Coevorden, St. Willibrordus
Informatie over de kerk
Foto: Onbekende
herkomst De oude kerk
uit 1787
De orgelgeschiedenis van deze kerk is niet geheel duidelijk. Er bestaan verschillen
tussen de analyses in de periode tot 1914 van W.D. van der Kleij en de
beschrijving
(met voetnoten 1-15)
zoals Victor Timmer die in Het Orgel van 2002/01 (22) publiceerde.
Het verschil heeft betrekking op het feit of Winkels in 1914 een nieuw orgel
bouwt of dat hij een door Rütter in 1880 gebouwd orgel verplaatst en verandert.
Orgelgeschiedenis volgens de gegevens van Victor Timmer met aanvullingen door Geert Jan Pottjewijd
Na de Reformatie bleef in en om Coevorden toch een aantal mensen wonen dat zich niet
bekeerde tot de nieuwe 'gereformeerde' religie; in later tijd nam het aantal
rooms-katholieken toe, met name door de functie van de stad als garnizoensplaats. Door de
beperkingen in het uitoefenen van hun godsdienstige plichten gingen ze aanvankelijk
veelvuldig ter kerke in Laar, vlak over de grens. Deze (ongewenste) situatie leidde er
uiteindelijk toe dat op 13 juni 1790 in Coevorden een als woonhuis vermomd kerkje in
gebruik kon worden genomen, met als naam Onze Lieve Vrouwekerk.
Het gebouwtje werd al
spoedig te klein en werd daarom in 1818 grondig vernieuwd en vergroot; het werd ook
voorzien van een torentje en gewijd aan St. Willibrordus (01).
Een orgel
was er nog niet direct, zoals een jaar later bleek uit een brief aan de aartspriester in (02): 'Seer gaarne hadden wij ook versogt om een orgel in de kerk,
maar daar de Som van de nieuwe kerkgebouw buyten verwagting hooger is geloopen (
)
niet om durven vragen' [aan Koning Willem I en aan de Gouverneur te Assen].
1818: Volgens het aardrijkskundeboekje van A.J. Oostkamp
was er in 1818 al een orgel aanwezig: 'Alleen te Koevorden is eene Roomsche Kerk,
voor ruim dertig jaaren gesticht, in 1818 geheel vernieuwd, vergroot en met eenen toren
en orgel voorzien'. (21)
Volgns de website
www.orgbase.nl zou Scheuer in 1806 een orgel
hebben geplaatst. Er wordt echter geen bron hiervoor genoemd. (20)
1823: In mei 1823 is
er sprake van een conflict tussen pastoor en 'den geweesen organist of kuster' (03).
Over dit instrument is niet meer bekend dan dat het een 'eenvoudig orgel' betrof (04).
1846:
Ook uit onderstaand
bericht blijkt dat er een orgel aanwezig is geweest.
Drentsche courant 22-12-1846
1847: Er kan worden ingetekend op de financiering voor een nieuw orgel. Het nieuwe orgel vergt een investering van circa f 1.000,-. Tot nu toe is er voor f 600,- ingetekend. Het plan is om het te klein geworden orgel te verkopen aan de hervormde gemeente in 't Laar. Vermoedelijk wordt hiermee het Duitse Laar bedoeld, net over de grens.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 26-05-1847, Drentsche courant 28-05-1847,
Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28-05-1847
1848: Een
collecte onder de 'parochianen' bracht f. 545,-. (05),
Bij
H.D. Lindsen, die een jaar geleden ook al een nieuwe tabernakel en zes houten kandelaars
had geleverd, wordt voor f. 2000,- een nieuw orgel gekocht (06)
Het transport naar Coevorden kostte f. 16,60. (07)
1850:
Het orgel wordt gestemd voor f. 30,-. (08)
Dispostie
volgens
Broekhuyzen: (09)
'Het orgel in de kerk der r.catholieke gemeente aldaar is gemaakt en in 1848
voltooid door H.D. Lindsen, orgelmaker te Utrecht. Heeft 9 stemmen, een handclavier,
aangehangen pedaal twee blaasbalgen, lang 8 vt breed 4 vt.
Prestant Eng. Tin 8 vt
Octaaf 4 vt
Octaaf 2 vt
Holpijp 8 vt
Roerfluit 4 vt
Mixtuur B. 4 st
Bourdon D. 16 vt
Quint 3 vt
Mixtuur D. 5 st.
Tremulant, ventil'
In de kerkinventaris
(10) wordt het omschreven als: 'Een Orgel achtvoetswerk, met aanhangend pedaal en een klavier'.Het oude orgel wordt in voor f. 100,- verkocht aan de parochie in Laar.
In de uit 1803 stammende huiskerk heeft het nog een aantal jaren dienstgedaan. Nadere gegevens ontbreken, maar mogelijk wijst de aanschaf van een harmonium in de jaren
'80 van de 19e eeuw er op dat het toen niet meer bruikbaar was. Toch moet het orgel -
of onderdelen daarvan, zoals pijpwerk - nog tot na de eeuwwisseling aanwezig zijn geweest,
want in 1913 richt de pastoor, bij het verlenen van de opdracht voor een 'tot op dat
moment ontbrekend orgel' (!), het verzoek aan orgelmaker Haupt, 'ob er die
Pfeifen der alte Orgel zurücknehmen wolle.' (11)
Over de verdere lotgevallen van het Lindsen-orgel in Coevorden is niets bekend,
behoudens het feit dat er in 1859 gesproken is over het 'veranderen van het
zangerskoor, het verplaatsen der kolommen onder het orgel' (12),
ongetwijfeld met het oog op het vergroten van de orgeltribune teneinde meer
plaats te bieden aan het koor. Het jaar daarvoor was de kerk al vergroot en
verfraaid.
1855: Joseph Savenije jr. wordt gevraagd een
koortje op te richten, omdat hij kan orgelspelen (17)
1888: Een ornament van het orgel valt naar beneden en treft een
kerkgangster.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 26-06-1888
1895: Als in de
loop van de tijd er steeds meer klachten worden gehoord over het orgel besluit
men tot
nieuwbouw (13).
Het werk wordt opgedragen aan orgelmaker J. Winkels
uit
Boxmeer voor f. 2600,-, waarbij diens plaatsgenoot J. Rasker voor f. 410,- een orgelkas
zou leveren (dat werd f. 450,-).
De bouw van het tweeklaviers instrument
kost uiteindelijk f. 425,- meer door de toevoeging van een extra register (14).
Het bestaande instrument wordt verkocht aan de
Gereformeerde kerk in Vroomshoop. (Zie onderstaande tekst)
Het orgel uit Coevorden werd in 1928 doorverkocht aan de Vrije Evangelische
gemeente in Apeldoorn en daar geplaatst door de fa. Koch. In het huidige orgel
van deze gemeente zijn nog delen uit dit orgel bewaard gebleven (19)
en (20)
Het nieuws van den dag: kleine courant,
d.d. 24 juli 1895, [J.H. Broek Roelofs,
Overzicht van de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Vroomshoop,
1939 blz. 15 (19)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 22-10-1895, Dagblad van
Zuidholland en 's Gravenhage 05-11-1895, Provinciale
Overijsselsche en Zwolsche courant 22-10-1895
1914: Het orgel wordt in 1914 voor f. 479,- door
Winkels overgebracht
naar de nieuwe kerk. (15).
Op 29 november was de
overplaatsing gereed. Deze overplaatsing was begroot op f 375,- plus de kost
voor 2 man en de hulp van een plaatselijke timmerman gedurende enkele dagen.
Voor in totaal f 479,- stond het orgel nu op een zijzolder van de koorzolder.
Ansichtkaart
Vervolg na 1914
1915: Lijst van herstelde orgels.
Het Orgel 1915
april
1924: Installatie van een windmotor.
1935: Zangersdag in
Coevorden.
Ons Noorden 19-05-1936
1962: Het orgel moet gerestaureerd
worden. De firma Gebroeders Vermeulen in Weert krijgt de opdracht. Er wordt een nieuwe orgelkas
gemaakt. De tractuur
wordt gewijzigd naar elektro-pneumatisch. De dispositie wordt gewijzigd en er
wordt pijpwerk van
Vollebregt uit een orgel afkomstig uit Gorichem toegevoegd. De speeltafel wordt elektrisch en
vrij opgesteld op het zangkoor. Voor elk registers wippers en tuimelaars. Er
komen twee nieuwe
regulateurbalgen. De kosten komen op f. 30. 000, -. Adviseur is Dr. P. J. A. M. de Bruijn, lid van de
Katholieke Orgelraad.
1963: Het orgel wordt op 22 december
in gebruik genomen. Organist J. Heinrink uit Soesterberg bespeelt het orgel.
Het zou toen zijn verhuisd
vanuit een zijzolder? naar de huidige locatie (17)
Foto Reliwiki (16)
Dispositie:
Manuaal I | Manuaal II | Pedaal | |||
Praestant | 8' | Salicionaal | 8' | Subbas | 16' |
Roerfluit | 8' | Bourdon | 8' | Prestant | 8' |
Octaaf | 4' | Prestant | 4' | Gedekt bas | 8' |
Fluit | 4' | Violine | 4' | Octaaf | 4' |
Octaaf | 2' | Fluit | 2' | ||
Mixtuur | III | Quint | 1 1/3' | ||
Trompet | 8' | Sesquialter | II |
Koppelingen: Pedaal - Manuaal I; Pedaal - Manuaal II; Manuaal I -Manuaal II; Pedaal - Manuaal II 4'.
Drukknoppen: Automatische pedaalomschakeling (AP); Vrije combinatie (VC);
Vaste combinaties: Piano (P); Mezzoforte (MF); Forto (F); Tutti (T); Oplosser voor 2 t/m
6; Tongwerkafsteller (TA).
Foto Reliwiki (16)
1980: Tijdens de restauratie van de kerk is het orgel niet
goed beschermd. Door de inwerking van stof en puin wordt hetonbespeelbaar. Er
wordt tijdelijk gebruik gemaakt van een luidsprekerorgel voorin de kerk (17)
1984: Er wordt f 25.000,- bijeengebracht voor de
restauratie van het orgel (17)
1986: De firma Kaat en Tijhuis uit
Kampen voeren een opknapbeurt uit. Er vinden geen veranderingen plaats.
De ingebruikname
is op 25 april
door de organist van de Hervormde kerk Henk Plasman. De kerkoren van beide
kerken werken mee. Uitgevoerd worden het Magnificat van Hendrik Andriessen, delen uit de Missa Brevis van Mozart en psalm 100 voor dubbelkoor van Heinrich
Schütz. (17)
Kerk en Muziek
1987-02
Noten:
Fotoreportage-01 orgel door A.A. Lukassen uit december 2006 (09)
Fotoreportage-02 orgel door A.A. Lukassen uit december 2006 (09)
Bijlage Weert, 6 juni 1962. de orgelbouwers, Gebrs Vermeulen-Kerkorgelbouwers NV, Weert.
Orgelplan R. K. kerk te Coevorden.
Nieuwe dispositie
Manuaal I. | C-g’’’ | Aantal pijpen |
1. Prestant | 8’ | 56 |
2. Roerfluit | 8’ | 56 |
3. Octaaf | 4’ | 56 |
4. Fluit | 4’ | 42 |
5. Octaaf | 2’ | 56 |
6. Mixtuur | 3 st. | 156 |
7. Trompet | 8’ | 56 |
Manuaal II | C-g’’’ | |
8. Salicionaal | 8’ | 56 van Gamba |
9. Bourdon | 8’ | 56 |
10. Prestant | 4’ | 56 |
11. Violine | 4’ | 56 |
12. Fluit | 2’ | 56 |
13. Quint | 1 1/3’ | 44 uit Salicionaal vanaf klein c |
14. Sesquialter | 2 st. | 112 |
Pedaal | C-f’ | |
15. Subbas | 16’ | 30 van Bourdon |
16. Prestant | 8’ | uit nr. 1 |
17. Gedektbas | 8’ | 12 uit nr. 14 |
18. Octaaf | 4’ | uit nr. 1 |
-------- | ||
Totaal aantal pijpen | 970 |
Koppelingen.
19. Pedaal - Manuaal I
20. Pedaal - Manuaal II
21. Manuaal I - Manuaal II
22. Pedaal - Manuaal II 4’
Drukknoppen.
1. Automatische pedaalomschakeling
2. Een vrije combinatie
3. t/m 6. Vier vaste combinaties F. MF. F. Tutti
7. Oplossers voor de nrs. 2 t/m 6
8. Tongwerkafsteller
Omschrijving.
art. 1
Het orgel hetwelk in 1880 door de fa. Rütter, volgens het mechanisch systeem werd gebouwd
met 13 registers, verdeeld over 2 klavieren en een aangehangen pedaal, is zeer ongunstig
opgesteld, waardoor zeer weinig geluid in de kerk komt. Gewenst zou het dan ook zijn het
orgel over te brengen naar het open deel van het zangkoor. Om het orgel omhoog te brengen
is het nodig dat het volgens het elektro-pneumatisch systeem wordt omgebouwd. Alle
onderdelen hiervoor worden nader in de omschrijving genoemd. De eventueel niet meer te
benutten delen van het orgel vervallen aan de orgelbouwers.
art. 2.
De speeltafel wordt nieuw en gemaakt naar het rein elektrisch systeem, met het
koppel-apparaat in de speeltafel. Alle contacten worden van zilver, de draden van
elektrolytisch koper. De speeltafelkast, het pedaalklavier en de organistenbank worden van
massief eikenhout vervaardigd. De platte toetsen der handklavieren worden met ivoor belegd
terwijl de semitoetsen zwart gepolitoerd worden. De inrichting en afmeting van de
speeltafel is volgens de meest gebruikelijke manier. De speeltafel wordt vrij op het
zangkoor opgesteld.
art. 3.
De windladen worden van mahoniehouten raamwerk, evenals de boven- en onderstukken, terwijl
de relais voorzien worden van zwakstroom wipmagneten welke inductievrij zijn gewikkeld en
tegen roest van een duurzame cadmiumlaag zijn voorzien. De membranen worden van prima
bruin spaltleder gemaakt. De onderstukken worden geschroefd.
art. 4.
De pijpen zijn van de samenstelling zoals bij de dispositie staat vermeld. Er waren enige
registers méér geplaatst als op het bestaande orgel, andere registers worden door nieuwe
vervangen, dit om ook modernere orgelliteratuur te kunnen spelen. Thans wint het orgel
aanmerkelijk aan karakter en speelmogelijkheid. De bestaande pijpen welke wederom worden
benut, worden gereinigd, opgevormden uitgedeukt, overgeïntoneerd en met de nieuwe pijpen
zuiver afgestemd. Aan een vlugge en duidelijke aanspraak wordt de grootste zorg besteed.
art. 5.
De bestaande orgelventilator wordt wederom benut. Om echter een regelmatiger windverdeling
te krijgen worden er 2 nieuwe regulateurbalgen aangebracht welke, zo mogelijk, in de
orgelkast worden geplaatst.
art. 6.
De orgelkast wordt nieuw en van massief eikenhout vervaardigd. Deze wordt zo opgesteld dat
de onderkant ongeveer 2, 25 meter van de vloer van het zangkoor komt, zodat praktisch het
gehele zangkoor vrij komt voor de zangers. De bestaande frontpijpen worden wederom benut
en er zal een schets worden gemaakt hoe of de opstelling zal worden.
art. 7.
De kabels voor verbinding van de speeltafel met het orgel zullen speciale orgelkabels zijn
welke door de orgelbouwers worden aangesloten. Voor het opwekken van de gelijkstroom voor
de elektrische tractuur van het orgel wordt een metaalgelijkrichter medegeleverd van het
fabrikaat Westinghouse. De kosten voor aanleg, levering en eventuele wijziging van de
wterkstroomleidingen en automatische schakelaars, alsmede de aansluiting van de ventilator
en de gelijkrichter op het lichtnet blijft voor rekening van het kerkbestuur en kan door
een elektriciën, aan te wijzen door dit bestuur, worden bewerkt.
art. 8.
Het inwendige van het bestaande orgel wordt door de orgelbouwers deskundig gedemonteerd en
voor nadere bewerking naar de ateliers der orgelbouwers vervoerd.
Weert, 6 juni 1962. de orgelbouwers,
Gebrs Vermeulen-Kerkorgelbouwers NV, Weert.