Gieterveen Hervormde kerk
Kerk
Deze gemeente werd in 1849 zelfstandig
Foto: (03)
Orgel
1913: Bericht ingebruikname van een nieuw orgel. Geen verdere
details bekend
Nieuwe Veendammer courant 03-05-1913
De Noord-Ooster 15-11-1928, 09-09-1933 en 31-12-1935 G. van Dam, organist te
Gieterveen
Voor 1939: Er stond een orgel dat gebouwd zou kunnen zijn door van
Oeckelen in 1890 of 1913?. In 1939 werd het verkocht aan de Gereformeerde kerk te Gasselternijveen.
1938/39: Aankoop van het orgel uit de Oud-katholieke kerk van Dordrecht. Dit orgel werd in 1842 of 1844 gemaakt door Kam en van
der Meulen. De kast werd niet overgeplaatst en bleef in Dordrecht. Sanders plaatst het pijpwerk te Gieterveen in een nieuwe kast.
Voor de geschiedenis van het orgel te Dordrecht (1842-1938) en (1984-heden) zie een artikel uit het "Mededelingenblad
van de Oud-Katholieke Organistenvereniging" nr.25 (september 1989). Dit artikel is weer gebaseerd op een samenvatting die pr. J. Spaans gemaakt heeft van zijn
boekje "Geschiedenis van de orgels in de Oud-katholieke Kerk van Dordrecht".
(01)
Op 26 april 1939 werd er een
Overeenkomst tussen Sanders en de kerkvoogdij gesloten over de plaatsing van het orgel. Het orgel is door de orgelcommissie op 17 april in de
werkplaats van Sanders bekeken en gekocht voor de prijs van f 1.550,- Inbegrepen
waren vracht-, reis- en verblijfkosten. Niet inbegrepen waren orgelgalerij,
schilderwerk en aanleg electra.
Dispositie:
Manuaal I: Prestant 8',
Holpijp 8', Octaaf 4', Roerlfuit 4', Octaaf 2'
manuaal II: Holpijp 8' b/d,
Voic Celeste 8', Viola da Gamba 8', Flute Harmonique 4', Vulstem II
Pedaal:
Aangehangen C-c
Klavierkoppel en tremulant Manuaal II
Klavieren van
C-f'''. Toetsen ivoor en ebbenhout.
Systeem: Rein mechanisch
Windmotor:
Meidinger
Windladen: Wagenschot eiken
Kwaliteit: prima en de intonatie
zeer beschaafd
Pijpwerk: van goede kwaliteit
Front: Geheel nieuw volgens
afgesproken ontwerp
Garantie: 20 jaar met de verplichting van een jaarlijkse
stembeurt voor f18,-
Na afloop van de garantieperiode wordt het jaarlijkse
onderhoud stilzwijgend verlengd met 5 jaar. Opzegtermijn 3 maanden. (04)
Foto vanuit
http://www.kerkeninbeeld.nl
Oorspronkelijke dispositie te Dordrecht:
Hoofdmanuaal | Bovenmanuaal | Pedaal | ||
Prestant | 8' | Holpijp | 8' | Aangehangen |
Holpijp | 8' | Viola da Gamba | 8' disc. | |
Prestant | 4' | Salicionaal | 4' | |
Fluit | 4' | Fluit | 4' | |
Octaaf | 2' | Woudfluit | 2' |
Dispositie na de plaatsing te Gieterveen:
Hoofdmanuaal | Bovenmanuaal | Pedaal C- c' | ||||
Prestant | 8' | 1844/1939 | Holpijp | 8' b/d | 1844 | Aangehangen |
Holpijp | 8' | 1844 | Celeste | 8' disc | 1902 | |
Octaaf | 4' | 1844 | Flute harmonique | 4' | 1902 | |
Roerfluit | 4' | 1844 | Sesquialter | II | 1939 | |
Octaaf | 2' | 1844 |
Beeldbank
Drents Archief
Beeldbank
Drents Archief
1946:
Brief van Sanders om het
onderhoud weer op te pakken. Er staat nog een rekening van f 18,36 uit 1943
open. De oude prijs kan niet meer worden gehandhaafd en wordt met 30% verhoogd.
(04)
Bijlagen van de Handelingen der Generale Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk
ten jare 1956
1953: Briefwisseling september
1953 - januari 1954 omtrent een bezoek dat Sanders heeft gebracht aan het orgel.
Door lekkage van het dak is er ook water in het orgel gelekt. Hij adviseert de
bovenkant van het orgel af te dekken met rubberoïd. Gelukkig is alleen het
Manuaal II getroffen door de lekkage. Sanders biedt aan de windlade van manuaal
II te herstellen in de werkplaats. (04)
1954: De
offerte voor het repareren van
de waterschade dateert van 13 januari 1954. De kosten worden, afhankelijk van de
aangetroffen schade, ingeschat op tussen de f 500,- en f 1.000,-.
Op 22
februari 1954 schrijft Sanders
dat hij nog geen antwoord heeft gehad op de offerte van 13 januari. Wel is hij
gebeld door een hr. van Lochem uit Amsterdam, die om een offerte vroeg voor
Gieterveen. Voor zijn bemiddeling vraagt hij 8% van de aanneemsom. Sanders wil
graag opheldering.
Op 10 maart 1954 schrijft
de administrateur dhr. van Lochem van de Hervomde Orgelcommissie (HOC) over de
offerte van Sanders die hij via Gieterveen heeft gekregen. De HOC wil Lambert
Erné langs sturen om de situatie ter plekke te bekijken. Dit onderzoek kost f
20,-
Op 27 april 1954 schrijft
Sanders dat ze nog steeds niets van Gieterveen hebben gehoord. Ook wijzen ze nog
op het contract uit 1939.
Op 29 september 1954 schrijft de HOC dat Lambert
Erné de kerk heeft bezocht, maar dat de HOC de correspondenmtie tussen Sanders
en de kerkvoogdij nog niet heeft ontvangen. (04)
Op
onbekend tijdstip meldt de
kerkvoogdij dat de bedoelde documenten zijn toegestuurd.
1955:
Op 19 januari een briefkaart
van de kerkvoogdij van Gieterveen aan de HOC dat ze nog steeds niets hebben
gehoord over de restauratie van hun orgel.
Op 26 februari
meldt de HOC dat het orgel van
Gieterveen op de fvergadering van 4 maart a.s. aan de orde zal komen.
Op
15 oktober vraagt de kerkvoogdij om advies aan de Hervormde Orgel Commissie
(HOC). Op 24 oktober antwoordt
de HOC dat ze een adviseur langs sturen. Graag willen ze ook de offerte van
Sanders inzien. Op 18 december
schrijft de HOC dat het orgel in een vergadering aan de orde is geweest. De
offerte van Sanders is nog niet ontvangen.
Op 25 maart
schrijft de HOC dat het orgel
in de vergadering van 4 maart besproken is en dat Lambert Erné bezig is met een
rapport.
Het rapport van
Lambert Erné dateert van 21 september. Hij beschrijft het orgel en constateert
de volgende gebreken:
- Windladen hebben veel door- en bijspraak
-
Windlade bovenwerk is dusdanig lek adt de pijpen al spreken, terwijl met
geopende registers en gesloten ventielen (waterschade?)
- Rammelende
mechaniek en veel speling van de toetsen op de stiften. 1 toetsbeleg ontbreekt.
Een restauratie is noodzakelijk en de bovenzijde dient te worden afgedicht om de
schade van een nieuwe lekkage te voorkomen. Ook wordt aangerdaen de dispositie
van Manuaal II aan te passen. De gebreken aan de windladen zijn niet te wijten
aan de fa. Sanders, maar aan de eerdere lekkage. De HOC wil graag een machtiging
om bij de fa. Bakker & Timmenga een offerte aan te vragen.
Zie ook het
Notitiebriefje van Lambert Erné.
Op 11 november vraagt de HOC
voor hoeveel het orgel is verzekerd om te controleren of dit bedrag voldoende
is. (04)
1956: Op 18 februari
vraagt de HOC wanneer er
antwoord komt op het rapport, de vraag omtrent de machtiging voor Bakker &
Timmenga en de verzekeringsvraag.
Het
antwoord komt op 18 februari.
Gezien de financiële toestand gebeurt er voorlopig niets. Het orgel is verzekerd
voor f 30.000,- Het orgel is goed afgedekt tegen lekkage. (04)
1960: In dit jaar vraagt de kerkvoogdij weer om advies van
de HOC vanwege een geplande kerkrestauratie. Het
rapport van de HOC dateert van
september. Voor de restauratie zal het orgel gedemonteerd en later weer
opgebouwd moet worden. De kosten zullen echter hoger worden, omdat de windladen
en tractuur gerestaureerd moeten worden. Ook zou er eigenlijk een nieuw
front moeten komen en de zinken pneumatische Prestant vervangen moetn worden.
Gezien de financié positie is dit echter niet mogelijk. De HOC adviseert dan ook
het orgel tijdens de restauratie met plastic te omhullen met her risico op
problemen na de restauratie van de kerk.
Ook de aanschaf van een klein nieuwe
orgel zou overwogen kunnen worden. (04)
1984: Het Kam en v.d. Meulen binnenwerk wordt met een besluit van de kerkenraad op 22-02-1984 weer terugverkocht aan de Oud Katholieke kerk te Dordrecht.
Het Sanders-materiaal wordt verkocht aan de gereformeerde kerk van
Ruinen voor f 15.000,-
In het tijdschrift Kerk en Muziek (1989-04) van de VOGG staat omtrent de terugverkoop en
de restauratie in Dordrecht een uitgebreid artikel. Zie blz.
01,
02,
03,
04.
1989: Restauratie/reconstructie van het instrument te Dordrecht door Van Buuren / Van Eeken. Uitbreiding met een Subbas op het pedaal en een Fagot 8' op het Hoofdwerk (op lege sleep). (01)
2005: De kerk in Gieterveen beschikt nu over een 3-klaviers analoog elektronisch Johannes-orgel (02)
Foto's: (03)
Dispositie na herplaatsing te Dordrecht:
Hoofdmanuaal | Bovenmanuaal | Pedaal | |||
Prestant | 8' | Holpijp | 8' | Subbas | 16' |
Holpijp | 8' | Viola da Gamba | 8' disc. | ||
Octaaf | 4' | Salicionaal | 4' | ||
Roerfluit | 4' | Fluit | 4' | ||
Octaaf | 2' | Woudfluit | 2' | ||
Fagot | 8' |
Bronvermelding:
Het orgel in de Oud-Katholieke kerk te Dordrecht
Het huidige Oud-Katholieke kerkgebouw te Dordrecht is in
de jaren 1842/1843 gebouwd naar ontwerp van de gemeentelijke architect G.N. Itz.
Voor deze kerk bouwden de orgelmakers Kam en van der Meulen uit Rotterdam een nieuw orgel
met twee manualen en een aangehangen pedaal. Adviseur bij de bouw was de beroemde
Rotterdamse organist, componist en klokkenist Samuel de Lange Sr.
De orgelbouwers Willem Hendrik Kam (1806 - 1865) en Hendrik van der Meulen (1810 -
1852) hadden het orgelmakersvak waarschijnlijk beiden geleerd bij de gebrs. van Dam te
Leeuwarden. In 1837 vestigden zij zich als zelfstandige orgelmakers in Rotterdam in een
pand aan de Leuvehaven.
Vele belangrijke orgels verlieten hun werkplaatsen, o.a. die van de Nederlands-Hervormde
kerk te Oudewater (1840). de Rooms-Katholieke Sint Bonifatiuskerk te Dordrecht (1842) en
de Nederlands-Hervormde Nieuwe kerk te Zierikzee (1848).
Toen Hendrik van der Meulen in 1852 kwam te overlijden, zette W.H, Kam de zaak alleen
voort. Het belangrijkste instrument van zijn hand siert nog altijd de Onze Lieve Vrouwe of
Grote kerk te Dordrecht (1859).
In 1902 word het orgel in de Oud-Katholieke kerk te Dordrecht door J.J, van Bijlaardt,
fabrikant van kerkorgels te Dordrecht, ingrijpend gewijzigd.
Helaas werd onder druk van de toenmalige aartsbisschop Mgr. A. Rinkel door het kerkbestuur
in 1938 besloten om een nieuw orgel te laten bouwen achter het oude front door de firma
J.C. Sanders te Utrecht, onder advies van Alex de Jong, lid van de Oud-Katholieke
Orgelraad.
Het oude orgel, dat zogenaamd niet meer te restaureren was, werd door de firma Sanders
verkocht aan de Nederlands Hervormde kerk te Gieterveen, alwaar het tot 1984 zonder al te
veel storingen dienst deed.
Het nieuwe orgel van Sanders voldeed niet en was van zeer inferieure makelij. In de loop
der jaren vertoonde het instrument steeds meer gebreken. Het kerkbestuur slaagde er in
1984 in om, na jarenlang onderhandelen, het oude orgel van Kam en Van der Meulen uit
Gieterveen terug te kopen.
Aan de orgelmakers Van Eeken en Van Buuren te Leusden/Poortugaal werd opdracht gegeven om
het orgel voorlopig op te slaan in afwachting van mogelijke subsidies voor de restauratie
en herplaatsing.
Op 2 december 1986 zegt de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een subsidie toe van 80 %
van de restauratiekosten. Ook het Prins Bernhardfonds en de Van der Mandelestichting zijn
bereid het project te subsidiëren. Daarom kan het kerkbestuur aan de eerder genoemde
orgelbouwers opdracht geven het orgel te restaureren en zelfs uit te breiden met een vrij
pedaal en een tongwerk op het hoofdwerk.
Bij de restauratie, onder advies van Klaas Bolt en Jaap Spaans, is ervan uitgegaan dat het
instrument geheel in de oorspronkelijke staat diende te worden hersteld, tot in alle
details. Er is geen enkele concessie gedaan bijvoorbeeld met betrekking tot de
vochtigheidsgraad van het kerkgebouw.
In grote lijnen komt de restauratie neer op de volgende punten:
Op 9 april 1989 wordt het gerestaureerde orgel feestelijk in gebruik genomen.
De huidige dispositie luidt:
Hoofdwerk | C-f''' | Bovenwerk | C-f''' | Pedaal | C-b | |||
Praestant | 8’ | (1844-1989) | Fioo1 di Gamba | 8’ d | (1989) | Subbas | 16' | (1989) |
Holpijp | 8’ | (1844) | Holpijp | 8’ (b/d) | (1844) | |||
Octaaf | 4’ | (1844) | Salicionaal | 4’ | (1989) | |||
Roerfluit | 4’ | (1844) | Fluit | 4’ | (1989) | |||
Octaaf | 2’ | (1844) | Woudfluit | 2’ | (1989) | |||
Fagot | 8’ | (1989) |
manuaalkoppel
metalen pijpwerk: 75% lòod en 25% tin
pedaalkoppel
houten pijpwerk van eiken
twee afsluiters
orgelkassen van grenen
tremulant bovenwerk
windladen van eiken
twee spaanbalgen
Zie ook: http://reliwiki.nl/index.php/Dordrecht,_Voorstraat_120_-_St._Maria_Maior