Ruinen Hervormde kerk

Informatie over de kerk

Kerk
De kerk is een overblijfsel van de oude kloosterkerk.


Plaat uit de Nieuwe Drentsche Volksalmanak van 1889



Ansichtkaart na 1940

Orgel

Geluidsopnamen Geert Jan Pottjewijd d.d. 22 juli 2021

 - J.S. Bach (1685-1750): Fuga in G BWV 576 Registratie: Bourdon 16', Prestant 8', Octaaf 4', Quint 2 2/3', Octaaf 2', Mixtuur
 - John Bennett (1735-1784): Adagio in f from a Voluntary Registratie: Prestant 8', Viola da Gamba 8', Holpijp 8'
Geluidsopnamen Harro Kraal d.d. 22 juli 2021
 - Georg Friedrich Händel (1685-1759): Allemande uit Suite in f-moll
 - Georg Friedrich Händel (1685-1759): Gigue uit de Suite in e-moll
 - Georg Friedrich Händel (1685-1759): Allemande uit Suite in e-moll 


Al van voor de reformatie dateren berichten over een orgel in de kerk 1516, 1521, 1570, 1571, en 1576.
Latere berichten zijn er niet meer te vinden. Kortom het is ook niet bekend wat de verder lotgevallen waren van dit instrument en of er na de reformatie wel een orgel in kerk aanwezig was.
Het bericht uit 1571 wordt ook genoemd in de Drentse Volksalmanak van 1924 (#n06) met de navolgende tekst: 'Bij welke gelegenheid het kerkorgel, ’t welk zich bevond aan de westzijde van het schip, welks toegang langs de torentrap nog aanwezig is, ten offer is gevallen, ligt in het duister. In 1571 was het nog aanwezig, hetgeen blijkt uit een in het Rijksarchief in Groningen bewaard handschrift, dat blijkens het opschrift op den band, afkomstig is van 'Gerhardus Harmanni, alias Lopper-SUM, organista in Ruinen, anno 1571..'.
Het is niet waarschijnlijk dat het orgel zich op een balkon aan de westzijde bevond. Waarschijnlijker is een positief beganegronds in het koor van de kerk.

Inventarisatie archief Abij Dikninge No 231, fol.50. Rijksarchief Assen.
A01570 den 23 Julie 76 gestorven heer Eyso organissta ontrent tusschen tachtetich ende negenttich jaer olt, ende bewaerde den dienst van Sunte Annen altaer mede daer was he to geholden alle dynxsedage mysse to lesen ofte to syngen, nu yd vacteerde, hebben de guede luden yd my bevalen ende to gestaen voer mynen neven, myn swagers sone, ende so he mydtertydt den denst laten verwaren so opdat orgel ende myt der myssen ter tydt he groedt ende daer bequeme to were, ende onse her van runen was nyet hyer mer, to meyn heved op synen huse dan sijn t broder in syn stede sachte, yc verse my den heren van runen salt oeck wal belenen so dese hebt my to gestaen als Rolof van Echten myt Johan sijn sone Rolof van de Cloester Henric de Vos van Stenwyk

Klik op de afbeelding voor een vergroting

A01576. It gerekent mit den organist dat is hem hebbe betaelt des blef he mi noch schuldich 2 daler … str …

Rijksarchief Groningen Provinciehuis te Groningen Register Feith, handschrift I in folio nr. 271.
Titelblad van dit handschrift:
Item, in dessen nhafolgenden boecke sinnen gescreven, de landtrechten der ommelanden van Groningen, ennde binnen in soeven boecken vervatet ennde gedeilet. Item, daernae volgen sommighe olde orden de eertijdes in den lande van Drenthe dorch drosten ennde Etten indertijdt gewizet sinnen. Sampt der lantschappe van Drenthe Landesbrieff, ennde geestelijcke recht, offte Zeendtbrieff.
Gescreven ende vuleindet Anno, 1571 dorch Gerharduin Harmanni, alias Loppersum Organistam in Ruinen.



Provinciale Drentsche en Asser courant 15-07-1901

1899: In de kerkenraadsvergadering van november 1899 stelt predikant J.W. Visscher de aanschaf van een orgel aan de orde. Hij heeft al bij Van Oeckelen in Harendermolen geïnformeerd wat een orgel zou moeten kosten. Dit werd door Van Oeckelen ingeschat op f 2.300,-
Een tweedehands orgel kon worden geleverd voor f 1.500,- Dhr. Bruins weet te melden dat de Gereformeerde kerk van Hoogeveen hun orgel wil verkopen voor f 800,- Een dergelijk bedrag moet wel bijeen te krijgen zijn. Op één persoon na is men het eens dat er een orgel moet worden aangeschaft. De predikant zal een preek houden over de voortreffelijkheid van de toonkunst. Daarna zal er een vergadering worden voor iedereen die belang heeft bij de aanschaf van een orgel. 09)
In de kerkvoogdijvergadering van 20 december wordt onder punt 5 de aanschaf van een orgel besproken. In omliggende kerken is al een orgel aanwezig. Er wordt verondersteld dat het plaatsen van een orgel de kerkgang zal bevorderen. (07)

1900: In de kerkenraadsvergadering van 31 januari 1900 blijkt dat er inmiddels intekenlijsten zijn voor de aanschaf van het orgel. Elk lid van de kerkenraad zal een deel van de gemeente voor zijn rekening nemen. (09)
In de kerkvoogdijvergadering van 11 mei wordt gemeld dat er f 702,15 is ingezameld voor het plaatsen van een orgel. Van de 11 leden waren er 9 voor het plaatsen van een orgel. Twee leden onthielden zich van stemming.
In de kerkvoogdijvergadering op zondag 13 mei zal worden overlegd met de notabelen. Voorgesteld wordt om om renteloze voorschotten te vragen. Ook kan geld worden opgenomen van de spaarrekening. Aflossing wordt vastgesteld op f 100,- per jaar.
De bouw wordt opgedragen aan 'den Heer Doornbos in Groningen'. De bezoldiging van de organist wordt bepaald op f 125,- per jaar. Het hoofd der school J. de Boer te Ruinen wordt organist. (07)
Op 15 oktober 1900 komt aan de orde of de kerkenraadsleden bereid zijn het geld van de toezeggingen op de intekenlijst op te halen. (09)


Provinciale Drentsche en Asser courant 15-05-1900, Nieuwsblad van het Noorden 27-05-1900,

1901: Ingebruikname op zondag 27 mei door Ds. Visscher, met als organist dhr. Steenhuis, organist van de Martinikerk te Groningen.
In de kerkenraadsvergadering van 1 september wordt dhr. H. Sikkens Hoofd der School te Ruinen benoemd tot organist. (09)


Foto door fotograaf Hendrikus Wierenga (1870-1953) uit Groningen op dik karton uit het archief van orgelmakerij Mense Ruiter (Klik op de afbeelding voor een vergroting) (11)


Provinciale Drentsche en Asser courant 09-04-1901, 20-06-1901



Provinciale Drentsche en Asser courant 29-05-1901, Nieuwsblad van het Noorden 30-05-1901


Meppeler Courant 1901-04-20, 1901-05-22, 1901-05-29, 1901-03-30, 1901-05-25

Bezoek vanuit de Hervormde kerk Zuidwolde. De delegatie onderzoekt met begeleiding door de organist Van der Linden uit Elburg het orgel van Ruinen om te bepalen of Doornbos ook een orgel zou kunnen plaatsen in Zuidwolde

Meppeler Courant? 31-07-1901

1903: De kerkvoogdij laat een leuning aanbrengen bij de orgeltrap. (07)

1904: De beloning van de orgeltrapper wordt met drie gulden verhoogd. (07)

1915: In de kerkvoogdijvergadering  van 17 juni komt aan de orde dat er een zitplaats vrij komt in een bank van vier. Misschien kan de deze worden toegekend aan de bediende van de avondmaalstafel, mits het bedrag niet is inbegrepen in het salaris van de organist. (07)


Provinciale Drentsche en Asser courant 24-06-1922, 27-06-1922


Provinciale Drentsche en Asser courant 23-11-1925, 05-12-1925, 28-12-1925


Provinciale Drentsche en Asser courant 30-07-1926


Nieuwsblad van het Noorden 11-10-1928


Foto links vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl, Foto rechts: Stichting Orgelcentrum Gr 3913 (05)


Beeldbank Drents Archief MZ12328000538

Onbekend moment: Quint 3' geplaatst?

193x: Johan van Meurs noteert de gegevens van het orgel in zijn dispositiecahier

Klik op de afbeelding voor een vergroting
Uit het boek van Jaap Brouwer: Johan van Meurs - Een studie over een pionierend orgeladviseur.

1951: In de functieomschrijving van de koster van 5 juli dat de koster in alle dienst moet klokluiden, orgelpompen en het tekstbriefje verzorgen. Er is nog geen windmotor geïnstalleerd. (08)

1958: Op 19 mei 1958 stuurt de N.V. P. van Dam (J. v.d. Bliek) een offerte naar de organist van de kerk S. Riegstra.
De organist vroeg of er een electrische windvoorziening kon worden aangebracht. Aangeboden wordt een ventus met 1400 omwentelingen per minuut. De windmotor kan worden geplaatst op de orgelzolder voor de prijs van f 1.135,- De draadaansluiting en schakelaar dienen te worden aangelegd oor een installateur. Een omkapping van de windmotor kost f 100,- extra. De brief is ondertekend door W.G van Dam.
op 21 mei wordt de offerte doorgestuurd naar de Hervormde Orgelcommissie voor advies. In de brief wordt ook vermeld dat P. van Dam het orgel regelmatig stemt.
Op 31 mei komt er antwoord van de orgelcommissie. Men wil Lambert Erné langs laten komen om de situatie in ogenschouw te nemen, voordat er een advies kan worden uitgebracht.
Op 29 oktober wordt verslag gedaan van het bezoek aan het orgel. Een Meidinger hardloper zal goed voldoen. Men concludeert het bedrag van de offerte te hoog is en men heeft weinig vertrouwen in het bedrijf P. van Dam. Beter is een offerte aan te vragen bij Vierdag of Van Vulpen.

Aantekenbriefje van Lambert Erné ?  Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Ds. Mulder van Ruinen meldt op 7 november de Commissie dat de kerkvoogdij hem heeft gevraagd om aan de commissie te verzoeken een offerte te laten uitbrengen door Vierdag en Van Vulpen.
De offerte van Vierdag is gedateerd op 8 december. De installatie van een Meidinger windmotor zal incl. installatie f 795,- bedragen.

1959: Op 19 februari vraagt de commissie of de kerkvoogdij een machtiging kan verstrekken voor het geven van de opdracht aan Vierdag. Op 12 september stuurt de commissie een brief wanneer Ruinen een beslissing neemt omtrent de machtiging voor Vierdag.
Op 16 september deelt de kerkvoogdij mee dat P. van Dam inmiddels een windmotor heeft geplaats tot volle tevredenheid.

1970: In dit jaar vraagt de kerkvoogdij de Orgelcommissie van de Hervormde Kerk om advies. Op 24 februari antwoordt de Commissie dat ze dat graag geven. De standaardwerkwijze wordt uitgelegd. (08)

1972-1975: Restauratie van de kerk.
In de bouwvergadering van 1 november 1972 wordt afgesproken om orgel en kansel in te pakken.
In de bouwvergadering van 15 februari 1973 komt onder punt 16 het orgel aan de orde. Het orgel is slecht, maar de gemeente heeft geen geld om het te laten restaureren. De restuaratie kan uitgesteld worden. Het elektrische huisorgel heeft genoeg capaciteit. Misschien over een paar jaar orgels beschikbaar uit niet meer gebruikte kerkgebouwen. (13)

Tekeningen van het Bureau Monumentenzorg van 5 december 1972. De trap van de linker tekening is zo nooit gerealiseerd. De trap loopt is wel aan de linkerkant maar andersom. Hij is vanuit de kerk niet zichtbaar. (10) (13)
Klik op de afbeelding voor een vergroting

In de bouwvergaderingen van 27 februari 1975 en 18 april 1975 komt het orgel aan de orde.
Er wordt geconstateerd dat de toestand van het orgel na het verwijderen van de spaanderplaatkast volgens de organist in een slechte conditie is. De vergadering is het niet eens met deze stelling. Uitgezocht wordt het bespeelbaar maken en stemmen gaat kosten. Kosten uitgeven aan dit orgel is zonde van het geld. Beter is het tijdelijk gebruiken van een elektrisch. Het plan is een monumentaal orgel aan te schaffen.
De bouwcommissie vindt dat het orgel nog wel 'een kwastje verf moet hebben, omdat deze nu te veel afsteekt'. Afgesproken worden te kiezen voor de blauwgroene kleur van de deur van de consistoriekamer.
In de vergadering van 18 april wordt afgesproken een luidsprekerorgel van het merk Johannes achter het orgel te plaatsen. (10)


Foto uit het archief Bureau Monumentenzorg Drenthe (12) (klik op de afbeelding voor een vergroting)

1977: Op 19 februari schrijft de kerkvoogdij aan het bureau monumentenzrg dat er binnekort een nieuw orgel moet komen. Er is al gekozen voor een elektronisch orgel. In de kerk past echter beter een pijporgel. Kan er via monumentenzorg misschien een orgel uit een andere kerk worden aangekocht? (13)

1978: In de 3e druk van de brochure De geschiedenis van onze kerk te Ruinen staat over het orgel het volgende te lezen:


Orgelmakerij Mense Ruiter maakt op 7 december een rapport. Het orgel wordt ten onrechte toegeschreven aan de orgelmaker Marten Eertman.
Het heeft een mechanische kegellade. Het pijpwerk is voor een deel fabriekspijpwerk en nogal gehavend.
mechaniek en windlade zijn te slecht om te restaureren. Naast de orgelkast een magazijnbalg in slechte staat. De Ventus-windmachine kan worden hergebruikt.
Ruiter adviseert om tot nieuwbouw over te gaan met gebruikmaking van bruikbare delen van het huidige orgel. De kosten worden geschat op f 49.000,- (11)

1979: Het contract voor restauratie door orgelmakerij Mense Ruiter is gedateerd op 9 mei 1979 voor f 60.514,-
Levertijd 30 maanden. Het bestek van 19 maart luidt als volgt:

Dispositie:
Prestant 8' bestaand pijpwerk
Bourdon 16' bas/discant C-b bestaand, rest nieuw metaal, gereserveerd
Holpijp 8' C-b bestaand, c-f3 nieuw metaal
Octaaf 4' nieuw
Roerfluit 4' nieuw
Quint 3' bestaand
Octaaf 2' nieuw
Mixtuur II-IV nieuw

Pijpwerk wordt schoongemaakt en gerestaureerd. Nieuw pijpwerk dient aan te sluiten bij de Prestant 8'.
De windlade wordt vervangen door een nieuwe windlade en er wordt een nieuwe magazijnbalg onder de windlade geplaatst.
De klaviatuur wordt vervangen met een toetsbeleg van palmhout en ebbenhout.
Nieuwe toets- en registermechaniek
Oplevering in november 1981 (11)

1981: Op 10 april schrijft Ruiter dat bij de inventarisatie van het pijpwerk is gebleken dat er meer oud pijpwerk kan worden hergebruikt dan eerst gedacht.
De Bourdon 16' discant, Octaaf 4' en Octaaf 2' kunnen toch worden gerestaureerd en hergebruikt. Voor de Holpijp 8' is er een metalen exemplaar uit dezelfde tijd beschikbaar.
Dit levert een besparing op van f 4.500,- Voor dit bedrag kan de gereserveerde Bourdon 16' worden geplaatst. Ook kan nog een Viola da Gamba 8' worden toegevoegd. Het is beter de Mixtuur op te delen in bas en discant dan de Holpijp 8'.
De kas zou kunnen worden geschilderd in een eiken-imitatie. Het afwerken van de ornamenten en de labia van de frontpijpen met bladgoud zal f 500,- vergen.
Op 12 juni worden de mensuren doorgegeven van het pijpwerk voor de nieuwe Mixtuur en de Roerfluit 4' aan pijpenmakerij Steffani in Herten. (11)

Dispositie na de restauratie:

Manuaal   Pedaal
Bourdon 16' b/d  C-d1
Prestant 8'  
Viola da Gamba 8'  
Holpijp 8'  
Octaaf 4'  
Roerfluit 4' (nieuw)  
Quint 2 2/3'  
Octaaf 2'  
Mixtuur III-IV (nieuw)  
 

Foto Geert Jan Pottjewijd


Technische tekeningen door Mense Ruiter (11) (Klik op de afbeelding voor een vergroting)

1982: Het orgel wordt op 24 maart 1982 in gebruik genomen met koorzang en samenzang. Zie ingebruiknameboekje. (11)


Meppeler Courant 1981-12-04, 1982-03-01, 1982-03-22, 1982-03-26 Klik op de linker afbeelding voor een vergroting.

1991: In de brochure 'De Mariakerk te Ruinen' wordt het orgel weer beschreven. De tekst bevat helaas een aantal fouten. Het orgel wordt weer toegeschreven aan Eerdman in plaats van aan Doornbos. Ook schrijft men dat er bij de verbouwing in 1836 een orgel zou zijn geplaatst. Daar is echter geen enkel bewijs voor.

2006: Bij orgelmakerij Mense Ruiter werd een offerte gevraagd wat de mogelijkheden waren om het orgel van een zelfstandig pedaal met een Subbas 16' te voorzien.
Er werd gedacht aan een transmissie inrichting van de Bourdon 16' van het manuaal. Dit bleek echter naar verhouding nogal duur.
Een zelfstandig pedaal in een nieuwe kas achter het orgel bleek evenveel te kosten en was qua onderhoud veel eenvoudiger. Een tweede pedaalregister zou kunnen worden voorbereid en later geplaatst.
Voor een meer rustiger wind kon een schokbalg worden geïnstalleerd. Ook werd gevraagd om een herintonatie van de Bourdon 16' (bas wat luider) en de Mixtuur (zwakker intoneren).
De werkzaamheden werden niet uitgevoerd. (11)

Organisten:

1964: Op 1 december 1964? overlijdt organist A. Bruinslot. Hij wordt opgevolgd door dhr. Van Dalen. (08)

Mevr. A. Luning-Tissingh (1961-1981)

Meppeleger Courant 1981-12-04

Dhr. van Rigteren (1981-xxxx)

D. de Vries (1981-xxxx)

Rutger van Mazyk ( 199x-2013)
Reformatorisch Dagblad, 4 november 1994, p. 27: Een singletje, een toccata en een schaafmachine
Rutger van Mazijk: 'Ik heb me toch een spoor aan twijfelachtigheden nagelaten!'
We kenden hem vroeger van een paar kleine singletjes en wat langspeelplaten uit de jaren zestig. Op het niet meer bestaande label Diskanto speelde hij 'eigen bewerkingen op het orgel van de Oude Kerk te Amsterdam' en 'eigen bewerkingen op het orgel van de Evangelisch Lutherse Kerk te Den Haag'. Rutger van Mazijk. Hij trad vervroegd de arbeidsmarkt uit en produceerde onlangs zijn eerste cd. Tot eigen verbazing.
Natuur, rust, ruimte en stilte. Dat is Drenthe. Daar woont Rutger van Mazijk (60) de laatste jaren, net even buiten het dorpje Ruinen, in een kostbaar gerestaureerd boerenhoefje op een paar duizend meter grond. Hij was liever nóg verder weggekropen, nog wat noordelijker, maar z'n vrouw belette hem dat. Van Mazijk houdt nu wat bijtjes, knutselt graag in zijn eigen werkplaats, is als een klein baasje zo druk met de hele boel en speelt zondags in de Ruiner hervormde kerk op een klein orgeltje met aangehangen pedaal. 'Zo'n piepklein orgel dwingt je tot creativiteit, het daagt je uit. Je zoekt ondanks het gebrek aan mogelijkheden naar variatie, naar verscheidenheid in vorm en in norm. Zaterdagsavonds ben je daarmee bezig. Zal ik het zus doen of zal ik het zo doen? Dan krijg je van die kladbriefjes met aardige ideeën. En toen kwam ik Bert Moll van De Bazuin eens ergens tegen. Hij zei tegen me; 'Rutger, ik kom binnenkort eens bij jou langs. Ik dacht: 'O, daar heb 't al weer'. Of ik niet eens een orgel-cd wilde maken. Die kladbriefjes staan nu op cd'.
Vreemd
Het is vreemd gelopen in het leven van Rutger van Mazijk. Hij werd in 1934 in Rotterdam geboren, studeerde orgel bij Piet van den Kerkhoff in de Nieuwe Zuiderkerk en theorie bij Jan van Dijk aan het Rotterdams conservatorium. In Den Haag werd de orgelstudie bij Feike Asma voortgezet. Van Mazijk behaalde ook het staatsdiploma voor piano. Beroemd werden zijn orgelbespelingen in de Oude Kerk te Amsterdam. Als Van Mazijk daar in een royale bui zijn aanstekelijke Toccata over Psalm 150 speelde, ging iedereen heel enthousiast uit z'n dak. De toen ongeveer dertigjarige musicus uit het Gooi was wijd en zijd bekend, vooral door zijn eigen bewerkingen, die tot vreugde van velen de sfeer van Feike Asma ademden; een hymne over 'Middelpunt van ons verlangen', een toccatine over 'De dag door Uwe gunst ontvangen', een canon over 'Wat God doet, dat is welgedaan' en melodiebewerkingen over 'Komt, laat ons voortgaan, kind'ren' en Psalm 73. De meeste verschenen zelfs in druk.
Maar ach, toen werd het helemaal stil. Rutger van Mazijk speelde geen orgel meer, schreef geen toccatine's meer en gaf geen concerten meer. Vijfentwintig jaar geleden stopte Rutger van Mazijk een veelbelovende concertpraktijk.
Maartenskerk
De bakens werden verzet. Van Mazijk wilde iets anders, iets breders. Hij werd docent theorie aan het Utrechts conservatorium, beiaardier in het Gooise Laren en organist/dirigent van de rooms-katholieke basiliek van St. Jan. De tijd van dierbare koraalbewerkingen was voorbij. Totdat Van Mazijk in 1985 plotseling in de Maartenskerk te Tiel opdook. Na lang aarzelen gaf hij daar een orgelconcert met werken van onder meer Jan Zwart, Feike Asma en eigen bewerkingen. ('Men had mij over de streep getrokken').
Rutger van Mazijk: 'Ik heb het dilemma van wel of niet orgel spelen nog weer eens aan m'n collega's van het conservatorium voorgelegd. Die zeggen: 'Joh, altijd doen'. Mijn probleem is altijd geweest, dat ik in twee zo geheel verschillende muzikale werelden heb geleefd. Op het conservatorium gaf ik analyse, onder andere van eigentijdse muziek. Dat is zo anders dan Psalm 24 van Jan Zwart. Het was een totale omschakeling. Als je die partituur van Psalm 24 vijfentwintig jaar niet hebt ingezien, is dat toch heel vreemd. Je gaat zitten turen en peinzen. Hoe moet dat ook alweer? Maar als je daarmee achter een orgel kruipt, komt als vanzelf die oude sfeer van vroeger, compleet met alle nostalgie, weer boven. Maar, om eerlijk te zijn, je bent in al die jaren de handigheid voor dat soort akkoorden en voor die brede harmonisaties wel kwijtgeraakt'.
Come-back?
Terugkijkend op dat concert in Tiel: 'Ik wist eigenlijk niet goed wat ik ervan moest vinden. Ik vond het een beetje leuk, een beetje. Maar dat hoort nu eenmaal bij mij. Ik vind alles wel leuk, maar het maken van keuzen heb ik altijd heel erg moeilijk gevonden. Ik vond orgel spelen leuk, piano spelen leuk, componeren leuk, doceren leuk, beiaard spelen leuk, een huis bouwen leuk, bijtjes houden, vee houden, ik vind alles wel leuk. Ik kom gewoon levens te kort. In mijn jonge jaren begon ik een studie in de beeldende kunst, ik heb gedroomd van een eigen orgelbouwbedrijf en op het conservatorium volgde ik vier richtingen zonder een van die vier echt af te maken'.
Was Tiel een come-back? Niet echt. Van Mazijk gaf daarna hier en daar nog wat losse bespelingen, maar opnieuw werd het stil. Hij had met zijn vinger in een schaafmachine gezeten en was niet meer in staat orgel te spelen. Boze tongen beweerden al dat hij die vinger daar expres had ingestoken, om toch vooral maar het orgelwereldje de rug te kunnen toekeren. Zoonlief had het ook behoorlijk ingeschat; 'Paps, dat heb je mooi voor je laten beslissen'.
M'n neef
Rutger van Mazijk: 'Welke organist gaat er nu met z'n vinger in een schaafmachine zitten? Ik natuurlijk. Met dat ongeluk viel er wel een deur in m'n leven dicht. Orgelspelen ging voorlopig niet meer. Toen ben ik maar een andere deur ingegaan. En eerlijk is eerlijk, ik vond het helemaal niet erg. Tegen mijn kennissen die me hun medeleven kwamen tonen, liet ik mijn negen gezonde vingers zien en ik zei: 'Ik kan altijd nog koeien melken'.
Ik had bij dat eerste concert ook het gevoel dat het cirkeltje zich ging sluiten. Mijn verleden kwam op me af. En eigenlijk wilde ik dat helemaal niet. Een solocarrière als organist was mij altijd al te eng. Ik heb in die tijd mijn eigen platen weer eens gedraaid en toen kreeg ilc toch weer even die kick. Plotseling hoorde ik mezelf ook op de radio. Ik schrok me wild. Een van mijn conservatoriumstudenten had die uitzending ook gehoord en vroeg bijna geschokt of ik dat was geweest. Toen heb ik maar gezegd dat het m n neef was'.
Klein rampje
In 1989 verhuisde de familie Van Mazijk van Laren in het Gooi naar Ruinen in Drenthe, Toen stond er niet alleen een punt achter het orgel, maar ook achter de Larense beiaard, achter het kerkelijk leven daar, achter het conservatorium met alle leerlingen, achter kennissen en vrienden. In Ruinen heerste rust en stilte. 'De eerste Kerst in Ruinen werd een beetje een ramp. We hadden alles achtergelaten. Ik had plotseling niets meer te doen. Toen belde de leidster van de Ruinense zondagsschool. Hun organist was ziek geworden. Of ik alsjeblieft met het kerstfeest in de kerk wilde spelen. Er gloorde weer wat licht aan de horizon. Iemand had me nodig! Ik zei tegen m'n vrouw: Joh, nou hebben we toch nog wat.
Het was helemaal niet de bedoeling, maar de week daarop kwam de kerkvoogdij. Of ik zondags ook de kerkdiensten wilde spelen. Dat was wel wennen. Het Liedboek voor de Kerken kende ik helemaal niet van de rooms-katholieke praktijk in Laren. De oude melodieën waren plotseling hier en daar gewijzigd. Dan speelde ik de oude melodie, maar ik hoorde de gemeente de andere kant op zingen. Met de psalmen was er het probleem van de toevallige verhogingen. Ik speelde ze wel, maar de gemeente zong ze niet. Ik dacht: Dat is nou toch ook raar!'
Kladjes
'Ik moest me dus echt weer voorbereiden op een dienst. Het was een uitdaging. En zo ontstonden op'zaterdagavond allerlei muzikale ideetjes. Door de jaren heen werd dat stapeltje kladjes steeds groter. Het waren stijlimitaties in een zeer wisselend idioom. Op het conservatorium gaf ik ook les in harmonisatie en contrapunt en daarbij oefenden we ons jaar en dag in het schrijven van zulke stijlimitaties. Wat is stijl? Dat is altijd een mix en een mengelmoes van verworvenheden uit voorbije perioden. Is stijlimitatie negatief? Nee, voor mij niet, maar met dat begrip 'imitatie' zit je soms wel een beetje in je maag.
Mensen die me nog van vroeger kenden, keken wel eens naar zo'n stijlimitatie, en dan zeiden ze: 'Rutger, dat ben jij toch niet?' Dan zei ik: 'O, maar wie ben ik dan wél?' Ik voel me ook geen componist, want ik teer op datgene wat anderen vóór mij hebben uitgedacht. Ik heb er bijvoorbeeld moeite mee dat iemand als Tom Parker zich uitgeeft als componist. Als hij al componist is, dan is dat dankzij Handel en dankzij Mozart, en ook dankzij het feit dat het al langer dan vijftig jaar geleden is dat die mannen leefden. Als ze korter dan vijftig jaar geleden hadden geleefd, dan zorgde Buma/Stemra er wel voor dat Parkertje zou hangen. Want wat hij doet, mag toch eigenlijk niet. Hoe kun je nou zo'n hele Messiah overschrijven, en vervolgens de helft eruit schrappen?'
Normen
'Psalmen en gezangen zijn tonaal en modaal gebonden. Je kunt er als componist geen kant mee op. Je bent altijd gebonden aan dat tonale en modale materiaal. Je kunt dus niet echt eigentijdse kerkmuziek maken, dat zou zó wezensvreemd zijn! Je kunt af en toe iets wel in een ander jasje zetten, maar je werkt vanuit verworvenheden van anderen. Luister bijvoorbeeld eens naar het 'O Heil'ge Geest' van Jan Zwart. Dat is sprekend Edward Grieg. Ook Zwart heeft zich laten beïnvloeden, terwijl zijn idioom later een heel eigen leven is gaan leiden.
Daarbij komt ook nog dat je als kerkorganist een dienende taak hebt. Je houdt rekening met datgene waaraan de gemeente behoefte heeft. De kerkganger stelt grenzen aan je creatieve mogelijkheden. Is de gemeente dan norm? Ja, dat denk ik wel, zonder dat je ja en amen hoeft te knikken. Dienen is wel leiden, maar niet beleren. Als iemand na afloop van een kerkdienst onder aan de orgeltrap zegt: 'Ruud, dat was prachtig vanmorgen', dan is dat voor mij een goede graadmeter. Ik zeg daarbij nog wel graag dat muzikale intuïtie door de ratio moet worden gedragen, anders wordt het een rommeltje'.
Bolsward
De Bazuin had tegen Rutger van Mazijk gezegd: 'Zoek voor de opname maar een orgeluit'. Het werd de Martinikerk te Bolsward. 'Ik wilde een eerlijk klinkend orgel, een instrument dat niet schuilging onder een waas van romantiek. Ik heb ook aan Hasselt gedacht, maar ik weet zeker dat ik me daar had laten verleiden tot het oude idioom. Dat had ik daar niet kunnen laten. En dat wilde ik niet'.
De cd is inmiddels uit: 'Rutger van Mazijk speelt eigen koraalbewerkingen'. Van Mazijk: 'De meeste zijn in vergelijking met vroeger dus duidelijk anders. Daar heb ik bewust voor gekozen, want ik hoor op opnamen van anderen altijd weer diezelfde sound, 8', 4', 3', tremulant. Dat wilde ik niet. Sommige bewerkingen zijn qua opzet heel traditioneel, bij andere blijft de relatie tussen voorspel en koraal beperkt tot een enkel motief. Ondanks de ruime mate aan diversiteit ben ik, in vergelijking met vroegere bewerkingen, toch herkenbaar gebleven.
Bert Moll heeft al aangedrongen op een tweede cd. Een cd wordt pas verkocht, heeft ooit iemand gezegd, als de tweede er is. 'Voor die tweede cd gaan we naar Den Haag. Naar de Evangelisch Lutherse. Precies, dan gaan we toch die Toccata over Psalm 150 maar weer eens opnemen'.
Een spoor
Wie is Rutger van Mazijk nu uiteindelijk? 'Ik weet niet wie ik ben. Ik doe van alles en nog wat. Als ik achterom kijk, dan héb ik me toch een spoor aan twijfelachtigheden nagelaten! Pas zei er iemand: 'Maar Ruud, ondanks alles loopt er toch best een rode draad door je leven'. Toen dacht ik: 'O gelukkig, toch een rode draad'.



Foto Geert Jan Pottjewijd

Bronvermelding:
  1. Vervallen
  2. Vervallen
  3. Boek: NIvO, Het Historische Orgel in Nederland deel 13 blz. 350-351
  4. www: http://reliwiki.nl/index.php/Ruinen,_Brink_11_-_Mariakerk
  5. Archief Jaap Brouwer
  6. Tijdschrift: B. Lonsain, De toren te Ruinen, Drentse Volksalmanak van 1924  blz. 23
  7. Drents Archief: 0395 Nederlands Hervormde Gemeente Ruinen 91 Notulen Kerkvoogdij 1864-1915
  8. Drents Archief: 0395 Nederlands Hervormde Gemeente Ruinen 93 Kerkvoogdij Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken; 1861-1971; met grote hiaten
  9. Drents Archief: 0395 Nederlands Hervormde Gemeente Ruinen 11 Notulen van vergaderingen van kerkenraad en kiescollege 1897-1941 aug
  10. Drents Archief: 0395 Nederlands Hervormde Gemeente Ruinen 102 Tekeningen en bestek voor de restauratie van het kerkgebouw; 1974-1976
  11. Archief Orgelmakerij Mense Ruiter
  12. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 1269 Ruinen, Brink 11 (NH kerk), toren en historie kerk; 1954-1987
  13. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 1268 Ruinen, Brink 11 (NH kerk) weeklijsten; 1972-1973