Gasselternijveen, Hervormde kerk
Informatie over de kerk
Ansichtkaarten links begin 20e eeuw
Geluidsopnamen d.d. 21 november 2019 door G.J. Pottjewijd
Jos A. Verheijen
(1837-1924): In Honorem Sanctae
Caeciliae (Deel 1: volle werk, Deel 2: B16, V16, P8, H8, VdG8, O4, O2
Deel03:H8, VdG8, deel04: Volle werk)
J.S. Bach (1685-1750):
Fuga in G BWV 576
P8, H8, O4, O2, Mixt
Janet Corell (1942-):
Merifield Deel 1: P8,
H8, VdG8 Deel 2: VdG8, Deel 3 H8, VdG8 Melodie octaaf hoger
Foto's oude situatie
(17)
1899: In de vergadering van kerkvoogdij en notabelen van
19 december komt bij
Punt II de aanschaf van een orgel aan de orde: 't’ Bekomen van een orgel. Wordt besloten om hiervoor eene lijst
te presenteren teneinde te zien over welke middelen valt te beschikken en tevens
de algemene opinie in de gemeente te vernemen.' (10)
1900: Op 12 februari: 'Nog wordt aan de Kerkvoogden opgedragen om in de bladen
De Tijd
en Nieuws van Vandaag eene vraag te doen plaatsen naar een gebruikt doch
soliede - een in goeden staat zijnd Kerkorgel.'
Op
29 maart: 'Aanbiedingen betreffende een orgel.
Uit verschillende aanbiedingen, welke door den secretaris worden voorgelezen,
wordt de aanbieding van den heer P. van Oeckelen en Zonen te Glimmen bij Haren
als de meest geschikte gekozen en aan den secretaris opgedragen om hierover in
correspondentie te treden.'
Provinciale Drentsche en Asser courant 18-04-1900, Nieuwsblad van het Noorden 19-04-1900
Op 15 mei: Mede aanwezig, notabel E. Rosing, Gasselternijveenschemond en ds. Strating,
predikant en H. Smit als ouderling.
'Aan de orde wordt gesteld: Aankoop van een orgel. Door de president wordt
mededeling gedaan aangaande den aankoop van een kerkorgel bij de Heeren van
Oeckelen en Zonen te Glimmen bij Haren. Door Kerkvoogden wordt hierop
voorgesteld mede op advies van de Heeren Ds. Strating en Smit als deskundigen om
van de ??? aangeboden Orgels het gebruikte orgel te nemen. Dit voorstel door den
President in rondvraag gebracht wordt hierop met algemene stemmen aangenomen. Aan
de secretaris wordt opgedragen om de Heeren van Oeckelen van dit besluit kennis
te geven en tevens bij hen op spoed aan te dringen ten einde in de inrichting
der kerk alhier op te nemen.'
De notulen worden naast J. W. Salomons als president en J. Pott als
secretaris, mede ondertekend door de heren A.T. Huges en E. Rosing.
Op
13 juli: 'Punt II Organist en windmaker.
Door de president wordt meegedeeld, dat door omstandigheden er geen bekwaam
organist te verkrijgen is. Er wordt besloten om voorlopig van het welwillende
aanbod van de heer Somer uit Assen gebruik te maken tot er een eigen organist is
benoemd.
Tot windmaker wordt voorlopig benoemd de heer J.N. Reilingh voor een nader te
bepalen beloning.'
'Punt III: Verfwerk bij het orgel verkoop bomen:
De kerkvoogden stellen voor de ververs Wiegman en Ockels het te verven gedeelte
te doen opnemen en dan te laten inschrijven. De laagste inschrijver krijgt de
opdracht.
Wat betreft de verkoop van bomen, wordt aan de Kerkvoogdij opgedragen om bij het college van Toezicht de nodige stappen te doen
om de
nodige vergunningen te krijgen.' (10)
Losse notitie in de
notulen:
'Op zondag 15 juli 1900 wordt
het orgel in de Nederlands Hervormde kerk te Gasselternijveen door ds. G. Strating met een feestrede plechtig ingewijd.
President Kerkvoogdij: J.W. Salomons
Secretaris: J. Pott' (10)
Het gekochte orgel is afkomstig uit de Lutherse kerk in Groningen waar in
1896 een nieuw orgel werd geplaatst door de gebr. Van Oeckelen als vervanging
van een orgel van Arp Schnitger. Herman Eberhard Freytag
(1796-1869) en zijn zoon Willem Frederik (1825-1861) voegden in 1850-52 een
nieuw rugpositief toe aan het bestaande Schnitger-orgel.
Dit rugpositief werd door Gasselternijveen aangekocht en omgebouwd tot een
balustrade-orgel met zijkantbespeling. De mechaniek werd nieuw gemaakt.
Hieronder een bericht uit Caecilia van de ingebruikname van het nieuwe
rugpositief.
Caecilia; algemeen muzikaal tijdschrift van Nederland jaargang 9, 1852, no 10,
15-05-1852
De orgelgeschiedenis van de Lutherse kerk in Groningen staat beschreven in het
boek van Victor Timmer: De
renaissance van een barokinstrument. (15)
Uit
het kasboek van 1900 zijn
de uitgaven voor de plaatsing van het orgel gedetailleerd vastgelegd:
Op de linkerpagina: | |
- 9 oktober: 'Aan J. Huizing? voor Polis van 't orgel' | f 3,30 |
Op de rechterpagina: | |
- 7 mei 'Reiskosten 5 man naar Glimmen om een orgel' | f 8,20 |
- 7 mei Huur van paard en rijtuig naar Zuidlaren' | f 4,00 |
- 18 oktober 'Aan J.K. Reiling voor 't aanbieden der intekeningslijst en het ophalen' | f 4,20 |
- 29 december 'Aan P. van Oekelen en Zoon te Glimmen voor het orgel' | f 1500,00 |
- 4 januari 'Aan R. te Velde voor timmerloon volgens rekening' | f 26,40 |
- 4 januari 'Aan R. Luis Hz. ,, ,, ,, ,, ' | f 31,40 |
- 4 januari 'Aan N. Wiegman voor verven ,, ,, 'f 52,78 | |
- 4 januari 'Aan A. Huges volgens rekening kwitantie' | f 98,875 |
- 4 januari 'H. Pomp als windmaker van 1 sept tot Januari' | f 2,50/td> |
- 4 januari 'Aan H. Somer voor 't orgelspelen en reiskosten' | f 10,55 |
- 4 januari 'Voor een zegel Obligatie ..A. Bakker' | f 0,25 |
- 4 januari 'R. Hoving volgens rekening' | ff 10,25 |
Op 18 september schrijft
de kerkvoogdij aan het College van Toezicht dat ze een tekort hebben van f 550,-
wegens de plaatsing van een orgel en de daarvoor noodzakelijke vertimmering. Er
kwam f 1.200,- aan vrijwillige bijdragen binnen. (09)
Op 1
november komt in het College van Toezicht in
verbaal 28/9 de verkoop
van bomen op het kerkhof voor het financieren van het orgel aan de orde. (14))
Op
7 november: 'Hierbij komt ter tafel het tekort ingevolge den aankoop, het opbouwen en
verfwerk van het orgel.
Besloten wordt tot het aangaan van een leening van f 500,- om hierin te
voorzien.
Tevens wordt den secretaris opgedragen om gelet op artikel 20 sub één van het
Algemeen Reglement de goedkeuring van het Provinciaal College te vragen.
Na eenige bespreking over de benoeming van een organist, waarin geen bepaalde
conclusies worden genomen.'
'Door de Kerkvoogden wordt nogmaals ter tafel gebracht om te voorzien in het
tekort van f 500,- ten gevolge van aankoop, opbouwen en verfwerk enzovoort van
een nieuw orgel in de Hervormde kerk te Gasselternijveen à f 1750,-. Tot welk
bedrag door den gemeenteleden met vrijwillige bijdragen eene som à f 1250,- is opgebracht.
Wordt voorgesteld eene som van van f 500,- te negotieren en deze som te eene
jaarlijkse rente van 4 % ten honderd op te nemen en hierop af te lossen op 1
december 1901 f 300,- en vervolgens telkenjare f 100,-. Dit gelet op artikel 20
sub één van het Algemeen Reglement op Beheer Kerkelijke goederen en fondsen der
Ned. Herv. Kerk in Nederland.
Op deze vergadering komen aan de orde de opbrengst van verkoop boomen in de tuin
van de pastorie,
- de kosten van aanleg en beplanting in de pastorietuin
- de vergoeding van den organist Somer op f 75,- per jaar
- de windmaker J.N. Reilingh ontvangt f 25,- per jaar.' (12/)
Op
13 november wordt aan het
College van Toezicht geschreven dat men f 500,- tegen 4% wil lenen om het tekort
van f 500,- dat is ontstaan door een uitgave voor het orgel van f 1.750 en de
dekking uit de vrijwillige bijdragen van f 1250,-.
Aflossing op 1 december
1901 met f 300,- daarna twee keer f 100,-. (09)
1901: Op 19 februari gaat het College van Toezicht in
verbaal 3/4 akkoord met de
procedure voor de aanschaf van het orgel. (14)
1903:: Op 23 november: Organist en voorlezer J. Sijkens? gaat per 1
januari 1904 met pensioen. Geïnformeerd zal worden of het nieuw benoemde hoofd
van de school dhr. Jager de functie kan overnemen. (10)
1907: Op 20 maart 1907 wordt een brief behandeld van
organist Jager om zijn salaris te verhogen en of er achter het orgel een deur
kan worden geplaatst vanwege een koude tocht in de winter. Beide wensen worden
gehonoreerd. Het salaris wordt verhoogd naar f 125,- per jaar en de deur wordt
geplaatst. (10)
1911: Op 6 maart
vraagt organist Jager wederom om salarisverhoging. Dit maal wordt zijn verzoek
afgewezen. (10)
1918 : Op 18 november
vraagt organist R. Brouwer of zijn salaris kan worden verhoogd naar f 200,- per
jaar. Men besluit het salaris te verhogen naar f 175,-. (10)
1919:: Op 19 juni 1919 vraagt organist R. Brouwer om zijn
salaris te verhogen tot f 200,-. Er wordt besloten het salaris van f 175,- met een toelage te verhogen tot f 200,-. Het salaris van de orgeltrapper Suk gaat
naar f 125,-. (10)
1930:: De
kerkvoogden zijn niet tevreden over het orgelspel in de kerk. De
plaatsvervangende organisten krijgen gelegenheid om één middag per week op het
orgel te studeren. (10)
Kasboek 1855-1941 (07)
1901 16 januari stoel orgelzolder f
3,00 Boonstra organist 1e en 2e halfjaar 2x f 37,50, H. Pomp orgeltrapper f 10,-
1902 organist f 37,50 (2x) en voorzanger f 75,- (jaar)
1903 K. Smit windmaker
f 7,50 halfjaar
1904 G.R. Jager organist f 50,- halfjaar
1906 G.R. Jager
2x f 50,- K. Smit krijgt f 40 inclusief orgeltrappen
1907 G.R. Jager f 62,50
Brandassurantie Tiel (orgel) f 1,60
1908 idem en Van Oeckelen orgelstemmen f
15,-
1909 Jager organist idem
1910 idem en K. Smit f 40
1911 idem en
Van Oeckelen f 15,-
1912 Jager idem
1913 idem
1914 Boonstra organist f
62,50 Boonstra extra orgelbespeling f 5,- ; R. Brouwer organist 2e
halfjaar f 62,50
1915 Brouwer 2x f 62,50
1916 idem
1917 idem
1918
idem en J. Mellius orgeltrappen f 70,-
1919 Brouwer organist 1e half jaar f
87,50
1920 Brouwer kwartaal f 50,- Meek volgens rekening f 4,- H. Suk als
orgeltrapper f 125,- E. Naber voor orgelspelen f 75,-
1921 H. Thijs
schoonmaken orgel f 105,- E. Naber 1e halfjaar f 75,-
1922 Mej. H. Naber
organist halfjaar f 75,- H. Thijs stemmen orgel f 15,-
1923 Mej. Naber,
Van Oeckelen f 15,-
1924 Mej. Naber, Van Oeckelen stemmen orgel f 15,10
1925
idem
1926 idem
1927 idem Naber 2e halfjaar f 100,- Van Oeckelen f 15,10
1928 Mej. Naber f 100,- 1e halfjaar Van Oeckelen f 15,10
1929 Mej. Naber
1930 Thijs f 15,10 2x Naber 2x 100,-
1931 organisten 3 kwartalen f 75,- Thijs
15,10
1932 Spiering onderhoud orgel f 15,10 Aan de organisten f 100,-
1933
J. Kalk organist f 25,- mej. Panneman en Jonkman f 37,50 Spiering f 15,10
1934 Panneman Jonkman f 50,- onderhoud orgel f 15,10
1935 idem en Spiering
1936 idem en Spiering
1937 Panneman Jonkman f 50,- repareren orgel f 22,10
1938 idem
1939 idem
1940 idem
1941 Panneman Jonkman f 50,-
Samenvatting: Het orgel werd gemiddeld eens per twee jaar onderhouden en gestemd
door in Van Oeckelen, Meek, Thijs en Spiering. Een grotere
uitgave was er in 1921 toen Thijs het orgel voor f 105,- schoonmaakte. In de loop
der tijd meerdere organisten. Hun salaris varieerde van f 75,- tot f 200,- per jaar.
193x: Johan
van Meurs noteert de gegevens van het orgel in zijn dispositiecahier.
(08) Klik op
de afbeelding voor een vergroting
Kasboek 1942-1958
1942 Panneman en
Jonkman f 50
1943 idem Spiering f 15,30
1944 Panneman en
Jonkman f 50
1945 Jonkman f 75,-
1947 Panneman en Jonkman f 50,-
1949 Januari H. Ophof reparatie orgel f 6,-
1950 Rekening
gezangenbundel f 30,- rekening Spiering f 84,05 cadeau organisten f 3,60 en f
1,80
1951 Cadeau organisten f 17,10
1952 Cadeau organisten f 30,50
1953 Cadeau organisten f 27,10
1954 Rekening Spiering f 63,-cadeau
organisten f 27,90
1955 Cadeau organisten f 10 (huwelijk) en f 27,30
1956
Drie nieuwe psalmboeken f 14,55
1952/1953: In de kerkenraadsvergadering van
18 maart wordt de
begroting van de kerkrestauratie besproken. Voor de installatie van een
orgelmotor wordt f 400,- geschat.
Op 11 augustus wordt besloten de preekstoel
die onder het orgel is geplaatst te verplaatsen naar de overkant van de kerk aan
de westzijde.
De preekstoel wordt verplaatst van onder het orgel naar een
plek tegenover het orgel. Tijdens de kerkrestauratie wordt het orgel gedemonteerd en nadien weer
herplaatst. Ook wordt een windmotor geplaatst.
De werkzaamheden worden uitgevoerd door orgelmaker Lucas Rinkema te
Aduard, een voormalige knecht van de fa. Van Oeckelen. Bij de
kerkrestauratie zijn de orgelkas en het orgelbalkon wit geschilderd.
De kerk wordt gerestaureerd en op 21 januari 1953 weer in gebruik
genomen.
In het
verslag van de
restauratie zijn de volgende posten opgenomen voor het orgel: orgelmotor f
400,-; Schilderwerk (orgel, ramen, deuren) f 600,-. (01) (06)
(11) (16)
De Noordooster 21 januari 1953
1959: Het honderdjarig bestaan van het kerkgebouw
wordt herdacht. Ter gelegenheid daarvan
verscheen een boekje. (16) Over het orgel staat er het volgende: 'In 1900
kreeg de kerk haar orgel, nadat voordien de gemeentezang geleid was door de
onderwijzer, die behalve als voorzanger tevens als koster optrad. Het fraaie
muziekinstrument, dat nog altijd de kerkdiensten opluistert, werd voor f 1500,-
gekocht van P. van Oekelen en Zoon te Glimmen. In 1953 kreeg het orgel een
elektrische windvoorziening. Het geheel is in moderne lichte kleuren uitgevoerd.'
Jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw:
Het onderhoud wordt uitgevoerd door een amateur-organist.
Vermoedelijk werden in die tijd de loden conducten vervangen door
Westaflex-exemplaren.
In een begroting voor de kerkrestauratie uit
waarschijnlijk 1979 wordt er f 500,- uitgetrokken voor het afdekken van het
orgel en f 3.000,- voor het herstel van de orgelkas en het orgelbalkon. (13)
1980: In een begroting van 1980 voor de kerkrestauratie is er f 40.000,-
opgenomen voor 'restauratie kerkorgel: wegens restauratie kerk afbreken en weer
opbouwen orgel f 40.000,-.'
Op 13 mei brengt de Hervormde Orgel Commissie
(HOC) een
voorlopig rapport uit.
Het orgel wordt toegeschreven aan de gebroeders Van Oeckelen in 1900. Verder
wordt een herstelling gemeld door L. Rinkema in 1959. Daarna volgt de dispositie.
Het orgel verkeerd in een behoorlijke staat uitgezonderd de windlade.
Waarschijnlijk heeft Rinkema de originele Fluit 4' vervangen door een Mixtuur.
Hierdoor staat een deel van het pijpwerk scheef in de roosters. Het orgel is een
positieve uitzondering qua klank in het licht van de artistieke vervlakking van
de bouwtijd. Ook het front is een gunstige uitzondering. Aan Mense Ruiter (MR)
is gevraagd een
prijsopgaaf te doen voor een restauratie. (13)
Op verzoek
van de HOC maakt MR
op 3 oktober een rapport
over de toestand van het orgel. MR schrijft het binnenwerk toe aan Van Oeckelen
rond 1870. Dit binnenwerk zou in 1900 in de huidige orgelkas zijn geplaatst. De
kas werd in 1900 aan beide zijden verbreed. De kas zou uit circa 1850 kunnen stammen.
Bij een herstelling in 1952 zouden een Fluit 2' en een Fluit 4 zijn vervangen
door een Octaaf 2' en een Mixtuur.
Een restauratie zou uit de volgende
werkzaamheden moeten bestaan:
- Het binnenwerk overbrengen naar de werkplaats. De
kas tijdens de kerkrestauratie afdekken met plastic.
- De windlade restaureren
en hechthouten dekplaten aanbrengen. De pulpeten in bestaande vorm vervangen.
De conducten vernieuwen in lood.
- Restaureren van de mechaniek .
-
Installeren van een nieuwe windmachine.
De schepbalgen in tact laten.
- Het pijpwerk restaureren en de Mixtuur weer vervangen
door een Fluit 4' in Van Oeckelen-factuur. (12)
1981: Op 11
maart schrijft het Anjerfonds dat ze nog geen beslissing nemen omtrent een
bijdrage. Kunnen de kosten van demontage en opbouw niet worden opgenomen in de
begroting van de kerkrestauratie?
Op 17
maart vraagt de kerkvoogdij aan het Bureau Monumentenzorg (BM) om medewerking
voor het verkrijgen van een subsidie.
Op
24 juni vraagt de
kerkvoogdij aan de provincie om de restauratie van het orgel op te nemen in de
ISP-regeling voor 1981 en 1982. De totale restauratiekosten belopen f 50.900,-.
Geplande adviseur is J.G. Erné.
Op
7 april antwoordt het BM.
In de begroting voor de restauratie van de kerk is een post opgenomen voor het
inpakken van het orgel. Het orgel behoeft niet te worden gedemonteerd en
opgeslagen. Voor een orgelrestauratie dient men zich te wenden tot de
rijksorgeladviseur.
Uit een
telefoonnotitie van 19
juni van het BM blijkt dat de kerkvoogdij subsidie heeft aangevraagd bij het
ministerie. Het ministerie acht op
17 juni het orgel van
belang maar men heeft op dit moment geen geld en wijst door naar de ISP.
Op
9 juli schrijft de
gemeente Gasselte aan de provincie dat het subsidieverzoek door de gemeente
wordt ondersteund.
Op 22
juli schrijft het BM het te betreuren dat het orgel niet tegelijk met de
kerk wordt gerestaureerd. Een aanvraag voor subsidie via het ISP wordt
ondersteund.
Op 13
augustus schrijft de provincie dat ze subsidie willen geven als het rijk dat
ook doet. Blijkens een beschikking van CRM is er geen subsidie verleend.
Op
18 augustus belt de
kerkvoogdij met het BM. Als er een toezegging is uit de ISP kan het orgel dan
verplaatst worden naar de werkplaats van MR? Het BM antwoordt dat er voorlopig
geen subsidie te verwachten is. (13)
1982: De gerestaureerde kerk wordt op 12 november weer in
gebruik genomen met een kerkdienst (zie
orde van dienst). In een
dan verschenen brochure wordt
over het orgel vermeld dat het in 1900 is aangeschaft en
dat voorheen de gemeentezang werd geleid door de onderwijzer, die ook
koster was. In 1953 kreeg het orgel een windmotor en werd het wit geschilderd.
Op 2
december schrijft MR dat tijdens een schoonmaak- en stembeurt is
geconstateerd dat windlade ondicht is. Dit werd ook al gesteld in het rapport
van 3 oktober 1980. Nu de kerkrestauratie is voltooid kan
worden onderzocht of de situatie zich stabiliseert. In deze brief wordt het
orgel nu toegeschreven aan H.E. Freytag (1850). Het is in 1900 door Van Oeckelen gewijzigd.
(13)
1983: Op
24 maart vraagt de
kerkvoogdij aan het BM of er al meer bekend is over een mogelijke subsidie.
Op
24 maart schrijft de
kerkvoogdij aan de rijksdienst dat uit een rapport van MR blijkt dat het orgel
is gemaakt door H.E. Freytag in 1850. Geeft dit nieuwe mogelijkheden?
1984: Op 20
november volgt het verlate antwoord van het ministerie op de brief van de kerkvoogdij. Op dit
moment is er geen subsidie voor een restauratie beschikbaar. Wel het verzoek om
opnieuw een aanvraag voor subsidie in te dienen via de gemeente Gasselte.
Bij de aanvraag dient een historisch rapport en een offerte van een orgelmaker
aanwezig te zijn.
1992: Op 10 november schrijft MR op verzoek van de
kerkvoogdij weer een rapport.
Het orgel wordt op 22 oktober bezocht. Het is een degelijk en een waardevol
orgel, gemaakt door Freytag en Van Oeckelen.
De toestand van het orgel is
niet heel goed. De windlade is lek, waardoor de stemming ook niet stabiel is. De
balg is redelijk dicht en is vermoedelijk in de jaren '70 gelapt en voorzien van
multiplex dekken. De windmachine is van slechte kwaliteit en geeft veel turbulentie.
De mechaniek vertoont slijtage en is vervuild. (12)
Dispositie
Manuaal | Pedaal aangehangen | |
Bourdon | 16' voornamelijk Freytag | C-a |
Violon | 16' discant Oorspronkelijk Prestant 16' 1 toon opgeschoven | |
Praestant | 8' Freytag en Van Oeckelen | |
Holpijp | 8' Freytag | |
Viola di Gamba | 8' Van Oeckelen | |
Octaaf | 4' Freytag | |
Octaaf | 2' Freytag | |
Mixtuur | III-V b/d bas Freytag, discant Van Oeckelen | |
Trompet | 8' |
1999: Stef Tuinstra stelt in oktober een
restauratierapport op.
In september maakt de orgelcommissie een excursie naar Reil in Heerde. Zie het
verslag en de
bedankbrief. (05)
Ook is er een ongedateerde beschrijving
van de orgelgeschiedenis door G. Bekkering. (05)
2002: Op
29 juni worden de
orgelmakers Reil en
MR verzocht een offerte voor de restauratie in te dienen. (05)
2003: Op 26 februari geeft MR opdracht aan Tico Top om het snijwerk te herstellen volgens de opgave van MR van 13 februari.
(12)
2007: Op 11 april wordt het
contract met MR gesloten op basis van de
offerte van 30 augustus
2006.
Werkzaamheden:
- Demontage van het volledige binnenwerk en vervoer
naar de werkplaats.
- Algehele schoonmaak en bestrijding houtworm.
-
Verwijdere2009/bn van alle elektra-aansluitingen; de vernieuwing van de elektra valt buiten de
offerte.
- Schilderwerkzaamheden vallen buiten de offerte.
- De orgelkas
wordt in
de huidige vorm gerestaureerd.
- De klaviatuur is nog in goede staat. Herstel waar nodig.
-
De balg wordt opnieuw beleerd en er wordt een nieuwe windmachine geplaatst.
-
De windlade is nog in goede staat. Herstel waar
nodig. Nieuwe viltringen en nieuwe loden
conducten
- De speelmechaniek is nog in goede staat. Herstel waar
nodig.
- De registratiemechaniek functioneert nog goed. Beschadigde registerplaatjes
worden hersteld.
- Het metalen pijpwerk is in goede staat. Het houten pijpwerk dient uit
elkaar te worden genomen en opnieuw te worden verlijmd. Het frontpijpwerk wordt
gepoetst en
schoongemaakt.
- De intonatie wordt terughoudend bijgewerkt. (12)
2008:
In november 2008 wordt het orgel gedemonteerd door orgelmakerij MR. Het orgel wordt gerestaureerd door MR samen met orgelmakerij Van der Putten naar de situatie van 1900.2009:
Op 27 april wordt besloten om de grote gebogen panelen in de balustrade en de panelen achter het rasterwerk onder de frontlijst te herstellen. Schilder Boer begint zijn werkzaamheden in week 19.2014: MR
constateert bij een
onderhoudsbeurt dat een verbindings-abstractmechaniekklosje is los geraakt. Deze zijn origineel gespijkerd. Dit zal
vaker problemen geven. Het voorstel is om ze alle 54 te gaan verlijmen. Dit werk
wordt in 2015 uitgevoerd. De oude
situatie gaf vaak problemen. (12)
Bronvermelding:
Jan Albert Mennen heeft zeer getrouw (schaal
1:20) een model van het orgel gemaakt. Zie foto's hieronder.
Fotoreportage door Jan Albert Mennen van de demontage van het instrument in november 2008:
Fotoreportage door Jan Albert Mennen van de opbouw van het instrument
in 2009
Mei 2009:
Juli 2009:
Balgen, windlade, klavier en het pedaal zijn weer geplaatst. Hierna worden de frontpijpen geplaatst
en kunnen de labia worden
verguld.
September 2009
Het bovenste vergulde snijwerk is al weer terug en de frontpijpen zijn herplaatst.
Het overige snijwerk en de "wangen" worden binnenkort herplaatst, evenals de beelden op het orgel.
28 november 2009: Het orgel is weer volledig opgebouwd in de kerk