Borger, Hervormde kerk

Kerkgebouw:


Foto: Geert Jan Pottjewijd

De kerk en de toren van de Nederlands Hervormde kerk in Borger maken sinds 1976 onderdeel uit van het ontmoetingscentrum, waarin onder meer het gemeentehuis en een ontmoetingsruimte voor ouderen is gevestigd. Via een onderaardse gang is het oude kerkgebouw verbonden met het nieuw gebouwde deel van het ontmoetingscentrum. Deze gang is ingericht als expositieruimte.

De toren dateert uit de veertiende eeuw, dat maken deskundigen onder meer op uit het metselverband met om de andere een strekken- en een koppenlaag.
Het bouwwerk is opgetrokken uit kloostermoppen, op een fundering van zware veldkeien. De stenen werden gebakken van leem, dat gevonden werd in de leemkoel 'De Heeze', ongeveer 400 meter ten zuiden van de kerk. De galmgaten zijn geplaatst in smalle spitsboognissen. De torenspits is van jonger datum, deze dateert uit het einde van de zeventiende eeuw. Het houtwerk daarvan, waaronder ook de schoren van de klokkenstoel, dateert grotendeels uit 1928.
Aan de toren werden diverse malen herstelwerkzaamheden uitgevoerd o.a. in 1840, 1928 en in 1969. De totale hoogte van de toren bedraagt 27,5 meter.
De oorspronkelijke kerk van Borger was gewijd aan St. Willebrordus. Wanneer deze kerk werd gebouwd valt niet meer te achterhalen. Blijkens een tekening in het archief te Assen had de vroegere kerk een schip en een smaller driezijdig gesloten koor. Het koor had steunberen en een stenen gewelf, hetgeen op een gotisch bouwwerk wijst. Het schip was overzolderd, had een ingang in het midden van de lengtezijde en volgens zeggen waren de muren opgevuld met puin en keien: dit doet een in oorsprong romaans schip vermoeden. Wel is bekend dat het bouwwerk in 1666 zo bouwvallig was geworden dat door de Ridderschap van Eigenerfden een bedrag van 150 Carolus gulden beschikbaar werd gesteld voor de restauratie van het gebouw. 
Ruim 150 jaar later, in 1824, werd in opdracht van de Gouverneur van Drenthe opnieuw een onderzoek ingesteld naar de toestand waarin het kerkgebouw verkeerde.
Bij dat onderzoek bleek, aldus het rapport van de ingenieur van de Waterstaat in Drente, 'dat het koor in zeer slechten staat was en dat het zeer gevaarlijk was om daarin menschen te bergen' en dat de gebreken aan het gewelf en de muren van dien aard waren 'dat ze ieder oogenblik konden nederstorten'.
Al met al voldoende reden om geld voor nieuwbouw beschikbaar te stellen. De bouwkosten van de nieuwe kerk, die in 1826 gereed kwam, bedroegen f 6.000,-, waarvan het Rijk f4.000,- subsidieerde. Uit de stukken blijkt overigens dat ook de bevolking destijds een belangrijk aandeel leverde bij de bouw van de kerk. Op grond van een gemeenteverordening waren de ingezetenen zelfs verplicht om de nodige hand- en spandiensten te verrichten.
In de oostelijke eindgevel van het kerkgebouw is ter herinnering aan de nieuwbouw een gedenksteen ingemetseld met het opschrift:
'Door hulp van God en een vleitige band, bragt men in 1826 deze kerk weer tot stand'. Het is een eenvoudig gebouw in waterstaatsstijl zonder grote bouwkundige waarde, maar wel heeft het een belangrijke functie in het dorpsbeeld.
Het kerkgebouw werd in 1975 in het kader van de realisering van het ontmoetingscentrum voor een bedrag van f 500.000,- gerestaureerd. Daarbij werd onder meer het gehele interieur vernieuwd, waarbij de oude vaste banken en de preekstoel zijn verwijderd.

Luidklok en uurwerk:
De huidige luidklok in de kerktoren dateert uit 1949 en weegt 750 kg. De klok werd gegoten in Midwolda door de firma Van Bergen. Tot 1943 hing in de klokkenstoel een klok van veel oudere datum Deze klok uit 1501 en waarschijnlijk afkomstig uit de der Aa-kerk in Groningen werd door de bezetter verwijderd. Het oude uurwerk dat in 1988 in de hal van de toren werd opgesteld is sinds 1855 in het bezit van de gemeente Borger. Een inwoner van Borger, de heer F.A. Beins, droeg zijn bezit in dat jaar voor een bedrag van f 250,- over en plaatste het in de kerktoren.
Op grond van de aanwezigheid van gesmede versieringen, aan de onregelmatigheden van het gebruikte ijzer en aan de aanwezigheid van wijzer en slinger, die er vanaf het begin bij hebben geboord, wordt de ouderdom van het uurwerk geschat op minstens 300 jaar.
Tussen 1855 en ongeveer 1910 heeft het uurwerk in de toren van Borger gefunctioneerd. De wijzerplaat zat ongeveer op de plaats waar deze nu ook zit. In 1988 werd het roestige uurwerk - waarvan diverse onderdelen verdwenen waren van de torenzolder gehaald voor een grondige opknapbeurt, waarvoor de gemeenteraad van Borger f 35000, beschikbaar had gesteld.
De restauratie werd verricht door de firma Velema uit Blija, welk bedrijf diverse nieuwe onderdelen moest ontwerpen, zoals een compleet nieuwe wijzerplaat met aandrijving, een slinger en diverse bronzen lagers en rondsels.
Ook werd een automatisch werkend opwindapparaat geleverd, teneinde te voorkomen dat de klok elke dag met de hand moet worden opgewonden.

Glas-in-lood-ramen:
In 1939 zijn in het toenmalige koor twee glas-in-lood ramen aangebracht, geschonken door de Buiner onderwijzer en tevens secretaris van de kerkenraad Steven Molder
Het ene raam stelt de apostel Petrus voor en het andere de Samaritaanse vrouw.
Het raam voorstellende de Barmhartige Samaritaan is aangebracht in 1946. Dit raam werd geschonken door de ouders van zeventig kinderen uit Alblasserdam en Ridderkerk die in Borger en omgeving in de hongerwinter 1944-1945 een gastvrij onthaal vonden. Het raam, dat de terugkeer van de Verloren Zoon voorstelt, werd in 1956 door de Hervormde Gemeente aangeboden aan ds. D. Mulder ter gelegenheid van zijn 25-jarig ambtsjubileum.

Grafsteen:
De in het middenpad liggende grafsteen, waarvan het opschrift in de loop der tijd is versleten, dekte eertijds het graf van de in 1600 overleden Pieter de la Court, rentmeester van Jhr. Schaep in 't Hooge Veen bij Egten.

Rooster:
Het rooster, dat het kerkerf scheidt van de Hoofdstraat, weerhield eertijds loslopende varkens en ander gedierte om het kerkbof te betreden. In de volksmond werd overigens aan dit rooster een geheel andere functie toegeschreven. Het zou 'de duivel met zijn bokkenpoten' moeten weren van het kerkhof dat tot 1830 nog als begraafplaats werd gebruikt. Het kerkhof was in die tijd aan alle kanten omgeven door een hoge meidoornhaag.

Gemeentehuis/ontmoetingscentrum:
Het gemeentehuis/ontmoetingscentrum, dat in twee fasen werd gebouwd, kwam in 1977 resp. 1984 gereed. Het gebouw is een ontwerp van het Borgerder architectenbureau C. Kalfsbeek. De totale bouwkosten bedroegen rond 5,5 miljoen gulden. Opmerkelijk is de lage gootlijn van het gebouw dat niettemin bestaat uit vijf etages.

Bronnen: Dr. Regn. Steensma Lang de oude Drentse kerken (1977) ISBN 90 246 4213 2 (Bosch & Keuning - Baarn)
Brochure over de kerk vanuit de voormalige gemeente Borger


Foto: Geert Jan Pottjewijd