Diever, Hervormde kerk

Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 11 maart 2017
 - J.S. Bach (1685-1750): Fuga in G BWV 576 Registratie:
Prestant 8', Holpijp 8'Octaaf 4', Woudfluit 2'
 - Garmt Bouwman: Uit Vijf intermezzi nr. 1 Registratie: Holpijp 8', Viola da Gambe
 - William Walond (1725-1770) Cornet Voluntary Registratie: Prestant 8', Octaaf 4', Cornet Discant
 - Jacques Reuland (1918-2008) Inventie nr. 5 Registratie: Holpijp 8', Woudfluit 2'

Informatie over de kerk


Diever 1916 (Facebook Oud Drenthe in woord en beeld)

Geschiedenis voor plaatsing van het orgel in Diever:

1845:
In dit jaar bouwde Petrus van Oeckelen een orgel voor de hervormde kerk van Tjamsweer. Hij gebruikte daarbij een windlade en pijpwerk van een door J.W.Timpe gemaakt orgel.
Dit materiaal zou afkomstig kunnen zijn uit de nalatenschap van Timpe, die in 1837 overleed. Van Oeckelen en Timpe kenden elkaar uitstekend. Van Oeckelen was organist op een orgel dat door Timpe was gebouwd.

Broekhuyzen noteert in zijn dispositieverzameling over het orgel in Tjamsweer het volgende:

T 22 Tjamsweer, Provintie Groningen
Het orgel in de kerk der hervormde gemeente aldaar is gemaakt en voltooid in
1845 door Petrus,van Oeckelen, orgelmaker te Groningen. Heeft 8 stemmen, een
handclavier en twee blaasbalgen.
Prestant 8 vt Viol di Gamba 8 vt Octaaf 2 vt
Bourdon 16 vt Octaaf 4 vt Woudfluit 2 vt
Holpijp 8 vt Fluit 4 vt  
afsluiting, tremulant, ventil


Aangetroffen papier in de hoeden van de Woudfluit 2'. Klik op de afbeelding voor een vergroting


1870:

Algemeen Handelsblad 15-12-1870, Provinciale Drentsche

1871: Op 3 januari komt in een gezamenlijke vergadering van kerkvoogden en notabelen aan de orde om een orgel aan te schaffen. Men wil de bomen op het oude kerkhof rond de kerk en een boom voor de pastorie kappen om de opbrengst ervan te bestemmen voor de aanschaf van een orgel. De opbrengst wordt geschat op f 400,- Er voor in de plaats komen jonge bomen. (14)
Op 11 januari schrijft de kerkvoogdij aan het provinciale College van Toezicht van de Hervomde Kerk vraagt de kerkvoogdij toestemming voor het kappen van een aantal bomen om uit de verkoop de aankoop van een orgel te financieren. Het plan kwam niet tot uitvoering.
Transcriptie: 'Diever den 11 January 1871
kerkvoogdij der Hervomde gemeente te Diever geven
met verschuldigde eerbied aan Uwe HH te kennen;
dat door hunlieden in eene gecombineerde vergadering
met Notabelen gehouden, is besloten om de goedkeuring van het Provinciaal College van toezigt op de Respecyievelijke
administratie der Hervormden, te mogen machtigen
yoy jet verkopen van 26 ypen bomen, staande
op het oude Kerkhof om de Kerk, een een eiken
stamboom staande aan de Pastorie welke bomen
met meer op aang... staan en die dan in het
voorjaar door jongeren zullen worden vervangen
en tevens om die gelden, daardoor .... te besteden
tot daarstelling van een orgel in de kerk
Nemen beleefd bij Uwe de vrijheid uwe welwillende Authorisatie
daartoe ten spoedigste te mogen ontvangen om tot de
publieke verkoop te ... overgaan.
Namens Kerkvoogden'  (12)



en Asser courant 22-03-1871, Het nieuws van den dag : kleine courant 22-03-1871

1872: Op 20 april blijkt dat het college van Toezicht geen machtiging verleend voor het aanschaffen van een orgel. (12)

1880: De kerk van Tjamsweer krijgt van de collator Jonkheer mr. W.C.A. Alberda van Ekenstein en zijn echtgenote E.S. Baronesse Rengers een nieuw orgel, gemaakt door de gebroeders Van Oeckelen.
Het oude orgel wordt ingeruild. (13)


Provinciale Drentsche en Asser courant 30-11-1881


Provinciale Drentsche en Asser courant 19-12-1881, Provinciale Drentsche en Asser courant 04-04-1882

1881: In de kerkenraadsvergadering van 22 november wordt het schoolhoofd van Diever J. Kuiper benoemd als koster en organist. (17)

1882: In de kerkvoogdijvergadering van 14 januari besluit men een orgel dat voor f 1.600,- (zie bovenstaande advertentie) door de gebroeders Van Oeckelen wordt aangeboden aan te kopen.
Transcriptie: 'Notulen der vergadering van Kerkvoogden en Notabelen den 14 January 1882. Tegenwoordig alle leden kerkvoogden stellen voor om een orgel het welke door van Oeckelen en zoon te Haren wordt aangeboden voor een som van 1600 Gulden aan te kopen. Indien het voor onze kerk geschikt is. Dit voorstel word met alle gemeene stemmen goetgekeurt. niet meer te verhandelen zijn wordt de vergadering gesloten.'
Op 16 januari een vervolgvergadering. Men besluit definitief het orgel aan te kopen. 'te meer omdat het plan voor enige jaren al bestond, maar om de vele kosten toen niet tot uitvoering is gekomen. De kosten zijn nu niet zo groot.
Kerkvoogden hebben er voor in kas f 200 zoodat de gemeente bezwaard wort met een schuld van 1400 guldenom die jaarlijks met 100 gulden af te lossen.
gecombineerde vergadering van Kerkvoogden en Notabelen gehouden den 12 april 1882 absent de kerkv H.G. Werfeling en de Notabel J. Jansen
Kerkvoogdijvergadering van 12 april: 'Kerkvoogden doen mededeling aan Notabelen dat zij het orgel hebben gekocht bij van oeckrlrm voor 1600 gulden, die het daarvoor moet plaatsen
in de kerk. de betaling zal plaats hebben in de maand Mei 1000 gulden; de rest bij jaarlijksche termijnen van 100 gulden zoodat Kerkvoogden nog 1000 gulden moeten lenen.
Deze wordt hun toegezegd doch werd later weer opgezegd. Zij stellen nu voor om met goedkeuring van den predikant f 1000 te nemen van inschrijvingen op het grootboek behoorende tot de pastoriegoederen tegen een jaarlijksche rente van 4 percent en een jaarlijksche aflossing van 110 gulden voor de eerste maal in mei 18824. Kerkvoogden zullen het ingeloste geld dadelijk weer beleggen volgens 't Algemeen Reglement. Dit voorstel wordt met algemene stemmen goedgekeurd' (14)
In mei komt de aanschaf van het orgel aan de orde in de kerkenraad. f 1.000,- certificaten NWS van de pastorie zullen worden verkocht voor de betaling van een deel van het orgel.
Hierover wordt 4% rente betaald en een aflossing van f 100,- per jaar.

De ingebruikname vond plaats op tweede paasdag 10 april 1882 door ds. Drijber en het orgel werd bespeeld door dhr. J. Kuiper, hoofd der school en ook organist, alsmede koster.
Tekst van de preek van ds. Drijber.
Een deel van het werk werd uitgevoerd door de plaatselijke dorpstimmerman Johannes Noorman. Johannes was een zoon van Hilbert Noorman, eveneens timmerman te Diever. Hilbert was de 4e zoon van Jannes Noorman en Hilligje Hendriks en woonden in Wapse.
De oudste zoon van Jannes en Hilligje was Hendrik (Jannes) Noorman (1807-1882), die eveneens timmerman was. Hendrik vertrok na zijn huwelijk naar Oosterwolde waar hij eveneens dorpstimmerman werd. Het is deze Hendrik Noorman die in de periode 1860 - 1866 het orgel in de Hervormde kerk van Oosterwolde gebouwd heeft. (06)


Provinciale Drentsche en Asser courant 04-04-1882, Provinciale Drentsche en Asser courant 18-04-1882, Stemmen voor waarheid en vrede jrg 18, 1882 [volgno 2] 01-01-1882

In de staat van ontvangsten en uitgaven komt in 1883 het orgel voor de eerste keer voor. Voor onderhoud wordt f 15,- begroot en de orgeltrapper krijgt f 18,- per jaar. Dit bedrag wordt pas in 1920 verhoogd naar f 30,-
De organist krijgt geen salaris. Hij moet zijn inkomen halen uit een deel van de pastoriegoederen. (11)

1885: De vervolgbundel van de Evangelische Gezangen wordt ingevoerd.

Provinciale Drentsche en Asser courant 03-11-1885

1886: Onderhoud aan het orgel voor het bedrag van f 198,35 1/2 (11)

1897: Koster/organist Kuiper verzoekt om beëindiging van zijn taak om de kerk schoon te maken en het opsteken van de lampen in de wintermaanden. In de vergadering van 22 januari wordt besloten iemand te zoeken voor deze werkzaamheden. (14)

1898: Op 14 januari meldt de kerkvoogdij aan het College van Toezicht dat de lening van f 1.000,- die voor de aanschaf van het orgel in 1882 volledig is afgelost. (12)

1915; Blikseminslag in de toren

Provinciale Drentsche en Asser courant 13-08-1915, De courant 17-08-1915, Nieuwsblad van het Noorden 13-08-1915

1917: In de vergadering van 28 september verzoekt koster/organist Kuiper om een duurtoeslag omdat zijn bouwland van de kosterie minder heeft opgebracht.
Het verzoek wordt afgewezen omdat de opbrengst van de opbrengst van de kosteriegoederen voldoende is en er nog nooit een uitzondering is gemaakt.

1920: In de kerkvoogdijvergadering van 19 maart wordt besloten het traktement van de orgelblaastrapper G. Dekker op zijn verzoek te verhogen naar f30,- per jaar


Ansichtkaart 1928

1929: Op 22 november en 22 december komt de verkoop van een deel van de pastoriegoederen aan de orde. De opbrengst komt ten goede aan de predikant en aan de koster/organist.


Provinciale Drentsche en Asser courant 14-07-1931, 08-10-1932

Het orgel voor de laatste restauratie



Ansichtkaart Reliwiki (01)

193x: Johan van Meurs noteert de gegevens van het orgel in zijn dispositiecahier. (10)

Klik op de afbeelding voor een vergroting

193x: De organist hoeft zijn inkomen niet meer te halen uit de pastoriegoederen, maar krijgt voortaan f 208,- per jaar betaald. (11)
De organiste J. Mulder wordt betaald uit de opbrengsten van de kosterij. In 1931 krijgt zij f 200,- en in 1932 f 230,- uitbetaald. (18)

1954-1959: Vooraf aan de restauratie van de kerk wordt het orgel in 1955 gedemonteerd en opgeslagen. Tijdens de demontage van het orgel wordt een oude oorkonde in het orgel gevonden.
In de begroting van februari 1954 voor de restauratie van de kerk staat een bedrag opgenomen voor 'Afdekken orgel' met daarachter tussen haakjes: '(verplaatsing naar achter H.). Aan materialen wordt er f 120,- en aan lonen f 60,- begroot.
Op 31 juli schrijft de Rijksdienst voor Monumentenzorg dat er onderzocht wordt of de gevonden balkgaten van de orgelgalerij weer zouden kunnen worden hergebruikt. Die zal echter problemen opleveren vanwege de aanwezigheid van het orgel.
Van de restauratie wordt door de restauratiecommissie verslag gedaan in een viertal getypte brochures vanaf 1 september 1954 t/m 15 februari 1961. In deze brichures wordt voornamelijk een overzicht gegeven van alle activiteiten om aandacht te genereren en om financiële steun te verkrijgen. In nr. 3 wordt gemeld dat er een nieuw orgelbalkon wordt gemaakt. (19)

Bij de demontage van het orgel werd een doosje in het orgel gevonden met daarin een oorkonde met de volgende tekst:
'Dit orgel is vervaardigd door de Heeren van Oekelen, met roem bekend als orgelfabriekanten, te de Punt, bij Groningen; de hangzolder, waarop het is geplaatst, is gebouwd door de timmerlieden Eilbert Noorman, zijne beide zonen Jans en Johannes, en den leerling Geert Andreae.
In dezen tijd waren Kerkvoogden Frederik Gornelis Offerein, president; Anneus Theodorus Andreae, secretaris. Roelof Jans bij de Berg; Hendrik Geerts Wesseling; Jakob  Wichers van der Veen.
Op plechtige wijze is het ingewijd op den 11en April 1882, tweeden Paaschdag, onder de leiding van den toemalige predikant dezer gemeente Roelof Hermannus Drijber.
 
Als eerste organist trad op Johannes Kuiper, vanaf 15 April 1882 als hoofd der school en Koster te Diever werkzaam.
Lang prijk’ dit instrument in Dieverse heiligdom!
Lang spreek' het treffend schoon tot ‘t saamgestroonde volk'!
Diep roer' het d'eelste snaar van ’t menscheijk gemoed,
En voer' het op als in de hemelkoren!
Veel draag' het by tot liefde, hoop, geluk -
Tot eer van God, den menschen zelf tot heil!
Ds Dr.' (09)
Het afschrift bleef bewaard. (20)



De Heerenveensche koerier 06-07-1955, Provinciale Drentsche en Asser courant 06-07-1955

De hervormde Orgelcommissie schrijft in een brief van 30 november 1955 aan de kerkvoogdij van Diever dat men gehoord heeft dat de kerk wordt gerestaureerd.
Men wil de kerk graag van advies dienen hoe het orgel tijdens de restauratie kan worden beschermd. (07)

1959: Herplaatsing van het orgel in de kerk door Lucas Rinkema uit Woldendorp. De kas wordt wit geschilderd. Nieuwe magazijnbalg. Het orgel wordt verplaatst naar een nieuw orgelbalkon tegen de westzijde van de kerk.
Uit een brief van 8 mei die de kerkvoogdij van Diever aan de kerkvoogdij van Rolde schrijft blijkt dat Rinkema het orgel gedurende de kerkrestauratie heeft gedemonteerd, gerestaureerd en weer heeft herplaatst voor f 3,407,37 inclusief de levering van een windmachine voor f 760,-. Dit blijkt ook uit een kostenoverzicht van de restauratie van de kerk. (09)
De kerk wordt op 14 mei weer in gebruik genomen. (16)

1965: In een het register van beschermde monumenten van 27 juli wordt het orgel genoemd als onderdeel van de inventaris. Het wordt gedateerd in 1882 en toegeschreven aan Van Oeckelen.



Foto vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl


Artikel in de Mixtuur nr. 11 1973 door W.D. van der Kleij

Uit vermoedelijk de jaren '70 dateert een brief van de kerkvoogdij aan monumentenzorg waarin subsidie wordt gevraagd voor onderhoudswerkzaamheden. Voor restauratie van het orgel wordt f 4.000,- begroot. (19)

1977: Onderhoud gaat over naar de firma Mense Ruiter.

1982: Mense Ruiter vervangt het oude pedaal (C-a) door een oud pedaal van Van Oeckelen (C-d1). Reparaties  xxxx

1983: Op 15 juni schrijft Mense Ruiter naar aanleiding van een bezoek aan het orgel op 2 juni. De volgende verbeteringen zijn mogelijk:
- Lekke houten pijpen opnieuw verlijmen.
- Verbeteren onregelmatigheden in de intonatie en de speelmechaniek
- Originele registerknop voor de niet originele registerknop van de Bourdon 16'
- Dubbelwandige kist voor de windmotor
- Pedaalklavier vervangen door een origineel Van Oeckelen pedaalklavier van C-d1 en uitbreidening van het wellenbord. Ook de ligging van het pedaal wordt gecorrigeerd.
- Orgelbank wordt vernieuwd vanwege het grotere pedaalklavier met gebruikmaking van de originele zijwangen
- Toevoegen van 12 ontbrekende pijpen in het groot octaaf van de Trompet. De grootste pijpen van de Speelfluit 4'moeten op een aparte bank worden afgevoerd. De mensuur van de Trompet zou enger moeten zijn.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de windlade gerestaureerd zou moeten worden. (15)
Uit deze tijd stamt ook de actie 'een moment voor een monument'. Zie tekst. (20)



Nieuwsblad van het Noorden 30-07-1984

1984: Op 12 juli schrijft Ruiter naar de kerkvoogdij dat het stemmen van het orgel nauwelijks meer lukt vanwege lekkage in de windlade. De oorzaak is te zoeken bij de kerkverwarming.
De windlade dient op zodanage wijze te worden gerestaureerd dat hij beter bestand is tegen de kerkverwarming. (15)

1985: Op 8 juli vraagt de kerkvoogdij aan het Prins Bernard Fonds of ze in aanmerking kunnen komen voor een subsidie.
Op 25 juli schrijft het Prins Bernard Fonds dat ze alleen subsidie kunnen geven als het orgel op de monumentenlijst staat.
Op 15 augustus schrijft het Prins Bernard Fonds dat op grond van de brief van 6 augustus uit Diever het verzoek zal worden behandeld.
Op 1 oktober schrijft de Hervormde orgelcommisie dat dhr. Van Straten contact met de kerkvoogdij zal opnemen om het orgel te bezoeken.
Op 18 november schrijft de kerkvoogdij aan de Hervomde Orgelcommissie dat ze het voorlopige rapport van 13 november hebben ontvangen. Het orgel werd onderzocht door Rudi van Straten. Het rapport bevat echter geen nieuwe inzichten. De kerkvoogdij wil graag advies voor het aanvragen van subsidie en het aanstellen van een adviseur. In het rapport wordt gesteld dat de schade aan het orgel is ontstaan door de heteluchtverwarming, waardoor de windladen zijn gescheurd.
Op 29 november schrijft de Hervormde Orgelcommissie een antwoord op een brief van 18 november. De eerste stap is de benoeming van een adviseur. Voorgesteld wordt Stef Tuinstra. (20)


Krantenbericht uit een onbekende krant. Vermoedelijk in 1985. Klik op de afbeelding voor een vergroting


Drents en Asser Courant 15 juni 1985 (19) klik op de afbeelding voor een vergroting


Meppeler Courant 1985-06-17. Een wat te enthousiast bericht. De concerten en de voorbereidingen waren begonnen. De restauratie zou echter pas in 1992 beginnen.


Nieuwsblad van het Noorden 25-06-1985, Leeuwarder courant 05-08-1988


Kleurstelling voor de restauratie (20) (klik op de afbeelding voor een vergroting)

1986: Op 15 januari schrijft de Hervormde Orgelcommissie dat ze blij zijn met de benoeming van Stef Tuinstra tot orgelaviseur. Aan het einde van het restauratietraject zullen ze de restauratie beoordelen.
Op 18 januari aanvaardt Stef Tuinstra zijn benoeming tot adviseur van de restauratie. Hij neemt contact op met organist Mar Bruinzeel en gaat het orgel op 24 januari bezoeken.
Op 29 mei schrijft de gemeente Diever dat er een nieuw subsidiesysteem voor monumentenzorg is ingesteld. Graag voor 20 juni bericht wat de plannen zijn. (20)

1987: Op 18 februari beschrijft Ruiter de uit te voeren werkzaamheden voor technisch herstel en consolidatie in de huidige vorm. De bovenzijde van het cancellenraam wordt voorzien van een hechthouten dak om de windlade te beschermen tegen de kerkverwarming. Hoewel er weinig ruimte is om een register toe te voegen ziet Ruiter mogelijkheden voor de toevoeging van een Cornet.
Op 2 maart schrijft de gemeente Diever dat er tot 1 april 1990 nog een aanvraag tot subsidie kan worden ingediend. Het budget van f 41.978,- is nog niet volledig gebruikt.
In april schrijft Stef Tuinstra een rapport over de geschiedenis van het orgel en de huidige staat van het instrument.
In het rapport wordt het volgende pijpwerk aan Timpe toegeschreven: metalen pijpwerk Bourdon 16', kleine pijpwerk van de Prestant 8' (afkomstig van de Octaaf 2'), Octaaf 4', Spitsfluit 4' en de Woudfluit 2'(was oorspronkelijk een Flageolet 1'). Dit pijpwerk werd bij de plaatsing in Diever een halve toon opgeschoven.
Op 23 april schrijft Ruiter aan de kerkvoogdij dat ze het verzoek hebben gekregen van orgeladviseur Stef Tuinstra om een offerte te maken voor het vernieuwen van de windvoorziening en het completeren van het groot octaaf van de Trompet 8'.
De huidige balg en windmachine dateren van de kerkrestauratie uit de jaren '50. De balg is te klein. Deze balg kan worden vervangen door een spaanbalg. die onderin de orgelskas of naast het orgel kan worden geplaatst. Kosten: f 6.600,-
De huidige Trompet vanaf c heeft een wijde bekermensuur en . Overwogen zou kunnen worden de Trompet te vervangen door een nieuw exemplaar in een engere mensuur. De kosten bedragen f 13.800,- Stelpost voor het eventueel inkorten van de lange voeten van de Fluit 4' : f 1.000,-
Op 27 april schrijft Ruiter aan de kerkvoogdij. Er is overlegd met adviseur Stef Tuinstra. Geen spaanbalg, maar een magazijnbalg onderin het orgel. De aanwezige zwemmerbalg kan worden gebruikt als voorbalg. De kosten worden geschat op f 6.600,-. Toevoeging van een opslaande tremulant kost f 1.500,- Restitutie van de aanwezige Trompet levert f 5.000,- op.
Op 29 april maakt adviseur Stef Tuinstra een kostenbegroting op. De begroting is gesplitst in de kosten voor de restauratie en de kosten voor de uitbreiding met een Cornet en de vervanging van de Trompet. Daarnaast is er een stelpost van f 5.000,- voor de reconstructie van de oorspronkelijke kleuren van de orgelkas.
Op 29 april vraagt organist Mar Bruinzeel subisdie aan bij B&W van Diever. Deze aanvraag is gebaseerd op een concept van adviseur Tuinstra.
Op 30 juli beantwoordt de gemeente Diever de brief van 29 april. De restauratie van het orgel wordt meegnomen in de raming voor 1991. Bij de behandeling van de begroting voor 1988 beslist de raad over het toekennen van een gemeentelijke subsidie. (15) (20)

1988: Op 8 augustus schrijft de gemeente Diever dat ze de subsidiebedragen naar voren hebben gehaald, omdat er voor 1993 nog geen budget was vastgesteld. Hierdoor kan ook de voorfinanciering worden beperkt.
Op 22 augustus schrijft de kerkvoogdij aan Ruiter dat in de offerte van 18 februari 1987 wordt voor een restauratie en uitbreiding gesproken over een bedrag van f 55.000,-
In de offerte van 23 april gaat het over een bedrag van f 25.000,- Een vervolgens nog een toevoeging per 27 april van f 4.000,-
Vragen:
- Zijn de eerder gedane offertes nog van kracht?
- Wanneer kan met het werk worden begonnen en hoeveel tijd neemt het in beslag?
- Wat is nu eigenlijk het juiste bedrag?
- Vallen de uitbreidingen niet onder de subsidie?
Op 6 september antwoordt Ruiter dat de uitgebrachte offertes nog geldig zijn, behoudens een lonnkostenstijging van 1,65%. Uitvoering van de restauratie zou kunnen van april- augustus 1990. Duur van het werk is circa 16 weken.
Op 14 september schrijft de kerkvoogdij aan Ruiter dat ze ingaan op de offerte van Ruiter.
Op 7 oktober dankt orgelmaker Ruiter voor de verleende opdracht. De restauratie zal worden uitgevoerd in de periode april-augustus 1990. Graag de namen van de kerkvoogden, zodat een contract kan worden opgemaakt.
Op 10 oktober kent het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur een subsidie toe van 80% van f 52.772,- zijnde f 42.218,-.
De subsidie zal in delen in 1990, 1991 en 1992 worden uitbetaald. Het toevoegen van de Cornet en een tremulant worden niet gesubsidieerd.
Niet goedgekeurd wordt een eventuele uitbreiding van de windlade en het vervangen van de Trompet. Wel kan een groot Octaaf worden toegevoegd als de weindlade daavoor niet behoeft te worden uitgebreid.
Op 1 november schrijft Stef Tuinstra dat onderzocht zal worden of het completeren van groot octaaf in de Trompet op een andere wijze kan gebeuren dan eerst beschreven.
De toevoeging van de Cornet en de tremulant blijft gehandhaafd. De kosten van deze uitbreidingen zijn niet subsidiabel. Ook zal moeten worden gekeken of het mogelijk is het schilderwerk en de wijziging van de balustrade subsidiabel te krijgen.
De stelpost van f5.000,- voor het schilderwerk is te laag. Decoratierestaurateur Muller uit Zuidhorn zal een kleuerenonderzoek moeten uitvoeren.
Op basis hiervan kan een gewijzigde offerte worden gemaakt en worden ingediend voor subsidie.
Ongedateerde beschrijving van het orgel.  (15) (20)

1989: Op 13 februari bedankt Bruinzeel het Prins Bernard Fonds voor de toekenning op 6 februari van een subsidie van f 6.000,-.
Van 8 juni dateert een herschrijving van het op 18 februari 1987 uitgebrachte plan.
Van 14 juni dateert een offerte van de restauratieschilder Helmer Hut. De huidge witte kleur is aangebracht tijdens de restauratie van de kerk in de jaren '50. De oorspronkelijke kleur was palisander/mahonie in een groffe structuur. Het snijwerk bronsgroen met op de hoge kanten goudbrons.
Herstel van de oude kleuren wordt geschat op f 45.000,- en het opnieuw schilderen in de huidige kleuren wordt geschat op f 30.000,-.
Het contract tussen kerkvoogdij en orgelmakerij Mense Ruiter werd gesloten op 19 juni 1989. De aanneemsom was f 99.332,43.
Op 22 juni schrijft Lammert Muller aan Tuinstra over het te verrichten schilderwerk. Hij heeft op 20 juni een bezoek aan de kerk gebracht. Aanwezig daarbij waren organist Bruinzeel en schilder Wind. Onderzoek wees uit dat het orgel twee kleurperiodes heeft gehad. In de eerste periode een palisander of mahonie-imitatie en in de tweede periode wit met enkele goud-accenten.
Tijdens de restauratie in de jaren '50 is de orgeltribune vergroot, zijn er vier ondersteunende zuilen toegevoegd en is de orgelkas in wit overgeschilderd. Door de grijze kleur van de bepleistering werd de kerk erg donker. Vermoedelijk heeft men daarom besloten het orgel wit te schilderen om het meer op te laten vallen. Muller stelt voor om een licht mahonie-imitatie aan te brengen. De zuilen schilderen in een marmer-imitatie met als kleur Napoleon-rouge. DE kosten worden ingeschat op f 19.500,-
Op 26 juni stuurt Tuinstra een brief naar de kerkvoogdij met een aantal bijlagen. Voor het schilderwerk beveelt hij Lammert Muller aan. De opzet van het gewijzigde plan is doorgenomen met de rijksorgeladviseur
Van 26 juni dateert een hernieuwde kostenbegroting van de subsidiabele kosten voor een bedarg van f 101.081,80. De niet-subsidiabele kosten bedragen f 36.212,70. (15) (20)
.
1990: Op 7 mei worden de gemaakte restauratieafspraken van 18 april door Ruiter bevestigd.
- Borstwering volgens onderstaande tekening
- Oude windmachine hergebruiken
- Afspraken rond balg en windkanalen
- Inliggende tremulant naar Timpe
- Windlade krijgt aan onder- en bovenzijde hechthoutplaten vanwege de agressieve kerkverwarming
- Geen mogelijkheden voor de deling van de Trompet
- De toegevoegde Cornet krijgt een stok en sleep onder het cancellenraam. Hiervoor worden de vervoersstokken van de Prestant 8' ingekort met 5 cm. (15)


Klik op de afbeelding voor een vergroting

Op 19 oktober 1990 wordt een stukje metaal van de Octaaf 4' naar Stinkens gestuurd. Kan dit worden geanalyseerd? De resultaten worden gebruikt voor het maken van een toe te voegen Cornet.
Op 30 november geeft Ruiter de maten van de toe te voegen Cornet door aan pijpenmakerij Stinkens.
Op 4 december correspondeert Ruiter met orgelpijpenmakers Stinkens over de toe te voegen Cornet. (15)

1991: Op 15 februari schrijft Ruiter dat de werkzaamheden uitlopen vanwege ziekte. De schilderwerkzaamheden aan de orgelkas kunnen echter wel plaatsvinden. Dit dient te gebeuren vooraf aan het intoneren.
Op 5 juni schrijft organist Mar Bruinzeel namens de orgelcommissie van Diever dat de restauratie ver achter loopt. De plaaning was april-augustus 1990.
Op 6 juni beantwoordt Stef Tuinstra de brief van 5 juni. De werkzaamheden zijn uitgelopen vanwege ziekte van diverse personeelsleden van de orgelmakerij. Het schilderwerk kan op dit moment nog niet worden gekeurd. De afstemming tussen schilder en orgelmaker verliep niet altijd even goed. Het werk zal worden voltooid door Muller. Afwerken en intoneren zal nu plaats vinden in de maand juni en juli.
Op 6 juni schrijft de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in Groningen (SBKGG) aan Tuinstra dat de restauratie niet volgens schema verloopt. Over get schilderwerk bestaan de nodige twijfels.
Op 7 juni stuurt Ruiter de mensuren van de toe te voegen Cornet naar pijpenmakerij Stinkens. Het tinpercentage is 38%. Verwachte levertijd is spetmeber 1991.
Op 18 juni schrijft orgelpijpenmakerij Stinkens dat de 12 bestelde prijpen voor de completering van het groot octaaf van de Trompet 8' in september geleverd kunnnen worden. Ook worden dan 15 gerestaureerde pijpen terug geleverd.
Op 27 juni geeft Ruiter de planning van werkzaamheden door. Op dit moment worden de labiale stemmen geïntoneerd. Dit zal rond 3 juli zijn afgerond. Daarna wordt de nieuwe Cornet geplaatst en geïntoneerd. De Trompet zal daarna worden geïntoneerd. De nieuwe trompetpijpen voor het groot octaaf zullen eind september worden geleverd.
Op 2 juli schrijft de kerkvoogdij dat De werkzaamheden van de orgelmaker en de schilder nu beter worden gecoördineerd. Er wordt weer de nodige voortgang geboekt. Er wordt een vlotte voltooiing verwacht.
Op 16 juli schrijft Ruiter dat de werkzaamheden in de kerk uitlopen omdat de kerk door activiteiten niet beschikbaar was. Het voorstel is om de Trompet 8' in één keer eind september met het toegevoegde groot octaaf te intoneren.
Op 1 oktober schrijft Ruiter dat het orgel op 9 oktober wordt gestemd en de Cornet verder wordt afgewerkt.
Op 30 oktober schrijft adviseur Stef Tuinstra aan organist Bruinzeel. De tremulant is nog niet goed en zal opnieuw worden bekeken. Ook de stemming laat nog te wensen over. Ook het tempo van werken van de orgelmakers heeft zijn aandacht. Er wordt op dit moment gewerkt aan de Trompet. De Cornet is zachter dan bij een Van Oeckelen Cornet gebruikelijk is. Indien mogelijk een ontmoeting in de kerk. Hij sluit ook een stemschema bij.
Op 4 november spreekt Bruinzeel zijn zorgen uit over de gang van zaken. De nieuwe cornet is nog niet naar tevredenheid, de windvoorziening is nog lang niet optimaal en ook het schilderwerk is nog niet volgens verwachting. Het vertrouwen in Monumentenzorg is geschaad.
Op 18 november meldt Ruiter dat de restauratie is afgerond. Op 13 november heeft een keuring plaatsgevonden met adviseur Stef Tuinstra, O.B. Wiersma van Monumentenzorg, Veldkamp en Tamminga van orgelmakerij Ruiter en organist Mar Bruinzeel. Op enekele kleine punten na is de restauratie goedgekeurd. Voor de ingebruikname in 1992 zullen nog enkele kleine punten worden afgewerkt: Afwerking van de toegevoegd trompetpijpen van het groot octaaf, enkele hoogste cornetpijpen en het klein octaaf van de Octaaf 4'. Het orgel dient eerst te acclimatiseren en in het voorjaar is het stookseizoen ook afgesloten.
Op 11 december informeert Ruiter de Orgelcommissie van de hervomde Kerk over de voortgang van de restauratie. Het orgel is inmiddels goedgekeurd door Stef Tuinstra en O.B. Wiersma in aanwezigheid van de organist Mar Bruinzeel en Veldkamp van orgelmakerij Ruiter.
Een paar werkzaamheden zijn nog uitgesteld vanwege de defekte kerkverwarming: Afwerking van enekele toegevoegd tompetpijpen, Een deel van de Cornet enhet klein octaaf van de Octaaf 4'.
Verslag bespreking op 23 december tussen Stef Tuinstra, L. Muller (kunstrestaurateur) en H. Boerema van Monumentenzorg. Onderwerp van gesprek is de beoordeling van het schilderwerk aan het orgel. Voor het schilderwerk is gekozen voor een plaatselijke schilder omdat de offerete van Muller te veel kosten met zich mee bracht. Aanvankelijk leek het resultaat veelbelovend. Het marmerwerk was prima. De kwaliteit van de houtimitatie was echter teleurstellend. Dit is toen opnieuw uitgevoerd. Vanuit de kerk leek het prima, maar inspectie van dichtbij bracht aan het licht dat de vernis met twee matte lagen op elkaar, waardoor glansvelkken en -strepen ontstaan. Het beste is nu een nog een glanslaag aan te brengen. (15) (20)

1992: Het orgel werd in gebruik genomen op 13 juni 1992 met een orgelbespeling door adviseur Stef Tuinstra en organist Mar Bruinzeel. Zie uitnodiging en de ingebruikname-brochure.
In de toespraak van de kerkvoogd wordt nog een plan ontvouwd voor de aanschaf van een koorogel. Helaas is het daar niet van gekomen. (15-04-2024)
Op 2 september verscheen het eindrapport van de Orgelcommissie van de Hervomde kerk. Het rapport werd geschreven door Aart van Beek die het orgel op 12 juni bezocht.  (15)

Ontwikkeling dispositie:
1845 1882 1991
Prestant 8 vt Prestant 8 vt Prestant 8 vt
Bourdon 16 vt Bourdon 16 vt Bourdon 16 vt
Holpijp 8 vt Holpijp 8 vt Holpijp 8 vt
Viol di Gamba 8 vt Viol di Gamba 8 vt Viol di Gamba 8 vt
Octaaf 4 vt Octaaf 4 vt Octaaf 4 vt
Fluit 4 vt Fluit 4 vt Fluit 4 vt
Octaaf 2 vt Octaaf 2 vt Octaaf 2 vt
Woudfluit 2 vt Woudfluit 2 vt Woudfluit 2 vt
  Trompet 8 vt (vanaf c) Trompet 8 vt (vanaf C)
    Cornet
     


Foto Reliwiki (01)

De volgende werkzaamheden werden verricht:

Dispositie: Timpe 1830 (T), Van Oeckelen 1845 (O), gebr. van Oeckelen 1882 (Oo), Mense Ruiter (R)

Manuaal I   Pedaal
Bourdon 16' (T,O,Oo) C-d1
Prestant 8' (T,O,Oo)  
Holpijp 8' (Oo)  
Viola da gamba 8' (Oo)  
Octaaf 4' (T,Oo)  
Speelfluit 4' (T,Oo)  
Woudfluit 2' (T)  
Cornet IV discant (R)  
Trompet 8' (Oo,R)  

Tremulant (R)


Bericht uit onbekende krant. Klik op de afbeelding voor een vergroting


Meppeler Courant 1992-06-01 en 1992-06-12

De restauratie is beschreven in het tijdschrift "De Mixtuur" nr. 79 1992 (04)

1994: Advies van Mense Ruiter omtrent de luchtvochtigheid in de kerk

1996: In maart schrijft Ruiter dat ze een aantal mechanische storingen hebben opgelost. De oorzaak is de zeer lage luchtvochtigheid van soms wel 20%. Deze lage waarden vallen buiten de garatie. Misschien is het mogelijk een luchtbevochtiger op de hete lucht verwarming aan te sluiten. De luchtvochtigheid dient binnen de marge van 505 - 70% te blijven.
Op 7 augustus wil de kerkvoogdij van Ruiter graag antwoorden op het probleeem met de te lage luchtvochtigheid.
Kan er luchtbevochtiging in het orgel? Wat zijn de kosten? Welke firma's leveren deze apparatuur?
Op 15 augustus antwoord van Ruiter. het is mogelijk een kleiene luchtbevochtiger bij het orgel te plaatsen. Er zijn hoede ervaring met de Brune 844. Het apparaat kan niet in de orgelkas worden geplaatst vanwege ruimte gebrek. Graag overleg plegen met adviseur Stef Tuinstra. (15)

1999: De nieuwsbrief van de Stichting Drents-Overijsselse Kerken van december 1999 heeft de Stichting Vrienden van de Oude Kerk te Diever tot onderwerp. Over het orgel wordt het volgende gezegd: 'Het Van Oeckelen-orgel dateert uit het eind van de 19de eeuw'.

2004: Bij onderhoud constateert orgelmakerij Ruiter dat het instrument behoorlijk vervuild is geraakt, waardoor er hoger gestemd moet worden, waardoor beschadigingen kunnen ontstaan. Ook vertoont het klavier veel slijtage.
Voorgesteld wordt het orgel te reinigen en het klavier in de werkplaats te voorzien van nieuw beenbeleg. (15)

Organisten:

Bronvermelding:

  1. www:http://reliwiki.nl/index.php?title=Diever,_Hoofdstraat_45_-_Pancratius
  2. Brochure: Stencil door de organist van de kerk Mar Bruinzeel uit Diever, die weer putte uit het restauratierapport door Stef Tuinstra
  3. Boek: Nederlandse Orgelencyclopedie deel 1878-1886 blz. 205-207
  4. Tijdschrift: de Mixtuur 11 oktober 1973 De orgels te Nunspeet, Diever en Emmen door W.D. van der Kleij
  5. Tijdschrift: de Mixtuur 79 april 1995 Kroniek
  6. E-Mail van Henk Noorman d.d. 7 juli 2008
  7. Archief Lambert Erné, Universiteit Utrecht
  8. Boek:Willem Jan Cevaal, Johannes Wilhelmus Timpe (1770-1837) Orgelmaker in Groningen, Utrecht, 1997 blz. 96
  9. Drents Archief: 0343 Nederlands Hervormde Gemeente Diever 119 Stukken betreffende de restauratie van de kerk; 1954-1958
  10. Boek: Jaap Brouwer: Johan van Meurs - Een studie over een pionierend orgeladviseur
  11. Drents Archief: 0343 Nederlands Hervormde Gemeente Diever 94 Staten van rekening en verantwoording van ontvangsten en uitgaven; 1835-1925, 1930, 1942- 1944
  12. Drents Archief: 0343 Nederlands Hervormde Gemeente Diever 36 Brievenboek 1864-1918
  13. Boek: Het Groninger orgelbezit van Adorp tot Zijldijk deel V Fivelingo blz. 164-165
  14. Drents Archief: 0343 Nederlands Hervormde Gemeente Diever 33 Notulen van vergaderingen van kerkvoogden en notabelen 1869-1937, 1939
  15. Archief orgelmakerij Mense Ruiter
  16. Drents Archief: 0343 Nederlands Hervormde Gemeente Diever 5 Ingekomen stukken; 1863-1966
  17. Drents Archief: 0343 Nederlands Hervormde Gemeente Diever 2 Registers van notulen van vergaderingen van de kerkenraad, van kerkenraad en diaconie en van stemgerechtigden 1861-1885
  18. Drents Archief: 0343 Nederlands Hervormde Gemeente Diever 72 Kasboek van de kosterij; 1931-1944
  19. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe382 Diever, Brink (NH kerk); 1954-1985
  20. Archief Kerkvoogdij Diever