Eext, Hervormde kerk
De kerkelijke gemeente te Eext behoorde tot 1841 onder Anloo. De nieuw gebouwde
kerk werd op 5 september 1841 ingewijd. Het is een zogenaamde Waterstaatskerk, dat
betekent dat een hoofdingenieur van Rijkswaterstaat de architect was. Het kerkje te Eext
heeft een sierlijk torentje en een monumentale Dorische ingangspartij. Het meubilair
dateert grotendeels uit de bouwtijd, zoals preekstoel, doopschaal, collecteschaal op
stander en offerblok. (01) (02)
Foto: Michel Verbeek
(04)
Artikel uit het Dagblad van het Noorden door Ebelina Bruins
De oudst bekende vermelding
van Eext, dat toen Esethe
werd genoemd, vinden we in
het Oorkondeboek Van Groningen
en Drenthe en dateert
uit het jaar 1309.
De kerkgangers
uit Eext gingen te voet naar
de kerk van Anloo. Veel mensen
hadden in Anloo een kerkhuis
(bij familie of kennissen)
waar voor de vrouwen op
koude zondagen een stoof met
een kooltje vuur klaar stond om
mee te nemen, daar kregen de
mannen ook hun kerkboek. Gezamenlijk
liep men naar de
kerk. Na de preek deed de koster
de afkondigingen, zoals verkopingen
(boeldagen), boerwerken,
verhuringen, geboorten,
huwelijken, ingekomen en
vertrokken personen.
Er zullen ook wel bezoeken gebracht
zijn aan de handwerkslieden
die hun nering rondom
de kerk hadden gevestigd. Men
beweert dat op de terugweg
werd gestopt onder een eikenboom
voor de zogenaamde
'dubbele preek', waar men niet
alleen over de preek praatte
maar zeker ook de laatste
nieuwtjes besprak. De wegen
waren vaak moeilijk begaanbaar
en het verlangen om over
een eigen kerk te beschikken
was een vurige wens van de bewoners
van Eext, Anderen en
Zandvoort.
Ingewijd in 1841
Omstreeks 1835 kwamen de
eerste Waterstaatskerken, ontworpen
door het Departement
van Waterstaat en gestimuleerd
door de regering. De afscheidingsbeweging van
ds. De
Cock is van grote invloed geweest
op de houding van de regering
voor het bouwen va
deze kerken. In de dorpen Eext,
Anderen en Zandvoort greep
men deze mogelijkheid met
beide handen aan en het eindbedrag
op de intekenlijst was
boven alle verwachting. In
1840 kreeg men bij Koninklijk
Besluit toestemming tot het
stichten van een kerk. Op 5 september
1841 werd de kerk ingewijd
door Dominius Wijnand
Izak van Loenen.
We lopen om het zaalkerkje
heen. Boven de ingang is een
dakruiter geplaatst. De zon zet
de haan op de toren in een gouden
gloed. Sinds 1841 vormt de
toren het hoogste punt in Eext.
De klok van 1914 in de toren,
wordt met de hand geluid en
laat zich bij diverse gebeurtenissen
horen. Een uur voor de
dienst en bij aanvang van de
dienst en tijdens begrafenissen.
Bij het 'luun' golden er bepaalde
regels. Bij het overlijden
van een kind werd er eenmaal
kort geluid, na een paar seconden
werd er verder geluid. Bij
een jeugdig persoon twee keer
en bij een ouder iemand drie
keer. Tegenwoordig wordt er
voor een overledene drie keer
geluid. Een ronde gemetselde
vorm boven de ingang geeft
aan dat hier eens een uurwerk
was, dat ter gelegenheid van
het honderdjarig bestaan in
1942 was geplaatst. Het
duurde niet lang, want in 1943
hebben de Duitsers de klok geroofd
en omgesmolten voor
oorlogstuig.
Grote oliekachel
Via het portaal komen we in de
kerk. Links is de consistoriekamer
gebouwd. De kerk heeft
een sobere inrichting. De genummerde
banken van gelig
geverfd grenenhout zijn verbonden
door deurtjes met een
ouderwets slotje. Er staan vier
herenbanken. Een grote oliekachel
verwarmt het gebouw.
Aan de zoldering zijn versierselen
aangebracht om de ontluchtingsgaten
minder opvallend
te maken. De psalmborden
dateren vanaf de bouw van
de kerk. Er hangen zes kroonluchters,
die door de gemeente
zijn geschonken bij het 150-jarig
bestaan van de kerk. De
preekstoel aan de oostwand is
zeskantig, eenvoudig en zonder
versierselen. Alleen de lezenaar
is bewerkt. Aan de trap
van de preekstoel hangt een
geelkoperen doopbekken.
Rechts, iets achter de preekstoel,
staat het offerblok. Links
aan de oostwand hangen de
collectezakken, met aan de onderkant
een rinkelend klokje,
aan een lange stok. Er staan
goudkleurige kruisjes op de
collectezakken. De lange stokken
dienden vroeger om ook
midden in de banken de leden
de zak voor te houden. Op den
duur werden de collectezakken
door al het muntgeld te
zwaar voor de dienstdoende
diaken om te hanteren. In veel
kerken is men overgestapt op
kleine collectezakken die men
aan elkaar doorgeeft.
Orgel
Ter gelegenheid van hun 50-jarig
huwelijk heeft het echtpaar
Meyring-Homan in 1919 het
orgel aan de kerk geschonken.
Het heeft een drie-toren-front.
Op de buitenste torens staat
een siervaas. De zijvleugels zijn
opengewerkt en wit geverfd
Het avondmaalstel bestaat uit
twee zilveren bekers, gedateerd
1843 en 1897. De twee
tinnen kannen zijn uit 1865.
Kerk en toren zijn al meerdere
malen gerestaureerd.
De kerk
staat onder Monumentenzorg. (03)
Bronvermelding: