Prestant | 8' |
Holpijp | 8' |
Holfluit | 4' |
Octaaf | 2' |
Bourdon | 16' |
Prestant | 8' |
Holpijp | 8' |
Viola | 8' |
Celeste | 8' |
Octaaf | 4' |
Fluit | 4' |
Octaaf | 2' |
Trompet | 8' b/d |
1979: Op 10 april
maakt orgelmaker Mense Ruiter een offerte voor een restauratie. Als bouwjaar
wordt omstreeks 1900 aangenomen.
Als eerste wordt het pijpwerk
geďnventariseerd:
1 Prestant 8 C-E hout, vanaf F in het front. Een aantal
frontpijpen met ingezakte voeten. Nieuw bladgoud op de labia (1962)
2
Bourdon 16 C-b hout, rest metaal. Enkele houten pijpen zijn lek.
3 Viool 8
Vanaf C metaal, C-B in Holpijp.
4 Terts 1 3/5 disc. In 1962 nieuw geplaatste
mixtuurpijpen. Mensuur en intonatie slecht in het orgel passend, voordien Vox
Celeste
5 Holpijp 8 C-B hout, rest metaal.
6 Octaaf 4
7 Fluit 4
8
Octaaf 2
9 Quint 2 2/3 Bas/Disc. Tot Quint versneden Vox Celeste pijpwerk.
Intonatie slecht.
De windlade heeft krimpscheuren. Door het windverlies heeft
stemmen nauwelijks zin.
De windmachine en balg zijn in slechte staat.
Manuaal- en
pedaal klaviatuur zijn in redelijke staat. Er is weinig houtworm.
De kwaliteit van het orgel
is een restauratie waard.
Restauratieplan:
-Het binnenwerk geheel overbrengen
naar de werkplaats.
-De windlade uit elkaar nemen en geheel restaureren. Verende
afdichting aanbrengen tussen slepen en pijpstokken.
-De windvoorziening geheel
vernieuwen
-De klaviatuur
schoonmaken en opnieuw invoeren. Het fineer van de bakstukken verwijderen en
de klavieromlijsting zwart aflakken. Er komen nieuwe registertrekkers met daaronder nieuwe
registerplaatjes.
-De mechaniek geheel nazien en afregelen.
-De orgelkas tegen
houtworm beschermen
-Herstel van de beschadigingen van het pijpwerk. De Terts 1 3/5'
zou gewijzigd moeten worden in een Cornet III. De Quint 2 2/3' vervangen door een
Flageolet 1', een Mixtuur of een Trompet.
-Na herplaatsing dient de intonatie
te worden geegaliseerd
en een stemming te worden uitgevoerd.
De kosten voor de restauratie zijn f 27.800,-.
De stelpost voor
de Cornet III is f 2500,-. De vervanging van de Quint 2 2/3 voor de drie
varianten is respectievelijk f
2500,-, f 4000,- en f 6000,-.
De werkzaamheden kunnen plaatsvinden in het
eerste halfjaar van 1981.
1982: Restauratie van de windlade door Mense
Ruiter. (08)
1996: Groot onderhoud
door Mense Ruiter. De gescheurde sleep van de Prestant 8' tussen C
en F wordt hersteld volgens de offerte van 22 mei.
Het pijpwerk van de Prestant en de Bourdon dient van de laden te worden gehaald,
zodat de sleep kan worden uitgenomen en hersteld. Daarna een stemming van het
orgel. (08)
2009: De kerk wordt gesloten en staat te koop. Het orgel is niet bij de verkoop betrokken en wordt overgeplaatst naar de
Hervromde kerk in Hoogersmilde.
Zie
artikel uit het Dagblad van het Noorden.
Dagblad van het
Noorden 10-06-2009 (02)
Klik op de afbeelding om een grotere versie te bekijken
Bronvermelding:
Notities van de geschiedenis van het orgel te Marum van 1913-1961 (04)
MARUM. Gereformeerde kerk
Reeds in de vorige eeuw bezat de (toen nog)
Chr. Afgescheiden Gemeente een orgel (vermoedelijk een harmonium), dat in 1866
was aangeschaft.
In later tijd is dit instrument mogelijk weer verdwenen,
want toen 'belangstellenden' in het voorjaar van 1913 plannen maakten voor de
aanschaf van een orgel, bleek men op dat moment alleen een voorzanger te hebben1.
Kort daarna was men in staat voor f. 2000,- een orgel te bestellen bij Martinus
Vermeulen te Woerden2.
Dit orgel werd namens Vermeulen geplaatst
door dhr. Wisse en op 17 october 1913 in gebruik genomen.
R. v.d. Meer uit
Zuidhorn bespeelde daarbij het orgel; ook werd medewerking verleend door een
zangkwartet.
Men was uitermate ingenomen met het geleverde instrument: De
organist liet "(...) niet alleen (horen) welke zachte en lieflijke, maar ook
welke krachtige en aangrijpende tonen (hij) aan ons nieuwe en schoone orgel weet
te ontlekken"3.
De dispositie luidde aldus4:
Prestant 8 vt
Bourdon 16 vt
Holpijp 8 vt
Viool 8 vt vanaf c
Vox
Celeste 8 vt
Octaaf 4 vt
Fluit 4 vt
Octaaf 2 vt
Trompet 8 vt bas
en discant
Manuaalomvang: C - f'' ' Aangehangen
Tremulant
Dit orgel
kan model staan voor meerdere in die tijd door Vermeulen gebouwde éénklaviers
mechanische orgels met vrijwel identieke, klassiek ogende fronten en een nogal
sterotype dispositie5.
Het pijpwerk (waarvoor Vermeulen vaak
bestaand materiaal gebruikte) heeft nog een klassieke opstelling op de windlade.
De kassen zijn doorgaans van naaldhout en ook de overige materialen zijn
doorgaans van een mindere kwaliteit als in de voorgaande tijd.
Tot 1926 had
Vermeulen het onderhoud van het orgel.
In dat jaar werd achter het oude
kerkgebouw een veel grotere kerk in gebruik genomen, waarin "de orgelfabrikant'
Van Dam uit Leeuwarden voor f. 382,- het orgel weer opstelde, echter zo "dat er
later nog een nieuw front voor geplaats kon worden"6.
Acht jaar
later was een uitgebreide reparatie nodig door Mense Ruiter uit Groningen.
In een bewaard gebleven offerte was o.a. sprake van een gescheurde windlade,
sterke vervuiling, een onvoldoende windvoorziening, belemmering van de
windtoevoer door de (inliggende) tremulant, e.d.7.
Aan het einde
van de jaren '50 begon men te denken aan een ander orgel. Op advies van de OAC
der GOV werd besloten niet over te gaan tot restauratie en 'verbetering' van de
dispositie door het plaatsen van vulstemmen. Voor f. 2500,- werd het orgel
verkocht aan J.J. Harkema te Wyckel, die het op zijn beurt doorverkocht aan de
fa. Haverkamp te Wijhe. Het instrument werd in 1962 ongewijzigd geplaatst in de
Gereformeerde kerk te Hogersmilde8.
Noten:
1. Mededeling van dhr. A. Deknatel te Nuis.
2.
Volgens een brief (d.d. 20
november 1958) van de kerkeraad aan de Orgeladviescommissie van de Gereformeerde
Organisten Vereniging (GOV).
3. Zie het verslag van de ingebruikneming, in :
Algemeen Nieuws-en Advertentieblad voor Westerkwartier en Omstreken, d.d. 18
october 1913, waarin Vermeulen en zijn werk wordt bewierookt ("goede wijn
behoeft geen krans”, etc.).
4. Het Orgel, jaargang 11 (1914), nr.2, p. 12.
5. Men vergelijke met bijvoorbeeld het Vermeulen-orgel in de Hervormde kerk te
Bakkeveen (in 1963 geplaatst door de fa. Leeflang te Apeldoorn).
6.
Kerkeraadsnotulen, d.d. 5 augustus en 4 october 1926.
7.
Offerte Mense Ruiter,
d.d. 13 september 1934; de kerkeraad ging met zijn voorstel accoord vanwege de
toegezegde garantie van 10 jaar.
8. Sindsdien is de dispositie gewijzigd: De
Trompet is vervangen door een (gehalveerde) Quint 3 vt, terwijl we tegenwoordig
een terts 1 3/5 vt vinden op de plaats van de Vox Celeste 8 vt; ook dé tremulant
is niet meer aanwezig, de frontkleuring is veranderd. (Gegevens door
V.H.M.Timmer)
Persoonlijke notities van de orgelmaker Mense Ruiter (1908-1993)