (11, 19)


Onbekende krant van 11 februari 1967 (29) Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Op 25 augustus schrijft het Provinciaal Museum dat ze de waardering van dit orgel een moeilijke zaak vinden. Het orgel komt niet voor op de rijksmonumentenlijst. Het zou echter jammer zijn als alle noordelijke Van Oeckelen-orgels verdwijnen. Ook is er bij de restauratie van de kerk in de jaren '30 geen subsidie verleend. Er is dus een soort ereschuld. Een subsidie van 20% lijkt verantwoord.

1968: Op 12 januari wordt door het rijk een subsidie toegekend van 20% tot een maximum van f 8.440,- Het bedrag wordt in 1970 uitgekeerd.
Op 6 februari een brief van het provinciebestuur van Drenthe. Ze stellen 15% subsidie in het vooruitzicht. Provinciale Staten van Drenthe zal hierover in mei beslissen.
Op 13 februari geeft de OHK aan de kerkvoogdijen de nieuwe regels door met betrekking tot de te verlenen subsidies.
Op 15 februari wordt een brief naar de gemeente Beilen verstuurd met een aanvraag voor een subsidie. Daarin wordt genoemd dat er al een toezegging van het rijk is van 20%.
Op 17 februari stuurt de kerkvoogdij een brief naar het college van toezicht voor de Hervormde kerk in Drenthe waarin de stand van zaken rond de restauratie wordt toegelicht.
De toezeggingsbrief van het rijk voor 20% wordt doorgestuurd naar Lambert Erné. Ook wordt gemeld dat er een brief naar de gemeente onderweg is. Men informeert wanneer Flentrop met het werk gaat beginnen.
Erné antwoordt op 21 februari dat hij verheugd is over de toezegging. Flentrop wil graag een definitieve opdracht zodat zij het werk in 1969 kunnen uitvoeren.
Na telefonisch contact met de kerkvoogdij meldt orgelmaker W. Eppinga uit Britswerd op 20 februari dat hij graag bereid is het orgel te restaureren omdat het op dit moment onbruikbaar is. De restauratie kan binnen 2 weken beginnen en zal 3-4 maanden duren. Tussentijds zal gratis een luidsprekerorgel worden opgesteld. Eppinga biedt aan het orgel voor f 15.100,- te restaureren. Voor zijn offerte hanteert Eppinga een getypt formulier met geschreven aantekeningen. Onderaan noteert hij het volgende: Een prachtig instrument, doch deerlijk verwaarloosd. Doch krankzinnig om hier f 40.000,- voor te betalen. Voor dat geld kan ik en anderen een compleet nieuw instrument leveren van ongeveer gelijke grootte'. Eppinga krijgt op 23 maart een brief van de kerkvoogdij dat ze niet op zijn voorstel ingaan.
Op 7 maart geeft de kerkvoogdij de definitieve machtiging aan Erné voor de opdracht aan Flentrop. Het orgel wordt steeds slechter bespeelbaar. Is er misschien een noodoplossing mogelijk zonder al te veel kosten? Op 12 maart bedankt Erné voor de definitieve opdracht, maar ziet geen mogelijkheden om het aangemelde probleem via een noodoplossing te laten verhelpen. Dezelfde dag verleent Erné Flentrop de definitieve opdracht.
Op 14 maart verleent het provinciaal college van toezicht voor de Hervormde kerk van Drenthe toestemming voor de restauratie.
Op 21 maart accepteert Flentrop de opdracht en brengt een eerste termijn in rekening. Op 23 apil dankt Flentrop voor de betaling van de 1e termijn.
Op 22 maart stuurt de kerkvoogdij een subsidieaanvraag naar de gemeente Beilen.
Op 23 maart gaat er een brief naar Monumentenzorg met daarbij een getekende verklaring van de kerkvoogden dat ze akkoord gaan met de voorwaarden van de subsidieverlening.
Op 25 april sluit L. de Jong van het Bureau Monumentenzorg zich aan bij het standpunt van zijn voorganger om subsidie toe te kennen door de provincie.
Op 6 mei meldt de kerkvoogdij dat de provincie 15% heeft toegezegd en de gemeente 20%. Men vraagt naar het adres van het Prins Bernard Fonds om ook daar een subsidie aan te vragen.
Het besluit door de provincie om subsidie te verlenen wordt genomen in de vergadering van 17 april. (14)
Op 25 juni komt de brief van het provinciebestuur van Drenthe dat tot een subsidie van 15% is besloten.
Op 23 september meldt Flentrop aan Erné dat ze op maandag 30 september het orgel willen demonteren en overbrengen naar de werkplaats. Flentrop plant ook een bespreking tussen Erné, Flentrop en de Rijksorgeladviseur om de restauratie verder te detailleren.
Op 3 oktober volgt een specificatie van Flentrop aan Erné van alle uit te voeren werkzaamheden. In dit document worden de restauratiewerkzaamheden zeer uitvoerig beschreven. Aan het orgel wordt weinig gewijzigd. Het meeste werk zit aan de windladen, die zijn doorgebogen, waardoor ze volledig gedemonteerd moeten worden en gevlakt. Er wordt een hechthouten dekplaat aangebracht. De onderslepen worden dunner gemaakt, waardoor een masonite bovensleep kan worden opgemonteerd en de sleepconstructie van Flentrop kan worden toegepast. Stokken en roosters blijven ongewijzigd. Volgens Flentrop is de toonhoogte niet gewijzigd. Dit is te zien aan de expressions die zeer consciëntieus en regelmatig zijn aangebracht. De gedekte pijpen zijn voorzien van krantenpapier uit 1863. Dit is de sterkste aanwijzing dat de toonhoogte niet is veranderd.
Op 4 oktober een telefoonnotitie van de kerkvoogdij met Steketee van Flentrop.
-Flentrop vervangt de verwormde delen van de orgelkas
-Schilderwerk valt buiten de offerte
-Elektrische schakeling en windmotor komen tegen de achtermuur
-De offerte is exclusief verblijfkosten. Reiskosten zijn inbegrepen.
Op 10 oktober schrijft J.A. Steketee van Flentrop dat voor het montagewerk in Beilen alleen reiskosten in rekening worden gebracht, omdat de werkzaamheden worden verricht vanuit de werkplaats in Zwolle. De intonatie zal gebeuren door werknemers uit Zaandam, waarvoor logies in Beilen geregeld moet worden.
Op 12 oktober stuurt de kerkvoogdij de gele kwartaalopgaven van het ministerie van CRM naar Erné. Ook wordt de toezegging gemeld van de subsidies door gemeente en provincie.
Op 14 oktober stuurt de gemeente Beilen een brief dat de subsidie van 20% is toegekend.
Op 29 oktober een rekening  van f 211,91 van Elektrohuis Knol uit Beilen voor het aanbrengen van elektra bij het orgel.
Op 2 november komt er een rekening van de OHK van f 89,50 voor een deel van de kosten van het advieswerk.
Op 26 november een rekening van f 1.350,- van Flentrop voor het maken van de onderstukken voor de frontpijpen en van f 1.160,- voor het aanbrengen van bladgoud op de labia van de frontpijpen.
Op 30 november bedankt de kerkvoogdij voor het toekennen van de subsidie en vraagt om een voorschot op de subsidie omdat er al rekeningen zijn betaald.
In november een rekening voor f 9,21 van bouwbedrijf H.E. Stevens uit Beilen voor het leveren van hout.
Op 11 december doet het schildersbedrijf Manak uit Assen een prijsopgave van f 4.180,- voor het schilderen van het orgel.
Op 23 december ontvangt Erné een brief van Corneille F. Janssen, directeur van het Drents museum en Monumentenzorg Drenthe, omtrent het schilderwerk aan het orgel. Hij verzoekt de kerkvoogdij contact op te nemen met hem omtrent de uitvoering van het schilderwerk.
Eind december volgen twee rekeningen voor de kerkvoogdij voor het verblijf van 2 orgelmakers voor 3 dagen in Beilen en 132 koppen koffie.
Erné stuurt op 24 december een rekening van f 589,10 voor zijn advieswerk op basis van de offerte van Flentrop. Hij stelt ook vast dat het eindbedrag van de door monumentenzorg goedgekeurde begroting niet zal worden overschreden.
Het schilderwerk van het orgel wordt in december gegund aan Manak en Zoon uit Assen voor het bedrag van f 4.180,- Het werk dient in overleg met de directie van het Drents museum te worden uitgevoerd.
Op 30 december een rekening van Flentrop voor de tot dan toe uitgevoerde werkzaamheden van f 21.771,62 Er wordt gespecificeerd welke kosten in 1969 zijn te verwachten.
Op 30 december schrijft de kerkvoogdij aan Flentrop dat ze akkoord gaan met heen en weer reizen tussen Zwolle en Beilen voor de monteurs. De schilder Manek en Zoon begint op 2 januari met het schilderwerk.
Op 31 december een overzicht van de kerkvoogdij voor Erné van alle tot nu toe betaalde kosten voor de restauratie exclusief de laatste rekening van Flentrop. (11, 19)

1969: Brief van 6 januari van Erné aan Flentrop, waarin hij vraagt om een overzicht van de tot nu in rekening gebrachte kosten. Het bladgoud op de labia kan nu worden aangebracht omdat het schilderwerk is afgerond.
Op 16 januari ontdekt Flentrop dat op de rekening van 30 december 1968 de al betaalde eerste termijn van f 5.970,- niet in mindering is gebracht. De rekening wordt aangepast.
Op 8 maart stuurt de kerkvoogdij aan het bedrijfschap van het schildersbedrijf formulieren voor het verkrijgen van een subsidie.
De kerkvoogdij stuurt op 19 maart uitnodigingen voor de ingebruikname van het orgel op 2 april om 19:30 uur met een korte zangdienst. Na de dienst een kopje koffie in het Wilhelminagebouw en gelegenheid voor een toespraak.
Op 18 maart meldt de kerkvoogdij aan het provinciebestuur dat de restauratie bijna is voltooid. Is het mogelijk een voorschot op de subsidie te ontvangen?
Op 21 maart dankt de OHK voor de uitnodiging voor de ingebruikname, maar ziet geen kans te komen.
In maart rekeningen voor geleverde koffie voor de orgelmakers (f 58,20), kostgeld stemmers Bos en De Ruiter (f 286,-) en nog een keer 108 koffie (f 32,40).
In maart een rekening van Elektrohuis H. Knol voor levering elektra bij het orgel van f 139,29. Schildersbedrijf Manak & Zoon factureert het schilder- en verguldwerk.

In maart krijgen de leden van de orgelcommissie een uitnodiging om aanwezig te zijn bij de ingebruikname op 2 april om 19:30 met een korte zangdienst. Betrokken instanties en Lambert Erné worden ook uitgenodigd. Zie ook de lijst met uitgenodigden.
Het orgel wordt op 2 april in gebruik genomen met een zangdienst, waarbij Lambert Erné het orgel bespeelt.

Op 10 april volgt de eindafrekening door Flentrop van f 5.287,09 Op de bijbehorende brief een discussie tussen Erné en Flentrop welke informatie nu wel en niet op een orgelfotokaart zou moeten staan. Uit de rekening blijkt ook dat er een nieuwe windmotor is geplaatst.
Op 21 mei meldt Flentrop dat de rekening van eind december 1968 is betaald, maar dat de eindafrekening nog open staat.
Op 26 mei een brief van Erné aan de kerkvoogdij met een overzicht van de stand van zaken met het ministerie van CRM en de basis voor zijn eigen honorarium.
Het eindrapport van Erné en zijn eindafrekening (f 1.177,87) dateren van 26 mei. Erné is zeer tevreden met het eindresultaat. Hij haalt het herstel van de oude windvoorziening naar voren, die nu weer getreden kan worden. Hij beschouwt deze windvoorziening als een overgang tussen de spaanbalgen en de magazijnbalgen.
Op 30 mei bericht de OHK dat het rapport van Erné ontvangen is en dat dhr. W. Hülsmann graag op 3 juni langs wil komen voor het eindrapport van de OHK.
Op 17 juni het eindrapport door W. Hülsmann van de OHK. Hij is zeer tevreden over het eindresultaat en schat de verzekeringswaarde van het orgel nu op f 80.000,- Enkele kleine mankementen worden aan Flentrop gemeld.
Op 10 juli stuurt de kerkvoogdij een brief aan assuradeur Kuik dat de verzekeringswaarde van het orgel moet worden verhoogd naar f 80.000,-
Op 11 juli stuurt de kerkvoogdij een overzicht van de gemaakte kosten naar Erné. Gevraagd wordt of de kosten van de receptie bij de ingebruikname ook voor subsidie in aanmerking komen.
Eind augustus schrijft de kerkvoogdij aan Erné dat ze nu de laatste rekening van f 121,70 van de OHK binnen hebben. (11, 19)


Onbekende kranten (29) Klik op de afbeelding voor een vergroting
Ansichtkaart van rond 1970 (Uitgeverij van der Meulen EEG-M-D-Color 8935)

1970: Op 10 januari schrijft Erné dat de eindafrekening van de OHK niet overeen komt met de informatie die hij heeft ontvangen van de kerk, waardoor hij nog niet alles voor de rijksdienst voor monumentenzorg kan invullen. De kerkvoogdij dient contact op te nemen met de dienst voor de ontbrekende informatie.
Op 16 januari meldt de OHK dat er inderdaad een fout gemaakt en stuurt de correcte gegevens.
Op 5 februari maakt de secretaris van de kerkvoogdij voor Erné een overzicht van de nota's die betrekking hebben op de orgelrestauratie. Alle nota's zijn nu betaald. De provincie heeft al een voorschot betaald van f 5.000,- en de gemeente Beilen van f 7.000,- (11, 19)

1971: Op 16 november stuurt de OHK informatie omtrent de eindafrekening. De kosten van de receptie na de ingebruikname komen niet voor subsidiering in aanmerking.
Op 13 november stuurt Flentrop een nota voor het verhelpen van een storing aan het orgel. De reparatie is wordt onder garantie uitgevoerd.
Op 29 november stuurt de kerkvoogdij de geldelijke verantwoording naar het Ministerie van CRM, het Provinciaal Bestuur en de gemeente Beilen. De inzending wordt vertraagd door het overlijden van de orgeladviseur Erne.
Op 22 december schrijft de gemeente Beilen dat f 12,84 zal worden overgemaakt, als restant van het te subsidiëren bedrag na het betalen van het voorschot van f 7.000,- (19)

1972: Op 10 februari schrijft L. de Jong van het bureau Monumentenzorg dat hij geen contact kan krijgen met Rijksorgeladviseur Oussoren om de financiële verantwoording rond te krijgen.
Op 2 juni volgt de eindafrekening van het ministerie van CRM. De kosten van het historisch onderzoek van f 600,- zijn niet subsidiabel. Het voorschot van f 7.038,- is daardoor te hoog. Er dient f 145,- terug te worden gestort.
Op 8 augustus schrijft de provincie aan de kerkvoogdij dat de provinciale subsidie is vastgesteld op 15 % van f 34.464,20 = f 5.169,63. Er is al f 5.000,- uitgekeerd. Het resterende bedrag zal worden betaald.
Op 14 augustus de eindafrekening met de provincie Drenthe. Er resteert nog een tegoed van f 169,63 (19)
Op 15 september wordt een overzicht gemaakt van de ontvangsten en uitgaven van de restauratie. Er blijkt een positief saldo te zijn van f 8.761, 73 (22)

1973: Op 1 maart schrijft Flentrop aan de kerkvoogdij dat de organist heeft gevraagd of de pianofortetrede kan worden gerepareerd. De kosten worden ingeschat op ongeveer f 180,-.

1976: Op 2 februari meldt de kerkvoogdij aan Flentrop dat er hangers optreden. Kan er dezelfde week nog iemand komen om het probleem te verhelpen?

1979: Op 6 januari vraagt de kerkvoogdij aan Flentrop of het orgel gestemd kan worden. Ook moeten wat kleine gebreken worden verholpen. Toetsen blijven hangen en een stuk snijwerk is losgeraakt.
De kerkvoogdij vraagt aan Flentrop wat de verzekerde waarde van het orgel moet zijn. Flentrop antwoordt op 20 juni dat de vervangingswaarde f 265.000,- bedraagt.

2010: Stef Tuinstra maakt in mei een restauratieplan. Dit plan wordt niet uitgevoerd.

2011: Kaat & Tijhuis uit Kampen voert groot onderhoud met de meest noodzakelijke werkzaamheden. Er wordt weer een restauratieplan gemaakt dat niet is uitgevoerd.


Foto's: Geert Jan Pottjewijd Klik op de afbeelding voor een vergroting


2012: Organist Wim Boer ontdekt op de achterkant van het knieschot van de klaviatuur een met potlood getekende plattegrond van de binnenstad van Groningen.
Het is lastig te achterhalen van wanneer deze plattegrond dateert en wie hem heeft getekend. Het moet na 1903 zijn toen het Academisch Ziekenhuis aan de Oostersingel werd geopend.

2013: Begin oktober ontvangt de kerk een bericht van het Notariaat Midden-Drenthe dat in een testament van een gemeentelid een schenking is opgenomen voor de Protestantse Gemeente Beilen-Hijken-Hooghalen ter grootte van ongeveer € 290.000,-.
In het testament is een bepaling opgenomen dat de schenking uitsluitend besteed mag worden aan het orgelfonds. Het College van Kerkrentmeesters heeft deze schenking in grote dank aanvaard. (34)

Orgelmaker Henk Heideveld voert een deelrestauratie uit. De houten pijpen van de Bourdon 16 worden gerestaureerd. Ze waren verwormd en de lijmnaden lieten los. Er worden loopplanken aangebracht en de winkelbalk wordt gefixeerd.
De windlekkage is verholpen via een tijdelijke oplossing. Het leer is zeer slecht en zou eigenlijk vervangen moeten worden. (07)

Foto: Henk Heideveld (07)

2015: Orgelmaker Henk Heideveld restaureert het pedaalklavier.
Het eiken pedaalklavier is sterk versleten. De toetsen worden uitgestukt en opgevuld met oud eiken. Het raamwerk is ooit met de vloer mee geverfd in een bruine kleur (vloer is nu grijs).
De verf wordt verwijderd met een afbijtmiddel en daarna in de bijenwas te gezet. In het raamwerk van het Pedaal worden nieuwe leren bevoeringen aangebracht.
De toetsveren worden gecontroleerd en op de juiste spanning gebracht. Daarna wordt het Pedaal opnieuw ingeregeld. (08)

Toestand 2014 voor restauratie

Bij de restauratie kwam er ook een groen-/blauwachtige onderste kleurlaag tevoorschijn.


2017: De volledige restauratie van het orgel wordt gestart in september 2017 door orgelmaker Henk Heideveld. Hij wordt bijgestaan door een groep vrijwilligers. Adviseur is Dirk Bakker uit Piershil.
De voortgang van de restauratie is te volgen op facebook: https://www.facebook.com/restauratieorgelbeilen/ (25-07-2025)
Tijdens de restauratie werden kogelgaten ontdekt in de balg van het orgel. De orgelrestauratie wordt vanwege een interne verbouwing van de kerk langdurig stil gelegd.

Nederlands Dagblad 13-10-2017

RTVDrenthe besteedt aandacht aan de vondst. Zie http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/126786/Kogelgaten-gevonden-in-kerkorgel-Beilen (28-07-2024)

De bovenkant van de orgelkas is afgedekt met zink om het orgel te beschermen tegen lekkage. In het zink hebben enkele personen in 1939 hun naam achtergelaten.



 Foto's Henk Heideveld Klik op de afbeelding om te vergroten.


2021: De werkzaamheden om de kerk geschikt te maken als concertlocatie zijn nu zo ver gevorderd dat orgelmaker Henk Heideveld weer verder kan met de plaatsing van het orgel. Tijdens de werkzaamheden aan de kerk lag het orgel opgeslagen in de consistorie van de kerk.
Gedurende deze tijd is er waterschade ontstaan door het foutief plaatsen van een watermeter door de WMD. De waterschade is inmiddels hersteld.
Bij de herplaatsing van de harp op het orgel wordt een opschrift ontdekt: 'W. Lok 1939'. Blijkbaar heeft W. Lok orgelmaker Neuhauser geassisteerd bij de werkzaamheden aan het orgel in 1939.


Foto's: Henk Heideveld (13)


Bronvermelding:
  1. Wikipedia: http://reliwiki.nl/index.php/Beilen,_Prins_Bernhardstraat_12_-_Stefanuskerk
  2. Boek: Het historische orgel in Nederland 1819-1840 blz 223-225
  3. Het Orgel 1967/09 Orgelbouwnieuws
  4. Het Orgel 1969/03 Orgelbouwnieuws
  5. Het Orgel 1969/04 Orgelbouwnieuws
  6. Het Orgel 1969/06 Bij de foto's
  7. E-Mail Henk Heideveld d.d. 19-02-2014
  8. E-Mail van Wim Boer d.d. 4 februari 2015
  9. Boek: Jaap Brouwer - Johan van Meurs Een studie over een pionierend orgeladviseur, Philip Elchers Groningen, 2017
  10. Boek: Lex Gunnik - Repertorium van de orgels gebouwd door Petrus van Oeckelen, orgelmaker te Harendermolen (1990) Blz 154-155
  11. Archief Lambert Erné - Universiteit Utrecht
  12. Archief Jaap Brouwer
  13. E-Mail Henk Heideveld d.d. 24-03-2021
  14. Notulen en bijlagen van de provinciale Staten van Drenthe - Vergadering op 17 april 1968
  15. Victor Timmer: Rooms-katholiek orgelbezit in Groningen en Drenthe in het midden van de 19de eeuw (II) Hetorgel 2002-02
  16. Manuscript Van der Kleij
  17. Drents Archief: 0314-160 Kerkvoogdij Stukken betreffende de restauraties van de kerk te Beilen 1910-1968
  18. Drents Archief: 0314-94 Notulen van het college van kerkvoogden 1821-1934
  19. Drents Archief: 0314-178 Stukken betreffende de restauratie van het orgel in de kerk te Beilen; 1936-1973
  20. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten 125 Indices op de verbalen; 1821-1863
  21. Boek: Willem Jan Cevaal, Johannes Wilhelmus Timpe (1770-1837) Orgelmaker in Groningen, Utrecht, 1997 blz. 60-53
  22. Drents Archief 0314 Nederlands Hervormde Gemeente Beilen 176 Correspondentie over de aanschaf en het onderhoud van diverse orgels; 1969-1979
  23. Drents Archief 0314 Nederlands Hervormde Gemeente Beilen 101 Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken 1909-1976
  24. Drents Archief 0314 Nederlands Hervormde Gemeente Beilen 95 Notulen van het college van kerkvoogden 1934-1952
  25. Boek: Jan Luth (redactie) Wereldberoemde klanken - het Schnitgerorgel in de Der Aa-kerk te Groningen en zijn voorgangers, Walburg pers, 2011 blz. 83
  26. Archief Mense Ruiter
  27. E-Mail d.d. 26 februari 2023 door Peter van Dijk
  28. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten 30 1840 2e halfjaar
  29. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 203 Beilen, NH kerk; 1914-1984
  30. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten Indices op de verbalen 128 1860-1863
  31. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten 65 Verbaal van het verhandelde op de vergaderingen 1863
  32. Groninger Archieven, Notarieel archief, J.J. Cremers, inv. nr 23.54, nr 38
  33. Boek: T.A. Romein, De hervormde predikanten van Drenthe sedert de Hervorming tot in 1861, Groningen: J. Oomkens, 1861 blz. 32
  34.  Kerkblad hervormde kerk november 2013 en http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/70587/Erfenis-van-3-ton-voor-kerkorgels-Beilen (28-07-2024)

Foto Jan Smelik maart 2023



Schrijver Boek of tijdschrift Omschrijving Lex Gunnink Repertorium van de orgels gebouwd door Petrus van Oeckelen  Blz. 154 t/m 158 W.D. van der Kleij Brief aan G.J. Pottjewijd d.d 18 oktober 1990   KNOV Het orgel 1969/03 Orgelbouwnieuws KNOV Het orgel 1969/04 Orgelbouwnieuws KNOV Het orgel 1969/06 Bij de foto's Lambert Erné Restauratierapport uit 1966  

beilenhk02.jpg (25700 bytes)beilenhk03.jpg (25518 bytes)
Foto's: Geert Jan Pottjewijd


 

Restauratie-rapport door Lambert Erné in november 1966

Historisch overzicht van de geschiedenis van het orgel
In de Hervormde kerk van B E I L E N

Alhoewel het orgel van bovengenoemde kerk niet van hoge ouderdom
Is, kon, ondanks veelvuldig speuren het bouwcontract tot op heden
nog niet worden gevonden. Het instrument is namelijk niet voor de
Hervormde Kerk te Beilen gebouwd, doch afkomstig uit een ander gebouw,
alhoewel de vormgeving van de brede orgelkas merkwaardigerwijze als
het ware voor de kerk is geschapen.
Volgens het boekwerk 'De Ned. Hervormde Kerk in haar in- en uitwen-
dige staat' van Ds. Van Oosterzee op blz. 249, zou het instrument
afkomstig zijn uit de Broederenkerk te Groningen en in het jaar
1840 in Beilen zijn geplaatst.
Dat met het onderhavige instrument niet een voordien in deze kerk
geplaatst orgel aangeduid zou kunnen zijn, bewijst het in 1840 verschenen
Deel II van 'van der Aa's Aardrijkskundig Boek de Nederlanden' op
bladzijde 251, aanvangende op blz. 250 met Beilen (onderaan) 'De
Hervormde Kerk te Beilen is een ruim gebouw, van hetwelk men de
tijd der stichting niet met zekerheid weet op te geven, maar het
zeker een der oudste van de provincie Drenthe. Men heeft daar
geen orgel' enz. enz.
Aansluitend op het vorenstaande kan het bericht gezien worden,
Dat M.H. van't Kruijs in 1885 publiceerde op pag. 151 van zijn dis-
positievezameling, waarin vermeldt wordt, dat P. van Oeckelen in
1840 in de R.K. Broederkerk van Groningen een tweeklaviers or-
gel met vrij pedaal van 26 stemmen bouwde.
De datum, voorkomende op de destijds samengestelde Voorlopige Lijst
der Nederlandse Monumenten van geschiedenis en kunst, te weten
1840, is dan ook niet juist. In eerste aanleg dateert het orgel
van vroeger datum.
Een verdwenen opschrift op het orgel luidde: 'Dit orgel is door
de heer B. Kerkhoff van Groningen in Oct. 1840 uit de Broerkerk
aldaar afgebroken en hier geplaatst.' Kerkhoff was echter niet
de maker van dit orgel, doch verkocht de vrijkomende orgels voor
de R.K. kerk, die na 1820 de beschikking over de
Broerkerk kregen en de z.g. schuilkerken sloten.
De inwijding van dit orgel in Beilen vond plaats op 22 November
1840. Het instrument telde 9 stemmen en een vrij pedaal. Het is
hersteld in 1862 en bezit thans 11 stemmen met een aangehangen
pedaal. Als maker laat zich met vrij grote zekerheid van Oeckelen
noemen. De door de Hervormde Gemeente betaalde som be-
draagt volgens opgave f1523.-. (dienst 1843, overlegd aan College
van Toezicht.) Volgens andere geschiedschrijvers ruim f2000.-.
Aangezien een brand vele archiefstukken in het verleden heeft
verteerd is niet meer nauwkeurig na te gaan, welke werkzaamheden
in of omstreeks 1862 werden uitgevoerd.
Niet kan worden aangenomen, dat het instrument na 20 jaren gebruik
geheel is vernieuwd in bedoelde periode. Er is trouwens sprake
van restauratie en uitbreiding in die periode.
Desondanks vertoont het orgel een totaliteit van een éénklaviers- orgel

uit het midden van de vorige eeuw, van de makelij van van Oeckelen.
Alhoewel de huidige toonhoogte normaal kan worden genoemd zijn ge-
dekte pijpen afgesneden en de stemkrullen van de sprekende frontpijpen

lager gedraaid, waarbij deze tegen de hangers en stiften op
meerdere plaatsen gewrongen zijn.
Expressions zijn in de grotere pijpen gesneden en waarschijnlijk
kleinere pijpen afgesneden.
De windladen zijn verdeeld in C en Cis lade, terwijl onder de C lade
een magazijnbalg ligt, die oorspronkelijk zijn wind toegevoerd kreeg
Via het trappen van twee schepbalgen, welke nog onder de Cis lade
liggen en waarvan de trappers zijn afgezaagd. Voor enige jaren is
Een ventilator aan de magazijnbalg aangesloten, die thans deze balg
van wind voorziet.
De dispositie van het onderhavige orgel is als volgt:

Prestant 8 voet
Prestant 16 voet van klein e
Bourdon 16 voet
Holpijp 8 voet
Fluit 4 voet
Octaaf 4 voet
Quint 3 voet
Octaaf 2 voet
Mixtuur 3-4-5 sterk; bas en diskant
Trompet 8 voet bas en diskant
Viola da Gamba 8 voet

De manuaalomvang is van C groot octaaf t.e.m. g 3 gestreept oc-
taaf. De omvang van het aangehangen pedaal is van C groot t.e.m.
d 1 gestreept octaaf.

De opeenvolging op de windlade is een normale gang van za-
ken afwijkende. De lade heeft namelijk twee kleppenkasten, terwijl
de grote en zachte labiaalstemmen voor op de lade staan en de an-
dere op de achterste helft.
De windtoevoer tot de z.g. sterke stemmen kan door middel van
een klep in het toevoerkanaal naar de achterste helft afgesloten
worden. Ter bediening van deze klep is een trede aangebracht.
De opeenvolging is dan aldus:

Prestant 8 voet
Prestant 8 v16 voet vanaf klein e
Viola di Gamba 8 voet
Holpijp 8 voet
Fluit 4 voet
Bourdon 16 voet

Op tweede helft:

Octaaf 4 voet
Quint 3 voet
Octaaf 2 voet
Mixtuur 3-4-5 sterk
Trompet 8 voet

Het geheel is zeer ruim opgesteld in de orgelkas.
De huidige toestand van het orgel vertoont de volgende gebreken:

Windladen: Vrij sterke door- en bijspraak
Mechanieken: Rammelen in de draaipunten, zowel van toets- als van registertractuur. Een winkelhaakregel boven het klavier is vernieuwd en fabriekmatige winkels zijn aangebracht. Van vrij recente datum. Tractuur loopt scheef door onjuiste indeling van de draaipunten.
Windvoorziening: Als voren reeds omschreven. Herstel aansluiting balgen mogelijk voor eventuele storing van toevoer stroom op motor. Tamelijk goede staat wel lekkage aanwezig.
Pijpwerk: Deels door versuikering aangetaste pijpvoeten. Welke in vroeger perioden in lak zijn gedompeld. Hier en daar gescheurde en geknepen pijpranden, tengevolge van stemmen met lekke windladen. Toonhoogten en expressions als boven omschreven. Tongwerk trompet 8 voet heeft vee beschadigingen opgelopen in bekers en bij stemkrukken. Dit tongwerk spreekt slecht aan en is thans niet bruikbaar. In het algemeen voor de bouwperiode weinig kernsteken.
Orgelkas en houtwerk: Hang en sluitwerk van luiken in tamelijk goede staat. Houtworm aanwezig in meerdere houten delen en snijwerk ter weerszijden van de orgelkas.
Klavier: Enige stukjes toetsbeleg zijn verdwenen, het middengedeelte van het klavier is uitgesleten.
Restauratieplan:
Windladen: Geheel uit elkaar nemen, schoonmaken , richten en ev. Bijschaven. Opnieuw verlijmen en slepen voorzien van z.g. moderne sleepconstructie, ter voorkoming van door- en bijspraak. Ventielen ev. Opnieuw beleren, pulpeten vervangen, ev. door schijven.
Mechanieken: Uit elkaar nemen. De oorspronkelijke delen schoonmaken, roestwerend behandelen wat de metalen delen betreft, draaipunten opzuiveren, rammelvrij maken en namaakregel boven klavier vervangen door bij het werk passende nieuwe met idem winkelhaken. Eventueel onbetrouwbaar geworden draadwerk vernieuwen.
Pijpwerk: Schoonmaken, opronden en solderen waar noodzakelijk is. Indien na overleg met Rijksadviseur na demontage en verder onderzoek besloten wordt, voorzover dit noodzakelijk mocht blijken een lagere stemming door verlenging van pijpen te herkrijgen, expressions dicht solderen, kleinere pijpen verlengen en stemkrullen hoger stellen. Het tongwerk geheel herstellen. Het geheel bezien op te vervangen voeteinden i.v.m. versuikering daarvan.
Windvoorziening: Balgen herstellen een aansluiting van schepbalgen op magazijnbalg geheel bruikbaar maken. Trapinstallatie: verlengen van treden, die nu afgezaagd zijn. Motor vrijstaand van de kas achter het orgel met houten kanaal plaatsen.
Orgelkas: Het geheel schoonmaken, hang- en sluitwerk verbeteren en uitgezaagd stuk in onderluik achterzijde aanvullen, noodzakelijk geworden door het verplaatsen van de windmachine. Door houtworm aangetaste onderdelen impregneren daartegen en die delen die een dragende of steunende functie hebben en door houtworm teveel zijn aangetast vervangen.
Conducten: Gedeukte conducten uitdeuken en opnieuw aansluiten.
Klavieren: Klavier van het 'werk' uitbleken, uitgesleten delen vervangen (wit ivoor) verdwenen stukjes aanvullen en op dezelfde wijze nagelen als in aanleg is geweest. Bakstukken en muziekbak nazien, ev, opnieuw verlijmen, onhoudbare delen van gelijke makelij vervangen.

Utrecht, 5 november 1966. Adviseur Lambert Erné


Foto (01) Situatie voor de restauratie van 2017-2022


 
Foto: André van Dijk. 06-02-2010 (01)