Diever, Gereformeerde kerk

Kerk

De gereformeerde kerk van Diever is gesticht op 31 oktober 1836.


Foto links (19) Foto rechts: Facebook pagina  Oud Drenthe in woord en beeld (Ca. 1909)


Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 2 november 2023

 - J.S. Bach (1685-1750): Fuga in G BWV 576 Registratie: Hoofdwerk: Bourdon 16 Prestant 8 Roerfluit 8 Octaaf 4 Octaaf 2 Mixtuur 3 - 4 sterk Pedaal: Subbas 16 Prestant 8 koppel
 - J.S. Bach: Erbarm dich mein, o Herre Gott BWV721 Registratie: Hoofdwerk: Prestant 8 Roerfluit 8 Pedaal: Subbas 16 Prestant 8
 - J.S. Bach: Fantasia in c BWV562 (deels) Registratie: Prestant 8 Roerfluit 8 Octaaf 4 Onderpostief: Holpijp 8 Viola da Gamba 8 Manuaalkoppel Pedaal: Subbas 16 Prestant 8 koppel
 - Abbé Georg Joseph Vogler (1749-1814) Con Moto in C Registratie: Onderpostief: Holpijp 8 Viola da Gamba 8 Pedaal: Subbas 16 en pedaalkoppel


Orgel
Vanaf 1836 (De eerste kerkdienst van de Dieverder Gereformeerde gemeente) werd de gemeentezang ingezet door de voorganger. Hiervoor werd een gemeentelid met een goede zangstem gevraagd. (07)

1860: In maart 1860 wordt er voor het eerst gesproken over de aanschaf van een orgel “aangezien er enige personen waren die hiertoe aanzienlijke giften beloofd hadden”. Door allerlei omstandigheden kon in december 1860 het orgel nog steeds niet gekocht worden.  (07)

1864:
In mei 1864 werd met algemene stemmen aangenomen: “A. Kok Hzn. (kerkenraadslid) moet naar Genemuiden om aldaar een orgel te bezigtegen”. Vervolgens werd op de julivergadering besloten het orgel te kopen: “voor een geringe prijs van 250 gulden”.  (07)



1867:
1e Pinksterdag een orgel in gebruik genomen.  (1) Deze Pinksterdag viel overigens op 9 juni! (08)
Het orgel werd geplaatst door de timmerman Noorman, die ook het orgel voor Oosterwolde (Fr.) heeft gebouwd.


Provinciale Drentsche en Asser courant 15-06-1867

1870:
In januari 1870 werd het instrument met een half register versterkt.  (07)

1882: Volgens onderstaand bericht zou er een nieuw orgel in de kerk zijn geplaatst. Betreft het een nieuw orgel of misschien een renovatie?
Ook kan men het mis hebben met de plaats


Stemmen voor waarheid en vrede jrg 18, 1882 [volgno 2]

1900: Proper plaatst een gebruikt orgel. Het zou dateren uit ca. 1780. Proper plaatste aan weerszijden van het orgel lange zijvelden met in elk drie zinken pijpen. (12) Volgens een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden (30-10-1936) zou er in 1902 een orgel zijn aangeschaft. (15)

Manuaal C - c'''  
Prestant 8' C- Fis gecombineerd met holpijp
Holpijp 8'
Viola da Gamba 8' waarschijnlijk van Proper
Octaaf 4' in het groot octaaf gecombineerd met octaaf 2'
Roerfluit 4'
Gemshoorn 2'
Open fluit 2' van hout


Provinciale Drentsche en Asser courant 19-12-1923


Provinciale Drentsche en Asser courant 01-10-1928


Provinciale Drentsche en Asser courant 31-01-1935

1938: De organist(e) had moeite de gemeentezang “op toon” te houden; soms viel het orgel zelf ook uit de toon.
De kosten van reparaties liepen jaarlijks op, dus besloot de kerkenraad in zijn vergadering van 14 maart 1938 tot aanschaf van een nieuw orgel.
Via een bevriende relatie kwamen men in contact met de firma Valkx en van Kouteren te Rotterdam, die een goed gereviseerd orgel aanbood voor de somma van f. 1.450,=.
Op de daartoe gehouden gemeentevergadering ontving de kerkenraad het fiat tot de koop.
Er kwamen wel protesten: er bestond geen orgelfonds en kopen zonder één cent op zak was misschien een Rotterdamse, maar zeker geen Drentse methode van financiering.
Maar toen bleek dat de rente van f. 1.450,= lager lag dan de jaarlijkse kosten stemde niemand tegen.  (07)
Het orgel zou gebouwd zijn door een Duitse orgelmaker in 1880 voor een R.K. kerk, daarna verplaatst naar de Gereformeerde kerk te Amstelveen.
Adviseur was Mr. A. Bouwman. Hij bespeelde dan ook het orgel tijdens de ingebruikname. Gegevens zijn alle hoogst onzeker. (4)
Het oude orgel wordt door Valckx en van Kouteren overgeplaatst naar Ternaard Gereformeerde kerk. (3)
Zie voor de vervolg-geschiedenis van dit orgel de tekst onderaan deze pagina.

Op 16 juli 1938 wordt het aangekochte orgel overgedragen. Het loflied schalde, het orgel klonk zuiver en de gemeenteleden hielden de wijs. (07)
 
Het Orgel 1938-juni, Het orgel 1938 september


Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant 01-04-1938, De standaard 16-04-1938


Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant 22-07-1938    Nieuwsblad van Friesland 22-07-1938, De standaard 19-07-1938


Provinciale Drentsche en Asser courant 30-03-1938, 19-07-1938


Berichten uit het tijdschrift "De Harp" van mei 1938 (blz. 37/38) en augustus 1938 (blz. 62) (18)

Dispositie
Manuaal I C - f'''  
Prestant 8'  
Holpijp 8'  
Baarpijp 8' Toegevoegd in 1938 front
Octaaf 4' 1938 ipv. flute douce
Spitsquint 2 2/3' Pijpwerk uit vorige orgel?
Tertiaan I-II  
Manuaal II C - f'''  
Roerfluit 8'  
Salicionaal 8'  
Speelfluit 4' Toegevoegd in 1938 uit vorige orgel?
Gemshoorn 2' Toegevoegd in 1938 uit vorige orgel?
Nachthoorn 1'  
Pedaal C - c'  
Subbas 16'  
Violonbas 8'  


Ansichtkaart


Provinciale Drentsche en Asser courant 11-12-1947

1955/1956: Nieuwbouw door J. Reil met gebruikmaking van delen van het vorige orgel onder advies van R. Beintema uit Leeuwarden.

R. Beintema 18 juni 1926 Afbeelding in bezit van dhr. J.P. Visser in Beilen (Klik op de afbeelding voor een vergroting)

Op 25 mei 1955 stuurt Reil een voorstel voor de verbouw van het bestaande orgel. Hij wil het orgel wijzigen naar mechanisch en gebruik van het goed deel van het pijpwerk. Ook twee van de drie windladen kunnen worden hergebruikt. Totaalprijs bijna F 10.000,= Blz 01, 02 en 03.
Het restauratieplan van adviseur Beintema heeft als datum 25 juni 1955. Blz 01 en 02. Dit restauratie plan wordt vergezelgd van een brief aan Reil
Beintema stuurt op 24 december 1955 een brief aan Reil met aanvullende gegevens omtrent de mensuren. Tussen neus en lippen noemt hij ook nog het Reil-orgel te Hemelum waar nog problemen mee zijn.
Aantekenbriefje van J. Reil met een vergelijking van de disposities tussen hem en Beintema.
Op 23 januari 1956 stuurt Reil een briefje met als bijlage een tekening van het front.
Op 26 januari 1956 stuurt J. Moes een brief naar Reil met nog wat aanvullende vragen omtrent het kostgeld van de orgelmakers en het front van het orgel.
Op 7 februari 1956 stuurt Reil een brief met daarin een antwoord op de vragen van 26 januri. Blz. 01 en 02
In februari 1956 wordt het contract gesloten, conform het voorstel van 25 mei 1955. Blz. 01 en 02. Zie ook de brief van de kerk van Diever d.d. 18 februari 1956.
Op 1 maart 1956 wordt een nieuwe fronttekening gestuurd met een copie aan adviseur Beintema. (17)


Tekening van het vernieuwde orgel. Klik op de afbeelding voor een vergroting (17)

Dispositie na deze werkzaamheden:
Manuaal I   Manuaal II   Pedaal  
Prestant 8' Baarpijp 8' Subbas 16'
Salicionaal 8' Roerfluit 8' Octaaf 8'
Holpijp 8' Prestant 4'    
Octaaf 4' Nazard 2 2/3'    
Speelfluit 4' Gemshoorn 2'    
Octaaf 2' Terts 1 3/5'    
Mixtuur III Tremulant      


Meppeler Courant 1955-10-26 en 1955-10-28. Abusievelijk werd op 26 oktober gemeld dat het om de Hervormde kerk zou gaan.


Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1955 | 18 november 1955 | pagina 3


Dagblad Trouw juli 1956                                                                                                  Nieuwsblad van het Noord 27 juli 1956                            Nieuwsblad van het Noorden 18-07-1956


Nieuwe Drentsche Courant 27 juli 1956 &


Meppeler Courant van 27 juli 1956

1957: Briefje van Diever voor Reil om een sleutel voor de 2e organist.  (17)


1959: Sinds de restauratie van dit instrument in 1956 was het één blok ellende: nu eens was het te schor om enig geluid te geven, dan weer kermde en piepte het uit al zijn longen, op weer andere momenten produceerde het één langgerekte fluittoon als van een sirene, terwijl – de waarheid moet gezegd – het ook z’n (zij het weinige) goede uren had. In de zomer van ’59 ging er bijna geen zaterdagmiddag voorbij of één van de heren Reil (orgelmakers) kwam in een snelle sportwagen uit Heerde aanstuiven om organist Koert Timmerman, die geen beweging in de toetsen kon krijgen, op zijn noodkreet hulp te schieten.
Het eind van het lied was: een re-restauratie. De O.O. begon ‘Operatie Orgel’, die met een lange tussenpoos waarin niets gebeurde tot in de zomer van 1960 duurde. Tijdens de laatste fase konden zo’n veertig pijpen uit het front, kleinere maar ook grote en dikke, door een poetsende gemeente van vuil en aanslag worden ontdaan. Vele handen maakten licht werk. Er zeulden jongens met pijpen rond, die de formidabele lengte hadden van tweemaal hun eigen grootte en nog meer! Het resultaat: De pijpen glommen en ‘torgel’ speelde weer! (07)

1964/1965: De organist Beintema uit Leeuwarden bekijkt op verzoek van de kerkenraad van Diever het orgel. De laatste waren er veel klachten omtrent het functioneren van het orgel. Op 25 september schrijft Beintema een brief aan de fa. Reil met zijn bevindingen.
Hij stelt voor het instrument bijna geheel te vernieuwen en mechanisch te maken. De dispositie en intonatie zou geheel moeten worden herzien. Hij wijst er ook op dat Diever nog steeds vertrouwen heeft in de fa. Reil. Op 11 november 1964 beantwoordt Reil de brief van Beintema en stelt voor een nieuw mechanisch orgel met hoofdwerk en rugwerk te maken , met gebruikmaking van het bestaande pijpwerk. Op 30 november schrijft Beintema een antwoord aan Reil. Hoofdwerk-Rugwerk met nieuwe tractuur is een goed oplossing . Het pijpwerk kan na herintonatie opnieuw worden benut. Op 22 januari 1965 schrijft Beintema dat hij naar Diever wil komen en vraagt of hij vanaf Meppel of Steenwijk in de auto van reil kan meerijden.
Zie de aantekening met het voorstel voor het nieuwe instrument. Op 17 februari 1965 meldt de kerkenraad dat ze niet op het aanbod van Reil in kunnen omdat er plannen liggen voor een nieuwe kerk. (17)

1968: Steeds meer kwam de roep om een nieuw orgel. Zelfs van een vakantieganger kwam er een brief binnen:
Toen we onlangs een week met vacantie in uw schone omgeving doorbrachten, hadden we het genoegen des zondags (26 mei) twee diensten in het midden van Uw gemeente te mogen meemaken. Het was ons een vreugde daar het Evangelie van onze Here Jezus Christus te mogen beluisteren en met U Gods lof te zingen. Des middags werd ik door een van uw organisten in de gelegenheid gesteld de gemeentezang te begeleiden. Helaas, dit was een droevige zaak. Het orgel in uw kerkgebouw is niet alleen van zeer slechte kwaliteit, het verkeert bovendien ook nog in allerbedroevendste toestand. Ik had niet gedacht dat er nog zulke instrumenten in kerken stonden. Mijn oudste zoon zei na afloop van de dienst tegen me: ik kon merken dat U het niet gemakkelijk had. Dit is volkomen waar. Broeders, laat me het u op het hart mogen binden: hier moet ingegrepen worden. Wat er nu staat, is alleen maar geschikt voor brandhout. Laat u zich nooit verleiden tot restauratie of iets dergelijks, want dat is weggegooid geld. Is de gemeentezang ons niets meer waard? De lof van God verdient toch stellig iets beters. Het lijkt me voor Uw organisten ook een trieste zaak op dit apparaat te moeten begeleiden. Het bovenklavier is al totaal uitgeschakeld, het benedenklavier heeft ook registers en tonen die weigeren. En dat terwijl het met de kerk en Gods koninkrijk niet een verloren zaak is. U hebt tweemaal, in de vacantie zelfs driemaal een volle kerk. Wat is dat mooi. Het zou nog mooier zijn als u ook een behoorlijk instrument had.; ik hoop dat U de zaak met de meeste spoed ter hand neemt. Wanneer U daartoe overgaat, zoudt U goed doen daarbij advies in te winnen van de Orgeladvies-commissie van de Gereformeerde Organistenvereniging. In twee vorige gemeenten hadden we er prettige ervaringen mee. Ik hoop van harte dat dit schrijven bij U in goede aarde mag vallen”.  (07)

1969: In de notulen van 6 januari 1969 wordt geschreven over de voortdurende zorg met betrekking tot het orgel: “er wordt medegedeeld dat bij het vragen van inlichtingen betreffende het in het Centraal Weekbalad aangeboden kerkorgel, de prijs niet f. 5.500,= maar f. 55.000,= was, zodat hier verder geen werk van is gemaakt”.  (07)

1970: Op 9 maart 1970 deelde de Commissie van Beheer mee dat “zij meende geslaagd te zijn door het aanschaffen van een elektronisch orgel merk “Viscount’ dat met een proeftijd van twee maanden gelever zal worden. Het orgel kost f. 3.500,=, met enkele bijkomstige kosten van f. 250,=”. In maart bleek dat het elektronisch orgel aan reparatie toe was, en dat het lang niet aan de verwachting had voldaan. Er werden plannen gemaakt een nieuw pijporgel aan te schaffen. Het besluit werd genomen uit te zien naar een pijporgel van ongeveer f. 65.000,=: “We zijn dan uit de moeilijkheden; met goed onderhoud gaat het wel een mensenleven mee”. (07)

1973: In de notulen van 16 april 1973 staat geschreven: “Bespreking aankoop orgel. J. Haveman (kerkenraadslid) vertelt over de inlichtingen die gevraagd zijn over het ev. aan te kopen orgel van de fa. Leeflang te Apeldoorn".
Deze zijn alle positief. Men heeft goede ervaring met het orgel en met de service-verlening. Er is geluisterd tijdens een kerkdienst te Emmeloord. De prijs van het orgel is thans f. 66.875,= incl. BTW. Levertijd 1 jaar. De commissie zal verdere afspraken maken over de plaats van het orgel, en over de bijkomende kosten. Tot f. 70.000,= heeft de commissie vrij mandaat. Het ontwerp-koopcontract wordt doorgelezen.
De financiering: Besloten wordt om de bestaande lening à f. 15.000,= te laten bestaan onder borgtocht, als diegenen die hiervoor hebben getekend er mee akkoord gaan. Een nieuwe hypotheek à f. 60.000,= of hoger, als dit nodig mocht zijn, zal worden afgesloten. De commissie van beheer zal een plan voor de financiering uitwerken en in het kerkblad plaatsen.
Op 28 april 1973 wordt het contract met Leeflang gesloten. Zie blz. 01 en 02
De collecte voor Paaszondag bij de deur wordt bestemd voor het “orgelfonds”en vervolgens de eerste 3 zondagen per maand. De laatste zondag blijft voor rente en aflossing.
Gesproken wordt over de verkoop van het oude orgel. Er zal gewacht worden tot het najaar. Hopelijk geeft dit de grootste opbrengst.
Als adviseur bij de bouw wordt dhr. Bijdevaate (de organist) aangewezen, die zich hier pro deo heeft aangemeld. Deze blijkt in de gemeente nog de meest deskundige. (07) (17)

1974: Ruim een jaar later lezen we in het kerkblad “Rondom de kerk”:
“Overdracht en ingebruikneming van ons nieuwe orgel
Dinsdagavond 2 juli 1974 hadden wij de overdracht en ingebruikneming van het nieuwe orgel, dat gebouwd werd bij en geleverd is door de firma Ernst Leeflang uit Apeldoorn. Het is een prachtig mooie avond geworden. De leiding had Ds. Wijna, die in samenwerking met de orgelkommissie deze avond buitengewoon goed had georganiseerd. Ds. Wijna heeft prachtig gesproken naar aanleiding van Ps. 149.
De heer J. Haveman, voorzitter van de kommissie van beheer, sprak van de moeilijkheden die er waren geweest met voorgaande orgels, en droeg vervolgens het orgel over aan de kerkeraad.
De heer W. Eising, voorzitter van de kerkeraad, aanvaardde namens de kerkeraad het nieuwe orgel; hij vertolkte de dankbaarheid van kerkeraad en gemeente, dat wij thans kunnen beschikken over dit nieuwe instrument; hij dankte de kommissie voor het vele werk door hen verricht en sprak de wens uit dat de gemeente van Diever heel veel mag zingen met begeleiding van het nieuwe orgel tot lof en eer van onze God.
Door onze organisten de heren H. Haveman en Bijdevaate werd afwisselen op het nieuwe orgel gespeeld.
Erg mooi werd door dhr. Haveman een bewerking van “Als God, mijn God, maar voor mij is” ten gehore gebracht, terwijl ook de “Trumpet Voluntary” gespeeld door Bijdevaate met Kornetbegeleiding, heel goed werd uitgevoerd.
Ook werd door dhr. Haveman nog gespeeld het Preludium en Fuga van Joh. S. Bach en door dhr. Bijdevaate het Preludium en Fuga van W.J. Reinders. Aan het einde van deze buitengewoon mooie dienst vertolkte Ds. Wijna de dank aan onze God.” (07)(05

Dispositie:
Hoofdwerk   Nevenwerk   Pedaal  
Prestant 8' Roerfluit 8' Subbas 16'
Holpijp 8' Gedekte fluit 4'    
Octaaf 4' Octaaf 2'    
Mixtuur IV Sifflet 1 1/3'    
Prestanten 80% tin en fluiten 40% tin

Beschrijving van het orgel middels een document van orgelmakerij Leeflang. (17)

1982: Bij de bouw het nieuwe kerkgebouw in 1982 wordt het orgel overgeplaatst naar een nieuwe orgelgalerij. (07)
Voor meer foto's zie onderaan deze pagina. (13)

2004: Groot onderhoud door Reil.(07)
De volgende werkzaamheden werden uitgevoerd:
-Algehele schoonmaak
-Het pijpwerk wordt van de laden genomen en de roosters en stokken en slepen worden gedemonteerd De laden worden in- en uitwendig gereinigd, de klepveerspanning gecontroleerd en de kleppen schoongemaakt
-De rammel en de vrij harde terugslag bij een aantal toetsen zal worden weggenomen door de onderzijde van de klavierplankjcs van nieuw vilt te voorzien. Daarnaast worden de ovale stiften onder de toetsen dusdanig gesteld dat de zijwaartse speling wordt verminderd. Enkele pedaaltoetsen moeten opnieuw met vilt ingevoerd worden.
-De mechanieken worden schoongemaakt, op functioneren gecontroleerd en opnieuw ingeregeld.
-Nadat het pijpwerk is afgenomen zijn de onderdelen van de windvoorziening beter bereikbaar waardoor een goede controle van het regulatiesysteem mogelijk is.
-Het pijpwerk wordt gereinigd en nagezien. Controle op loszittende soldeernaden, baarden, steminrichtingen en hoedafdichtingen.
-De Sifflet 1 1/3' wordt gewijzigd in een Quint 2 23'. Hiervoor worden 12 pijpen bijgeplaatst, uitvoering voorintonatie, aanpassing rooster en levering nieuw registerplaatje.
-De intonatie wordt toon voor toon nagelopen op functioneren en egaliteit. Er vindt in principe geen complete herintonatie plaats; retouchering op punten binnen het bestaande concept in goed overleg met de heer Bijdevaate. Incidenteel moet iets hoger worden opgesneden om het klankbeeld meer "breedte" te geven. De windvoorziening en de mensurenng van het pijpwerk zijn er echter niet op ingericht om in het opsnedebeeid ingrijpend te gaan wijzigen. Speciale aandacht voor de Subbas 16'. binnen het bestaande kader is zeker verbetering bereikbaar*. Aansluitend een integrale stembeurt. (17)

2009/2011: Door het beschikbaar komen van een groot legaat door een anonieme schenker werd het mogelijk een nieuw orgel te laten bouwen.
Eén van de bepalingen van het legaat was dat het moest worden gebouwd door René Nijsse.
De bouw van een nieuw orgel door de Orgelmaker Nijsse uit Oud-Sabbinge was in januari 2011 gereed.
Op 28 januari 2011 was er in Oud Sabbinge een open dag met het opgebouwde oge in de werkplaats. Voor een indruk van deze dag zie http://www.orgelnieuws.nl en http://www.pzc.nl
Vrijdag 18 maart 2011 is het nieuwe orgel in Diever ingebruik genomen, de kas is een kopie van het orgel in de Hervormde kerk van Vaassen.
Het orgel werd bespeeld door leden van de orgelcommissie (Hans Bijdevaate, Ronald Knol, Hendrik Haveman) en orgelbouwer Rene Nijsse. (10)
Informatie over de ingebruikname:

Foto's Nijsse-orgel: Geert Jan Pottjewijd

Dispositie:
Hoofdwerk: Onderpositief Pedaal
Bourdon 16 Holpijp 8 Subbas 16
Prestant 8 Viola di Gamba 8 Prestant 8
Roerfluit 8 Prestant 4 Bazuěn 16
Octaaf 4 Gemshoorn 4 Trompet 8
Fluit 4 Nasard 3  
Octaaf 2 Woudfluit 2  
Cornet 5 sterk Dulciaan 8  
Mixtuur 3 - 4 sterk  
Trompet 8  

Koppels en 2 tremulanten.

 

2010:
Het Leeflang-orgel wordt verkocht naar de Christelijk Gereformeerde kerk van Doetinchem
Voor een grotere afbeelding zie onderaan deze pagina

De Wekker, 29 oktober 2010, p. 19.



Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | 21 januari 2011 | pagina 45


Provinciale Zeeuwse Courant | 2011 | 31 januari 2011 | pagina 37 Klik op de afbeelding voor een vergroting


Meppeler Courant 2011-02-21



Dagblad van het Noorden 15-03-2011 (16)



Reformatorisch Dagblad, 15 maart 2011, p. 1


Meppeler Courant 11-03-2011 blz. 18 is aangevraagd

Bericht RTV Drenthe d.d. 15 maart 2011: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/54456/Onbekende-schenkt-kerk-Diever-orgel

Bronvermelding:

  1. De Bazuin 1867 nr. 24 van 14 juni
  2. Kerkelijke courant 1882 nr. 16 van 22 april, Kerkelijke courant 1885 nr. 46 van 7 november, Stemmen voor Waarheid en Vrede 1877 blz. 600 en 1321.
  3. Informatie via Mr. A. Bouwman Eelde.
  4. De Harp mei 1938, Organist en Eredienst 1938 september, Het Orgel 1938 september.
  5. Jan Jongepier, Het orgel 1974/12: Nieuwe orgels
  6. De Mixtuur nr. 45 April 1984
  7. Informatie uit het boekje "1836-1986 150 jaar Gereformeerd in Diever". Verkregen via een E-Mail van Jan Veenstra d.d. 7-2-2005
  8. E-Mail van Peter Dillingh d.d. 22 april 2006 met scan van bericht uit "De Bazuin"
  9. Vervallen
  10. E-Mail van Janco Schout d.d. 29 januari 2011
  11. E-Mail d.d. 30-03-2011
  12. Uit "Herziene en uitgebreide werklijst Properorgels" door R. Walsma april 2011
  13. E-mail van Hans Bijdevaate d.d. 2-12-2011
  14. www: http://reliwiki.nl/index.php?title=Diever,_Kruisstraat_1a_-_Kruiskerk
  15. Krant: -Nieuwsblad van het Noorden 30-10-1936
  16. E-Mail van Frits Kaan d.d. 3 januari 2015
  17. Archief Leeflang en Reil
  18. Archief Jaap Brouwer
  19. Boek: G.J. Kok Vaak was het ploegen op rotsen blz. 271
  20. www: https://reliwiki.nl/index.php/Lutten,_Anerweg_Noord_70_-_Rehobothkerk
  21. Brochure: Nijsse orgel Gereformeerde Kerk Diever 2011

Organisten:

Hans Bijdevate (1968-heden)

Meppeler Courant 2008-04-25

 

Foto's nieuwe instrument door Geert Jan Pottjewijd

 

 

Foto's van het Leeflang-orgel door Hans Bijdevaate

 

 

Leeflang orgel van 2010 in de Christelijk Gereformeerde kerk van Doetinchem

Geschiedenis van het orgel dat in 1900 werd aangekocht en in 1938 naar Ternaard werd verkocht.

Het front van het orgel is daar nog steeds aanwezig. Het binnenwerk verhuisde rond 1983 naar de Christelijk Gereformeerde kerk van Lutten en werd aldaar door Henriksen & Reitsma geplaatst in een nieuwe kas. (06)

Het front zoals dat in de gereformeerde kerk van Ternaard staat. Foto Michiel van 't Einde op https://reliwiki.nl/index.php/Ternaard,_Nesserwei_6_-_Lytse_Tsjerke

R. Walstra zegt in zijn Proper werklijst het volgende over:
"• Occasion rond 1780: bouwer en oorspr. plaats onbekend. Geen enkele informatie over dit orgel in de kerkenraadsnotulen, ook niet over de verkoop in 1938. Proper plaatste in 1900 aan weerszijden lange zijvelden met in elk drie zinken pijpen. Hetzelfde deed hij in 1915 te Okkenbroek, Hervormde kerk, daar met elk vier pijpen.
• In 1938 verkocht aan de Gereformeerde kerk van Ternaard.
• In 1973 binnenwerk verkocht aan een particulier.
• In 1983 koopt de fa. Hendriksen & Reitsema dit binnenwerk en plaatst het gewijzigd en aangevuld in een nieuwe kas in de Christelijk Gereformeerde kerk te Lutten.
• Oude kas + frontpijpen blijven achter te Ternaard. Aldaar vanaf 1973 een elektronicum.
• Dispositie in 1983 te Ternaard: P.8, H.8, VdG.8, 0.4, R.fl.4, Gemsh.2, O.fl. 2. Mech. tractuur.
• Te Lutten ontbreken echter de VdG.8, Gemsh.2 en O.FI. 2. Toegevoegd: C.3 (d), Dulc.8 (b+d) en S.16 op het pedaal. Uit onderzoek blijkt dat slechts de H.8, 0.4 en enkele binnenpijpen van de P.8 uit ca. 1780 stammen. De rest is fabriekspijpwerk.
". (12)


Het orgel in de Christelijk Gereformeerde kerk te Lutten (20)