Coevorden, St. Willibrordus
Informatie over de kerk


De oude kerk uit 1787

Fotoreportage-01 orgel door A.A. Lukassen uit december 2006 (09)
Fotoreportage-02 orgel door A.A. Lukassen uit december 2006 (09)

De orgelgeschiedenis van deze kerk is niet geheel duidelijk. Er bestaan verschillen tussen de analyses van W.D. van der Kleij  en de beschrijving zoals Victor Timmer die in "Het ORGEL" van 2002/01 publiceerde. (zie hieronder)
Het belangrijkste verschil heeft betrekking op het al of niet bouwen door Wilhelm Rütter van een nieuw orgel in 1880.

Orgelgeschiedenis volgens de gegevens van Victor Timmer

Na de Reformatie bleef in en om Coevorden toch een aantal mensen wonen dat zich niet bekeerde tot de nieuwe 'gereformeerde' religie; in later tijd nam het aantal rooms-katholieken toe, met name door de functie van de stad als garnizoensplaats. Door de beperkingen in het uitoefenen van hun godsdienstige plichten gingen ze aanvankelijk veelvuldig ter kerke in Laar, vlak over de grens. Deze (ongewenste) situatie leidde er uiteindelijk toe dat op 13 juni 1790 in Coevorden een als woonhuis vermomd kerkje in gebruik kon worden genomen, met als naam Onze Lieve Vrouwekerk.
Het gebouwtje werd al spoedig te klein en werd daarom in 1818 grondig vernieuwd en vergroot; het werd ook voorzien van een torentje en gewijd aan St. Willibrordus (01).
Een orgel was er nog niet direct, zoals een jaar later bleek uit een brief aan de aartspriester in (02): "Seer gaarne hadden wij ook versogt om een orgel in de kerk, maar daar de Som van de nieuwe kerkgebouw buyten verwagting hooger is geloopen (…) niet om durven vragen" [aan Koning Willem I en aan de Gouverneur te Assen].

1818: Volgens het aardrijksundeboekje van A.J. Oostkamp was er in 1818 al een orgel aanwezig: 'Alleen te Koevorden is eene Roomsche Kerk, voor ruim dertig gesticht, in 1818 geheel vernieuwd, vergroot en met eenen toren en orgel voorzien'. (21)

1823: Toch moet er al spoedig een orgel zijn geplaatst, want in mei 1823 is sprake van conflict tussen pastoor en "den geweesen organist of kuster" (03).
Over dit instrument is niet meer bekend dan dat het een "eenvoudig orgel" betrof (04).

1846: Uit onderstaand bericht blijkt dat er een orgel aanwezig moet zijn geweest.

Drentsche courant 22-12-1846

1847: Bericht uit de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 26 mei 1847 (10) Idem uit de Drentsche courant 28-05-1847



Uit Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28 Mei 1847. "Men meldt uit Coevorden, dat er voor eenigen tijd bij de R.C. gemeente aldaar eene inteekening is gedaan ten behoeve van een nieuw orgel, waarop verscheidene leden voor ƒ 100, vele voor ƒ 50, en te zamen voor min of meer ƒ 600 hebben ingeschreven zoo dat de gemeente hierdoor in staat is, om het thans te klein gewordene orgel aan de Hervormde Gemeente in het Laar te kunnen verkoopen, en een nieuw van pl. min. ƒ 1000 daarvoor in de plaats te krijgen".

1848: Ruim 20 jaar later was men toe aan een nieuw instrument. Na een daartoe gehouden collecte onder de 'parochianen' welke f. 545,- opbracht (05), werd van H.D. Lindsen, die een jaar tevoren ook al een nieuwe tabernakel en zes houten kandelaars had geleverd, voor f. 2000,- een nieuw orgel gekocht (06); om het ter plaatse te krijgen moest men f. 16,60 aan transportkosten betalen (07).

1850: Het instrument werd in 1850 gestemd voor f. 30,- (08).

Het had volgens Broekhuyzen de volgende samenstelling (09):

"Het orgel in de kerk der r.catholieke gemeente aldaar is gemaakt en in 1848 voltooid door H.D. Lindsen, orgelmaker te Utrecht. Heeft 9 stemmen, een handclavier, aangehangen pedaal twee blaasbalgen, lang 8 vt breed 4 vt.

Prestant Eng. Tin 8 vt
Octaaf 4 vt
Octaaf 2 vt
Holpijp 8 vt
Roerfluit 4 vt
Mixtuur B. 4 st
Bourdon D. 16 vt
Quint 3 vt
Mixtuur D. 5 st.
Tremulant, ventil"

In de kerkinventaris (10) werd het omschreven als: "Een Orgel achtvoetswerk, met aanhangend pedaal en een klavier".

Het oude orgel was in 1848 voor f. 100,- verkocht aan de welbekende parochie in Laar. In de uit 1803 stammende huiskerk aldaar heeft het nog een aantal jaren dienst gedaan; nadere gegevens ontbreken, maar mogelijk wijst de aanschaf van een harmonium in de jaren '80 van de 19e eeuw er op dat het toen niet meer bruikbaar was. Toch moet het orgel - of onderdelen daarvan, zoals pijpwerk - nog tot na de eeuwwisseling aanwezig zijn geweest, want in 1913 richt de pastoor, bij het verlenen van de opdracht voor een 'tot op dat moment ontbrekend orgel' (!), het verzoek aan orgelmaker Haupt, "ob er die Pfeifen der alte Orgel zurücknehmen wolle"  (11).

Over de verdere lotgevallen van het Lindsen-orgel in Coevorden is niets bekend, behoudens het feit dat er in 1859 gesproken is over het "veranderen van het zangerskoor, het verplaatsen der kolommen onder het orgel" (12), ongetwijfeld met het oog op het vergroten van de orgeltribune teneinde meer plaats te bieden aan het koor. Het jaar daarvoor was de kerk al vergroot en verfraaid.

1855: Joseph Savenije jr. wordt gevraagd een koortje op te richten, omdat hij kan orgelspelen (17)


Provinciale Drentsche en Asser courant 26-06-1888

1895: Nadat in de loop van 1894 steeds meer klachten werden gehoord over het orgel, werd besloten tot nieuwbouw (13): het werk werd opgedragen aan orgelmaker J. Winkels te Boxmeer voor f. 2600,-, waarbij diens plaatsgenoot J. Rasker voor f. 410,- een orgelkas zou leveren (dat werd f. 450,-).
De bouw van het (tweeklaviers) instrument, door Winkels kostte uiteindelijk f. 425,- meer door de toevoeging van een extra register (14).
Het bestaande instrument werd verkocht aan de Gereformeerde kerk in Vroomshoop volgens onderstaande tekst:
"Op 10 Mei 1897 werd een ander orgel gekocht voor ƒ625,—. Het was een gebruikt orgel, afkomstig uit de R.K. kerk te Coevorden.
Het orgel van L. van Dijk had nog ƒ 14,— opgebracht. Lefert van Dijk zou het orgel blijven bespelen, maar nu bijgestaan door H. Visscher Tzn. Gerrit Westerink werd aangesteld als orgeltrapper en ontving daarvoor een vrije plaats in*de kerk.
H. Visscher heeft het orgelspel niet vele jaren kunnen voortzetten, slechts tot 1899. Maar het bleef in de familie, want zijn zuster, thans Mevr. Bulder, nam het ter hand, bijgestaan door Mej. Goris, dochter van Ds G. Goris, totdat deze naar de Krim vertrok in 1902.
Mej. Visscher heeft het blijven waarnemen met nauwgezetten ijver en zal 26 April het veertig-jarig jubileum vieren. Men hoort nog vaak zeggen, vooral door de ouderen, dat ze toch nog niemand liever hooren spelen dan „Sjoukje". Ik ben overtuigd naar het hart van velen te spreken, als ik den wensch uitspreek, dat zij na 26 April die functie niet zal neerleggen.
Den 30en Augustus 1928 werd het tegenwoordig orgel in gebruik genomen. Ditmaal niet een zelfgemaakt of gebruikt, maar een nieuw orgel van de firma Dekker te Goes voor ƒ 4500,—, dat goed voldoet en nog geen gebreken vertoonde of bijzonder onderhoud vereischte. Het oude werd verkocht voor ƒ 300,—.
" (19)
Het orgel uit Coevorden werd in 1928 doorverkocht aan de Vrije Evangelische gemeente in Apeldoorn en daar geplaatst door de fa. Koch. In het huidige orgel van deze gemeente zijn nog delen uit dit orgel bewaard gebleven (19) en (20)


Het nieuws van den dag: kleine courant, d.d. 24 juli 1895, Overzicht van de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk te Vroomshoop / [J.H. Broek Roelofs] [1939] blz. 15 (19)


Provinciale Drentsche en Asser courant 22-10-1895



Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage 05-11-1895


Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant 22-10-1895

 


Ansichtkaart


1914: Het orgel werd in 1914 voor f. 479,- door Winkels overgebracht naar de nieuwe (huidige) kerk. (15).
Op 29 november was de overplaatsing gereed. Deze overplaatsing was begroot op f 375,- plus de kost voor 2 man en de hulp van een plaatselijke timmerman gedurende enkele dagen.
Voor in totaal f 479,- stond het orgel nu op een zijzolder van de koorzolder.

Het Orgel 1915 april

1924: Installatie van een windmotor.

1962
: Het orgel moest gerestaureerd worden. De firma Gebr. Vermeulen te Weert kreeg de opdracht. Er werd een nieuwe orgelkas gemaakt. De tractuur wordt gewijzigd naar electro-pneumatisch. Dispositiewijzigingen en toevoeging van Vollebregt pijpwerk uit een orgel afkomstig uit Gorichem. Speeltafel rein-electrisch en vrij opgesteld op het zangkoor; voor elk registers wippers en tuimelaars; 2 nieuwe regulateurbalgen. Kosten f. 30. 000, -. Adviseur Dr. P. J. A. M. de Bruijn, lid van de Katholieke Orgelraad. Het orgel werd in gebruik genomen 22 december 1963. De organist J. Heinrink te Soesterberg bespeelde het orgel.
Het zou toen zijn verhuisd vanuit een zijzolder? naar de huidige locatie (17)


Foto Reliwiki (16)

Dispositie:  

Manuaal I   Manuaal II   Pedaal  
Praestant 8' Salicionaal 8' Subbas 16'
Roerfluit 8' Bourdon 8' Prestant 8'
Octaaf 4' Prestant 4' Gedekt bas 8' 
Fluit 4' Violine 4' Octaaf 4'
Octaaf  2' Fluit 2'    
Mixtuur III Quint 1 1/3'    
Trompet 8' Sesquialter II    

Koppelingen: Pedaal - Manuaal I; Pedaal - Manuaal II; Manuaal I -Manuaal II; Pedaal - Manuaal II 4'.
Drukknoppen: Automatische pedaalomschakeling (AP); Vrije combinatie (VC);
Vaste combinaties: Piano (P); Mezzoforte (MF); Forto (F); Tutti (T); Oplosser voor 2 t/m 6; Tongwerkafsteller (TA).


Foto reliwiki (16)

1980: Tijdens de restauratie van de kerk was het orgel niet goed beschermd en werd door inwerking van stof en puin onbespeelbaar. men behielp zich met een electronisch orgel voorin de kerk (17)

1984: Er wordt f 25.000,= bijeengebracht voor de restauratie van het orgel (17)

1986: Opknapbeurt door de firma Kaat en Tijhuis, orgelmakers te Kampen. Er vonden geen veranderingen plaats. De ingebruikname was 25 april 1986 door de organist van de Hervormde kerk Henk Plasman. Ook de kerkoren van beide kerken werkten mee. Uitgevoerd werden het Magnificat van ,endrik Andriessen, delen uit de Missa Breveis van Mozart en paslm 100 voor dubbelkoor van Heinrich Schütz. (17)


Bericht uit het tijdschrift Kerk en Muziek 1987-02 van de VOGG

Noten:

Het parochie-archief is gedeponeerd bij het Rijksarchief in Drenthe.

  1. J.M.G. Stroeve en R.M. Veldhuizen, 'De kerk van Willibrord tot Willibrordkerk', Coevorden 1987, 31.
  2. AU, AA, inv.nr. 2187, ingekomen en uitgaande stukken 1817 - 1837, d.d. 26-3-1819.
  3. Mededeling van wijlen dhr. W.D. v.d. Kleij (Emmen).
  4. A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, VI, 1845, 529.
  5. UA, AA, inv. nr. 2168, financiële jaarverslagen, ingestuurd door de kerkbesturen van de staties van het district Salland-Drenthe 1837 - 1854, 1848.
  6. J.M.G. Stroeve en R.M. Veldhuizen, 180.
  7. Zie noot 5.
  8. Idem.
  9. G.H. Broekhuyzen Sr., Orgelbeschrijvingen, Amsterdam 1986, 200 (C 14).
  10. GrA, ABG, inv.nr. 31.1 (Coevorden), 1856.
  11. W. Schlepphorst, De Orgelbau im westlichen Niedersachsen, Kassel 1975, 275.
  12. RAD, PA, inv.nr. 18, notulen kerkbestuur 1855 - 1893, d.d. 8 januari 1859.
  13. Zie noot 6.
  14. RAD, PA, inv..nr. 19, notulen kerkbestuur 1893 - 1923, d.d. 12 februari en 1 november 1895, 15 maart 1896.
  15. Het werd op 29 november 1914 weer in gebruik genomen, maar was in de nieuwe kerk geplaatst in een zijgewelf van de koorzolder (Zie noot 1, 188). Het instrument werd in 1962/63 grondig omgebouwd naar een electro-pneumatisch systeem door de firma Vermeulen (Weert) en raakte spoedig weer in verval. In 1986 volgde herstel door de firma Kaat en Tijhuis (Kampen).
  16. www: http://reliwiki.nl/index.php/Coevorden,_Wilhelminasingel_2_-_Sint_Willibrorduskerk
  17. Boek: J.G.M. Stroeve & R.M. Veldhuizen De kerk van Willibrord tot Willibrordkerk
  18. Mail: Wout van Kuilenburg d.d. 12.05.2015
  19. Mail: d.d. 29-10-2017 van Cor Alberts die mij wees op het volgende boek: "Overzicht van de geschiedenis van de Gereformeerde kerk te Vroomshoop medegedeeld aan de gemeente bij de herdenking van het vijf-en-zeventig-jarig bestaan op 7, april 1939". Ook zocht hij uit naar wie het orgel in 1928 werd doorverkocht.
  20. www: http://www.orgbase.nl/
  21. Boek: A.J. Oostkamp, Aardrijkskundig schoolboek van de provincie Drenthe, H.D. van der Scheer, Koevorden, 1822 blz 37

Fotoreportage orgel door A.A. Lukassen uit december 2006 (09)

Bijlage Weert, 6 juni 1962. de orgelbouwers, Gebrs Vermeulen-Kerkorgelbouwers NV, Weert.

Orgelplan R. K. kerk te Coevorden.

Nieuwe dispositie

Manuaal I. C-g’’’ Aantal pijpen
1. Prestant 8’ 56
2. Roerfluit 8’ 56
3. Octaaf 4’ 56
4. Fluit 4’ 42
5. Octaaf 2’ 56
6. Mixtuur 3 st. 156
7. Trompet 8’ 56
Manuaal II C-g’’’
8. Salicionaal 8’ 56 van Gamba
9. Bourdon 8’ 56
10. Prestant 4’ 56
11. Violine 4’ 56
12. Fluit 2’ 56
13. Quint 1 1/3’ 44 uit Salicionaal vanaf klein c
14. Sesquialter 2 st. 112
Pedaal C-f’
15. Subbas 16’ 30 van Bourdon
16. Prestant 8’ uit nr. 1
17. Gedektbas 8’ 12 uit nr. 14
18. Octaaf 4’ uit nr. 1
--------
Totaal aantal pijpen 970

 
 
Koppelingen.
19. Pedaal - Manuaal I
20. Pedaal - Manuaal II
21. Manuaal I - Manuaal II
22. Pedaal - Manuaal II 4’
Drukknoppen.
1. Automatische pedaalomschakeling
2. Een vrije combinatie
3. t/m 6. Vier vaste combinaties F. MF. F. Tutti
7. Oplossers voor de nrs. 2 t/m 6
8. Tongwerkafsteller

Omschrijving.

art. 1
Het orgel hetwelk in 1880 door de fa. Rütter, volgens het mechanisch systeem werd gebouwd met 13 registers, verdeeld over 2 klavieren en een aangehangen pedaal, is zeer ongunstig opgesteld, waardoor zeer weinig geluid in de kerk komt. Gewenst zou het dan ook zijn het orgel over te brengen naar het open deel van het zangkoor. Om het orgel omhoog te brengen is het nodig dat het volgens het electro-pneumatisch systeem wordt omgebouwd. Alle onderdelen hiervoor worden nader in de omschrijving genoemd. De eventueel niet meer te benutten delen van het orgel vervallen aan de orgelbouwers.

art. 2.
De speeltafel wordt nieuw en gemaakt naar het rein electrisch systeem, met het koppel-apparaat in de speeltafel. Alle contacten worden van zilver, de draden van electrolytisch koper. De speeltafelkast, het pedaalklavier en de organistenbank worden van massief eikenhout vervaardigd. De platte toetsen der handklavieren worden met ivoor belegd terwijl de semitoetsen zwart gepolitoerd worden. De inrichting en afmeting van de speeltafel is volgens de meest gebruikelijke manier. De speeltafel wordt vrij op het zangkoor opgesteld.

art. 3.
De windladen worden van mahoniehouten raamwerk, evenals de boven- en onderstukken, terwijl de relais voorzien worden van zwakstroom wipmagneten welke inductievrij zijn gewikkeld en tegen roest van een duurzame cadmiumlaag zijn voorzien. De membramen worden van prima bruin spaltleder gemaakt. De onderstukken worden geschroefd.

art. 4.
De pijpen zijn van de samenstelling zoals bij de dispositie staat vermeld. Er waren enige registers méér geplaatst als op het bestaande orgel, andere registers worden door nieuwe vervangen, dit om ook modernere orgelliteratuur te kunnen spelen. Thans wint het orgel aanmerkelijk aan karakter en speelmogelijkheid. De bestaande pijpen welke wederom worden benut, worden gereinigd, opgevormden uitgedeukt, overgeïntoneerd en met de nieuwe pijpen zuiver afgestemd. Aan een vlugge en duidelijke aanspraak wordt de grootste zorg besteed.

art. 5.
De bestaande orgelventilator wordt wederom benut. Om echter een regelmatiger windverdeling te krijgen worden er 2 nieuwe regulateurbalgen aangebracht welke, zo mogelijk, in de orgelkast worden geplaatst.

art. 6.
De orgelkast wordt nieuw en van massief eikenhout vervaardigd. Deze wordt zo opgesteld dat de onderkant ongeveer 2, 25 mtr. van de vloer van het zangkoor komt, zodat praktisch het gehele zangkoor vrij komt voor de zangers. De bestaande frontpijpen worden wederom benut en er zal een schets worden gemaakt hoe of de opstelling zal worden.

art. 7.
De kabels voor verbinding van de speeltafel met het orgel zullen speciale orgelkabels zijn welke door de orgelbouwers worden aangesloten. Voor het opwekken van de gelijk-stroom voor de electrische tractuur van het orgel wordt een metaalgelijkrichter medegeleverd van het fabrikaat Westinghouse. De kosten voor aanleg, levering en eventuele wijziging van de wterkstroomleidingen en automatische schakelaars, alsmede de aansluiting van de ventilator en de gelijkrichter op het lichtnet blijft voor rekening van het kerkbestuur en kan door een electriciën, aan te wijzen door dit bestuur, worden bewerkt.

art. 8.
Het inwendige van het bestaande orgel wordt door de orgelbouwers deskundig gedemonteerd en voor nadere bewerking naar de ateliers der orgelbouwers vervoerd.

Weert, 6 juni 1962. de orgelbouwers,
Gebrs Vermeulen-Kerkorgelbouwers NV, Weert.