Hoogeveen, Grote kerk

Informatie over de Kerk

Kerk
De Nederlandse Hervormde kerk werd gebouwd in 1652. Het is een laat 17e eeuwse kruiskerk, die in de jaren 1766 tot 1804 werd verbouwd tot een driebeukige hallenkerk. In 1967 werd de kerk gerestaureerd. (01)

Ansichtkaart voor 1920


Oorspronkelijke vorm van de kerk in 1652 (17)


Vergroting van de kerk in 1766 (17)


Vergroting van de kerk in 1804 (17)


Aanbouw van een onsistrie in 1872 en wijzigen van de ingangen (17)


Situatie na de restauratie van 1967-1969 (17)

Orgel

177x: Volgens een artikel in Het Orgel van december 1905 'Iets over: De Berijmingen en de Wijzen der psalmen en het Kerkgezang' door J.C. de Puy waren er in Hoogeveen protesten tegen de invoering van de psalmberijming van 1773.

1841: Bericht dat de kerk over gaat tot de aanschaf van een orgel.

Bericht Drentsche courant 20-07-1841

1843: Het orgel in deze kerk werd gemaakt door Joh. Chr. Scheuer, orgelmaker te Zwolle. Op 15 oktober 1843 werd het orgel ingewijd door de leraar G. D. B. Jonquiére met 2 Kron. V : 13.
Het orgel werd onderzocht en bespeeld door W. G. Hauff organist van de Martinikerk te Groningen (02).
Het bestek (Bijlage) werd op 24 oktober 1840 opgemaakt en bevat 9 artikelen.

Boekzaal der Geleerde Wereld november 1843

 De dispositie was als volgt :

Hoofdmanuaal (C-f3) Rugpositief (C-f3)
Prestant 8 voet Prestant 4 voet
Bourdon 16 voet Prestant 8 voet (Discant)
Holpijp 8 voet Holpijp 8 voet
Octaaf 4 voet Fluit d’amour 4 voet
Openfluit 4 voet Woudfluit 2 voet
Quint 3 voet Flageolet 1 voet
Superoctaaf 2 voet Viool di Gamba 8 voet (begint bij klein g)
Fluit does 4 voet Dulciaan 8 voet
Terts 1 3/5 voet    
Mixtuur 4 sterk    
Trompet 8 voet    
Fagot 16 voet    

Aangehangen pedaal van C-d1. Afsluitingen Hoofdmanuaal en Rugpositief; tremulant; ventiel; vier blaasbalgen: 8 voet lang en 4 voet breed (03).


Drentsche courant 24-10-1843

Ca. 1850: Het orgel wordt vermeld in de dispostieverzameling van Boekhuijzen


1852: Koor zingt in de kerkdienst.

Provinciale Drentsche en Asser courant 28-12-1852

1858: Op 27 januari behandelt het College van toezicht een brief van 13 januari uit Hoogeveen voor een geldlening van f 800,- voor het herstel van het kerkorgel. (18)
In de verbalen van het Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten is de correpondentie rond deze lening te volgen. Het bedrag wordt geleend tegen 4% en afglost in twee termijnen van f 400,- in 1860 en 1861. Gedeputeerde staten gaven toestemming via een brief van 21 januari. De kerkvoogden van Hoogeveen vroegen op 18 september en 29 december 1857 toestemming voor het sluiten van de lening. In de brief van 18 september komt de kosten opgave van Petrus van Oeckelen aan de orde. Het herstel wordt begroot op f 2330,- en de uitbreiding met een zelfstandig pedaal op f 1.355,-. (19)

1859: Het orgel wordt vergroot door de orgelmaker P. van Oeckelen en Zonen te Haren met een vrij pedaal.
Een deel van het pijpwerk wordt vervangen en diverse verbeteringen worden doorgevoerd.
De keuring van het orgel wordt uitgevoerd door P. Brons, organist van de de Janskerk in Gouda.


Provinciale Drentsche en Asser courant 17-05-1859, 27-11-1872, 28-04-1873


Provinciale Drentsche en Asser courant 26-11-1873

1888: Organist A. Feis wordt naar 50 jaar organist geweest te zijn opgevolgd door H. Hammeka (07)



Provinciale Drentsche en Asser courant 21-12-1888, 01-01-1889, 01-01-1904



Provinciale Drentsche en Asser courant 13-12-1907


Foto: https://www.beeldbankhoogeveen.nl/ nr. 4229 De foto is te dateren van voor 1907, omdat oten nog niet op de achterkant werd geschreven. (klik op de afbeelding voor een vegroting)


Provinciale Drentsche en Asser courant 03-03-1923


Provinciale Drentsche en Asser courant 20-03-1929

1931: Het orgel krijgt een windmotor.

Emmer courant 23-12-1931


Provinciale Drentsche en Asser courant 31-08-1934


Provinciale Drentsche en Asser courant 20-01-1936


Het Orgel 1939 november

1939: Restauratie door H. W. Flentrop te Zaandam (04).
Na deze werkzaamheden werd de dispositie:

Manuaal   Rugpositief   Pedaal  
Bourdon 16’ Prestant 8’ Subbas 16’
Prestant 8’ Holpijp 8’ Octaaf 8’
Holpijp 8’ Viola di Gamba 8’ Octaaf 4’
Spitsfluit 8’ Prestant 4’ Trombone 8’
Octaaf 4’ Fluit d’amour 4’ Bazuin 16’
Fluit douce 4’ Spitsfluit 2’    
Quint 3’ Sexquialter 2 sterk    
Superoctaaf 2’ Clarinet 8’    
Mixtuur 3-4-5 sterk        
Cornet 5 sterk        
Schalmey-Regaal 4’        
Trompet 8’        

Afsluitingen Manuaal, Rugwerk en Pedaal; tremulant op het Rugwerk; windlosser; koppelingen: Manuaal - Rugwerk; Manuaal - Pedaal; Rugwerk - Pedaal .


Foto vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl (1962)


Foto vanuit http://www.kerkeninbeeld.nl

1967: Uit een kostenopstelling voor de tweede restauratiefase van de kerk in 1967 door architect De Vriese & Dekker wordt f 5.000,- uitgetrokken voor de herstel van het orgelbalkon en f 650,- voor herstel van de leuning van de orgelgalerij. (17)

1969: Het orgel wordt gerestaureerd door de firma Pels en van Leeuwen te Alkmaar met als adviseur Feike Asma.


Foto: Johan Koch (2015)

De dispositie werd toen:

Hoofdwerk C-f3 Rugpositief C-f3 Pedaal C-d1
Bourdon 16’ Prestant 8’ Subbas 16’
Prestant 8’ Holpijp 8’ Octaaf 8’
Holpijp 8’ Prestant 4’ Octaaf 4’
Viola di Gamba 8’ * Fluit d’amour 4’ Bazuin 16’
Octaaf 4’ Spitsfluit 2’ Trombone 8’
Fluit douce 4’ Quint 1 1/3’ (vanaf c)    
Quint 3’ Sesquialter 2 sterk**    
Super Octaaf 2’ Dulciaan 8’ **    
Cornet D 5 sterk        
Mixtuur 2’ 4-6 sterk **        
Scherp 1’ 3-4 sterk **        
Trompet 8’        

Koppelingen: Hoofdwerk - Rugpositief; Hoofdwerk - Pedaal; Rugpositief - Pedaal.
*register werd vernieuwd.
**nieuw gemaakt.
Voor de tongwerken werden koppen uit dezelfde bouwtijd gebruikt ter vervanging van de niet meer te herstellen bestaande koppen. De windladen werden gerestaureerd en de mechaniek vernieuwd.
De ingebruikname was op 22 december 1969


1972: Op een overzicht van architect De Vrieze van september 1972 worden de 1e en 2e termijn voor de restauratie van de orgelkas genoemd: f 5.000 en f 4.779,84.
In een kostenoverzicht van september staan subsidiabele termijnen van f 5.000,- en f 4.779,84 van orgelmaker Pels voor de orgelkas. (17)

2011: In dit jaar inventariseerde Reil de staat van het orgel en maakte een rapport op.
De volgende wekzaamheden zouden kunnen worden uitgevoerd:
 - Afnemen pijpwerk en en alles schoonmaken.
 - Opnieuw beleren van alle balgen in de werkplaats te Heerde
 - Groot onderhoud pijpwerk, klaviatuur en mechanieken
 - Nalopen intonatie pijpwerk. Trompet 8' vereist speciale aandacht (Bekers zijn voor een deel te kort) (16)
Deze werkzaamheden zijn niet uitgevoerd

2012: Groot onderhoud door Pels & Van Leeuwen. Het orgel werd op 18 maart 2012 weer in gebruik genomen.


Foto: Johan Koch (2015)



Foto: Johan Koch (2015)

Organisten:
184x-1888 A. Feis.

1856: De hoofdonderwijzer A. Feis zoekt een ondermeester, die echter wel het orgelspel machtig moet zijn.

Provinciale Drentsche en Asser courant 16-02-1856


Het Orgel 1889 februari

1888- H. Hammeka. Hij was ook muziekonderwijzer te Hoogeveen (07)

Provinciale Drentsche en Asser courant 01-01-1904 (Nieuwjaarswensen)

1968-2020 J.G. van Tellingen Hj kreeg in 2013 een koninklijke onderscheiding. Zie http://grotekerk.pknhoogeveen.nl/koninklijke-onderscheiding-j-van-tellingen/
Koninklijke onderscheiding J. van Tellingen
De heer J.G. van Tellingen, sinds 45 jaar vaste organist van de Grote kerk, is op vrijdag 26 april 2013 benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Familie, vrienden en kennissen waren er getuige van dat dhr. van Tellingen, door zijn vrouw met een smoes meegesmokkeld naar “De Haven” in Hoogeveen, die ochtend door burgemeester Karel Loohuis werd onderscheiden.
De heer van Tellingen begeleidt elke zondag op uitstekende wijze de gemeentezang in de Grote Kerk. Bovendien begeleidt hij uitvaarten vanuit de Grote Kerk en vanuit diverse aula’s de te zingen liederen.
De heer van Tellingen was dirigent van het Christelijk meisjeskoor “Magnificat” dat is opgericht op 1 oktober 1967 . Het meisjeskoor is gestart voor meisjes vanaf 9 jaar en groeide al spoedig uit tot een meisjes/dameskoor van 130 leden. Het meisjeskoor trad op in binnen- en buitenland. De heer van Tellingen was ook dirigent van het ouderenkoor “Soli Deo Gloria” Door zijn positieve inzet en enthousiasme wist hij twaalf jaar lang meerdere ouderen aangename zanguurtjes te bezorgen! Een groot aantal jaren werd ook deelgenomen aan regionale en landelijke concoursen voor zangkoren.

Bronvermelding:

  1. Kunstreisboek voor Nederland op Hoogeveen. Romein (1861)186.
  2. Romein (1861)186. "Het orgel, uit eigen boezem bekostigd, door het nemen van aandelen bij jaarlijkse loting af te betalen". Boekzaal (1843)II/716-717. Broekhuyzen(1986)427.
  3. Het bestek werd 24 oktober 1840 door J.C. Scheuer en Zoon gezonden naar "Heeren Commissie tot het doen daarstellen van een Nieuw Orgel in de Kerk der Hervormden te Hogeveen". Eigenaardig is de volgende brief: RAD. AACH. Inv. nr. 132. Brief 22-9-1857. oa. ". . . men was in 1843 door de orgelmaker bedrogen het orgel was niet zoals het behoorde te zijn, zo oordeelde de toenmalige organist. Na de komst van P. van Oeckelen, orgelmaker te Groningen, die het orgel onderzocht bleek dit juist te zijn. Het orgel verkeerde in een slechte toestand, zodat het pijpwerk vernieuwd moest worden en ook andere verbeteringen moesten plaats vinden". De kosten bedroegen f. 3685, -. Men vroeg daarom aan de Compagnie een subsidie van f. 2000, -, of kwijtschelding van de schuld die nog bestond aan de Compagnie. Brief getekend door W. Karsten. Men besloot tot kwijtschelding over te gaan volgens brief 18-12-1857. Getekend door Hoofd en Direkteur Van Echten van Holthe.
  4. Tijdschrift: Het Orgel (1939-1940) nr. 2/12. De Harp (1940)6. Flentrop adviseerde om de dispositie enigszins te wijzigen waardoor de klank van het orgel helderder en doorzichtiger zou worden. Op het Hoofdwerk kwam een Schalmei-Regaal 4’ en op het Rugwerk een Prestant 4’ en een Sesquialter 2 sterk, terwijl de Salicionaal en de Fluit Travers verdwenen.
  5. Tijdschrift: Het Orgelblad(1965)10.
  6. Tijdschrift: Het Orgel (1888-1889) nr 12.
  7. Tijdschrift: Het Orgel (1900-1901)108. Leerlingen van hem waren: H. Engels Wzn. , organist Herv. Kerk Hollandscheveld. Mej. G. Coelingh Adr. ,organiste Geref. Oosterkerk Hoogeveen en H. v. Hees Hzn. , organist Geref. Westerkerk Hoogeveen.
  8. Tijdschrift: Het Orgel 1968/12 Orgelbouwnieuws
  9. Tijdschrift: Het Orgel 1969/12 Orgelbouwnieuws KNOV orgel
  10. Tijdschrift: Deorgelvriend 1975-01orgelvriend 1975-01 Orgelbouwnieuws
  11. Tijdschrift: De Orgelvriend 1976/03 Zaterdag 10 april 1976 orgelexcursiedag Hoogeveen door Roelof Kuik
  12. Tijdschrift: Het Orgel 1939/02 november Berichten over orgelbouw
  13. www: http://reliwiki.nl/index.php?title=Hoogeveen,_Grote_Kerkstraat_40_-_Grote_Kerk
  14. Boek: De klankschoonheid van de Drentse orgels door Maarten Seybel
  15. Tijdschrift: Het Orgelblad 1970-11
  16. Archief Reil
  17. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 830 Hoogeveen, NH kerk; 1965-1984
  18. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten 127 Indices op de verbalen 1853-1859
  19. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen 58 1858

 


Bijlage.
AHKH. Orgelcommissie 1840. Dit bestek werd verzonden vanuit Zwolle 24 October 1840 door J. C. Scheuer en Zoon naar "Heeren Commissie tot het doen daarstellen van Een Nieuw Orgel in de Kerk der Hervormden te Hogeveen". Bestek en dispositie wegens het maken en daarstellen van een nieuw orgel in de kerk der Herformden te Hogeveen.
art. 1.
Het orgel zal bestaan uit twee handklavieren en een aanhangend pedaal, waarin de volgende stemmen zullen geplaatst worden.

Hoofdmanuaal Rugpositief.
Prestant 8 voet Prestant 4 voet
Bourdon 16 " Prestant D 8 "
Holpijp 8 " Holpijp 8 "
Octaaf 4 " Fluit dÆamour 4 "
Openfluit 4 " Woudfluit 2 "
Quint 3 " Flageolet 1 "
Superoctaaf 2 " Viool di gamba 8 " (begint met klein g)
Fluit does 4 " Dulciaan 8 "
Terts 13/5 "
Mixtuur 4 sterk
Trompet 8 voet
Fagot 16 "

Een afsluiting van het Hoofdmanuaal, eene voor het rugpositief, een timuland en ventiel.

art. 2.
Het metaal tot het binnenstaande pijpwerk zal bestaan uit drie deelen lood en een deel tin, de twee prestanten 8 en 4 voet, die tot Frontpijpen moeten dienen zullen uit enkel tin, gebruneerd en met verheven Labiums worden gemaakt, al het binnenstaande pijpwerk zal van metaal worden vervaardigd uitgenomen het groot octaaf van Bourdon 16 voet in het Hoofdmanuaal, en het groot Octaaf van de Holpijp 8 voet in het Rugpositief zullen van Wagenschot worden vervaardigd. Verders zal de stemming zijn Orchesttoon, in gelijk-zwevende temperatuur.

art. 3.
De Handklavieren zullen van best regtdradig wagenschot worden vervaardigd en moeten loopen van groot C. tot drie gestreept F, de platte toetsen zullen met Yvoor worden opgelegd en de verhevene uit massief Ebbenhoud bestaan. Ook zullen de zigtbare Einden van de Klavierramen met gepolijst Ebbenhoud gemonteerd zijn en de Toedzen zo veel mogelijk een gemakkelijke gang bezorgen, het klavier van het Hoofdmanuaal moet beneden en van het posiief boven komen te liggen. Verders zullen dezelve worden voorzien van een trekkoppeling zo dat door de bewerking van het benedenklavier, het volle werk kan bespeeld worden. Verders zal dit speeltuig worden voorzien van een aanhangend pedal hetwelk moet lopen groot C. tot een gestreept D. en zal door middel van een Welbord aan het beneden Klavier worden aangebragt en zullen de Abstracten van het pedaal, zo wel als van de manualen van koperen schroeven worden voorzien.

art. 4.
De winkelhaken tot de Klaviatuur behorende zullen van geelkoper zijn als mede de haken der abstracten gelijk ook de veren en stiften der Hoofdventielen, als mede de welstiften, Registers, Koppelaars en Wippen, zullen van wagenschot, en de opstaanmde armen der Registratuur, gelijk ook de Wellen en Abstracten der klaviatuur zullen van grenen houd zijn.

art. 5.
De windladen, als de voornaamste deelen des orgels zullen met hazewind-stok-ken, pijpborden en stijlen als ook de windkanalen uit best wagenschot worden ver-vaardigd, de oppervlaktens der windladen zullen met leder worden bevoederd zo dat de slepen behoorlijk kunnen werken, de windkasten zullen insgelijks met leder bevoederd en van behoorlijke sluitingen zijn voorzien.

art. 6.
Verder werd tot dit werk vereischt vier blaasbalgen, lang 8 voet, breed vier voet, de bladen zullen zijn van 11/2 duims greenen houd zonder spint, dezelve moeten van de nodige klampen worden voorzien zo dat zij zig bij het neertreden niet doorbuigen, de spanen moeten uit wagenschot worden vervaardigd, vangventielen, die mede van wagen-schot moeten zijn, zullen op Ramen gelegd en met schroeven onder de balgen bevestigd worden, zo dat men als het nodig is dezelve gemakkelijk kan wegnemen.

art. 7.
De Stellage waar op de balgen moeten rusten moet van genoegzame sterkte zijn, zo dat deze zelve zig bij het neertreden der balgen niet het minst bewegen, en zullen de balgen zo geregeld zijn, dat dezelve 32 graden wind opleveren.

art. 8.
De Orgelkasten moeten nauwkeurig volgens tekening van best greinen houd worden vervaardigd en van de nodige deuren en sluitingen worden voorzien, de bovendekken en agterschotten zullen van vuren houd voldoende zijn, de vloer die zig tussen de Manualen en het Rugpositief bevind, moet van genoegzame sterkte zijn, en met behoor-lijke sponding digt in elekander gewerkt worden en met schroeven op de zijwanden worden bevestigd.

art. 9.
De Aannemer zal zig naar deze voorgeschrevene regelen getrouw gedragen en gehouden zijn, het gehele orgel mat alle deszelfs deelen en werkengen, genoemd of niet ge-noemd, duurzaam en in beste order daarstellen zo dat hetzelve de beste goedkeuring van Deskundigen zal moeten wegdragen.

Foto's tijdens de restauratie van 1965:

hoogev01a.jpg (23396 bytes)hoogev01b.jpg (27279 bytes)hoogev01c.jpg (29804 bytes)