Emmen, Hervormde Hoofdstraatkerk
Van het middeleeuwse kerkgebouw bleef alleen de zware romaanse toren bewaard die
waarschijnlijk uit het einde van de 12de eeuw dateert. Het onderste deel bestaat uit
behakte granieten zwerfkeien, zoals we die ook bij het koor in Odoorn aantreffen.
Daarboven bestaat het muurwerk uit grote baksteen, die echter alleen aan de noordzijde nog
te zien is, want de andere zijden zijn in 1907 ommetseld. Daarbij bleef echter wel de
decoratieve behandeling met drie langwerpige spaarvelden, gedekt door twee rondboogjes,
intact. In 1855 werd de hoge spits vervangen door het huidige achtkant met korte spits.

Lithografie door
Jan Reijnders (1823-1889) van de kerk uit 1855
In 1855 werd de oude kerk helaas afgebroken. Het was blijkens tekeningen een
drieschepig gotisch gebouw met kruisgewelven tussen spitse bogen, dat waarschijnlijk uit
de 15de eeuw dateerde. De zijmuren hadden smalle spitse vensters en eenvoudige steunberen,
terwijl één dak het schip en de lagere zijbeuken overdekte, zoals nu nog in Sleen het
geval is. In 1965 werden de fundamenten opgegraven, waarbij bleek dat het koor iets ouder
was dan het schip. Eveneens werden sporen van een houten voorganger gevonden.
Bij de afbraak van deze kerk werden muur- en gewelfschilderingen aangetroffen. Op het
koorgewelf zat een voorstelling van Het Laatste Oordeel, waarbij duidelijk duivels en
figuren met blaasinstrumenten te zien waren. Op de zuidmuur van het koor waren vier
lijdensvoorstellingen zichtbaar: Christus met rietstaf, Christus wordt bespot of
weggeleid, drie personen rond het graf (een stenen tombe met afbeelding van Christus) en
de nederdaling ter helle. De tekening van de voorstelling op de noordmuur van het koor is
te onduidelijk voor nadere identificatie. Deze primitieve tekeningen van J. Reijnders
(1855) geven weinig houvast voor datering. Waarschijnlijk betrof het laat-middeleeuws
werk.
Provinciale Drentsche en Asser courant 02-07-1856
In 1856 werd de huidige kerk gebouwd: een eenvoudige bakstenen kruiskerk met pilasters
en spitsboogvensters. Omstreeks 1920 bracht ds. H. de Groot schilderingen aan op de muren,
voorstellende de aarde met haar lasten en lusten, haar verleidingen en verlokkingen, haar
lijden en einde. Een groot tafereel hoven de preekstoel stelde voor hoe Christus op
verschillende manieren door de mensen wordt ontvangen. Zie ook krantenbericht
hiernaast uit de Provinciale Drentsche en Asser courant 02-07-1856

Uitgegeven
door Ten Cate Emmen
In 1964-'65 onderging het interieur een restauratie waarbij de inrichting, die uit
historisch oogpunt overigens weinig waarde had, geheel werd gemoderniseerd. Ook verdwenen
de schilderingen van ds. de Groot. Het nieuwe liturgische centrum is een voorbeeld van
moderne protestantse kerkinrichting. Aan de ene zijde van kansel en vont een ruimte voor
huwelijksdiensten, aan de andere zijde de avondmaalsruimte met een grote vaste
avondmaalstafel. Bijzonder sfeerversterkend is de lange abstracte schildering langs de
wanden van Dora Tuijnman.
Bronnen:
Dr. Regn. Steensma Lang de oude Drentse kerken (1977) ISBN 90 246 4213 2 (Bosch & Keuning - Baarn)