Klazienaveen Gereformeerde kerk
Verwarrend is dat de kerk
tot 1939 ook wel bekend stond als de Gereformeerde Kerk van
Nieuw-Dordrecht.
In het boek over het 100-jarig bestaan
van de kerk staat over deze naamgeving op bladzijde 18 het volgende te lezen: 'Eind 1938 kwam men met het voorstel
om de naam 'Gereformeerde kerk van Nieuw-Dordrecht' te veranderen in 'Gereformeerde kerk van Klazienaveen'.
' Bij de ingekomen stukken op
de vergadering van 14 november 1939 is een brief dat de
naamsverandering is goedgekeurd.'
Op een vergadering van 22 april 1891 te Nieuw Amsterdam is er een voorstel: 'wat de zaak van Nieuw-Dordrecht betreft
spreekt de kerkeraad de wens uit dat, gezien de omstandigheden, het nodig is
dat er een zelfstandige gemeente wordt gesticht'. De kerk kreeg aanvankelijk de naam van Nieuw
Dordrecht, omdat een broeder de kerk wilde bouwen bij café Lufting op de weg
van Klazienaveen naar Nieuw Dordrecht. (04)
1914: 4 juni: Er wordt in
de kerkenraad gesproken over de aanschaf van een orgel. Besloten wordt de
gemeente bijeen te roepen om snel een besluit te kunnen nemen.
Op
7 juli rapporteert de orgelcommissie
aan de kerkenraad. Besloten wordt een orgel aan te
schaffen.
De orgelmaker A.S.J. Dekker uit Goes plaatst een pneumatisch orgel
De
Standaart 22-07-1914, Het Orgel augustus 1914, september 1914 en februari 1915
3
november: De meesterknecht van de orgelmaker zal binnenkort langskomen om de bouw
van het orgel voor te bereiden.
22 december: J. Nijsing, R. Kloosterman en W. Westera informeren naar de voortgang van de
plaatsing van het orgel. Het geld is beschikbaar. Binnenkort vindt de
aanbesteding plaats. (05)
1915: 5 januari:
Hoomans en Kleine Deters bezoeken de kerkenraad om te horen wie de opdracht
krijgt voor de aanpassingen aan het balkon.
Besloten wordt deze te gunnen aan de laagste inschrijver Hoomans.
6 april: Jacob Heldring leent f 400,- aan de kerk voor het maken van de galerij.
6 april: Naast dhr. Floor zal een
tweede organist worden benoemd. Het orgel mag alleen worden
bespeeld met toestemming van de kerkenraad. (05)
Het orgel wordt op 3 mei in gebruik genomen. Ds. S. de Vries preekt over
psalm 150. Na de kerkdienst wordt het orgel bespeeld.
Emmer courant
05-05-1915
4 mei: Er wordt
besloten om het
orgel te verzekeren voor f 2600,-
Rekening
van f 13,04 voor
werkzaamheden aan het orgelbalkon.
1 juni:
Rekening van f 1235,- van orgelmaker A.S.J. Dekker. (05)
1916: 18 januari: Discussie over een eindejaarscadeau voor de organist. Besloten wordt
hem f 10,- te geven. (05)
Foto (19) (klik op de afbeelding voor een vergroting.
Dispositie: (01)
Bourdon 16', Prestant 8', Holpijp
8', Viola 8', Celeste 8', Octaaf 4', Fluit dolce 4', Cornet III, Trompet 8'
Octaafkoppel Tremulant
1950: Op 5 maart wordt besloten om per dienst enkele psalmen ritmisch te zingen.
Dit besluit is 25 jaar geleden ook al genomen, maar nooit in de praktijk
gebracht.
Op 24 oktober komt het
orgel weer aan de orde. Er wordt nu een bedrag genoemd van f 1.875,-.1.875,-. Dit is
aanmerkelijk hoger dan de eerstgenoemde f 700,-. Blijkbaar is besloten de
werkzaamheden uit te breiden. In kas van het orgelfonds is f 1.670,-. De commissie krijgt toestemming voor het laten uitvoeren van de werkzaamheden. Het
resterende bedrag zal worden opgehaald middels collectes.
Het orgel wordt
omgebouwd tot een
elektro-pneumatisch orgel met 2 manualen en een
zelfstandig pedaal door de firma A.M. Olieman (18) uit
Rotterdam. (16)
Dispositie volgens het advies van Johan van Dommele uit 1964:
Manuaal I | Manuaal II | Pedaal | |||
Bourdon | 16' | Holpijp | 8' | Subbas | 16' |
Prestant | 8' | Gamba | 8' | ||
Octaaf | 4' | Flute Douce | 4' | ||
Cornet | III | Quint vanaf f | 2 2/3' | ||
Trompet | 8' | Tremulant |
Kasboek 1949 - 1960 (14)
Van de restauratie en wijziging van het orgel rond 1950 is in het kasboek niets
terug te vinden. Vermoedelijk is dit gefinancierd uit een orgelfonds.
1960: Men start met plannen voor de bouw van een nieuw orgel.
Op
23 november wijzen de
organisten de kerkenraad op de erbarmelijke toestand van het orgel. Het
huisorgel zou weer gebruikt moeten worden en aangesloten op de versterking.
Kan er snel een besluit worden genomen, zodat er aanstaande zondag al gebruik
van kan worden gemaakt?
Op
1 december schrijft dhr. Homan
van de orgelcommissie een brief aan Reil (en aan anderen?) om met een voorstel
te komen. Ook vraagt hij of het bestaande orgel kan worden ingeruild.
Op
12 december beantwoordt Reil de
brief van 1 december en komt met een voorstel om een mechanisch orgel te bouwen met
17 stemmen voor f 33.450,-. Op dit bedrag kan worden bespaard door gebruik te
maken van pijpwerk uit het bestaande orgel.
1961: Na een bezoek op 30 mei aan de
kerk komt er een nieuwe offerte van Reil gedateerd op 3 juni.
Het aantal registers is nog steeds 17, maar met gebruik van de volgende
registers uit het oude orgel: Prestant 8', Octaaf 4', Fluit 4', Quint 2 2/3', Holpijp 8' en
Bourdon 16'. Geadviseerd wordt een opstelling in een ondiepe kas met Borstwerk
en Hoofdwerk. Door hergebruik van pijpwerk valt de prijs ruim f 5.000,- lager uit. Aan het eind van de offerte worden een aantal orgels genoemd die Reil
in het Noorden heeft gebouwd. (06)
De orgelcommissie
verzoekt aan de kerkenraad om gelden voor de financiering van een nieuw orgel.
Het oude orgel functioneert niet meer en restauratie is zeer duur en niet meer
de moeite waard. Een nieuw orgel vergt een bedrag van circa f 30.000,- Er zal
misschien
weer gebruik moeten worden gemaakt van een luidsprekerorgel. Hiervoor is wel een
nieuwe geluidsinstallatie noodzakelijk. (17)
Op 8 juni volgt een brief
met daarbij een tweetal schetsen voor de 2
varianten Borstwerk/Hoofdwerk en Rugwerk/Hoofdwerk.
Op
8 februari schrijft dhr. Homan
van de orgelcommissie een brief met het idee om de bestaande
orgelkas te hergebruiken.
1962: Op
13 februari komt een voorstel van Reil
met daarin een Hoofdwerk/Rugwerk variant met hergebruik van de bestaande orgelkas
met de gevraagde dispositie. Deze variant kost f 29.900,-.
Op 14 maart komt het antwoord van de
orgelcommissie. Ze willen verder met Reil, maar willen eigenlijk niet meer
uitgeven dan f 25.000,-
Op 27 maart
beantwoordt Reil de brief van 14 maart. Voordat hij zijn offerte wil aanpassen
wil hij meer informatie over de kerk en het bestaande orgel en nog een keer
langskomen. Ook wil hij een gesprek met de architect. (blijkbaar wordt de kerk
verbouwd) In het archief van Reil zijn ook
aantekeningen te vinden
met schetsen en disposities. De oude prijs is doorgestreept
en vervangen door f 25.000,- Uit de aantekeningen blijkt dat het pijpwerk van
het oude orgel goed gebruikt kan worden, behalve de Trompet met zinken bekers.
Op
25 juni schijft Reil aan de
orgelcommissie, dat hij de kerk heeft bezocht op 22 juni en dat het pijpwerk van
het bestaande orgel goed bruikbaar is. Hij dringt nogmaals aan op een gesprek
met de architect. De prijs van f 25.000,- is haalbaar.
1963: Op
2 mei antwoord Reil op een
telefoontje van de orgelcommissie naar een klein orgel. Hij kan er een leveren
van f 4.000,-. Als hij de opdracht voor het nieuwe orgel krijgt, dan betaalt hij er
weer f 4.000,- voor terug. (06)
1962: Opstelling “oude orgel” in de Gereformeerde Kerk van Klazienaveen volgens beschrijving
van dhr. R. van Rumpt Sr.
(GJP: Pels en zn.) Het document heeft een datumstempel van
13 juli. Vermoedelijk zijn er plannen
om de kerk te verbouwen. (Zie ook de opmerking van Reil om de
architect te spreken).
Tekst:
'Oude orgel Geref Kerk Klazienaveen
Pneumatisch, algemeen in goede staat, traditionele kast met 3 torens zonder waarde, alle houten pijpen
oregon-pine; alle metalen pijpen van orgelmetaal, prestanten behoorlijk gehalte, alleen 30 grootste bekers van Trompet zijn v. zink. Een aantal pijpen behoeft uitdeuken en restauratie.
Opstelling 1 en 2 klav op 1 lade, pedaal apart.
De notities bevat een schetstekening van de frontopbouw van boven gezien. Front Prest. 8’ en 4’ goed bruikbaar.' (02)
Op
19 juni schrijft de orgelcommissie
aan de kerkenraad of de hulporganisten dhr. A. Pals en mevr. Ten Hoor-Houting
tot vaste organist kunnen worden benoemd. Voorgesteld wordt de vergoeding te
verhogen naar f 75,- per jaar.
De organisten dienen dan wel zelf voor hun
muziekboeken te zorgen. Dit wordt tot nu toe door de kerk verzorgd. (17)
1962:
Op een onbekend tijdstip schrijft
organist Pals over de zeer slechte staat van het orgel. Eigenlijk is het
onbespeelbaar. (17)
1963: In een financieel overzicht zijn de kosten van de
voorbereiding voor het plaatsen van een nieuw orgel al zichtbaar. Er is in die
periode f 4.926,30 uitgegeven. (17)
1964: Op 10 januari brengt Johan van Dommele
van de Gereformeerde Organisten Vereniging (GOV) een
advies uit over het huidige orgel. (01)
Als eerste wordt de dispositie vermeld van het huidige orgel.
Windwerk: Via
EMI-windmotor met 2850 toeren. Windmotor is opgesteld buiten de kerkruimte.
Lekkage in de magazijnbalg. Windverlies in het hele orgel. Pneumatiek is
behoorlijk aangelegd en vertoont geen gebreken.
Pijpwerk: De Trompet 8' is van zink en zeer verwaarloosd. Het andere pijpwerk is van orgelmetaal of hout. De
klank is weinig fraai.
Toestand: Het orgel is zeer vervuild en er zijn veel
verbogen en platte conducten. Na een schoonmaakbeurt en herstel kan het orgel nog
jaren mee. Nu het orgel verplaatst moet worden is het de vraag of het orgel dit leiden kan. De kans op schade is groot.
Voor ca.
f 40.000,- kan een nieuw
orgel met een vergelijkbare grootte worden gebouwd. Van Dommele adviseert
contact op te nemen met een goede orgelbouwer om het te verplaatsen. Indien het
front gewijzigd moet worden, dit te doen in overleg met de architect. De
windmotor opstellen in een geluidsdichte kist in de kerk.
Op 10 september
dient de orgelcommissie zijn ontslag in, omdat ze niet zijn betrokken bij
bovenstaand advies. Ook verwijzen ze naar eerdere offertes, waarin voor lagere
bedragen grotere orgels door Reil en Pels zijn geoffreerd. Ook de verkoop van
het oude orgel voor maar f 700,- wordt zeer betreurd. Het pijpwerk zou gebruikt
kunnen worden bij de bouw van het nieuwe orgel.(17)
1965: Pels uit Alkmaar bouwt een nieuw orgel onder advies van Johan van Dommele en A.P. Oosterhof
namens de GOV.
Het orgel wordt op woensdag 20
januari in gebruik genomen met een concert door de adviseur Johan van Dommele.
Zie het Programmaboekje. (02)
In het financieel overzicht van de kerkverbouwing in 1964 is een post te vinden van
f 35.046,- voor het orgel en van f 1.725,- voor het advies van de GOV.
In het jaarverslag
van 1965 wordt melding gemaakt van de verwikkelingen rond het oude orgel, het
luidsprekerorgel en het nieuwe orgel. Men heeft inmiddels weer een nieuwe
orgelcommissie benoemd. (17)
Foto Stichting Orgelcentrum nr. 3354 (Klik op de afbeelding voor een vergroting)
Dispositie:
Hoofdwerk | Nevenwerk | Pedaal | |||
Prestant | 8' | Roerfluit | 8' | Subbas | 16' |
Holpijp | 8' | Baarpijp | 4' | ||
Octaaf | 4' | Prestant | 2' | ||
Mixtuur | V | Quint | 1 1/3' | ||
Dulciaan | 8' | ||||
Tremulant |
Organist en Eredienst
1966 nr. 07/08