Emmen,  Grote kerk

Informatie over de kerk


Interieur van de oude kerk voor 1855. Vermoedelijk door Jan Reijnders (1823-1889), die ook het exterieur tekende

Volgens Van der Aa was er voor 1872 geen orgel aanwezig. (01)
Wel zijn er vermoedens over een orgel dat in de 17e eeuw aanwezig geweest zou kunnen zijn. Van der Aa vermeldt een nis waarin een orgel zou kunnen hebben gestaan.
Deze bewering staat ook in het boek van de 3 podagristen, die in de jaren '40 van de 19e eeuw de kerk bezoeken en er het volgende over schrijven: 'Maar de kerk 'der Hervormden ! - Hoe dragelijk haar uiterlijk is en hoe spits haar geüurwerkte toren ook naar boven stijgt, - haar innerlijk zou u- 't hooge woord moet er uit! - een kille huivering door 't gebeente jagen. Nergens nog zagen wij somberder, akeliger gebouw, dán dit heiligdom, waar ’t evangelie van CHRISTUS den mensch tot godsdienstige blijdschap moet stemmen..... De kerk heeft iets kloosteraachtigs in hare inrigting, - iets , wat wij niet weten te betitelen, om 't u aanschouwelijk voor te stellen; Pilaren -maar zoo dwergachtig, alsof derzelver bouwmeester tot zijn verontschuldiging meende, dat ieder zich met een in magnis voluisse liet te vrede stellen. Gewelven -brr! - vergeeft ons, dat wij ons gevoel niet onderdaniger maakten aan onzen wil. Een beun - de tralies ontbreken om er een bok uit Van AKEN's menagerie in te hervinden. Men wees; om een nis of iets dergelijks in den muur waar vroeger een orgel gestaan had. De legende verhaalt, dat BEREND VAN GALEN op zijn tournée à la ATTILLA door deze streken, ten jaren 1672, dit kerkmeubel vernielde'. (09)


Ansichtkaarten Rechts uit 1904

1855: De oude kerk wordt vervangen door een nieuwe kerk. De toren van de oude kerk blijft in gewijzigde vorm gehandhaafd.
In het bestek van de bouw van de nieuwe kerk is er bij de paragraaf over het afbreken van de oude kerk geen sprake van een orgel. De inventaris met zijn onderdelen wordt genoemd, maar een orgel wordt niet genoemd. (12)


Links: Provinciale Drentsche en Asser courant 18-04-1855; rechts: een ongedateerde tekening van de kerk uit een veel latere periode. Klik op de tekening voor een vergroting.

1865: In de instructie en aanstellingsvoorwaarden voor de koster, voorlezer en voorzanger voor de hoofdonderwijzer J. Org staat in artikel 5: 'Indien er een orgel in de kerk geplaatst wordt, zal de koster de verpligting als organist op zich nemen en het orgel moeten bespelen.' Blijkbaar waren er al plannen om een orgel te plaatsen. (11)


Provinciale Drentsche en Asser courant 21-03-1872

1872: Kerkvoogdijvergaderingen van 8 maart 1872, 12 november 1872 en 28 maart 1873: op de kerkvoogdijvergadering van 8 maart wordt besloten een orgel aan te schaffen op een nieuw te bouwen 'zolder'. f 4.000,- wordt geleend tegen een rente van 4,5 %. Andere mogelijke financieringsbronnen zijn de pastoriegoederen met f 500,- en de 'kooppenningen' van de pastorij met f 1.700,- en f 1.800,-. De lening zal worden afgelost vanaf 1879 met f 600,- per jaar. Er wordt voor de lening van f 4.000,- toestemming gevraagd aan het College van Toezicht. (16)
Op 25 maart schrijven de kerkvoogden aan het College van Toezicht dat kerkvoogden en notabelen hebben besloten om een orgel in de kerk te plaatsen. De kosten zullen worden gedekt door een lening van f 4.000,-. Het college wordt verzocht het ingezonden plan goed te keuren.
Op 3 april (verbaal 20) behandelt het College van Toezicht de brief van 25 maart van de kerkvoogdij. (29)
Op 29 oktober (verbaal 60/7) schrijft het College van Toezicht aan de kerkvoogdij van Emmen dat de geldlening kan worden goedgekeurd als er een vaste termijn wordt opgenomen waarbinnen de lening moet worden afgelost. (18) (29)
Op 12 november wordt gemeld dat het College van Toezicht per brief van 29 oktober het plan voor de lening van f 4.000,- alleen goed wil keuren als er ook een aflossingsplan is. Men besluit de lening af te lossen over een periode van 20 jaar in termijnen van f 200,-. (16)
Van 5 december dateert een bonnetje van een kerkvoogd voor een bezoek aan Veendam. Heeft hij orgelmaker Roelof Meijer bezocht? (20)


De kleine courant 23-03-1872

1873: Op 27 januari schrijft het College van Toezicht (verbaal 8-33) dat ze nog wat op- en aanmerkingen hebben op het plan.
Op 10 maart schrijft de kerkvoogdij aan het College van Toezicht dat de lening van f 4.000,- voor het orgel zal worden verkregen door inschrijving in aandelen van f 200,-.
Op 15 maart keurt het College van Toezicht (verbaal 20 ) het aangepaste plan goed. (18) (30)
Op 28 maart wordt besloten het orgel op de tweede Paasdag in de ochtenddienst in gebruik te nemen. 's Middags wordt een orgelconcert gegeven waarvoor een entreeprijs van f 0,25 zal worden gevraagd. De opbrengst komt ten goede aan de diaconie. (16)
Op 13 april tekent orgelmaker Meijer voor de ontvangst van f 2.425 als eerste termijn. (13)

Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Transcriptie: 'Ontvangen van H.H. Kerkvoogden der hervormde Gemeente te Emmen de somma van twee duizend vierhonderd en vijf en twintig Gulden, zijnde de gedeeltelijke betaling van het Orgel, door ondergeteekende geleverd, voor de aannemingssom van vierduizend en vijf- en zestig Guldens, wordende het resteerende af geeheele uitbetaling gedaan in maand November 1873.
Zegge f.4025.-. Emmen den 13 April 1873
get. R.Meijer. (Handtekening)
 2425
 1640
 4065

Op 13 april keurt organist Baning uit Dalen het orgel. Zijn rapport luidt als volgt: 'De ondergetekende J. Baning, als daartoe door H.H. kerkvoogden der Hervormde Gemeente Emmen gemachtigd, verklaart als deskundige, dat het orgel aldaer in de kerk geleverd goed is. Hij verklaart tevens dat hij, na het werk nauwkeurig te hebben nagezien, geene gebreken van eenige betekenis heeft ontdekt en alzoo de overname van het werk genoemde kerkvoogden heeft aangeraden op grond vooral, dat de toon goed en het werk zeer netjes is afgewerkt. Tevens geeft ondergetekende den wensch te kennen, dat de verklaring moge dienen tot aanbeveling van den heer R. Meijer als den maker van genoemd orgel gedaan in tegenwoordigheid van H.H. Kerkvoogden van genoemde Gemeente te Emmen op den 13 April 1873
J. Baning'(13)

Op 14 april wordt het orgel tijdens de ochtenddienst in gebruik genomen. 's Middags geeft organist C. Bos uit Veendam in samenwerking met een solist en aan zangkwartet een concert.
W. Koopman wordt voor f 15,- per jaar orgeltrapper. Zijn zoon neemt het later van hem over tot de aanschaf van de windmotor in 1931.

De dispositie van het orgel is niet vermeld in de archiefstukken, maar Stef Tuinstra kon aan de hand van latere archiefstukken en onderzoek van het instrument onderstaande dispositie afleiden:

Manuaal I C-e3   Manuaal II C-e3   Pedaal c-g
Prestant 16' Salicionaal 8' Aangehangen
Bourdon 16' Open fluit 8'  
Prestant 8' Holpijp 8'  
Gemshoorn 8' Viool Prestant 4'  
Roerfluit 8' Fluit d'amour 4'  
Gamba 8' Woudfluit 2'  
Octaaf 4' Open plaats    
Gemsfluit 4'      
Quint 2 2/3'      
Octaaf 2'      
Mixtuur III      
Trompet 8'      
         


Op 2 december tekent Meijer voor ontvangst van het resterende bedrag. (13)

Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Transcriptie: Ontvangen van Heeren Kerkvoogden der Hervormde Gemeente te Emmen de somma van vier duizend Gulden tot geheele afbetaling van het Orgel in de kerk, door ondergeteekende geleverd voor de aannemingssom van vierduizend Guldens.
Zegge f.4000.-. Emmen den 2 Dezember 1873
get. R. Meijer (eigen handtekening)
Orgelmaker te Veendam.

De tekst van het garantiebewijs luidt als volgt:
Ik ondergetekende, orgelmaker te Veendam, verbind mij door dezen vijf jaren voor het door mij in 1873 den 15 April aan de gemeente Emmen geleverde orgel in te staan of garandeeren zoodat alle gebreken welke in die tusschentijd aan het orgel mochten ontstaan, mits niet door verwaarlozing of moedwil veroorzaakt door mij kosteloos zullen worden hersteld
uitgenomen de stemming
R. Meijer
Orgelmaker te Veendam (13)

Ontvangen van H.H. Kerkvoogden te Emmen de somma voor overbouw en verven van het Orgel de somma van negenzestig Gulden
Zegge f.69.-. Emmen den 2 Dezember 1873
get. R. Meijer (eigen handtekening)
Orgelmaker te Veendam.

Ontvangen van de Kerkvoogden te Emmen zesenveertig Gulden, zijnde zeven maanden interest van het jaar 1873.
Zegge f.46.-. Emmen den 2 Dezember 1873
get. R.Meijer (eigen handtekening
Orgelmaker te Veendam.

Op 30 december verklaart Jan Strating f 4,75 te hebben ontvangen voor reis- en verblijfkosten naar Veendam in januari 1873. Bezocht hij ook Roelof Meijer? (20)




Provinciale Drentsche en Asser courant 14-02-1873, 04-04-1873, 10-04-1873


Stemmen voor waarheid en vrede jaargang 10, 1873 [volgnummer 2]



Provinciale Drentsche en Asser courant 16-04-1873

 


Provinciale Drentsche en Asser courant 18-04-1873, 19-04-1873


Provinciale Drentsche en Asser courant 08-05-1873

1879: Van 4 april dateert een kwitantie van Meijer van f 20,- voor het stemmen van het orgel. (20)

1885: Na het overlijden van Meijer wordt de stemming van het orgel verricht door Henricus van Oeckelen, in opdracht van de weduwe Meijer te Veendam. (20)

1890: Concert door de blinde organist B. van der Kaa.

Provinciale Drentsche en Asser courant 09-09-1890

1894: Op 6 juli schrijft organist Van der Kaa vanuit Odoorn of hij op zondag 15 juli een concert kan geven in Emmen.

1905-1919: Vanaf 1905 wordt het orgel gestemd en onderhouden door W.K. Beukema, orgel- en pianostemmer te Groningen.
De orgelblaastrapper krijgt f 15,- per jaar. Het onderhoud is doorgaans een bedrag rond de f 20,- In 1912 is er f 70,- nodig. Regelmatig krijgt orgelblaasbalgtrapper Joh. Koopman f 2,- tot f 4,- uitbetaald voor zijn assistentie tijdens het stemmen. In 1912 zijn ze duidelijk langer bezig omdat Koopman dan f 8,- krijgt uitbetaald. (23)

1906: Tekst over het orgel in een artikel over het Zuidenveld deel 11

Provinciale Drentsche en Asser courant 21-11-1906

1913: Het orgel staat 40 jaar in de kerk. J. de Boer bespeelt het orgel vanaf het begin. De kleinzoon van de eerste orgeltrapper vervult nu deze functie.

Emmer courant 16-04-1913

1915: Concert op 30 mei door J.H. Secrève orgel, mevr. W. Secrève-van Emminckhoven zang en Anton Verheijen declamatie.


Emmer courant 26-05-1915

Concert op 19 september door J.H. Secrève orgel, mevr. W. Secrève-van Emminckhoven zang en Jan C. Manifarges viool.

Emmer courant 11-09-1915

1918: Concert op 14 november door J.H. Lümer orgel en mevr. Jo van Huls-Cup zang


Emmer courant 09-11-1918

'Als een bijzonderheid kan worden medegedeeld dat de heer J. de Boer, oud-hoofd der school te Emmen, serdert vijftig jaar onafgebroken lid van het kiescollege dezer gemeente is geweest. Wij wenschen den krassen grijsaard nog menig levenesjaar toe. De gemeente profiteert nog alle zondagen van zijn orgelspeltalent.'

Emmer courant 23-11-1918

1918: Orgelblaasbalgtrapper f 15,- Onderhoud orgel W.K. Beukema f 150,- (23)

1919: Orgelblaasbalgtrapper f 15,- Onderhoud orgel Joh. Koopman f 5,- J. van Peer f 20,35 Thedinga f 60,20 en f 5,30 R. Kroeze f 3,- vracht 0,25. Het bedrag van Koopman heeft betrekking op het bedienen van de balgen. Bij de andere bedragen is geen specificatie opgenomen. Ze staan echter wel onder de post onderhoud orgel. Thedinga was een garagebedrijf in Emmen. (23)

Concert op 31 maart door J.H. Lümer orgel en mevr. Jo van Huls-CUp zang

Emmer courant 29-03-1919, 02-04-1919

Op 19 april overlijdt organist Jan de Boer, die sinds 1873 het orgel bespeelt.


Provinciale Drentsche en Asser courant 22-04-1919, 26-04-1919

1920-1930: Na Beukema onderhoudt P. v. Dam, orgelmaker te Leeuwarden het orgel.
Orgelblaasbalgtrapper f 25,- Onderhoud orgel P. van Dam f 467,50 en f 45,10 Joh. Koopman f 27,- In dit jaar vindt er groot onderhoud plaats gezien he bedrag dat betaald wordt aan Van Dam en orgeltrapper Koopman.
In de jaren daarna jaarlijks onderhoud door P. van Dam voor f 45,-, waarbij af en toe bedragen worden vermeld voor orgeltrapper Koopman. In 1921 een betaling onder het kopje onderhoud orgel van f 100,- aan Thedinga (23)

1919: Er wordt een nieuwe organist gezocht en hiervoor plaatst de kerkvoogdij een advertentie in het tijdschrift Het Orgel.
Naar aanleiding van deze advertentie en een soortgelijke advertentie voor Harderwijk schrijft Cornelis Immig (1867-1924) in Het Orgel van 1919 juni een artikel over de hoogte van de organistensalarissen, de eisen die men stelt en de (noodzakelijke) bijverdiensten. De discussie gaat verder in het augustusnummer en het septembernummer.
In de kerkvoogdijvergaderingen van april komt het overlijden van organist Jan de Boer aan de orde.
De functie wordt opgesplitst in koster en organist. De bekostiging wordt gedaan uit de fondsen van de kosterij. Zolang er nog geen nieuwe organist is zal de echtgenote van ds. de Groot de functie waarnemen. Ook dhr. T. Koopman zal enige diensten gaan spelen. Jaarlijks komt er bij de kosterij f 850,- binnen aan inkomsten. Door verkoop van de kosterij kan dit bedrag verhoogd worden. Dit wordt besloten. Het salaris van de organist wordt vastgesteld op f 750,- en van de koster op f 300,- plus vrij wonen. (19)


Het Orgel 1919 mei, 1919 oktober

Kerkconcert door het kerkkoor onder leiding van mevr. van Assendorp en mevr. de Groot als organiste. Ds. de Groot hield ter afwisselingen enkele voordrachten.

Emmer courant 10-12-1919

1920: Op 14 februari schrijft de nieuw benoemde organist Lümer een brief voor het verkrijgen van een woning. Er wordt besloten een woning te huren. Hij dient een eigen bijdrage te betalen van f 150,- per jaar.
Op 19 november verzoekt de orgelblaasbalgtrapper Joh. Koopman om verhoging van zijn salaris. Dit wordt gebracht op f 100,- per jaar. (19)

1921: Concert op 24 juli door Jan Gesterkamp uit Hamburg orgel en viool. ds. de Groot. spreekt een voordracht uit het toneelspel 'De wandelende Jood' van Temple Thusrton.  De orgelbegeleiding is door mevr. de Groot.


Emmer courant 16-07-1921, 20-07-1921, Provinciale Drentsche en Asser courant 25-07-1921, Emmer Courant 27-07-1921

1921: Op 17 juli tekent organist T. Koopman voor de ontvangst van f 97,50 voor het bespelen van het orgel van januari t/m 3 juli 1921. (20)



Foto http://www.kerkeninbeeld.nl De schilderingen in de kerk stammen van de eigen predikant ds. H. de Groot. Hij beschrijft zijn methodiek van werken in het boekje Protestantsche Kerkdecoratie uit 1922. (21)

1922: Uitvoering op initiatief van de vereniging 'Evangelie en Vrijheid'. Organist is dhr. Paardekoper uit Leeuwarden en mej. Doe Haasdijk zang.

Emmer Courant 11-11-1922, Provinciale Drentsche en Asser courant 16-11-1922

1925: Orgelconcert georganiseerd door de Maatschappij tot Nut van 't Algeemeen door A. Alt uit Bolsward.


Provinciale Drentsche en Asser courant 21-04-1925, 22-04-1925, 27-04-1925

1931: Plannen voor de restauratie van het orgel

Emmer courant 12-05-1931


Het orgel 1931 mei, Provinciale Drentsche en Asser courant 04-05-1931, De Zaanlander 02-05-1931

Op 24 maart wordt besloten een deskundige een onderzoek naar het orgel te laten doen. Op grond daarvan kan een besluit worden genomen omtrent reparatie.
Op 28 april wordt een offerte besproken van orgelmaker Flentrop. Besloten wordt de werkzaamheden, genoemd onder de punt 1,2, en 3 te laten uitvoeren. De kosten worden geschat op f 1.570,-.
Op 5 juni vraagt organiste mej. Postma of ze op het orgel mag studeren. Dit wordt toegestaan als het orgel is hersteld. De stroom zal niet in rekening worden gebracht. Voor de reparatie van het orgel zal een lening worden gesloten omdat er te weinig geld in kas is.
Op 15 juli wordt besloten een geldlening van f 2.000,- af te sluiten voor de financiering van de reparatie van het orgel. De lening zal worden afgelost in termijnen van f 200,-. Ook de opbrengst van de verkoop van bouwland van de kosterij wordt hieraan besteed.
Op 24 augustus wordt besloten het orgel uit te breiden. Men noemt dit 'bijbouw'. De kosten worden berekend op f 100,- Een uitbreiding kost f 765,-. (De uitbreiding zal betrekking hebben op een zelfstandig Pedaal)
Op 21 september wordt besloten de orgeltrapper Johannes Koopman per 1 januari 1932 eervol ontslag te verlenen. (18)

Uit het instrument zelf en indirecte bronnen leidt orgeladviseur Stef Tuinstra af dat vermoedelijk onderstaande werkzaamheden zijn uitgevoerd:

  1. Gedeeltelijke demontage en heropbouw.
  2. Het aanbrengen van een nieuw zelfstandig Pedaal op een pneumatische lade met een Subbas 16' en een Violoncel 8'.
  3. Het plaatsen van een elektrische windmotor.
  4. Nazien van balgen, windladen en mechaniek.
  5. Verwijderen van het hoogste koor van de Mixtuur
  6. Vervangen van de Quint 3' van het Hoofdwerk
  7. Herintonatie van al het pijpwerk. De Octaaf 2' van het Hoofdwerk wordt voorzien van expressions.
  8. Op een open plaats van het Bovenwerk wordt een Voix Celeste 8' vanaf d toegevoegd.
  9. De frontpijpen worden opnieuw gepolijst.
  10. De orgelkas wordt opnieuw gevernist. De kleurstelling blijft gehandhaafd.

In het kasboek staat voor 1931: Orgelblaasbalgtrapper f 65,- Onderhoud orgel H.W. Flentrop f 2035,10 (23)
Het orgel wordt op 16 augustus weer in gebruik genomen, waarbij orgelmaker H.W. Flentrop het orgel bespeelt.
In de jaren daarna regulier onderhoud door Flentrop voor f 50,- per jaar. (23)



Nieuwe Utrechtsche courant 24-07-1931 (laatste alinea)


Emmer courant 14-08-1931, 18-08-1931, De standaard 23-07-1931


Nieuwsblad van het noorden d.d. 18-08-1931

1932: Concert georganiseerd door de vereniging 'Evangelie en vrijheid" door Flantrop op orgel en mevr. hekkert-Van Eijsden zang.


Emmer courant 08-01-1932, 12-01-1932

1934: Johannes Koopman overlijdt op 89-jarige leeftijd. Hij was vanaf de bouw van het orgel tot zijn tachtigste jaar orgelblaastrapper. Van ongeveer 1925 tot 1931, toen de windmotor werd geïnstalleerd, nam een zoon zijn werk over.


Emmer courant 27-02-1934, 02-03-1934

1935: Concert op 16 januari door D.P. Frank orgel en mevr. J. Hekkert-van Eijsden zang. Een zangkoor onder leiding van directeur Lolkema.


Emmer courant 11-01-1935, 18-01-1935


193x: Johan van Meurs noteert de dispositie van het orgel in zijn dispositiecahier. (24)


Klik op de afbeelding voor een vergroting

Manuaal I: Prestant 16 (C-E in B 16), Bourdon 16’, Prestant 8, Gemshoorn 8, Roerfluit 8, Octaaf 4, Fluit 4, Quint 2 2/3, Octaaf 2, Cornet V, Mixtuur II-IV, Trompet 8
Manuaal II: Openfluit 8, Holpijp 8, Gamba 8, Vox Celeste 8 (vanaf klein d), Vioolprestant 4, Flute d’amour 4, Woudfluit 2
Pedaal: Cello 8, Subbas 16’ (transmissie Bourdon 16)
Windmotor, klavierkoppel, voettrede als pedaalkoppeling, klavieromvang C-e3 (
19)


1938: Onder de post onderhoud orgel: Flentrop f 50,- Zonder specificatie: A. Naber f 20,40 P. Sanders f 3,- Thedinga f 6,05 L. Kliphuis-Homan f 3,25 en f 0,55 J. Hof f 5,13 J. Griemink f 5,-

1939: Vanaf dit jaar is het salaris van de organiste in de boeken te vinden. Voor die tijd werd zij waarschijnlijk betaald uit de kosterijgoederen. Tractement organiste f 390,- onderhoud orgel Flentrop f 50,-

1940-1945: Idem (22)

1944: De opvolger van koster/organist Jan de Boer viert zijn 25-jarig jubileum als koster. Na het overlijden van de Boer werd de functie gesplitst.

Drentsch dagblad: officieel orgaan voor de provincie Drenthe 09-05-1944

1945: 3 april Postma f 97,50 19 oktober Salaris organiste Mevr. Blaauw Meppel 29/4 - 1/9 f 135,-
Postma werd uit haar functie ontheven vanwege de rol van de familie Postma in de Tweede Wereldoorlog. De ene helft van de familie zat in het verzet en het andere deel collaboreerde met de Duitsers. Dat zal ook de reden zijn dat mej. Postma in 1946 nog een nabetaling kreeg over de periode 1-15 april 1945. Later werd ze weer organiste na het vertrek van Dr. Das. (22)

1946: Op 11 juni wordt de toestand van het orgel aan de orde gesteld. Volgens een ontvangen rapport vergt het herstel van het orgel een bedrag van f 3.250,- op basis van prijzen uit mei 1940. Een dergelijk bedrag kan niet worden betaald uit de gewone middelen. Besloten wordt een collecte te organiseren en organist Das een volgende keer uit te nodigen voor een toelichting.
Op 13 juni geeft organist Dr. Das een toelichting op een mogelijke restauratie van het orgel. Hij baseert zijn uitleg op een voorstel van H.W. Flentrop. Hierin wordt het volgende genoemd: revisie van de windladen, verbetering van de mechaniek, dispositiewijziging, toevoeging van een register op het bovenwerk. Men is van mening dat als de onderhoudskosten hoger worden een herstelling noodzakelijk wordt. Dr. Das wordt gevraagd bij Flentrop naar de kosten van restauratie met de huidige prijzen. Ook dient hij te informeren naar de kosten van een vervangend orgel tijdens de restauratie. (25)
Kasboek: 15 januari salaris Dr. G. Das okt-dec 1945 f 130,- 25 februari nota Flentrop f 34,39 10 april Dr. G. Das f 97,50 1946 18 juli idem 30 juli mej. Postma 1-15 april 1945 f 22,50 1946 1 oktober Das idem 31 december idem 31 december Flentrop stemmen orgel 1946 f 70,- (22)

1947: Op 19 juni komt onder punt g van de ingekomen stukken een brief van Flentrop over de restauratie van het orgel aan de orde. Gezien de hoge kosten wordt hiervan eerst afgezien. (25)
27 maart Dr. Vente Zwolle f 54,-, 2 april Dr. Das f 97,50 24 juli Dr. Das f 100,- 7 nov DR. Das idem 31 december Dr. Das idem 31 december Flentrop f 70,- (22)
Uit deze tijd dateert ook een rapport over het orgel door Dr. Maarten Albert Vente (20 januari 1947) (02).

Benefietconcert voor een vakantieoord voor BLO-leerlingen door Dr. Das orgel en mevr. Klok-Boerdam en Henk Viskil zang.

Provinciale Drentsche en Asser courant 14-08-1947

1948: Op 11 februari wordt er overlegd over een collecte voor de restauratie van het orgel en het aanbrengen van een installatie voor het luiden van de klokken.
Op 16 september wordt gemeld dat een collecte f 9.705,43 heeft opgebracht. Dit geld zal worden besteed aan: urinoirs, verlichting van de wijzerplaten, luidinstallatie van de kerkklokken en revisie van het orgel door Flentrop. Verder komt een vraag van Dr. Das aan de orde om zijn salaris te verhogen tot f 500,- per jaar. De stemmen staken. Een voorstel om het salaris te verhogen tot f 450,- wordt aangenomen. (25)
24 januari Flentrop f 16,50 9 april Das idem 23 juli Das f 130,-13 november Das f 100,- 31 december Flentrop f 81,20 31 december Das f 137,50 (22)


Provinciale Drentsche en Asser courant 29-04-1948, 09-07-1948

1949: Orgelmaker Flentrop herstelt het orgel. De uiteindelijke kosten bedragen f 3.370,- Van de werkzaamheden is geen bestek bewaard gebleven. Wel bleef het rapport van Dr. Maarten Albert Vente bewaard. (Zie rekening in kasboek d.d. 27 maart 1947 van f 54,-) Bovendien is er een gespecificeerde rekening beschikbaar van de timmerman J. Kuper. Vanuit deze gegevens en het instrument leidde Stef Tuinstra de volgende werkzaamheden af:

Orgelkas:

Windvoorziening:

Mechaniek en klaviatuur

Pijpwerk:

Prestant 16' Nieuw gedekt pijpwerk voor C-Dis van elektrolytisch staal, Krupp Essen, E-Bes transmissie van de oude Prestant 16'-pijpen van het Hoofdwerk
Subbas 16' 1930 oregon
Cello 8' 1930 zink
Koraalbas 4' nieuw van metaal

Dispositie na deze werkzaamheden:

Manuaal I C - e''' Manuaal II C - e ''' Pedaal C - d'
Prestant 8' Holpijp 8' Prestant 16'
Quintadeen 16' Open fluit 8' Subbas 16'
Roerfluit 8' Salicionaal 8' Cello 8'
Gemshoorn 8' Viola di Gamba 8' Koraalbas 4'
Octaaf 4' VioolPrestant 4'    
Gemsfluit 4' Fluit d'amour 4'    
Quint 2 2/3' Woudfluit 2'    
Octaaf 2' Sesquialter II-III    
Cornet V disc.        
Mixtuur II-III        
Trompet 8'        

Systeem: Mechanisch, behalve het Pedaal, dat pneumatisch is aangelegd. Na deze restauratie treden al snel allerlei storingen op. De oorzaak is droogte door een nieuwe schoorsteen naast het orgel voor de nieuwe centrale verwarming. Zowel de organist dhr. G. Das als D.A. Flentrop maken hier melding van.
Kasboek: 15 april Das f 100,- 1949 28 juli Das f 100,- 1949 28 juli Flentrop f 3500,- Boerenleenbank 7 oktober f 3500,- Giro (Bedrag wordt overgeheveld van de ene rekening naar de andere rekening) 1949 7 oktober Das f 100,- (22)



Provinciale Drentsche en Asser courant 08-11-1949, 23-11-1949, 23-12-1949

1950: Concert in april door Dr. G. Das, M. Bijlsma-Knoop sopraan en het koor Cantemus Denuo onder leiding van G. Broenink en in oktober een concert door een Deens schoolkoor uit Randers als uitwisseling met het Lyceum in Emmen.


Provinciale Drentsche en Asser courant 03-04-1950, 22-10-1952

1950: 2 januari Das f 137,50 25 mei Das f `100,- 8 juli Das f 125 (22)

1951: 8 januari Flentrop f 70,00 8 januari Das f 312,50 9 april Das f 125.- 10 juli Das f 125,- 4 oktober W. Trots Klazienaveen f 15,- Das f 125,- 12 dec Das f 155,- 19 december Flentrop f 95,- 27 dec Das 6 huwelijken f 45,- 31 dec W. Trots f 5,- (22)

1952: 19 maart W. Trots f 45,85, Das f 125,- 5 juli Das f 125,- 5 april salaris Das f 125,- 27 sep idem 24 dec Flentrop f 95,- (22)

1953: 17 januari Das 4e kw 1952 + 8 huwelijken f 60 f 185,- 18 april Das f 125,- 9 jul Das f 125,- 17 oktober Das f 125,- 24 december Flentrop f 112,50 31 december Das + 8x huwelijk f 192,50 (22)

1954: In de kerkvoogdijvergadering van 22 juni wordt besloten een lichtsignaal vanaf predikant naar de organist te installeren om de communicatie te verbeteren.
Organist Das geeft aan dat het spelen van alle diensten hem te zwaar wordt. Kan dhr. Trots worden aangesteld als tweede organist?
Op 2 april wordt een brief van Flentrop behandeld waarin wordt gesteld dat de problemen met het orgel worden veroorzaakt door de verwarming. Er wordt nog even afgewacht.
Op 22 december wordt het bericht van Flentrop behandeld waarin Flentrop meedeelt dat het onderhoudsbedrag wordt verhoogd van f 95,- naar f 115,- (17)
Kasboek: 6 mei Dr. Das f 125,- 15 juli W. Trots en G. Das f 75,- voor 2e kwartaal 14 november idem 17 december C. van Eyk orgelspel f 30,- (22)

1955: Kasboek: 12 jan Flentrop f 313,38 25 jan Das 4e kwartaal + huwelijken f 26,- f 101 W. Trots f 75 21 februari C. van Eyck orgeldiensten f 23,- 16 maart W. Trots orgeldiensten f 39,- 19 april C. van Eyck orgelspel f 22,- 24 juni idem f6,- 1 juli G. Das en W. Trots 1e halfjaar f 150,00 5 september W.H. Zwart huur kerkgebouw f 45,- (vermoedelijk voor een orgelconcert) 8 oktober Trots en Das 3e kwartaal f 75,- 27 december C. van Eyck 10 orgeldiensten f 30,- (22)

1956: In de kerkvoogdijvergadering van 11 mei komt aan de orde dat het herstel van het orgel een bedrag zal vergen van minstens f 7.000,- Ook wordt geadviseerd de verwarmingsruimte te isoleren.
Op 3 augustus vraagt Willem Hendrik Zwart of hij een orgelconcerten in de kerk kan geven. Vanwege de slechte staat van het orgel wordt dit afgewezen. (17)
Kasboek 17 januari Flentrop f 115,- 14 januari Das f 135 incl. 10 huwelijksdiensten W. Trots f 75,- (22)

1957: Op 7 februari vraagt organist Das of er enkele reparaties aan het orgel kunnen worden uitgevoerd. Dit is akkoord. (17)
Op 4 november schrijft ds. Faber aan de orgelcommissie van de Hervormde Kerk dat het orgel hersteld moet worden. De restauratie zou mooi samen kunnen gaan met een vernieuwing van het kerkinterieur.
Graag wil hij deskundig advies inwinnen. (08)

1958: Op 20 januari 1958 vraagt organist Das ontheffing van zijn functie als organist. In zijn plaats wordt benoemd mej. F. Postma uit Emmen, die al organiste was tot 1945. Mevrouw Rossing wordt aangesteld als reserve-organiste.
Op 8 februari wordt besloten organist Das als cadeau een 'boekwerk' aan te bieden. (17)
Op 6 september schrijft de interne commissie 'vernieuwing kerkinterieur' als antwoord op een brief van de kerkvoogdij dat zij niet verantwoordelijk zijn voor het normale onderhoudswerk van het kerkinterieur. Bijgesloten is een brief van orgelmaker Flentrop met een plan om het orgel te herstellen, dat beschadigd is geraakt door de onoordeelkundig aanleg van de centrale verwarming. (14)
Blijkbaar is contact met de orgelcommissie in 1957 niet tot stand gekomen. Op 19 november schrijft de orgelcommissie aan ds. Faber dat ze de kerk graag willen adviseren. De kosten van het advies bedragen f 45,-. (08)
Op 8 december wordt besloten om tegelijkertijd met de vernieuwing van het interieur ook het orgel een grote beurt te laten geven. Er zal hiervoor een deskundig advies worden aangevraagd. Kosten van dit advies zijn f 45,-. (17)
Op 2 december schrijft de interne commissie 'vernieuwing kerkinterieur' dat tegelijkertijd met de vernieuwing van het kerkinterieur ook het orgel moet worden gerestaureerd. Hiermee zullen enkele tienduizenden guldens zijn gemoeid. Het orgel moet een functie vervullen bij concerten in de kerk. Het is in wezen een goed instrument maar moet voldoen aan de huidige eisen. Er is een actie gestart voor het inzamelen van gelden. (14)
Op 9 december schrijft de secretaris van de commissie voor de kerkvernieuwing dat ze graag gebruik maken van het advies en vraagt wanneer een deskundige langs komt. (08)
In een brief van 10 december wordt gemeld dat er ook een akoestisch adviseur zal worden ingeschakeld. (14)

1959: Op 13 april brief van Flentrop dat het onderhoudsabonnement is verhoogd van f 125,- naar f 135,-. (17)
Het advies van de orgelcommissie van de Hervormde Kerk dateert van 14 april. In het eerste gedeelte wordt het orgel beschreven.
Direct daarna wordt gesteld dat het orgel in slechte conditie is. De windladen hebben veel door- en bijspraak en verliezen wind. De tractuur is mechanisch met uitzondering van het Pedaal en een strijker op Manuaal II. De tractuur op Manuaal I rammelt en de tractuur op Manuaal II heeft te weinig diepgang. De manuaalkoppeling trekt onvoldoende door. Het pijpwerk is van diverse herkomst en bevat veel kernsteken. De frontpijpen hebben overlengte. Ook zijn er zinken pijpen. De intonatie is slap en heeft weinig karakter. De zinken Trompet heeft een slechte klank. De windvoorziening is onvoldoende. De Pedaalkas is van latere datum en waarschijnlijk vrij kort geleden toegevoegd. Men acht een restauratie niet verantwoord. Graag wil men het advies mondeling toelichten.
Op 18 april schrijft de commissie vanuit Emmen dat men graag van de toelichting gebruik maakt. (08)
Op 12 augustus 1959 wordt een brief behandeld van W. Eppinga of hij op 21 november een orgelconcert in de kerk mag geven. Dit wordt toegestaan als hij 20% van de opbrengst afdraagt. Mevrouw Rossing-Hoekman stopt als reserve-organist. (17)

Concert door het Emmer mannenkoor onder leiding van B. harsevoort, organist Vic de Val en bariton Victor van der Laan.

Provinciale Drentsche en Asser courant 18-08-1959

1960: Op 23 januari stuurt Sjouke van der Kooi (muziekleraar in Emmen) in zijn functie als adviseur van de hervormde kerk van Emmen een brief met aantal vragen naar Nederlandse orgelmakers waaronder Mense Ruiter voor de aanschaf van een nieuw orgel.
1. Hoe lang duurt het voordat U kunt beginnen
2. Hoe lang duurt de bouw
3. Wat zijn de prijzen voor de verschillende types orgel: mechanisch en mechanisch met elektrische tractie waardoor er een speeltafel op afstand geplaatst kan worden
4. Waar kunnen we orgels van U beluisteren
Gedacht wordt aan een orgel met twee klavieren en vrij Pedaal. Het ondermanuaal met 8 stemmen en het bovenmanuaal met 7 stemmen en op het Pedaal 2 stemmen volgens het unit-systeem.
Op 9 februari beantwoordt Ruiter de vragen. De punten 1 en 2 zijn niet eenduidig te beantwoorden en hangen af van wanneer de opdracht wordt verstrekt. 1961 is misschien mogelijk. Een orgel van 16 1/2 stem kan worden geleverd voor f 36.300,-. Orgels van Ruiter kunnen worden bezichtigd in de Maranathakerk van Den Haag, Woldendorp Hervormde Kerk en Groningen Filadelfiakerk. Een elektrische traktuur wordt afgeraden. (26)
Op 1 december is mejuffrouw Postma 35 jaar organiste. Ze wordt verrast met een bloemetje.

1961: Op 13 februari 1961 wordt besloten advies bij de Hervormde Orgelcommissie aan te vragen voor de restauratie van het orgel. (25)
Op 15 februari antwoordt de kerkvoogdij van Emmen op een brief van 6 februari van de hervomde orgelcommissie. Het orgel moet dringend gerestaureerd worden. Men wil graag advies.
In juli blijkt dat er een verwisseling is opgetreden met de hervormde evangelisatie in Emmen. Op 27 september wordt een afspraak gepland voor een onderzoek door Cor Edskes. (08)
Op 11 oktober wordt er een plan ingediend voor het vernieuwen van het interieur van de kerk. Het orgel zou ongewijzigd kunnen blijven. Wel zou de balustrade en de wand onder het orgel aangepast kunnen worden. (14)

Nieuwsblad van het noorden 05-08-1961

1962: Er zijn discussies over een centrumplan voor Emmen. Er is zelf sprake van nieuwbouw van de kerk in combinatie met een openbare bibliotheek. Deze plannen vinden geen doorgang. Er wordt een nieuwe bibliotheek gebouwd naast het Kantongerecht. Zie correspondentie. (15)
Op 9 juni wordt geschat dat de restauratie van het orgel f 25.000,- zal gaan kosten. Er zal contact worden gezocht met orgelmaker Mense Ruiter. (25)

1963: Op 14 november verwijst de hervormde orgelcommissie naar een eerdere advies van 14 april 1959. Het orgel zal er niet beter op geworden zijn. Heeft men al besloten tot nieuwbouw? De orgelcommissie adviseert graag.
In december antwoordt de kerkvoogdij van Emmen dat het orgel niet wordt vervangen. (08)

1965-1966: Op 17 maart 1965 belt orgelmaker Ottes met het Bureau Monumentenzorg van de provincie. Uit een telefoonnotitie valt af te leiden dat de opdracht voor restauratie naar Ottes zal gaan.
In een brief van 25 oktober 1965 wordt gemeld dat de orgelbalustrade te hoog is en wat zou moeten zakken. (14)
Organist Vic de Val houdt toezicht op de werkzaamheden. (03)
Helaas is de orgelmaker Ottes niet in staat om geheel aan de aangegane verplichtingen te voldoen. Toch werd op bepaalde punten meer gedaan, dan oorspronkelijk in de offerte stond vermeld. De offerte bevatte behalve de gewone revisie-handelingen het volgende:

Na de oplevering van het orgel doen zich veel problemen voor. Ottes probeert dit te herstellen, maar slaagt daarin onvoldoende. Enige tijd later gaat hij failliet.
Na de restauratie ontstaat de volgende dispositie:

Manuaal I C - e'''   Manuaal II C - e'''   Pedaal C - d'  
Prestant 8'   Holpijp 8'   Prestant 16' 1949
Quintadeen 16' 1949 Salicionaal 8'   Bourdon 16' 1966
Roerfluit 8'   Open fluit 8'   Octaaf 8' 1931
Gemshoorn 8'   Octaaf 4'   Schalmei 4' 1966
Octaaf 4'   Gedekte fluit 4'        
Gemsfluit 4'   Woudfluit 2'        
Quint 2 2/3' 1931? Nasard 1 1/3' 1966      
Octaaf 2'   Sesquialter II-III 1931/1949      
Nachthoorn 1' 1949/1966            
Mixtuur II-IV 1966            
Trompet 8' 1966            

Speeltafel van het orgel voor de laatste restauratie

Vanaf 1968 is Vierdag uit Enschede verantwoordelijk voor het onderhoud.

1970: Op 19 september schrijft de kerkvoogdij aan Erné dat de restauratie van de kerk bijna is afgerond. Men komt nu aan het orgel toe. Wanneer kan Erné naar het orgel komen kijken? (08)


Foto vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl



De Mixtuur nr. 11 1973

1977: Op 1 december meldt organist Vic de Val dat twee medewerkers van orgelmaker Vierdag op 24 november het orgel hebben onderzocht. Op basis hiervan hebben ze een offerte gemaakt voor een restauratie.
- Restauratie van de windladen van Hoofdwerk en Bovenwerk f 17.525,-
- Nieuwe speeltafel met drie koppelingen en nieuwe klavieren f 20.795,-
- Pijpwerk: f 17.950,-
- Het zinken groot octaaf van de Quintadeen vervangen door de Bourdon 16' van het Pedaal. De transmissie kan dan vervallen.
- De pneumatische Nasard 1 1/3 van het Hoofdwerk verhuist naar het Bovenwerk op de plek van de Salicionaal, die vervalt.
- De Trompet 8' wordt vernieuwd met gebruikmaking van de bestaande lepels en tongen. Vernieuwing van de bekers met gebruik van bestaand materiaal.
- De overige registers repareren, goed sprekend maken en stemmen
- Nieuw mechanisch lade voor het Pedaal van C - f1 met Subbas 16', Octaaf 8', Fagot 16' en Schalmei 4'
De Subbas is nieuw van hout. f 28.550,-
De werkzaamheden kunnen circa 20 maanden na het geven van de opdracht worden uitgevoerd.
De kosten blijken hoger dan De Val had verwacht. Deze kosten zijn het gevolg van de werkzaamheden door 'orgelbouwer' Ottes in 1966. (27)

1978: In een uitgebreide brief van 16 maart legt de orgelcommissie van de Hervormde Kerk uit wat haar werkwijze is.
Op 1 december komt Vierdag met een nieuwe offerte van f 98.154,- voor restauratie en uitbreiding van het orgel.
In een brief van 3 december beschrijft organist Vic de Val het orgel. Hij vermoedt dat een deel van het pijpwerk afkomstig is van Van Oeckelen waar Meijer heeft gewerkt. Het orgel was oorspronkelijk geheel mechanisch met een aangehangen Pedaal. Aan de kas is duidelijk de toevoeging van een zelfstandig pneumatisch Pedaal door Flentrop in 1939 te zien. Ook 1 stem van het Bovenwerk is pneumatisch. Het zinken pijpwerk dateert ook uit die tijd. De schoorsteen van de luchtverwarming liep vroeger pal langs de orgelkas. In de jaren vijftig begon het orgel veel mankementen te vertonen. De restauratie door Ottes in 1966 was lang niet voldoende. Daarna wordt de dispositie genoemd, waarbij het nieuwe pijpwerk is aangekruist. Het orgel is grotendeels waardevol en fraai van karakter en een restauratie waard.
Het zinken pijpwerk dient te worden vervangen en de pneumatiek verwijderd.
In overleg met Vierdag stelt hij de volgende dispositie voor met 24 stemmen:
Hoofdwerk Bovenwerk Pedaal
Quintadeen 16' Open Fluit 8' Prestant 16'
Prestant 8' Gamba 8' x Subbas 16'
Gemshoorn 8' x Voix Celeste 8' x Octaafbas 8'
Roerfluit 8' Holpijp 8' x Fagot 16'
Octaaf 4' Octaaf 4' x Schalmei 4'
Fluit 4' Gedekte Fluit 4'
Quint 2 2/3' Windfluit 2'
Octaaf 2' Nasard 1 1/3'
Nachthoorn 1' Sesquialter II-II
Mixtuur II-IV
Trompet 8'
Nieuwe registers zijn aangekruisd.
Op 6 december stuurt Vic de Val het plan van Vierdag en zijn eigen toelichting naar het college van kerkvoogden.
In het kerkblad Hervormd Emmen van december 1978 schrijft Vic de Val over de plannen voor het orgel. (27)


1979: Op 19 maart vergadert de orgelcommissie voor het eerst. Er wordt een technische- een financiële- en een organisatorische commissie ingesteld. De algehele leiding berust bij dhr. Zegering-Hadders. Het rapport van adviseur Hülsmann is nog niet ontvangen. Er wordt voorgesteld om dhr. Kriek uit Didam te benoemen als orgeladviseur om de 5% adviseurskosten te besparen.
Op 11 april verschijnt het rapport van de Hervormde Orgel Commissie van de Hervormde Kerk (HOC). Bij het onderzoek waren aanwezig wijlen organist Vic de Val (hij overleed in december 1978), orgelmaker Vierdag en leden van de kerkvoogdij. Mogelijk zou het orgel monumentale waarde kunnen worden toegekend. Misschien biedt de nog niet afgesloten restauratierekening van de kerk een mogelijkheid voor subsidie. Bij het onderzoek was het in de kerk 22 graden en gaf de hygrometer 25% aan. Tijdens de restauratie van de kerk was het orgel ingepakt en zal het vochtiger zijn geworden. Het staat nu bloot aan een snelle uitdroging. De windladen vertonen nu doorspraak ondanks de restauratie van de laden door Ottes. De laden zijn door Ottes voorzien van een verende sleepconstructie en de pulpeten zijn vervangen door schijven. De Schalmei en de Bourdon van het Pedaal zijn van Ottes. Ook de Mixtuur, Trompet en vermoedelijk de Nachthoorn 1' zijn van Ottes. Een deel van het Hoofdwerk is nog oorspronkelijk. De Nasard 1 1/3' van het bovenwerk is geplaatst op een pneumatische lade, die verbonden is met de oorspronkelijke windlade middels een plastic buis. De Sesquialter van het Bovenwerk is vermoedelijk van Flentrop. De rest van het pijpwerk lijkt origineel. Het frontpijpwerk is van zink en overtrokken met tinfoelie, maar vermoedelijk wel oorspronkelijk.
Geadviseerd wordt een ervaren orgeladviseur in te schakelen. Genoemd wordt Lambert Erné.
Op 24 mei stelt organist Jan van Laar aan Corneille Janssen van het bureau Monumentenzorg (BM) voor om samen met de andere organist Henk Stekelenburg te overleggen over de restauratie.
Op 3 september stuurt orgeladviseur Hans van der Harst een rapport naar de kerkvoogdij. Hij heeft op 15 augustus het orgel bezocht in aanwezigheid van de organisten Jan van Laar, Henk Stekelenburg en Corneille F. Janssen van het BM.
Hij beschrijft kort de geschiedenis en noemt de wijzigingen van Ottes 'geheel uit de oorspronkelijke stijl'. De windladen zijn nog grotendeels oorspronkelijk. Van de oorspronkelijke mechaniek is niet veel meer over vanwege de gewijzigde ladeligging en de toevoeging van een pneumatisch Pedaal. De oude magazijnbalg is nog aanwezig. De windkanalen zijn deels oud. De klaviatuur en registerknoppen zijn van 1966 en passen niet bij de stijl van het orgel. De speelaard is onaangenaam en onbetrouwbaar. Het pijpwerk is 'voor een niet onbelangrijk deel' nog aanwezig. Daarna volgt een gedetailleerde beschrijving van het pijpwerk op volgorde van de lade. Van der Harst stelt voor de oude situatie weer grotendeels te reconstrueren en een nieuw mechanisch Pedaal. Het orgel is belangrijk genoeg om een overleg met de rijksadviseur voor orgel te overwegen.
Hij stelt de volgende dispositie voor:


Hoofdwerk Bovenwerk Pedaal
Bourdon 16' o Holpijp 8' Subbas 16'
o Prestant 8' o Open Fluit 8' Octaafbas 8'
o Gemshoorn 8' o Salicionaal 8' Octaaf 4'
o Roerfluit 8' o VioolPrestant 4' Bazuin of Fagot 16'
o Octaaf 4' o Fluit 4' Trompet 8'
o Gemsfluit 4' Woudfluit 2'
o Quint 2 2/3' Dulciaan of Fagot-Hobo 8'
o Octaaf 2'  
Cornet V Disc  
Mixtuur II-III-IV
Trompet 8'
De met 'o' gemerkte stemmen zijn oud. (27)

1980: Op 19 september vraagt organist Jan van Laar aan Corneille Janssen of het zinvol is via Hans van der Harst een prijsopgave voor een restauratie te laten doen door de orgelmaker Albert de Graaf? (27)

1981: Op 26 januari stuurt de kerkvoogdij een prijsopgave van Albert de Graaf van 13 december 1980 door naar het BM. Het orgel wordt zowel qua dispositie als mechaniek hersteld naar de oorspronkelijke toestand. Het plan is geënt op het restauratieplan van Van der Harst en zal circa f 185.000,- (ex BTW) kosten. Voor het Pedaal zal een nieuw orgelkas achter het orgel worden gemaakt. Er zijn twee varianten met Subbas 16' en Octaafbas 8' voor f 37.000,- en een met 3 stemmen (+Bazuin 16') voor f 58.000,-
Van 15 april dateert een begroting van f 24.616,66 voor het schilderwerk door het BM.
Op 7 mei dient de kerkvoogdij een subsidieverzoek in bij de provincie. De kosten worden ingeschat op f 250.000,- Bijgesloten zijn de rapporten van orgeladviseur van der Harst uit 1981 en van 3 september 1979 en de offerte van orgelmaker Albert de Graaf van 26 januari 1981.
Op 1 juli schrijft het BM aan de provincie dat de restauratie van het orgel is aangemeld bij de ISP voor 1981/1982. Het bureau geeft een positief advies voor de restauratie. (27)
Een poging om de toevoeging van een "concertpedaal' door de gemeente te laten finacieren mislukt.

Nieuwsblad van het Noorden 3 september 1981

1982: Op 14 juli vraagt de kerkvoogdij het BM om advies omtrent punt 4.4 uit een verslag omtrent een oriënterend gesprek over de restauratie. Waarom wordt er geen subsidie verleend uit de ISP-regeling? Verder blijkt uit het verslag dat het orgel inmiddels erkend is als monument. Latere toevoegingen aan het orgel zijn niet subsidiabel. De kans op subsidie is op dit moment nihil.
Op 16 juli schrijft het BM dat het verkrijgen van subsidies op dit moment uiterst moeilijk is. (27)

1983: Op 6 februari schijft orgeladviseur Hans van der Harst dat hij overleg heeft gehad met rijksorgeladviseur dhr. Wiersma. Naar de normen van monumentenzorg heeft het orgel geen monumentale waarde, maar behoud en restauratie worden op prijs gesteld.
Op 27 april vergadert de orgelcommissie. De organisten klagen dat er nog steeds geen actie is voor het restaureren van het orgel. In de kerkvoogdijvergadering van 6 september 1982 is in principe besloten het orgel te laten restaureren mits er subsidie zou worden verleend. De provincie heeft al subsidie toegezegd. De rijkssubsidie dient te worden aangevraagd via de gemeente. De toestand van het orgel is zeer slecht. De helft van het orgel isonbruikbaaronbruikbaar.
Op 1 december schrijft het ministerie dat het orgel niet voor subsidie in aanmerking komt omdat het orgel in 1930 en 1966 dusdanig veranderd is dat er geen sprake meer is van een monument.
Op 15 december meldt de gemeente Emmen dat het rijk geen subsidie verleent. De gemeente wijst er op dat men in beroep kan gaan tegen deze beslissing. (27)

1984: Op 4 oktober schrijft de kerkvoogdij aan de Rijksdienst voor Monumentenzorg dat ze teleurgesteld zijn vanwege het niet toekennen van subsidie. Moeten ze uit de beslissing afleiden dat het beter is om het orgel af te breken?
Op 19 november schrijft de rijksdienst dat in een brief is uitgelegd waarom het orgel niet als monument wordt erkend. Een reconstructie van het orgel is echter wel verantwoord. (27)

1985: Op 20 mei schrijft organist Jan van Laar dat het orgel in zeer slechte staat verkeerd. De pogingen van de orgelcommissie om een subsidie te verkrijgen hebben tot nu geen resultaat gehad. Geconcludeerd moet worden dat de hervormde gemeente niet in staat is de restauratiekosten zelf op te brengen. In een vergadering op 4 maart is geopperd of de kerk niet voor een symbolisch bedrag aan de gemeente kan worden verkocht. De kerk zou dan een multifunctioneel karakter kunnen krijgen. De gemeente Emmen zou dan verantwoordelijk worden voor de restauratie van het orgel. Bij de brief is een bijlage toegevoegd met een korte geschiedenis van het orgel en de acties om een restauratie gerealiseerd te krijgen. (27)


Foto Etto Huizinga

Herkomst pijpwerk voor de laatste restauratie

Hoofdwerk (I) Volgorde op de laden, nomenclatuur van de klaviatuur, omvang C - e3. Het pijpwerk uit 1873 heeft geen expressions. De C-kant is, voor het orgel staande, aan de linkerzijde.
Quintadeen 16 voet 1949. C - H pneumatische transmissie van de Subbas 16 vt van het Pedaal. Deels afgevoerd, deels op de lade. Klein octaaf elektrolytisch staal, rest orgelmetaal. Geheel met baarden, deels rolbaaarden.
Prestant 8 voet Frontpijpen 1873, zink-orgelmetaallegering, bekleed met tinnen platen; labia rond opgeworpen, geen baarden. C - c: pneumatische transmissie uit Prestant 16vt. c-c': oorspr - eiken-binnen, open, afgevoerd; werk geen steminrichting.
Gemshoorn 8 vt 1873. Groot octaaf gecombineerd met Roerfluit. c: 1949. Op cis oude c van 1873, enge mensuur, flauw cilindrisch. Halve toon opgeschoven. e3 verdwenen. Klein octaaf stemkrullen, rest op toonlengte afgesneden. Geen baarden.
Roerfluit 8 vt 1873. C-h eiken, rest metaal. Niet verschoven. Geheel met baarden, vrij enge roeren, gemiddelde mensuur.
Octaaf 4 vt 1873. Metaal. C:1949. Cis is oude C. Rest ook een halve toon verschoven. Groot octaaf met  baarden. Nu onderste 2 octaven met stemkrullen (oorspr. C-cis met stemlappen). Rest op lengte; e3 weg.
Gemsfluit 4 vt 1873, metaal, wijde mensuur, licht conisch, fis2-e3 open cilindrisch. C uit 1949. Cis is oude C. Rest 1/2 toon verschoven. e3 weg. C-dis met stemkrullen. Geen baarden.
Quint 3 vt 19e eeuw, niet van Meijer. 2 verschillende facturen: 32/21 pijpen. De te grote roostergaten in de bas wijzen op een mensuurwijziging voor 1949. C is van 1949. Rest een halve toon opgeschoven. Vanaf Cis 13 pijpen met stemkrullen, dan 18 met expressions, de rest op lengte.  Mogelijk in 1931 geplaatst.
Octaaf 2 vt 1873. metaal. C van 1949. op Cis de oude C. Rest een 1/2 toon opgeschoven. C-H expressions (1931?). Rest op lengte. Geen baarden.
Nachthoorn 1 vt 1966/1949. Fabriekspijpwerk uit 1966 en 1949, omdat pijpwerk uit de Cornet voor dit register werd gebruikt. Gedeeltelijk stemkrullen.
Mixtuur II-IV 1966. Fabriekspijpwerk. Rooster is van 1873. Stemkrullen t/m half voets lengte. Te enge mensuur.
Trompet 8 vt 1966. Fabriekspijpwerk, opslaand. Bekers in groot octaaf met meer dan de helft verkort. Te enge mensuur. Rooster 1873, opgevuld met vilt.
     
Bovenwerk (II)  
Openfluit 8 vt 1873. C-H metaal, gedekt; c-h1 eiken. ) Open. c2-e3 uit 1949 van metaal. Cilindrisch.
Salicionaal 8 vt 1873. C-H gecombineerd met de holpijp 8vt, rest metaal. Niet verschoven, gedeeltelijk met baarden.
Prestant 4 vt 1873. C-Dis uit 1949. E is oude C. Rest ook 2 tonen opgeschoven. Oorspronkelijke baarden in 1966 verwijderd. cis3-e3 weg.
Holpijp 8 vt 1873. Gedekt. C-h eiken. Rest metaal. Niet verschoven. Geheel met baarden.
Fluit d'amour 4 vt 1873. C-H eiken. Gedekt. c-e2 metaal. Gedekt. Rest open, conisch.
Woudfluit 2 vt 1873; metaal, conisch. C van 1949. Cis is oude C. Rest 1/2 toon opgeschoven. C-h met stemkrullen. Rest op lengte.
Sesquialter II 1949. Oorspronkelijk II-III sterk. In 1966 is het 2vts discantkoor verwijderd. Stok 1873 met opdik.
Nasard 1 1/3 vt 1966, in de plaats van de Vox Celeste uit 1931. Op pneumatische lade (1931) afgevoerd
     
Pedaal   Pneumatische lade, chromatisch, 1949 C~1.
Prestant 16 vt 1949/1966. C-Dis zelfstandig, gedekt, elektrolytisch staal, Krupp-Essen. E-b pneumatische transmissie uit voormalige Prestant 16' van het Hoofdwerk. (frontpijpen). Rest elektrolytisch staal.
Subbas 16 vt 1966. Roodkoper. Gedekt.
Octaaf 8 vt 1931/1966. afgesneden cello. Groot octaaf van zink, rest metaal.
Schalmei 4 vt 1966. Fabriekstongwerk.

Speeltafel na de restauratie van 2003/2004
Foto Etto Huizinga

1992: Stef Tuinstra brengt een advies uit ter verbetering van de situatie.

1999: Er worden diverse acties gehouden om geld in te zamelen voor het uitvoeren van de restauratie.

2000: In een boek van Ger de Leeuw Rondom de Heerenhof wordt op pagina 26 het orgel beschreven. (28)

2003-2004: Restauratie door Mense Ruiter. Oplevering in juni 2004. Voor meer informatie zie het programmaboekje. (05)

Dispositie:
Hoofdwerk: Prestant 16', Bourdon 16', Prestant 8', Gemshoorn 8', Roerfluit 8', Octaaf 4', Gemsfluit 4', Quint 2 2/3', Octaaf 2', Cornet 5 sterk, Mixtuur 2-4 sterk, Trompet 8'.
Bovenwerk: Open Fluit 8', Viola di Gamba 8', Lieflijk Gedakt 8', Viool Prestant 4', Fluit d'amour 4', Woudfluit 2', Fagot-Hobo 8'.
Pedaal: Subbas 16', Violoncello 8', Bombardon 16'. De registers Violon 16', Octaaf 4' en Trombone 8' worden binnen enkele jaren geplaatst.

2006: De gereserveerde registers van het Pedaal Violon 16 vt, Octaaf 4 vt en Trombone 8 vt zijn door Mense Ruiter geplaatst. (06)

2018: Op 18 december doet orgelmaker Mense Ruiter een voorstel voor een onderhoudscontract voor de orgels van de PKN in Emmen. Van elk orgel wordt de onderhoudsgeschiedenis vermeld. (10)

Bronvermelding:

  1. Boek: A.J. v.d. Aa: Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland meldt: te Emmen geen orgel (editie 1843).
    H.T.Buiskool: 'Ecclesia Emmensis' , Assen:Van Gorcum, 1934, schrijft op pagina 15 dat volgens overlevering Berend van Galen op zijn tocht in 1672 het orgel vernield zou he
  2. 15 Notulen kerkvoogdij 19-6-1947.
  3. Correspondentie met de fa. R. Ottes te Roden. Archief kerkvoogdij Emmen.
  4. Boek: Het Nederlandse historische orgel 1872-1878 blz. 92-95
  5. Tijdschrift: De Orgelvriend 2004/09 Orgelbouw in kort bestek door Dirk Molenaar
  6. Tijdschrift: De Orgelvriend 2007/03 Orgelbouw in kort bestek door Dirk Molenaar
  7. www:http://reliwiki.nl/index.php?title=Emmen,_Schoolstraat_5_-_Grote_Kerk (26-09-2024)
  8. Archief Lambert Erné, universiteit Utrecht
  9. Boek: Podagristen, Drenthe in vlugtige en losse omtrekken geschetst door drie podagristen, D.H. van der Scheer Koevorden, 1843 blz. 11-12
  10. 30 Archief Mense Ruiter
  11. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 226 Instructie en aanstellingsvoorwaarden voor de koster, voorlezer en voorzanger J. de Boer te Emmen; z.jr. [c. 1865]; concept
  12. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 275 Stukken betreffende de afbraak van de oude en de bouw van een nieuwe kerk; 1855- 1859
  13. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 280 Stukken betreffende het plaatsen van een orgel in de kerk; 1872, 1873
  14. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 294 Stukken betreffende de restauratie van de Grote Kerk te Emmen Correspondentie, 1956-1968
  15. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 306 Stukken betreffende de plannen tot het combineren van verschillende instellingen tot een cultureel centrum in Emmen, in samenhang met de te restaureren Grote Kerk; 1961, 1962
  16. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 193 Register houdende notulen van vergaderingen van de kerkvoogden, 1855, 1856, 1859- 1871, en van de kerkvoogden en notabelen, 1855, 1859-1873.
  17. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 199 Register van notulen van vergaderingen van de kerkvoogden; 1952 oktober - 1960 mei
  18. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 196 Register houdende notulen van vergaderingen van de kerkvoogden, september 1905- 1936, en van de kerkvoogden en notabelen, 1905-1938 september
  19. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 201 Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken 1844-1922
  20. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 355 Kwitanties van verschillende personen voor de kerkvoogdij; 1873-1949 en z.jr
  21. Boek: Ds. H. de Groot, Protestantsche Kerkdecoratie, Editio Hillegom, 192
  22. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 347-350 tabellarisch kasboeken 1942-1956
  23. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 341 Registers van ontvangsten en uitgaven 1905-1940
  24. Boek: Jaap Brouwer: Johan van Meurs - Een studie over een pionierend orgeladviseur
  25. Drents Archief: 0352 Nederlands Hervormde Gemeente Emmen 198 Register houdende notulen van vergaderingen van de kerkvoogden en notabelen, 1939 mei - 1963 juni, en van de kerkvoogden, 1960 juni - 1963 mei.
  26. Mense Ruiter Oude Archief
  27. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 572 Emmen, Schoolstraat 5 (NH kerkorgel); 1977-1985
  28. Boek: Ger de Leeuw, Rondom de Heerenhof, Uitgeverij Drenthe, 2000
  29. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten 76 1872
  30. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten 77 1873


FotoFoto Etto Huizinga

 

Voorlopige lijst van organisten:

1873-1919:
Jan de Boer

1919-192x: De vrouw van de predikant de Groot neemt het organistenschap tijdelijk op zich.

1925-1945: Mej. Froukje Postma

1945-1958: Dr. G. Das

In 1949 schrijft Das in het septembernummer van Het Orgel een artikel over het collectespel.


Provinciale Drentsche en Asser courant 11-03-1958

1958-1970 Mej. Froukje Postma

1970-1978: Vic de Val

Nieuwsblad van het Noorden 19-12-1978, 30-12-1978


1979-19xx Jan van Laar
1979-20xx Henk Stekelenburg
19xx-2011 Etto Huizinga
2022-xxxx Wietse Ouwejan

 

emmen03f.jpg (27353 bytes)emmen03c.jpg (25989 bytes)emmen03e.jpg (24060 bytes)
Foto's Door Etto Huizinga