Zuidlaren, Gereformeerde kerk
Kerk
De Gereformeerde kerk werd gesticht 20 februari 1898. De eerste kerk werd in 1900 gebouwd.
In 1937 bouw van een nieuwe kerk

Foto uit 1965 (09)
Orgel
1904: In dit jaar wordt
besloten een pijporgel aan te schaffen. In de notulen van de kerkenraad van 4
augustus 1904 is het volgen de te lezen: “Door den kerkeraad van Anjum wordt per
advertentie een gebruikt kerkorgel (harmonium) aangeboden. Hierover is
door Ds Drenth met genoemden kerkeraad gecorrespondeerd, waardoor bleek dat voor
dit orgel F 400 bedongen werd. Besloten werd om eerst Anjum te schrijven om
eerst de vraagprijs lager te stellen.”
En verderop in deze notulen:
“Aangaande
een kerkorgel wordt besloten dat de praeses een onderzoek zal instellen bij een
leverancier te Woerden (GJP: Vermeulen) die een orgel voor Fl 1000 heeft
aangeboden. Uit een gevoerd gesprek tusschen Ds Drenth en den hypotheekhouder
der kerk bleek deze niet ongeneigd te zijn het geld voor het orgel benoodigd op
obligatieen te willen geven.”
Uiteindelijk wordt op 10 november 1904 besloten
om een orgel te laten bouwen door Jan Proper uit Kampen. (13)
1905: 7 juli 1905 ingebruikname van een pijporgel. (05)
Het orgel had een niet sprekend front. (11)
Het orgel
wordt op 7 juli 1905 in gebruik genomen, waarbij Jan Proper zelf het orgel
bespeelt. (13)
De eerste
organist was T. Sterenberg Hoofd der Chr. School. In Januari 1917 werd hij
opgevolgd door W. Hamstra. Orgeltrappers waren eerst Jakob en Berend Veenkamp.
Later Jan en Jakob Wieringa. (11)
Ter gelegenheid van het
50-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk werd een boekje uitgegeven (1948)
waarin Ds Drenth enige aandacht besteedt aan dit instrument: "7 Juli 1905 werd
een pijporgel in gebruik genomen, dit instrument doet nog dienst, in zijn geheel
verborgen achter een nieuw, niet sprekend front. Orgeltrappers waren eerst Jakob
en Berend Veenkamp, later Jan en Jakob Wieringa".
In een offerte van de ‘Fabriek
voor kerk-en concertorgels’ H. Spanjaard te Amsterdam betreffende een geplande
nieuwbouw, gedateerd juli 1950 wordt de mogelijkheid tot inruil van het oude
orgel besproken. De inruilwaarde blijkt Hfl. 2700,- te zijn, zonder de trompet
8’. In het document wordt het instrument beschreven als een orgel van de firma
Proper en van der Wal uit Kampen, bestaande uit hoofdwerk, bovenwerk en
pedaalwerk met de volgende dispositie:
Hoofwerk: Prestant 8’, Bourdon 8’,
Vlakfluit 4’, Quint 2 2/3’, Nachthoorn 2’, Cornet 5 sterk discant
Bovenwerk:
Holquintadena 8’, Salicionaal 8’, Baarpijp 8’, Prestant 4’, Gedektfluit 4’,
Octaaf 2’, Mixtuur 4 sterk 1’
Pedaal: Subbas 16’, Oktaafbas 8’
Koppels:
Man. Ped I Ped II en een Tremulant (13)
(GJP:
Bovenstaande dispositie wijst totaal niet op Proper. Het document van Spanjaard
is onbekend. In de offerte van juli door Spanjaard (Blad01
en blad02) op deze site wordt deze
dispositie niet genoemd)

1924:
De kerk wordt verlengd tot 24 meter. (11)
1926:
Het orgel wordt verbeterd. (11)
1937: Bouw van een nieuwe kerk.
De vraag rijst of het oude
orgel dienst kan doen in de nieuwe kerk. Daartoe wordt advies gevraagd aan de
firma de Koff uit Utrecht. Deze firma stelt een onderzoek in naar de toestand
van het orgel met medewerking van de heer Sijbe Welmers.
Uit de notulen van
9 september 1937: “De uitslag was bevreedigend. Het orgel is door vroegere
ombouw een mechanisch-pneumatisch instrument hetwelk door uitbreiding in staat
zal zijn de gemeente in het nieuwe kerkgebouw te begeleiden. De Firma stelde
voor, wegens gebrek aan een vol overwegend instrument, de salicionaal uit het
orgel te verwijderen, daarvoor in te bouwen een trompet hetwelk een groote
verbetering zal zijn, mocht later een nieuw orgel genomen worden dan zouden de
instrumenten weer verwisseld kunnen worden en de nieuwe trompet in het te
plaatsen orgel gebruikt kunnen worden. De prijsopgave was als ’t volgt: Het
orgel demonteren, vervolgens nazien en overplaatsen naar het nieuwe kerkgebouw,
nieuw te leveren trompet, geheel nieuw front naar ontwerp v/d architect, hetwelk
in zijn geheel kan gebruikt worden bij een nieuw orgel, en een complete nieuwe
kast daarvoor voor de prijs van Hfl. 1130. De br. gaan hiermede accoord.”
De
kerkeraad is later wel onaangenaam verrast als de heer Welmers 5 gulden vraagt
voor zijn medewerking. Om het orgel beter te laten klinken stelt de firma voor
om een trompet in te bouwen. Aldus geschiedt. Overigens niet tot ieders
tevredenheid. Ds Drenth merkt bij het 50 jarige bestaan van de kerk op: "October
1937 werd dit algemeen geroemde gebouw in gebruik genomen. Een geheel nieuwe
inventaris diende het inwendige, alleen het orgel was, op één register na, het
oude. Later is er nog een pracht mogelijkheid geweest om bij het nieuwe front
voor zeer matige prijs een passende achterbouw te krijgen, maar door gebrek aan
medewerking van de gemeente is dit mislukt. Zeer jammer, want nu is het moeilijk
en zeer kostbaar"
De schrijver heeft kennelijk liever een nieuwe "achterbouw"
(binnenwerk van het orgel) dan de gekozen – goedkopere – oplossing. (13)
Op 6 maart 1937 doet Reil een
voorstel aan de kerkenraad om het orgel over te plaatsen en eventueel uit te
breiden. Hij sluit een plan bij en offreert Hfl 1588,=
Ook stuurt hij op
dezelfde datum een brief aan
organist Hamstra met zijn plannen voor het orgel en vraagt om de steun van
Hamstra.
Op 9 april 1937
informeert Reil hoe het staat met zijn offerte voor de verbouw van het orgel. (12)

HetOrgel-1937-september
1940: Met enige regelmaat wordt
het bespelen van dit orgel besproken in de kerkenraad: 4 april 1940: “Gezien de
klachten over de bespeling van het kerkorgel gaan broeder Drenth en Speelman het
orgel bespelen. Om de gevoelens van de huidige organist te sparen zal hij
gevraagd worden de morgendiensten te doen, maar niet meer de avonddiensten.”
1 oktober 1940: “Om het bespelen van het orgel op hoger peil te brengen zal
broeder Pottjewijd in de middagdiensten helpen.” (13)
1942: 26 maart 1942: Er is een prijsopgave ontvangen van een
bij de firma Standaart te verkrijgen kerkorgel voor Hfl. 3700. (Dat vindt men
kennelijk te duur.)
12 oktober 1942: Van de firma Dekker te Goes kan men een
orgel zonder front betrekken voor fl 3600. Dat orgel staat nu in de toonzaal van
de firma en men wil er van af. Voor het oude orgel wil men fl 450 betalen.
Installatie van het orgel gaat Hfl 1350 kosten.
14 oktober 1942: Er wordt
geen overeenstemming bereikt over de verbouw van het huidige orgel dan wel
aankoop van een nieuw orgel. Er wordt niet overgegaan tot de aanschaf van een
nieuw orgel. (13)
1950/1951: Mense Ruiter plaatst het oude orgel over naar de Gereformeerde kerk van Glimmen. Dit instrument bestaat inmiddels niet meer.(03)
Op 8 augustus beantwoord Reil een
brief van 7 augustus van de organist
S. Welmers dat men inderdaad mechanische orgels maakt en dat deze per stem ca.
fl1100 -1300 per stem kosten.
Op 28
augustus schrijft Welmers dat hij enekele orgels van Reil zal gaan bezoeken
en bespelen. Op 29 augustus antwoord
Reil dat Welmers dan beslist het orgel in Ferwerd (weliswaar electrisch/mechanisch)
moet bezoeken. Ook wordt Welmers uitgenodigd de werkplaats te bezoeken, waar een
mechanisch orgel in aanbouw is.
De orgelbouwadviescommissie van de Gereformeerde Organistenvereniging (Joh. A.
Vetter en A. van der Zee) brengt op 28 september 1950 advies uit omtrent het
type te plaatsen orgel. (Blad01,
blad02 en blad03)
Op 4
oktober schijft Welmers dat ook de Orgebouwcommissie van de Gereformeerde
Organisten Vereniging om advies is gevraagd. Dit heeft geresulteerd in drie
offerteaanvragen, waaronder aan Reil.
In
oktober een brief aan Reil waarin
Welmers aangeeft dat ze beslist vasthouden aan een nechanisch orgel. Hij heeft
al een dispositie ontworpen die is afgestemd met Joh. Vetter. Het advies van
W.A. Houtman wordt niet meegenomen.
Op
11 october beantwoordt Reil een brief van Welmers van
4 oktober waarin wordt besproken hoe
het contact met de adviseurs zo kan verlopen dat er een mechanisch orgel gebouwd
kan worden.
OP 21 oktober (blz. 01, 02 en 03)schrijft de Orgelbouwadviescommissie van de GOV een offertetraject met
daarin een opgave van de dispositie.
Gewenste dispositie:
Manuaal I:
Prestant 8', Holpijp 8', Octaaf 4', Koppelfluit 4', Quint 2 2/3', Octaaf 2',
Mixtuur IV-V, Trompet 8
Manuaal II': Holquintadena 8', Roerfluit 8',
Prestat 4', Open fluit 4', Sesquialter II, Fluit 2', Scherp III, Echotrompet 8'
Pedaal:
Subbas 16', Octaafbas 8', Gedekt 8'(unit), Koraalvas 4'(unit)
Facultatief:
Tongwerk 16' op pedaal, Prestant 16'' met daaruit afgeleid Octaafbas8' en
Koraalbas 4'.
Electrisch speeltafel op een nader te bepalen plaats.
Hergebruik van de bestaande orgelkas.
Afzonderlijke prijsopgaaf van een
geheel mechanisch orgel.
Op
6 november schrijft Reil aan Welmers dat hij kortgeleden de kerk heeft
bezocht. Hij vraagt of er inderdaad een orgel met rugwerk gebouwd moet worden.
Hij vraagt zich ook van of de oude orgelkas gehandhaafd kan blijven. Dat scheelt
in de kosten.
Op 8 november stuurt Reil een offerte op basis van een prijsaanvraag door de
kerkenraad. (blad01,
blad02, blad03, blad04,
blad05, blad06,
blad07, blad08)
Op 8 november schrijft Welmers aan Reil een brief (01,
02) met het voorstel het orgel zo
laag mogelijk te plaatsen met een positief ivm. de slechte akoestiek
wegens absorberend materiaal en de trekbalken van het plafond. Het oude orgel is
inmiddels verkocht.
Op 12 december
schrijft Welmers aan Reil na.v. van een gesprek dat ze vorige week hadden. Er
moet ruimte zijn voor het kerkkor en het orgel wordt iets meer in de breedte
uitgebouwd.
Op 14 december stuurt
Vetter een voorlopig contract aan Reil en aan de kerk ter controle.
Op 23 december 1950 wordt het contract getekend met Johann Reil voor de levering
van een nieuw orgel (blad 01,
blad 02 en
blad 03). De opdracht wordt ook
ondertekend door de adviseur Johan M. Vetter namens de Gereformeerde Organisten
Vereniging.
Ook een aantal andere orgelmakers hebben een offerte uitgebracht
of nemen contact op
- Spanjaard juli 1950 (Blad01
en blad02)
- Spiering
brief op 14 juli 1950
Op
23 december Stuurt dhr Vetter van de
orgelcomm. van de GOV de contracten ter ondertekening naar Reil.
Op
27 december vraagt Reil aan adviseur
Vetter of men als manuaalkoppel een trekkoppel (Hoofdwerk-Rugwerk) of drukkoppel
(Rugwerk-Hoofdwerk) wil.
Op 29
december vraagt Vetter van de orgelcomm. van de GOV aan Reil of het mogelijk
is het orgel te bouwen met op het onderklavier het hoofdwerk en op het
bovenklavier het rugwerk. Met geeft de vookeur aan de trekkoppel. (12)

Schets van het front. Klik voor een vrgroting op de foto. (12)
1951
Op
24 maart spreekt Vetter zijn zorgen
uit over het gebruik van gestoomde beukenhouten voeten voor houten voeten. Hij
vindt dit een risco voor worm. Hij vraagt of dit materiaal nog meer wordt
gebruikt.
Op 15 mei? vraagt
Welmers hoe de bouw van het orgel vordert en of er al een plaastingsdatum bekend
is. Ook beveelt hij voor het transport de fa. van Anken aan (lid van de gemeente).
Op 16 mei brief van Reil over de voortgang van de bouw.
Het bestelde pijpwerk is net binnen gekomen. De montage in de werkplaats kan
beginnen. Hiervoor is de oude orgelkas nodig. Deze moet dus worden opgehaald.
Hiervoor komt transportbedrijf van Anken in beeld. Reil komt met 3 man om het
bestaande orgel te demonteren. Volgens de huidige planning staat het orgel eind
augustus speelklaar in de kerk.
Op 11
juli bevestigt Vetter het gesprek met reil van 30 juni om het orhel
speelklaar in de werkplaats op te stellen.
Op 27 augustus
rekening Reil 2e termijn
Op
19 oktober verklaren Vetter en vd
Zee van de Orgelcommisiie van de GOV dat Reil het orgel conform het contract
heeft opgeleverd. Genoemd wordt de goede intonatie ondanks de slechte akoestiek.
Op 23 oktober vraagt Vetter een foto
van het orgel voor een publicatie in het tijdschrift van de GOV "Organist en
Eredienst".
Op 29 oktober een
brief van vervoersbedrijf van Anken aan Reil met een nota voor het vervoren van
het orgel van Heerde naar Zuidlaren.
Op
5 november schrijft Welmers aan Reil
dat het orgel uitstekend voldoet. Wel dienen nog enkele kleine kinderziekten te
worden verholpen.
Op 5 november
schrijft Reil aan Vetter dat het orgel vooraf aan het concert van Vetter zal
worden gestemd.
Op 7 november
schrijft Reil aan Welmers dat wat kleine storingen zullen worden verholpen en
dat het orgel wordt gestemd voor het concert door Vetter.
Op
14 november schrijft Vetter aan Reil
dat zijn concert op 23 november door de NCRV zal worden opgenomen.
Op
19 november een bericht van de kerk
aan Reil met een aantal klachten om trent hangers van organist Welmers. (12)
De Fagot 16' werd in 1951 gereserveerd. De Trompet 8’ kreeg een "Frans" karakter. Bij de ingebruikname van het orgel werd het instrument
bespeeld door Joh. Vetter, adviseur namens de G. O. V. en de fungerende organist S. Welmer (01).


In het blad "Organist en Eredienst" (1952 september) van de Gereformeerde
Organisten Vereniging staat een bericht

Dispositie:
Hoofdwerk |
|
Rugpositief |
|
Pedaal |
|
Prestant |
8' |
Holquintadena |
8' |
Prestantbas |
16' |
Holpijp |
8' |
Roerfluit |
8' |
Subbas |
16' |
Octaaf |
4' |
Prestant |
4' |
Octaafbas |
8' |
Koppelfluit |
4' |
Open Fluit |
4' |
Gedekt |
8' |
Quint |
2 2/3' |
Nasard |
2 2/3' |
Koraalbas |
4' |
Octaaf |
2' |
Fluit |
2' |
Fagot |
gereserveerd (07) |
Mixtuur |
IV-V |
Terts |
1 3/5' |
|
|
Trompet |
8' |
Scherp |
III |
|
|
|
|
Dulciaan |
8' |
|
|
Koppelingen: Hfdw. - Rugw. ; Hfdw. - Ped. ; Rugw. - Ped.


Tekeningen van het orgel zonder rugwerk en rugwerk alleen. Klik op de
afbeeelding voor een vergroting. (12)

Detailtekeningen. Klik op de afbeelding voor een vergroting (12)
1952:
Op 5 januari een brief van de kerk
aan Reil met de vraag om de tongwerken te komen stemmen en zich in verbindingg
te stellen met organist Welmers.
Op
21 januari een brief van Reil aan de kerk op de vraag om de tongwerken te
stemmen. Reil antwoord dat dit door de organisten zelf moet worden gedaan. Dit
is nl. alleen zinvol bij een verwarmde kerk.
Op
24 januari een brief van de kerk aan
Reil als antwoord op de brief van reil van 21 januari. Men heeft overlegd met
Welmers en deze zal een brief schrijven.
Eveneens op 24 januari schrijft
Welmers een brief (01,02)
aan Reil. Hij stemt elke zaterdagavond als de kerk op temperatuur is de
tongwerken. Het betreft een heel andere kwestie. Het klankverloop van de
Dulciaan is veel te onregelmatig en daardoor niet bruikbaar. Tevens zijn er nog
een andere kleine onregelmatigheden. Hij vraagt Reil om langs te komen voor het
verbeteren van de Dulciaan.
Op 16 februari een brief (01,
02) van vervoersbedrijf van Anken
aan Reil, waarom de nota niet volledig is betaald.
Op
1 maart een brief van Reil aan van
Anken, waar de nota voor het vervoer van het orgel blijft.
Op 26 mei
schrijft (01,02)
Welmers dat hij, op de Dulciaan 8'na, nog steeds zeer tevreden is over het orgel.
In juli geeft hij een 2e concert. Ook meldt hij dat dhr. Legêne uit Lochem langs
is geweest om het orgel te bekijken.
Op
2 september geeft de kerk aan Reil
een vraag door van organist J. Pottjewijd (GJP: De oudste broer van mijn opa) of
de Open Fluit 4' van het rugwerk kan worden vervangen door een Viola da Gamba
8'.
Op 9 september beantwoordt
Reil deze brief. In principe is dit mogelijk, maar gaat in tegen de geest van
deze tijd. De kosten zoud f 60,= bedragen De pijpen van het groot octaag
kunnen echter niet worden geplaatst omdat de pijpen daarvoor te lang zijn. (12)
1953: In oktober
schrijft organist Welmers op verzoek van de kerkenraad aan Reil met het verzoek
naar de volgende zaken te kijken: verbetering Dulciaan 8', verbeteren mechaniek
pedaal, werking koppelingen en de wat stroeve speelaard. (12)
1954/1955: In een brief van
januari schrijft Welmers weer over de Dulciaan 8'. Reil heeft tot nu toe
niet gereageerd op de klachten. Het orgel wordt redelijk vaak bezocht en is de
Dulciaan 8' voor de reputatie van Reil niet bevordelijk. Hij verzoekt Reil dan
ook deze kwestie te komen bespreken.
Op
20 december door de kerkenraad
verzocht op een door Welmers opgestelde
lijst met klachten te reageren.
Op 19 maart 1955 vraagt de kerken
aan Reil om een rapport te maken van de toestand van het orgel. Een tijdje
geleden heeft Reil enkele reparaties verricht.
Door grote drukte is de brief
van 20 december er bij ingeschoten. Reil constateert via een brief van
2 april 1955 dat organist Welmers
graag wil dat het orgel 2x per jaar wordt gestemd en om Reil naar Zuidlaren te
kijgen allerlei kleine gebreken opsomt. De schade aan het pedaal is ontstaan
door voor schoonmaak het pedaal onoordeelkundig weg te nemen. Dit is zeer
onnodig.
Op 28 oktober schrijft
Welmers dat er over enkele dagen een kerkdienst via de radio wordt uitgezonden.
Hij verzoekt Reil langste komen voor een stemming en enkele kleine reparaties. (12)
1958: Organist Sijbe Welmers overlijdt (1901-1958) (14)
1961: Op 30 januari
schrijft Reil dat hij als garantiewerk bij de voorjaarsstembeurt nieuwe pulpeten
in het orgel wil plaatsen. (12)
1962: op
27 maart schrijft de kerk aan Reil
dat het orgel nodig gestemd moet worden. Ook zijn er bij het verven van de kerk
verfspatten op het orgel terecht gekomen. (12)
1963:
Brief op 8 juli? van de kerk aan Reil
dat na de stembeurt op 9 en 10 juli nog het volgende is geconstateerd:
onzuiverheid Mixtuur, Cis koppelt niet met rugwerk, Pedaal E en F niet goed,
Onregelmatigheden in de Dulciana en een niet correcte las.
Antwoord van Reil
op 15 juli. Wegens drukke
werkzaamheden en vakanties kunnen de geconstateerde zaken in augustus worden
aangepakt. (12)
1964: Van 23 januari is door Reil een rapport
(01,02)
geschreven die de toestand van het orgel beschrijft zoals die werd aangetroffen
bij een bezoek op 10 januari. Het volgende wordt geconstateerd:
-
Algehele toestand is niet slecht met de volgende bemerkingen:
- trompet
8': Ruw en hard (intonatie-inzichten van toen), vervuiling. Schoonmaken,
herintoneren en tongen aanpassen.
- Dulciaan 8': Onegaal. o.a.
veroorzaakt door onoordeelkundige stemming door één van de vroegere organisten.
-
Labiaal pijpwerk verkeert in goede toestand
- Windladen in goede
toestand
- Mechaniek in goede toestand
- Aangeraden wordt een
zwevende mechaniek aan te brengen.
Op
18 februari gaat de kerkenraad in op het rapport van Reil. Voor een zwevende
mechaniek heeft men op dit moment geen budget. Voor de overige werkzaamheden kan
Reil een offerte uitbrengen.
Op 6
april gaat Reil in op de conclusies van het rapport van 23 januari en stelt
de volgende werkzaamheden voor: Trompet 8' schoonmaken en zwakker intoneren,
Dulciaan 8' herintoneren, enige stiften in de pedaallade vervangen. De kosten
worden ingeschat als een dubbele stembeurt. Op
8 mei volgt de opdracht door de
kerkenraad.
Op 29 augustus
schrijft de kerkenraad dat men na de werkzaamheden nog een groot aantal gebreken
in het rugwerk heeft aangetroffen: Mechaniek rugwerk niet afgeregeld, Koppeling
niet bijgeregeld, pijpen niet inwendig schoongemaakt, dulciaanpijpen slecht
gesoldeerd,enkele pijpen hangen aan spijkers ipv beugels, beschadigde pijpen (12)
1965: De kerken raad besluit per brief van
21 oktober de relatie met Reil op te
zeggen. (12)
1971 (03): Door de orgelmaker Mense Ruiter te Groningen werd een revisie
uitgevoerd waarbij in hoofdzaak de tractuur onder handen werd genomen. Ook
de windladen werden enigszins verbeterd en het pijpwerk werd opnieuw geïntoneerd. De
Dulciaan 8’ bleek niet van goede kwaliteit te zijn. Verder werd de windvoorziening
anders georganiseerd. Er kwam een nieuwe speeltafel met geheel nieuwe speelmechaniek en
registratuur. Zo werd het orgel weer gebruikszeker gemaakt (02).
Op de plaats van de geserveerde Fagot 16' werd een bazuin 16' geplaatst. Ook
werd een tremulant op het rugwerk toegevoegd. Deze restauratie kostte Hfl.
38.949,70 (07)
Dispositie na bovenstaande werkzaamheden:
Hoofdwerk |
|
Rugpositief |
|
Pedaal |
|
Prestant |
8' |
Holquintadena |
8' |
Prestantbas |
16' |
Holpijp |
8' |
Roerfluit |
8' |
Subbas |
16' |
Salicionaal |
8' (*) |
Prestant |
4' |
Octaafbas |
8' |
Octaaf |
4' |
Open Fluit |
4' |
Gedekt |
8' |
Koppelfluit |
4' |
Nasard |
2 2/3' |
Koraalbas |
4' |
Octaaf |
2' |
Fluit |
2' |
Bazuin |
16' |
Mixtuur |
IV-V |
Terts |
1 3/5' |
|
|
Trompet |
8' |
Scherp |
III |
|
|
|
|
Dulciaan |
8' |
|
|
|
|
Tremulant |
|
|
|
(*) Groot octaaf gecombineerd met de Holpijp 8' (Deze Salicionaal werd
toegevoegd op basis van een suggestie van Feike Asma, die op het instrument
concerteerde. De Quint 2 2/3 verviel bij de plaatsing van de Salicionaal 8'(07)
Koppelingen: Hfdw. - Rugw. ; Hfdw. - Ped. ; Rugw. - Ped.
199x: De problemen met het orgel nemen toe. Vnl.
vanwege droogte in de kerk. Het is duidelijk dat er ingegrepen moet worden. De
kerkenraad stelt prijs op een onafhankelijk oordeel en laat een rapport opmaken
door de Orgelbouw-AdviesCommissie van de G.O.V. Deze concludeert: "In eerste
aanleg is het orgel in technisch opzicht zeer matig gebouwd. Het is tekenend dat
reeds na 20 jaar essentiële onderdelen van het orgel vernieuwd moesten worden.
De klank van het orgel is zeer matig. De onderlinge verhoudingen van de mensuren
van de registers zijn in eerste aanleg al niet goed genomen."
In feite
adviseert men vervangende nieuwbouw, wat echter financieel onhaalbaar is.
Er
wordt een Commissie Orgelrestauratie ingesteld bestaande uit: Peet den Hartog,
Geuko Tiggelaar en Tjeerd Bosklopper (vrijetijds orgelmaker), die offerte
aanvraagt bij drie orgelmakers. Daarnaast komt er vanuit de Commissie van Beheer
de indringende vraag om een elektronisch orgel als alternatief te overwegen,
waartegen de organisten onder leiding v. Wim Opgelder zich ernstig verzetten.
De offertes worden vergeleken en beoordeeld. De werkwijze en prijsstelling van
de firma Steendam te Roodeschool blijkt de meest passende te zijn. Daarna volgen
gesprekken met het moderamen en tenslotte nog een gemeenteavond over dit
onderwerp. Twee voorstellen komen ter sprake:
Plan A: Alleen het noodzakelijk
technisch herstel uitvoeren, waaronder de 4 grootste, verzakte Bazuinpijpen
herstellen, afdichting van de windlade en verhard schapenleer vervangen.
Plan
B: Als het vorige plan, maar uitbreiding met een algehele herintonatie, d.w.z.
alle 1444 orgelpijpen worden stuk voor stuk onder handen genomen en tot een
optimale klank gebracht. Dit is uiteraard een zeer arbeidsintensief karwei. De
diverse registers worden met elkaar in balans gebracht en de enigszins brutale,
schreeuwerige klank zal daardoor verdwijnen. De verwachting is dat het
instrument daardoor ook beter zijn taak als begeleidingsinstrument zal kunnen
vervullen.
Daarnaast moet er een grotere balg komen:de huidige
windvoorziening is te klein, veroorzaakt volgens de orgelbouwer "een jankende
aanspraak in het pijpwerk" en vormt onvoldoende basis voor herintonatie.
De
kerkenraad gaat akkoord met plan B, dat Hfl. 47.963,50 kost. Tevens wordt
bepaald dat een volledige opbrengst van de traditionele rommelmarkt in de
Bernardhoeve kan worden besteed aan de restauratie, cq. herintonatie van het
orgel. Dit levert een bedrag op van Hfl. 30.000,- Geuko Tiggelaar en Tjeerd
Bosklopper organiseren een pijpenadoptie-actie welke Hfl. 1.100,- oplevert.
(13)
1998: Maart 1998 begint de orgelmaker aan het instrument te werken.
Onvoorziene kosten (Hfl. 1.000,-) voor de “belering” der trompettongen worden
door Peet den Hartog opgebracht (een nieuw Trompet blijft een vrome wens). Eind
mei is de klus geklaard.
Bij de oplevering luidt de slotconclusie van de
restauratiecommissie: "‘De commissie is zeer voldaan met het bereikte resultaat.
Orgelmakerij Steendam heeft hiervoor zonder meer een compliment verdiend, want
het instrument leverde soms grote problemen op, die
met veel vakmanschap en
creativiteit overwonnen zijn". (13)
2012:
Uiteindelijk is gelukkig toch nog vanuit de voorraad van orgelbouwer Sicco
Steendam) een "vernieuwde" Trompet 8' gerealiseerd. Na de bouw (in 1951) vormt
deze vervanging het sluitstuk van de technische reconstructie (1971) en de
reparatie annex herintonatie (1998) in december 2011. (08)
Zie ook een kopie van het artikel in
"Samenklank".
Op vrijdag 29 mei 1998 draagt orgelmaker Sicco
Steendam het instrument over aan de voorzitter van de kerkeraad. De
openingswoorden worden uitgesproken door ds. A. van Zuylen; en de organisten Wim
Opgelder, Geuko Tiggelaar, Peet den Hartog, Fred Lugtenborg en Wim Zuidersma
presenteren het instrument in een met samenzang afgewisseld programma (13)
Bronvermelding:
- Het Orgel Jaargang 47 nr. 15 december 1951. Organist en Eredienst (1952) 1064-1065.
- Vriendelijke mededeling van Mense Ruiter 14-12-1977.
- E-Mail van Jaap Brouwer d.d. 12-11-2006
- Het Orgel 1937 september
- Website Laarkerk
- E-Mail Fer Harleman d.d. 28-06-2011 Beschrijving van de
orgelgeschiedenis door Tjeerd Bosklopper (i.s.m. Geuko Tiggelaar en Peet den
Hartog) (06)
- E-Mail van Peet den Hartog
- E-mail d.d. 3-2-2012 Peet den Hartog
- www:
http://reliwiki.nl/index.php?title=Zuidlaren,_Stationsweg_159_-_Gereformeerde_kerk
- Drents Archief: 0425 - Gereformeerde Kerk te Zuidlaren
3. Archief van de commissie van beheer 3.2. Stukken betreffende
afzonderlijke onderwerpen 3.2.1. Beheer van bezittingen
37. Stukken
betreffende de aanschaffing van een nieuw orgel, 1950-1951.
- Gedenkboek "50-jarige herdenking van de Gereformeerde
kerk te Zuidlaren 1891-1948".
- Archief Reil
- www:
https://www.pknanloozuidlaren.nl/images/doc/laarkerk/laarkerk-zuidlaren-orgelgeschiedenis.pdf
- www:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Welmers
Literatuur:
- "Zeven Brinken" (Orgaan van de Historische Vereniging van Zuidlaren)
Jaargang 18, nummer 2, juli 2011 Artikel: "Kleine orgelgeschiedenis van de
Laarkerk".
Organisten:
- 1905-1916 T. Sterenberg Hoofd der Chr. School
- 1917-xxx W. Hamstra
- xxxx-1958 Sijbe Welmers (1901-1958), vader van de bekende componist Jan
Welmers (*1937)
- 1940 -xxxx Jan Pottjewijd (1881-1953)
- 1958-xxxx Jan Welmers (*1937)
- 1968-1972 Peter Siebesma
- xxxx - xxxx Peet den Hartog
- xxxx - xxxx Wim Opgelder
- xxxx - xxxx Geuko Tiggelaar
- xxxx - xxxx Fred Lugtenborgen
- xxxx - xxxx Wim Zuidersma